• No results found

HET lrIAALFEEsT

In document SIGNATUUR MICROVORM: (pagina 76-104)

Al heel vroeg, den volgenden morgen, was het goed te bemerken, dat het Voor "Soeka Djawatt een

b~ndere

dag

~u

zijn, want, was de komende oogsttijd voor de Hollanders van belang, niet minder was deze het voor

~e

honderden Javanen. De campagnetijd beteekende

~ers

volop werk voor de bevolking: werk op het land, biJ het vervoer, in de fabriek en in de pakhuizen! En

%OU dan de dag, dat de fabriek weer begon te malen, na

g~urende

de maanden, dat het riet groeide, te hebben stilgestaan, geen vreugdedag zijn?... Het maalfeest, het onafscheidelijke festijn bij het binnenhalen van de eerste suikerrietstengels, was dan ook nog eerder ondenk-baar voor de europeanen dan voor de inlanders.

Vele rappe handen hadden de reusachtige fabriek reeds een vroolijk aanzien gl'geven met vlaggen en slin-gers van groen. Een gedeelte, waar straks aan de

J

avaan-sche ar&eiders de gebruikelijke feestdisch

~u

worden

aangeboden, %3g er al even fleurig uit, met vlaggen en festoenen, als de voorgalerij van het administrateurshuis die mevrouw Meu1emans "erschuur met palmtakken

~

bloemguirlandes had laten ,\'f' :ren.

Overal op het fabrieksterrein '-11 ook daarbuiten hing 146

~

vrooiijk gerucht. Reeds

w~en

de r,onggèngs - de straatdanseressen- er, overmatig g~c~t en met goed-koope sieraden behangen. Velen lieten ~IJ nu reeds ge-nieten van haar kronkelend gedraai en schel ~e~g •• :. Ook was er gedrang voor de tent van de waJang-koelit, waar, bij de schaduwen van lederen p?ppen op h~t

witte doek, bekende helden-verhalen wt de oudheid

~uden worden gereciteerd. De gamelang klonk al

veel-belovend. ' d

Wel was de tent armoedig en waren de figuren ~an e poppen grof, maar, evenals 6ns volk op een ,ketmIS geen hooge eischen stelt aan 2;ijn vermaak, 2;00 wil de gewone Javaan, bij 2;U1k een gelegenheid, ook met anders dan 2;Ïch op zijn wij2;e amuseeren !

Een Britsch-Indiër, met een gedr~eerde r~eslang,

trok al even2;eer de aandacht, terwijl een paar onder-nemende Maleiers een draaimolen hadd~ opgeslagen, een aftandsch ding - één cent per nt!... • Voor de fabriek werd druk gewerkt aan het ~pannen

een groot wit doek voor de openlucht-bioscoop, :rvan vanav'ond de heele bevolking kosteloos kon

~e­

nieten ••• ; En tusschen al dat, voor het ~ande1iJke

"Soeka Djawa't ~ ongewoon gedoe, half ,~d1Sch, half Europeesch wemelde het van limonade- en IJsverkoopers, van

vrouw~,

die vruchten en

z;oe~igheid

verkochten, van mannen, die hede kookinstallanets torsten, waarop allerlei de reukorganen prikkelende en geurende lekker-nijen werden bereid. : -..J. , ,

Heel dit dooreen Ja-"lJ.a~dé wereldje van inlanders verkeerde in een ui&rst genoeglijke stemming. Het I47

suikerriet beloofde een goede opbrengst. • • • Wat

~en %ij zich dan nog om 's levens lasten bekommeren ?

• . •• Ook de rijst stond prachtig!... • Welnu, waarom dan te denken aan de dag van morgen?... Toewan Allah en de toewan besar ~den de moeilijkheden wel oplossen!

Zoo stond dan "Soeka Djawa" geheel in het teeken van het blijde maalfeest! Want gaf een goede oogst aan de inlanders werk en voedsel, ook voor de Europeanen beteekenden de draaiende machines arbeid en welvaart!

