• No results found

Herbezinning en wedergeboorte46 De Marx-Engels Brücke weer van beelden en lantaarns

In document Flaneren door (pagina 98-102)

voorzien. Op de achtergrond de moderne gevel van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (1987)

47 en 48 Postzegels ter ere van het 750-jarig jubileum. Links West-Berlijn, en rechts Oost-Berlijn.

Bijna 750 jaar moest Berlijn worden, voordat zij haar welverdiende we-dergeboorte kon beleven. In 1987 werd het jubileum van de stad aan beide kanten van de Muur gevierd. In het oosten met praalwagens door Unter den Linden en de opening van een nieuwe wijk, het Nikolaiviertel; en in het westen met de grote Internationale Bauausstellung (IBA) en de res-tauratie van talrijke monumenten. De tijden van sanering en sloop waren definitief voorbij. De Europese stad zou een “renaissance” beleven.71 En in Berlijn zelfs tweemaal, zij het zeer verschillend.

Postzegels horen erbij, bij een dergelijk heugelijke gebeurtenis (zie afb. 47 en 48). Op die van het Oosten pronkte een nieuwe socialistische woonwijk rondom het Ernst-Thälmannpark. Hier vormde een dertien meter hoog bronzen beeld van de communistische held Ernst Thälmann , het centrum van de 900 plattenbau-woningen in Hochhausen. Toch zijn er aantal be-langrijke veranderingen zichtbaar in dit woningbouwproject dat van 1983 tot 1986 gerealiseerd werd. Anders dan dat het bouwen in de stad voorheen had plaatsgevonden, door de bestaande bebouwing weg te breken, kwam de wijk tot stand op het terrein van een oude gasfabriek. Het is dan ook te beschouwen als een van de eerste ‘Industriekonversion’, waarbij het nadrukkelijk de bedoeling was het wonen terug in de stad te plaatsen én bovendien een hele wijk (Prenzlauerberg) te voorzien van meer groen.72 71 Berning, Braum, 2003, 34.

72 Berning, Braum, 2003, 256. Het betrof een zeer verontreinigd gebied, waar 101.000

vier-En tussen dat groen bleven zelfs een aantal histori-sche gebouwen van het voormalige gasterrein staan en kregen een nieuwe functie zoals een clubge-bouw of werkplaats (zie afb. 49). De geschiedenis kreeg dus weer (bescheiden) een plek, hoewel van het stedelijk weefsel in de wijk niets meer te zien was. Even verderop, aan de Bersarinplatz werd Plattenbau gerealiseerd waarbij de historische plat-tegrond van het plein, de morfologie, wel in acht werd genomen. Maar pas een echte hedendaagse ‘Rekonstruktion’ van het (middeleeuwse) verle-den, zou plaatsvinden in het Nikolaiviertel, zoals we in Hoofdstuk 3. Oostkant zullen zien. Ook werd er voor het eerst weer aandacht geschonken aan historische plekken, zoals de Gendarmenmarkt en

kante meter groen voor in de plaats zou komen. In tegenstel-ling tot de praktijk in de plattenbauwijken, bezat het groen een grote kwaliteit: met een vijver, zitplekken en veel verschillende bomensoorten had men na enkele jaren bijna het gevoel in een bos te zijn beland. De aanliggende, dichtbebouwde arbeiders-wijk keek rijkhalsend uit naar de nieuwe parkvoorziening; het enige groen dat hier welig woekerde, was het onkruid, zo beschrijft Daniela Dahn in haar boek Kunst und Kohle (1987), waarop verder ingegaan zal worden in Hoofdstuk 3.

de Lustgarten. Hier werden de lantaarns en Puppen van Schinkel terug op de Schloßbrücke geplaatst. Maar die bleef natuurlijk wel Marx-Engelsbrücke geheten (zie afb. 46).

Op de Briefmarke uit West, prijkt een overdadige hoe-veelheid aan architectonische monumenten (zie afb. 47); met in het midden de Gedächtniskirche. Dat men met de herwaardering van historische (stedelijke) erfgoed in het westen wat voor lag op het oosten, laat zich dus ook aan eenvoudige postzegel aflezen. De Breitscheidplatz had op dat moment al een revitalisering ondergaan, en op Savignyplatz werd de kiosk teruggebouwd. Veel geld in-vesteerde men om het door drugs en prositutie geteigerde groene plein op te waarderen; de Spalierbögen en

Blu-menrabatten van Erwin Barth werden teruggebracht, de

verloederende S-bahnbogen gerenoveerd, waarna er zich restaurantes en winkeltjes vestigden. Stedelijke vernieu-wing vond plaats, niet door sloop (zoals we in de vorige paragraaf hebben gezien)- maar door herwaardering van wat er al was.

