• No results found

Hendrikds woorden tot zijnen Vader! Tsub! gaos den 18 Julyk 1885

Mijn liefe Vader Mozes Witbooi.

Ik schrijft deze regelen aan U Edl Het is my zeer hard altijdt zulke briefen te ontvangen, zoo ben ik

22) tolken

schouw1)

om brieft naar u liefe Vader te schrijven. Maar ik zal laatste brieft naar U Edl schryfen, om U Edl in gedachtenis te brengen, van het geen wij in begin

gesprokken; hebben, O mijn liefe Vader! heb ik u al iets bewyzen die U Edl kan my zoo beschuldigen Dat ik u liefe Vader niet beninnen2)

! en u ongehoorzaamheid bewijzen of u eenen schle[ch]te3)

naam geven heb ik reeds u liefe Vader

tegengesprokken met grimmigheid: ik denkt niet of ik zulks aan u liefe Vader bewijzen maar daarmee prijs zich ik niet maar ik denkdt dat ik myn best gedaan heb, aan U Edl ik denk dat in laatste trab4)

van liefde heb ik u bewijzen op den dag waar overleden broeders Kido Witbooi Kido Pekuur gestorven was, daar heb ik mijn leven voor u gezet ik heb in de kogels u gezoeken u liefe uitgehaalt Dat is een laatste trap van gehoorzaamheid en leifde leven de verlaten voor anderen zoo ver heb ik u liefe Vader bewijzen en in die Damara orloog heb ik u iets bewyzen wat u in schade brengen.5)

1) schuuw

2) beminnen

3) slechte

4) trap

5) ‘wat u in schande brengt’ - Mozes Witbooi het beeste gebuit van die neutrale Basters van

Rehoboth en Hendrik het daarop gestaan dat sy vader dié aan hul eienaars teruggee. Mozes het geweier en daaroor is die twee uitmekaar. Hendrik het die Basters se skade uit sy eie sak goedgemaak.

(i)

No. 3.*

!Gau //gam, den 13 Oct. 1885.

Wel. Edl. Cap. Maharero!

Ik heb uwen brief ontvangen en ook twee mannen heden morgen gekregen en ben zeer blyde, zulke worden1)

van U te ontvangen, de vertoef die ik hier vertoefde is [omdat] ik verwacht nog mannen van onderkant. Maar ik heb heden morgen gegaan, en ik zal morgen als de Heer wil daar komen. Maar, ik ben zeer zwak van onkoste, en tabak en koffy, want ik ben zwak van alles, en laat ik ik toch met die mannen dat ontvangen langs het pad.

Ik groet U

Ik ben Uwen Vriend

Hendrik Witbooi.

(l)

No. 4.*

//Gurub-ma-!nas den 19 Oc. 1885.

Wel Edl. Cap. Maharero!

U weet dat ik met vrede daar gekomen had, maar U hebt mij bedrogen, en mij gebragt in uwe kraal, en mij vermord in vrede,2)

en ik hebt zich slechts verdedig en U weet hoe die dag daar was, en omdat

1) blykbaar 'n antwoord op 'n uitnodiging van Kamaharero om vrede te kom bespreek.

2) Hendrik beweer dat Kamaharero hom met sy brief, No. 3, in 'n val gelok het, en hom

myne Ammonitië gedaan is, ben ik gegaan. U hebt mij niet past2)

dat weet U zelfs, geen een maal zyn mynemannen achterwaarts gegaan maar door de schaarsheid van myne Ammonitië ben ik gegaan.

Nu heb ik weêr zich klaar gemaakt naar oorlog, ik zal in korten tyd by U komen op de zelfste pleek.3)

zoo zet en wacht voor mij want met vrede hebt gij myne handen gebonden, nu hebt gij weêr met oorlog losgemaak. Nu heb ik weêr klaar zoo als eerstemaal en heele poort van oorlog heb ik nu opgemaak. U zult nu van alle zyden oorlogt krygen, dat zegt ik U vry uit, want U weet toen ik die vrede aangenomen had, heb ik alle poorten toegemaakt, dat weet U ook, maar nu hebt gij mij in list vermord.

De Heere zal nu tusschen ons rigten waarlyk.

Ik ben beledigde en bedroogde4)

Hendrik Witbooi.

(j)

No. 5.*

/Gurumanas den 20 Oc. 1885.

Myn lieve Eerwd. Heer Heidmann,

Ik maak U bekend met deze regelen Ik ben zwak terug van myne vredetogt. U Eerwd. hebt my vermaand naar vrede, en ik heb de vermaning aangenomen en Mynheer U had ook ten zelfde my vermaand laat ik met vrede daar kom, en ik heb zoo gemaakt,

2) ‘gebaast’ - oorwin.

3) plek

4) Hendrik moet baie kwaad gewees het, want gewoonlik begin en eindig sy briewe met die

en in die vrede wordt ik vermordt.1)

Kamaharero had my ingeleid in zynen kraal, en my daarin vermordt en ik heb zich slechts verdedig, en in die verdedigen zyn myne Ammonitie gedaan, zoo ben ik ins nachts van daar gegaan. Want U Eerwd hebt my afgebragt van myne staansel, en my vermaand naar vrede, wetente dat Kamaharero een moordenaar is, maar U doet geen moeite naar hem. Zoo hebt U my vast gemaak voor Maharero, dat hy my zal dooden, met vrede moorden en U laat Maharero vry, U spreekt geen woord tegen hem. Deze gemeente van Rehoboth had reeds by my gezien, dat Maharero een moordenaar is, want hy heeft my laat vermoord zonder schuld. Ten tweedemaal had Maharero my weder vermoord wegens uwe woorden, Nu weet ik niet hoe ik die menschen zullen houden die my tot vrede vermanen, wetende dat hy een moordenaar is.

Nu verzoek ik u Eerwd. wees toch zoo goed, en doe toch moeite met uwe gemeente laat ik toch onkoste krygen voor de gekweste mannen en ook leen my twee wagens tot naar myn werft, laat ik toch die mannen laten want ik heb ook geen paarden en laat ik toch het antwoord op //Hoeras weten want ik zal Woensdag daar komen.

Nu maak ik U Eerwd. bekend de poort van oorlogt is opgesloten en de poort van vrede is nu toegesloten.

Ik groet U Eerwd. hartelyk

Ik ben Uwen vriend

Hendrik Witbooi.

1) Witbooi wil die sending en gemeente van Rehoboth, wat hom aangeraai het om op sy

(k)

No. 6.*