Heel in de vroegte waren de eerste grobaks - de plompe wagens met zware karbouwen bespannen - al naar de suikerrietlanden gegaan. Het liep nu tegen half acht in den morgen en de stoet werd lan~er­

hand op de fabriek terug verwacht. De traditie getrouw,

~u ook nu het eerst-geoogste riet in feestelijke optocht worden ingehaald!

Op de ~nnige wegen begon het al knapjes warm te worden, maar wat deerde dat de tro-,enmenschen? Overal stond het vol met nieuwsgierigen, waarvan velen ~lfs

van verafgelegen dessah's kwamen.

. Daar klonk uit de verte muziek! Geen gamelang ditmaal, maar populaire wijsjes op trompetten en fluiten, 'n beetje valsch, maar nou-ja •••• !

Achter de muziek sprongen, als bezetenen, een zestal

koe~'s-kepàng, verkleede inlanders op 'n soort stok-paardJes. Deze menschen, op zulke momenten werkelijk paard geworden, zeggen de Javanen, zijn in staat de kwade geesten te verjagen. Om die reden gingen zij 148

den stoet vooraf! ••.• Als razenden cirkelden zij in 't rond, de dolste bokkesprongen makend, bijna in trance door opwinding en zelfsuggestie.

Nu volgden, in een versierde auto en op een bandy

g~ten, enkele Europeesche tuinemployé's, en daar-achter scm:eed een reusachtige vrouwegestalte, een pop,

~er eeruge meters hoog. Een man, onzichtbaar erin verborgen, bewoog het groteske gevaarte voor-uit. Zij had een gebloemde sarong aan en een hel gekleurd jak. Op het hoofd, dat veel geleek op dat van een wajangpop, droeg %ij een soort kroon vol rissen kralen, grof en leelijk, maar niet ~nder effect.

Deze mOllStrUeUZe, gigantische reuzevrouw stelde de bruid van het riet voor en was het zinnebeeld van de vruchtbaarheid.

Nu hobbelden de grobaks langs, versierd met palm-takken en bloemen en beladen met het zoojuist gesneden suikerriet. De sjokkende karbouwen droegen kransen om de logge koppen en de korte horens. Welluidend klin-gelden de klokjes o~ hun dikke ~n.

Langzaam naderde deze stoet de fabriek. Daar wachtte het voltallige personeel met alle Soeka Djawa'sche notabe-len, 7;OOwel Europeesche als Javaansche •

Het was er roezemoezig en druk, ofschoon nog vrij koel, in de geweldige fabcieksruimte, waar n6g de machines stilstonden, maar spoedig een oorverdoovend geraas niet te overstemmen ~u zijn!.... Op een lange tafel stond, onaangeroerd, de champagne in koelers te wachten. De administrateur onderhield

zich

met den wedana, het Javaansche districtshoofd, terwijl mevrouw 149

Meulemans Verschuur met iedereen 'n praatje maakte.

Fred stond grappen te verkoopen met den eersten machinist en Hansje huppelde met 'n paar kinderen lustig tusschen de aanw~igen rond.

Ine was juist in gesprek met mevrouw Ewijk, toen ~j

plotseling onverwachts werd aangesproken.

"Goeie morgen, Ine!" klonk een bekende stem.

Zij keerde

zich

om.

"Lot!" riep ze verrast, en legde haar arm in die van haar vriendin. "Ben jij hier ook1" - in haar vreugde sloeg %ij er geen acht op, dat zij mevrouw Ewijk een oogenblik vergat.. •• Doch voor zij haar fout ont-dekte, was deze haar reeds ontglipt en had zich bij de anderen gevoegd.