De opgave die niet op de postzegel staat, namelijk de po-ging de vele lege plekken in het stedelijk weefsel middels ‘Kritische Rekonstruktion’ te vullen, en zo de binnenstad als woonplek weer aantrekkelijk te maken, is misschien nog wel belangrijker. Dit kreeg vorm in de vanaf de ja-ren zeventig geïnitieerde Internationale Bauausstellung (1984/1987). Deze manifestatie én bouwopgave richtte zich enerzijds op Neubau (met name in Tiergarten en de Südliche Friedrichstadt), waarvoor verschillende interna-tionale architecten werden uitgenodigd, anderzijds op op “behutsame Stadterneuerung” van de Altbau, met name in de buurten Luisenstadt en SO 36 in Kreuzberg. Net als in de jaren vijftig zou de tentoonstelling de nieu-we overtuigingen die heersten in de stedenbouw moeten tonen én haar in de praktijk moeten brengen. Dit bestond uit een combinatie van de ideeën over de stad zoals die bijvoorbeeld in Venetië en door de architect Aldo Rossi in het bijzonder met zijn boek l’Architetura della Cittá (1966) waren verwoord en steeds meer voet aan de grond kregen enerzijds, en de enorme kritiek die was ontstaan op de grootschalig stadsaneringen anderzijds.73 “Mit der

Internationalen Bauausstellung hat sie nun auch in Ver-breitungsmedium in Deutschland gefunden, gründlicher und praktischer, wie es nun einmal die Deutschen sind”,

zo schrijft Nikolaus Kuhnert in de catalogus van de IBA:

Idee, Prozess, Ergebnis: die Reparatur und Rekonstruk-tion der Stadt (1987).74

‘Stadt ist Erinnerung” luidde het motto van de leider van IBA Neubau, de architect en planoloog Josef Paul Klei-hues (1933-2004). Sinds de jaren zeventig speelde hij een belangrijke rol in de West-Berlijnse stadsontwikkeling door zijn propagandering van een ‘humane stedenbouw’ als “Widerspruch gegen die Lieblosigkeit”.75 In plaats van door te gaan met de moedwillige vernietiging van de stad, pleitte Kleihues voor het teruggrijpen op haar historische morfologie en typologieën. Daarvoor was uit-gebreid en minutieus onderzoek nodig, zoals hij demon-streert Berlin-Atlas zu Stadtbild und Stadtraum (1973), een boek dat in hetzelfde jaar verscheen als de Duitse vertaling van de klassieker van Rossi’s, iemand die van

73 Rainer Nitsche, Idee, Prozeß, Ergebnis. Die Reparatur und Rekon-struktion der Stadt, Berlijn, 1984, 57.

74 Idem. 75 Kleihues, 1981

grote invloed was op Kleihues.

Op basis van een eigentijdse interpretatie van Stadtgrundriß (plat-tegrond), de Aufbau (stereometrie, of de verhouding tussen open en gesloten volumes) en het Stadtbildt (het aanzicht, die de identiteit van de stad onthult), zou ‘kritische rekonstruktion’ het stedelijk weefsel van de stad worden hersteld, zonder dat dit in klakkeloze historische reconstructie verzandde (zie afb. 50).76 Op een praktisch voorbeeld hiervan, Prager Platz, zal in Hoofdstuk 2. worden ingezoomd. Een ander aspect van de IBA, de ‘behutsame Stadterneuerung’ onder leiding van Hardt-Waltherr Hämer, richtte zich eveneens op het be-staande weefsel, en hier werden de reeds bebe-staande structuren van de stad – zoals de Hinterhofen- ingezet om binnenstad leefbaarder te maken.

Anders dan in de jaren zestig en zeventig stonden hier de bewoners voorop. Het verbeteren van het woningbestand werd samen met hen ondernomen, en tegelijkertijd werd een poging gedaan de sociale infrastructuur te verbeteren (zie Hoofdstuk 2.). In allerlei kleine pro-jecten, veelal in samenwerking met georganiseerde bevolkingsgroe-pen, kwamen nieuwe voorzieningen tot stand.77 Dit concentreerde zich met name op de Hinterhofen, waar de oude diversiteit aan func-ties – de “Kreuzberger Mischung” werd teruggebracht (zie afb. 52). Veelal door Selbsthilfe werden veel van de ooit vieze en vochtige hoven, herbegroend waardoor ze verblijfskwaliteit kregen (zie afb. 51). Na 100 jaar zou het idee van Hobrecht eindelijk in de praktijk worden gebracht. Ook buiten de semi-openbare hoven, werd veel aandacht aan groen besteed. Op plekken waar happen uit de gesloten blokstructuur waren ontstaan, zij het door oorlog of sanering, wer-den kleine wijkparken of speelpleintjes aangelegd. De behutsame

Stadterneuerung richtte zich nadrukkelijk op de openbare ruimte;

niet alleen werden straten en pleinen opnieuw van bomen voorzien- ook werden ze verkeersveiliger gemaakt of zelfs helemaal van het verkeer afgesloten (zie afb. 53) .

