• No results found

HOOFDSTUK 2 HET OPSTALRECHT IN HET NIEUW BURGERLIJK WETBOEK

4. Wijziging duurbeperking in boek 3 “goederen” Nieuw Burgerlijk Wetboek

4.2 Uitzondering: het eeuwigdurend opstalrecht

4.2.1 Het eeuwigdurend karakter

89. Eerst en vooral dient de betekenis en draagwijdte van het begrip ‘eeuwigdurend’ te worden geduid.

90. Volgens Van Dale heeft het begrip ‘eeuwig’ meerdere betekenissen. Ten eerste wordt verwezen naar ‘zonder begin of einde (= altijddurend)’. Vervolgens wordt verwezen naar ‘(tot vervelens toe) voortdurend (= onophoudelijk)’136. In de eerste betekenis is dit eeuwigdurend karakter een kenmerk dat zowel voor het verleden als voor de toekomst geldt, er is geen beginpunt, noch een eindpunt. In de tweede betekenis is dit eeuwigdurend karakter een kenmerk dat enkel voor de toekomst geldt, er is een vaststaand beginpunt maar geen eindpunt.

91. MUYLLE onderzocht het begrip ‘eeuwigdurend’ in het kader van zakelijke rechten en baseerde zich daarbij op het eigendomsrecht137. Het eigendomsrecht onstaat vaak wanneer goederen zelf materieel ontstaan, of zodra de reeds bestaande goederen worden toegeëigend of afgescheiden. Bijgevolg zal het eeuwigdurend karakter enkel slaan op het ontbreken van een eindpunt, gezien er meestal een aanwijsbaar

131 Art. 3:180 NBW.

132 Wetsvoorstel houdende invoeging van Boek 3 “Goederen” in het nieuw Burgerlijk Wetboek, Parl.St. Kamer BZ 2019, nr. 0173/001, 341.

133 Wetsvoorstel houdende invoeging van Boek 3 “Goederen” in het nieuw Burgerlijk Wetboek, Parl.St. Kamer BZ 2019, nr. 0173/001, 330.

134 Art. 180, tweede lid NBW en artikel 3:178 NBW.

135 Wetsvoorstel houdende invoeging van Boek 3 “Goederen” in het nieuw Burgerlijk Wetboek, Parl.St. Kamer BZ 2019, nr. 0173/001, 340.

136 www.vandale.nl/gratis-woordenboek/nederlands/betekenis/eeuwig#.Xm90HahKhPY.

35 beginpunt bestaat138. Hierna worden de grondvoorwaarden uiteengezet waardoor het eigendomsrecht een recht zonder eindpunt kan zijn.

4.2.1.1 Grondvoorwaarden voor een eeuwigdurend recht

92. MUYLLE wijst op twee grondvoorwaarden opdat een recht op een goed eeuwigdurend kan blijven bestaan. Ten eerste moet het goed zelf eeuwigdurend kunnen bestaan. Dit is de objectieve vereiste. Natuurlijk zijn er maar weinig goederen die effectief eeuwigdurend bestaan, maar dit belet niet dat zolang het bestaat, hieraan een eeuwigdurend karakter kan worden toegeschreven. Enkel het huidige bestaan kan worden waargenomen. Of het goed morgen, volgende maand of over 10 jaar nog zal bestaan kan niet met zekerheid worden gezegd. Het volstaat dus om een voorwaardelijk eeuwigdurend bestaan aan het goed toe te kennen, zodra het goed waarneembaar bestaat.

Het eeuwigdurend karakter van het goed is wel een noodzakelijke, maar geen voldoende voorwaarde om van een eeuwigdurend recht te kunnen spreken. De tweede grondvoorwaarde veronderstelt dat permanent een titularis bestaat aan wie dit recht op het goed kan worden toegewezen. Een eeuwigdurende opvolging is noodzakelijk zolang het goed bestaat. Indien dergelijke regeling niet wordt voorzien, kan het eeuwigdurend recht immers niet worden uitgeoefend. Een belangrijk feit in het overgaan van titularisschap is het overlijden. In het Belgisch recht wordt dan ook een erfrechtelijk systeem voorzien dat de overgang van rechten op goederen op een nieuwe titularis mogelijk maakt139.

4.2.1.2 Praktische benadering van het eeuwigdurend karakter

93. Het theoretische uitgangspunt dat zakelijke rechten eeuwigdurend kunnen bestaan, vormt een probleem voor de praktische benadering. De reden hiervoor ligt bij de term ‘eeuwigdurend’. Aangezien de mens als waarnemend rechtssubject zelf een eindig bestaan kent, is het onmogelijk om zelf met zekerheid vast te stellen dat een zakelijk recht een eeuwigdurend karakter heeft. Maar, het is niet omdat het einde van het recht, zolang het goed bestaat, niet vaststelbaar is, dat we betreffende de duur van het eigendomsrecht geen enkele zekere uitspraak kunnen doen. Het eigendomsrecht kan, zolang het goed bestaat, wel worden voorgesteld als een recht dat in aanmerking komt voor een eeuwigdurende rechtsuitoefening. Het eigendomsrecht zou dus eeuwigdurend kunnen zijn. De twee grondvoorwaarden (de subjectieve en objectieve voorwaarde) moeten, zoals hierboven aangehaald, vervuld zijn opdat een recht eeuwigdurend zou kunnen zijn140.

94. Bovendien wordt een onderscheid gemaakt tussen de concrete en de abstracte duur van zakelijke rechten. De abstracte duur stelt de algemene duur van de zakelijke rechten voor, zonder een concreet geval te bekijken. De duur van het zakelijk recht wordt op algemene wijze bepaald, los van eventuele

138 M. MUYLLE, De duur en beëindiging van zakelijke rechten, Antwerpen, Intersentia, 2012, 39. 139 M. MUYLLE, De duur en beëindiging van zakelijke rechten, Antwerpen, Intersentia, 2012, 40-41. 140 Ibid, 47.

36 gebeurtenissen die zich kunnen voordoen met betrekking tot het zakelijk recht. De duur zoals beschreven in de wet of in de vestigingstitel van het recht is de abstracte duur141.

De concrete duur betreft de duur van een zakelijk recht op een concreet goed of over een bepaalde titularis in een welbepaalde situatie.

Toegepast op het nieuw eeuwigdurend opstalrecht, kan het volgende voorbeeld worden geïllustreerd: de grondeigenaar staat aan de opstalhouder een eeuwigdurend opstalrecht toe, met het oog op verdeling in volumes van een complex en heterogeen onroerend geheel dat verschillende volumes omvat die in aanmerking komen voor zelfstandig en verscheiden gebruik en onderling geen enkel gemeenschappelijk deel hebben (volumebouw). Met dit eeuwigdurend karakter wordt bedoeld dat het opstalrecht zal blijven bestaan, zolang het niet wordt opgeheven door de rechter of tenietgaat op een andere wijze. Indien de grondeigenaar komt te overlijden en de opstalhouder is zijn enige erfgenaam, zal het opstalrecht tenietgaan wegens vermenging in dezelfde hand. De concrete duur van het opstalrecht is hierdoor niet eeuwigdurend, hoewel aan een opstalrecht voor volumebouw in abstracto wel een eeuwigdurend karakter wordt toegeschreven142..

95. In deze masterproef wordt uitgegaan van het begrip ‘eeuwigdurend’ zoals te verstaan als een zakelijk recht dat mogelijks eeuwigdurend is. De abstracte duur van het opstalrecht zal steeds worden bedoeld.