Ine realiseerde zich het geval volstrekt niet en werd al-weer in beslag genomen door de Mouligny, die een onder-houdend verteller was en bovendien een uitstekend kenner van het volk en zijn gebruiken bleek te zijn •.•• Hij begon Ine en Lot uit te leggen, waarvoor de trossen vuurwerk dienden, die van de machines afhingen: straks u>u hun geknal en gemetter de booze geesten uit de fabriek moeten verdrijven!. • •• En ~gen zij ook wel die doode karbouwekop daar, bovenop de "carrier", op de brug, waarlangs het suikerriet naar de molens wordt vervoerd?

•••• Welnu, volgens het Javaansche bijgeloof eischten

"de sètans", de booze geesten, iedere campagne bl6éd!

En om nu te voorkomen, dat menschenbloed zou vloeien bij het %Ware en dikwijls ook gevaarlijke werk, werd op het maalfeest een Gebouw geslacht en zijn kop aan de sètans geofferd, om d~e gunstig te stemmen en aan hun

eischen tegemoet te komen. Menige administrateur had de adat, het Javaansche gewoonterecht, weerstreefd.

Maar wee, wanneer de doode karbouwekop op de ma-chine ontbrak. Meermalen is het voorgekomen, dat de inlanders dan wel máákten, dat "de sètans" hun deel kregen!

Ine en Lot luisterden geïnteresseerd naar de Mou-ligny's aardig verhaal, dat hij echter beëindigen moest wegens het daverende geknal van donderbussen en %even-klappers, die ontstoken werden, toen de muziek het voor-plein van de fabriek

had

bereikt.... 'n Oorverdoovend lawaai ontstond!.... Buiten joelden de inlanders! ••••

Hans drong zich dicht tegen %ijn zuster aan en verborg zijn hand in de hare.

De stoet was nu binnen het gebouw gekomen en naderde de carrier.... De champagneflesschen werden ontkurkt en de glazen volgeschonken! Ieder nam het zijne. • •• Geweldig weerklonken de geluiden onder de metalen bekapping 1. • •• Men klonk!. • •• Men dronk 1 ••.

De administrateur speechte 1.... "Hoera! Hoera!"

fiepen de Hollanders op hollandsche wijs. . •• Aan goede wenschen geen gebrek! Niemand, die nu dacht aan mogelijke depressie •••• Wèrk wachtte!

En aan den voet van de carrier, waar plechtig het suikerriet werd neergelegd door de koelies, stond eenzaam de rietbruid •.••

• • •

Intusschen %aten in een ander deel van de fabriek aan lange, lage tafels, tientallen Javaansche arbeiders op

hun hurken aan den feestdisch. Voor ieder van hen stond een hoog mandje met gekookte rijst, waarnaast allerlei inlandsche toespi~. Even proefden zij ervan, doch weinig aten zij. Straks ZOU al het lekkers mee naar huis genomen worden!

Zij praatten met elkaar op gedempte toon, gc=ellig, genoeglijk, maar stil, bescheiden, en vrij wat minder luidruchtig dan de Europeanen ginds.

De administrateur speechte ook hier, in 't Javaansch nu. Eén van de mandoers antwoordde vol beeldspraak en hoffelijk. Een hadji bad een Mobammedaansch gebed, waarmee telkens zacht werd ingestemd: - "lnggi!

Inggi! Amin!"

Van lieverlede verminderde het geraas. Nog enkele knallen verstierven in de groote ruimte, dan maakten de menschen zich gereed om naar huis te

gaan.

Van-avond zou eerst recht de pret beginnen!

En in de nagenoeg v~laten fabriek, was de grond bezaaid met ontplofte hulzen. Op de bemorste tafel stonden de gebruikte cbampagnegla7;en, naast de talrijke, ontkurkte flesschen. En aan den voet van de carrier lag het riet, dat rijkdom moest brengen aan blank en bruin, - rijkdom en werk!