De IBA betekende een herbezinning op de stad en haar structuren, zowel de typologisch als wel de morfologische. Het terughalen van de geschiedenis bleek echter niet altijd even succesvol. Dit was bijvoorbeeld het geval bij het Luïsenstädtischer Kanal, dat ooit als

Grunanlage Kreuzberg doorsneed, maar in de Tweede

Wereldoor-log was verwoest. Daarna werd het bekken met puin gevuld en van een eenvoudige groene beplanting voorzien. Niet meer als kanaal te herkennen, werd het na de bouw van de muur ook nog door mid-den gesnemid-den. In het kader van de IBA wilde men deze plek nieuwe kwaliteit geven door de geschiedenis weer zicht- en beleefbaar te maken. Naast nieuw struikgewas, fonteinen en speeltuintjes zou dit gestalte krijgen in twee meter hoge ‘oevermuren’, die op de vier hoeken van Oranienplatz werden geplaatst.78 “Één muur is genoeg”, werd er al echter snel op de eerste gemetselde muur gekalkt. En een tweede zagen veel omwonenden niet zitten: binnen korte tijd had het buurtcomité een bulldozer gehuurd en de gehele structuur met de grond gelijk gemaakt (zie afb. 54).

“Es gibt keine einzige andere Stelle in Berlin mit einer so vornehmen

Strukturierung von Räumen und zwar in hierarchischen Sinne wie dort [Luisenstadt]”, zo vertelt Kleihues in een interview uit 1981

met het tijdschrift ARCH+. “Ich würde es außerordentlich begrüßen,

wenn man die Rigorosität besäße, trotz der sozialen Probleme, die es in diesem Stadtbereich gibt, den Ende der 20er Jahre zugeschütteten Kanal zwischen Wassertorplatz und Engelbecken wieder zu öffnen und als nichts anderes wieder zu installieren als was er einmal war.”

79 Samen met de bewoners werd echter een nieuw concept

ontwik-76 Annegret Burg, Maria Antonietta Crippa, Stadtbild Berlin: Identität und Wandel, Tübingen, 1991, 77-78.

77 Zoals Kinderkrippen, Jugendfreizeit-und Kulturzentrum, Seniorenfreizietstätte, Spielplätze, Sporthallen en Versammlungsstätten.

78 Hans Smits, Muurschilderingen: Kleine geschiedenis van der Berlijnse hereni-ging, 2005, Amsterdam, 52.

49 Ernst Thällman-park met voormalige gebouwen van het Gasbedrijf, dat om-ringd werd door een voetgangerszone.

50 Rob Krier, Ritterstrasse Nord (1982-1989): Geen historiserende bebouwing, maar de typologie van het gesloten bouwblok opnieuw geïnterpreteerd en voor-zien van een collectief binnenplein

keld, waar de muren grotendeels weg bleven, maar er wel een “wesentlichen öffentlichen Grünzüge” ontstond (zie afb. 55).80 Met de eerste muur zou men het nog maar een paar jaar moeten doen, maar de herbezinning op de historische stad zette door. Ook na de Wende, toen Kleihues’ verlangens gere-aliseerd zouden worden en het kanaalbekken weer terug gebracht. Ironisch genoeg, aan de ándere kant van waar de muur had gestaan.

[sic] im Gespräch mit Lore Ditzen’, ARCH+, http://www.arch-plus.net/home/archiv/artikel/46,1738,1,0.html (geraadpleegd op 29 augustus 2011). Oorspronkelijk verscheen dit artikel in no. 66 van ARCH+ in het jaar 1981.

80 Internationale Bauausstellung Berlin, IBA ’84 ’87: Projektü-bersicht Stadterneuerung und Stadtneubau Stand Oktober ’82, Berlijn, 1982, 74.

53 Omvorming van de kruising Reichenberger Strasse/Manteuffel-strasse (Architekten Jacoby, Martin, Pächter)

52 Feest in het wijkcentrum van de Regenbogenfabrik: in het kader van de “Kreuzberger Mischung” werden hier een hostel en buurtcentrum geplaatst.

55 Oranienplatz - Concept Chr. Luz en omwonen-den

Westkant

In document Flaneren door (pagina 98-102)