* * *

Den heelen dag bleef het druk op het terrein voor de fabriek, maar de avond bracht met de openlucht-bioscoop wel het hoogtepunt van het plezier. En terwijl de inlanders genoten van deze vermakelijkheden, werd

door de Europeanen in de besaran feest gevierd. Het orkestje uit de soos, in een hoekje van de voorgalerij opgesteld, speelde de eene dans na de andere.

Buiten het hek van het voorerf stond een groot deel van de bevolking zich te vergapen aan het Europeesch festijn op de hel verlichte voorgalerij en in de openstaande, daarachter. gelegen vertrekken. • •• Kijk, de njonja besar danst met den dokter!.... En de toewan-houtvester heeft ~maar ~ijn arm om de nonna geslagen en huppelt met haar voort!. .•. Die Belanda's toch! Die Belanda's!

•••• Wat bespottelijk! Wat bespottelijk! •••• En zij vroe-gen zich af, wat dat gekke gedraai van al die mooi ge-kleede menschen toch wel kon beteekenen • • •• Het inlandsche publiek grinnikte, voor ~ver het althans niet in stomme verbazing stond.

De gasten vermaakten zich intusschen uitstekend en hadden clubjes gevormd; de ouderen speelden bridge ••••

Met telkens nieuwe, volle schalen doorkruisten de bedien-den de groote galerijen om ieder, naar wensch, van de vele lekkernijen te voorzien. Anderen laveerden handig tus-schen de bezoekers, met bladen steeds weer gevulde gla7;en.

!ne, die zich bij het g~elschap van den houtvester had gevoegd, amuseerde zich uitstekend. Zij danste veel met Holst en met de Mouligny, die een perfecte partner

W''S. Slechts ~lden werd ~ij bij haar familie gezien, en -mevrouw Meulemans Verschuur, geheel in beslag

ge-nomen door haar gasten, had steeds nog geen gelegenheid kunnen vinden, haar dochter een wenk te geven, zich ook eens wat met de anderen te bemoeien.

153

Een van de jongelui begon een paar grappige liedjes voor te dragen en oogstte geestdriftige bijval. De j~­

band, waarbij Fred zich aangesloten had, speelde steeds meesleepender •

Nog was mevrouw Meulemans Verschuur niet in de buurt geweest van de Holsten, maar nu, overal een vriendelijk woordje sprekend, bereikte zij ook dit clubje.

Trots keek Ine naar moeder op!.... Wat prachtig stond haar die %W31'te, kanten japon! Zij kon niet nalaten haar te bewonderen en 't deed haar genoegen te bemerken, dat Lot die bewondering deelde.

"En,

Ineke, is de avond nogal naar genoegen?" in-formeerde moeder opgewekt.

,,0011" zei deze levendig en uit den grond van haar hart.

"Des te beter!. • •• E.'l u, mevrouw Holst? Ze hebben u toch wel van de bowl gepresenteerd?"

"Dank u, mevrouw Meulemans Verschuur. Die is werkelijk verrukkelijk," zei Lot vroolijk.

Nu wendde de administrateursvrouw zich tot de Mouligny.

"Als ik het wèl heb," zei ze 'n beetje spijtig, "heeft mevrouw Ewijk, de vrouw van uw chef, nog pas twee maal gedanst vanavond, meneer de Mouligny."

Het jongemensch kleurde, stotterde iets en kon slechts met moeite een ongeduldig gebaar en een boozen blik onderdrukken. Doch dan boog hij glimlachend en brab-belde iets van: - 11 U excuseert mij, juffrouw Hubrecht?

• • •• de eer.... mevrouw Ewijk •••• " en verwijderde zich snel.

Even daarna zagen zij hen langs komen: mevrouw 154

Ewijk met iets triomfantelijks en voortdurend pratend onder den dans; de Mouligny met een lang gezicht en verstrooid.

,,En nu moet ik eventjes mijn dochter opeischen 1"

vervolgde mevrouw Meulemans tegen Lot. "Or. Harte en mevrouw wilden graag met haar afspreken, wanneer ze nu eens 'n dagje bij hen zal komen."

me stond op om mee te gaan, en terwijl Piet Holst de twee na-oogde, begon bij ironisch te zingen:

- "Maggie I"

- "Yes, Mal"

- "Come right upstairs I"

Lot keek teleurgesteld en werd stil.

Het afspraakje met de doktersvrouw was in 'n wip gemaakt, maar van teruggaan naar haar vrienden was voor Ine geen sprake meer. Er werd onmiddellijk door anderen beslag op haar gelegd.

Na 'n paar dansen vond moeder 't welletjes en op hetzelfde oogenblik, dat papa Fred naar zijn kamer stuurde, nam moeder Ine ter zijde.... Het liep nu tegen twaalven, zei :t;e waarschuwend, en 't feest be-gon wat luidruchtig te worden. Daarom had zij graag, dat Ine haar paviljoentje ging opzoeken.

Schoorvoetend gehoorzaamde Ine. Eenigen tijd bleef zij nog op haar voorgalerijtje zitten, waar het feest-gedruisch slechts gedempt tot haar doordrong.... De dag was werkelijk heel belangwekkend en gezellig geweest 1

155

]

voo bat me.

r

bu\:

vne Trc stOl baa:

dat

,,.

fOl'll

".

".

tocll

".

werl N Mot

"i

mev.

maal

H met onde beldl

....

I54

Hoe ZOU 't toch komen, dat

ze

~ch nu opeens weer

ZOO terneergeslagen voelde'.... Zou dat alleen ~jn, omdat

ze

't ~ onaardig van ~=elf vond, Lot

weer

in den steek te hebben gelaten'

HOOFDSTUK XII.

'

"

"MIJN LDPJE, WAT WIL JE NOG IIBBR NJAI LORO JaDOEL.

Hoewel Fred pas den middag van den volgenden dag zou vertrekken, repte hij met geen enkel woord meer over ~jn grieven. Ine zag hem weinig. Waar hij eigenlijk uithing, wist %ij niet. Soewarni ~ei, dat hij steeds tus-schen de koelies in de fabriek rondzwierf.

Hoewel Ine ~ch veel van %ijn verblijf op "Soeka Djawa"

had voorgesteld, had het haar toch ~eer teleurgesteld.

Ook be%waarde het haar, ZOO weinig voor hem te kun-nen doen... . Waren ~ijn klachten gegrond?...

Zou

het raad~am ~jn, er met moeder over te spreken?

En was dit mogelijk?

't Was waar, hij werd hier vrijwel aan ~jn lot over-gelaten, maar dit kon nu eenmaal op het ocgenblik niet anders. Iedereen ~t tot over de ooren in het werk;

papa vooral! Je ~g hem ~elfs heel ongeregeld

aan

de maaltijden en dan nog werd om de haverklap %ijn tegen-woordigheid ergens anders vereischt.

Ook moeder kon je er geen verwijt van maken, dat

~ij üch niet veel met Fred had kunnen bemoeien. De galerijen ~en er na het feest uit als ik-weet-niet-wat!

I57

Er moesten %elfs een paar hulpen bijkomen om den boel weer schoon en netjes te maken. En toch had ~j nog

ge~rgd, dat er van allerlei lekkers in ~jn koffer werd gestopt.

Papa had bij het afscheid Fred een stevige hand gegeven en gezegd: - "Houd je maar goed, jongen! Flink je best doen, hoor," - en daarmee was het uit geweest.

Maar toen Karnadi voorreed, om Fred naar het station te brengen, had mevrouw Meulemans, naar 't scheen, toch wel even spijt gevoeld, niet voldoende acht op hem te hebben geslagen. Ze ~i althans, als ter vergoeding:

-"Je moet maar eens gauw terugkomen, hoor, Fred. Dan praten we weer eens samen, hè?" - maar ~e had

~66-veel te beredderen, dat ~ij ternauwernood hoorde, wat hij antwoordde: - "Ja, dan praten we wel weer eens,"

waarvan de spottende toon haar geheel ontging.

Ine was de laatste, van wie hij afscheid nam, min of meer verlegen, ietwat schuw bijna. Zij veronderstelde, dat hij het land had, ~ch te veel te hebben bloot gegeven. In elk geval klonken ~ijn woorden tamelijk flauwtjes en niet

~ hartelijk als den eersten keer in Bandoeng • • •• En Krentenbolletje had hij

zelfs

vergeten te groeten,

bemerk-tal ~j later. ,

Enfin, 't was voor allen nog te roe%emoe%Ïg om veel notitie van een en ander te nemen. Het dreunen en stampen van de ~are machines was nog te vreemd om niet ieders aandacht gevangen te houden en allen nog ietwat nerveus te maken.

Spoedig echter, na Freds vertrek, herkreeg het admini-strateurshuis ~ijn gewoon, deftig ~en en ging het

leven op de besaran weer betrekkelijk ~ijn geregelde gang, al kon men dan op papa niet altijd rekenen.

Op het fabrieksterrein was het echter uit met de rust! ••

Onafgebroken hotsten de logge karbouwenwagens af en aan en schreeuwden de koelies elkaar toe de vrach-ten suikerriet c:rop in balans te houden. Tot diep in den nacht hoorde Je over de smalle rails de lorries ratelen altijd maar weer nieuwe voorraden aanbrengend voor d;

niet te ver~digen molens. En hoe verder het werks~oen vor~erde, hoe slordiger het emplacement er begon uit te ~en. Op alle wegen, ook op de wegen in den omtrek lag het rietafval nu centimeters dik en was het wegdek voÎ kuilen en sporen van de kolossale vrachten. Ja, ~elfs in de laan van de besaran, begon het lan~erhand een smeerboel te worden van belang.

In maanden was er nu al geen druppel regen gevallen en het vuile stof van den fabrieksschoorsteen werd een ware plaag voor de vqorgalerijen, voor kleedjes, tafels en stoelen •••• Op de tennisbaan kwamen lang.wnerband alleen nog maar de mevrouwen. Het mannelijk element schitterde voortdurend door afw=gheid •••• Wie had in dezen overdrukken campagnetijd nu nog lust om aan

sport te denken? Sport meer dan genoeg in het werk! ••••

Het werk bleef heel den dag eischen. Want het is nu eenmaal een feit, dat de natuur niet vraagt of men liever rusten wil als er geoogst moet worden! •••• Rijp is het gewas! Dus werkt! - wèrkt!

D~t ~e hum~en

er door dien onafgebroken, %Waren arbetd m de gloetende tropenzon nu niet bepaald beter op werden, is licht te begrijpen. pe vrouwen ondervonden

daarvan maar al te zeer den terugslag! Tal van onder-linge arbeidsconflicten deden zich voor in de fabriek en natuurlijk ko~ de echtgenooten partij voor haal weder-he~en. Daardoor ontstond een toenemende prikkelbaar-, held •. ~ werden hatelijkheden gewisseld, die tot gekibbel

aanleiding gaven, en hoe meer de campagne vorderde hoe onverkwikkelijker de stemmingen op "Soeka Djawa':

begonnen te worden.

Moeder raadde !ne uitdrukkelijk, zich vooral buiten het gekibbel te houden en zich liever wat terug te trekken ook als

~j

daardoor wellicht 's morgens niet meer

~veeÎ

Moeder raadde !ne uitdrukkelijk, zich vooral buiten het gekibbel te houden en zich liever wat terug te trekken ook als

~j

daardoor wellicht 's morgens niet meer

~veeÎ

In document SIGNATUUR MICROVORM: (pagina 76-104)