• No results found

2.5 Beschrijving terrein

2.6.1 Van Haaren

Henri Cornelis François (Henri) van Haaren Beeldhouwer, docent

Leeuwarden, 1917 – Amsterdam, 2015

Werk in De Klokkenberg: Reliëf boven hoofdingang

Nadat alles is gezegd, ben ik me bewust van het onmogelijke van mijn werk.

Afb. 97. Henri van Haaren aan het werk.238

236

(Mens en Wagenaar, Architectuur voor de gezondheidszorg in Nederland 2010: 326-329).

237

(Dijkstra, Bever en Moorsel 1955: 15).

238

102

Henri van Haaren (Afb. 97) woonde vanaf zijn achtste levensjaar in Amsterdam. Zijn opleiding kreeg hij aan het Instituut voor Kunstnijverheidsonderwijs en het Rijksopleiding-instituut voor Teekenleraren te Amsterdam. Ook genoot hij een opleiding aan de Rijksakademie van Beeldende Kunsten in Amsterdam. Zijn belangrijkste docent was Jan Bronner.

Van Haaren gaf bijna dertig jaar kunstonderwijs aan de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten in Den Haag (1948-1977). Veel leerlingen van hem zijn beroemd en/of bekend beeldend kunstenaar geworden, zoals F.T.S. Lette- rie en K. Verkade. Er zijn niet veel werken van hem bekend, maar hij staat in 1969 vermeld in het Lexicon Nederlandse Beeldende Kunstenaars en in 1993 in

Beeldend Nederland. Op een aantal exposities stond zijn werk: ‘Vorm van le-

ven’ in het Singer Museum te Laren (1969) en ‘Brons, hout en steen’ in Slot Zeist te Zeist (1976).

Van Haaren gebruikte voor zijn sculpturen hout, steen en brons, maar cha- motte en gepatineerd gips genoten zijn voorkeur. Zijn stijl was figuratief. Hij maakte vooral vrije beelden en gevelreliëfs. Voorbeelden zijn het Leprozen- poortje239 in Amsterdam (Afb. 98) en de Petrus en Paulus beelden aan de HH Petrus en Pauluskerk in Middelburg (Afb. 99). Petrus beeldde hij af met de sleu- tels van de hemel en Paulus als een van de leiders van de vroegchristelijke kerk, met een zwaard en een boek.

Van Haaren was evenals de architecten van De Klokkenberg lid van de Al- gemene Katholieke Kunstenaars Vereniging (AKKV). Waarschijnlijk kende hij de beide architecten van de Huijbergendagen. De kerk met de genoemde Pe- trus en Paulus beelden in Middelburg, is door Van Moorsel ontworpen. De ar- chitecten gaven Van Haaren een grote opdracht, namelijk het maken van het reliëf boven de centrale ingang van het hoofdgebouw (Afb. 100). De architecten

239

Aan de Sint Antoniesluis staat het Leprozenpoortje uit de zeventiende eeuw. Het was de toegangspoort van het Leprozen- of Lazarushuis. Het gebouw werd in 1860 afgebroken omdat de ziekte steeds minder voorkwam. Het poortje bleef behouden, maar moest begin jaren zeven- tig van de vorige eeuw wijken voor de metrobouw. De stenen werden opgeslagen en inmiddels heeft de poort weer een plaats gekregen in de stad, op een paar honderd meter van de oor- spronkelijke plek.

103

Afb. 98. Henri van Haaren. Melaatse man en vrouw. Ca. 1970. Gebeeldhouwde gevel- reliëfs. Leprozenpoort, Amsterdam.240

Afb. 99. Henri van Haaren. Petrus en Paulus. 1951. Gebakken chamotteklei, mat crè- me geglazuurd. HH Petrus en Pauluskerk, Middelburg.241

240 http://adambeeldenva1900.blogspot.nl/2012/04/henri-van-haaren-leprozen.html, bezocht 29- 02-2016. 241 http://drimble.nl/cultuur/middelburg/346984.html, bezocht 29-02-2016.

104

Afb. 100. Henri van Haaren. Het Zonnelied. 1953. Gebeeldhouwd reliëf. Het reliëf is 2,3 m breed en 6,0 m hoog. Het heeft een gebeeldhouwde onderrand van 6,7 m breed en 1,7 m hoog, die doorsneden wordt door drie ramen (elk van 1,4 m breed en 1,7 m hoog). Boven centrale ingang van het hoofdgebouw, De Klokkenberg, Breda. 242

vermelden dat dit reliëf het Zonnelied van Sint-Franciscus uitbeeldt.243 Dit lied gold als een ode van de gehele geschapen natuur aan de schepper.

Het Zonnelied (Italiaans: Cantico del Frate Sole) is een gebed geschreven door Franciscus van Assisi.244 Hij schreef dit aan het einde van zijn leven, ver- moedelijk in de lente van het jaar 1225, toen hij ziek lag in San Damiano en hij pijnlijke stigmata vertoonde. Het bezingt de schepping in termen van broeder en zuster. Opmerkelijk is dat hij in het loflied niet alleen de mooie aspecten van de schepping weergeeft, maar ook ziekte en zelfs dood. Het Zonnelied is het eer- ste lied dat in het Italiaans (in een Umbrisch dialect) werd geschreven. De tweede encycliek van paus Franciscus (2015) heeft als titel Laudato Si, naar de begintekst van de coupletten. Bijna 800 jaar geleden geschreven, is dit lied nog steeds relevant.

242

(Karelse 2016, foto G30 001).

243

(Dijkstra, Bever en Moorsel 1955: 15).

244

105

In het midden van het stenen reliëf overheerst de centrale Christusfiguur. De talloze attributen rondom staan vermeld in het Zonnelied. Christus vertoont een krans van zonnestralen om zijn hoofd en is omringd door sterren en andere hemellichamen, zoals broeder maan en broeder wind. Linksboven vliegen vo- gels rond. Rechtsboven drijft de wind de wolken. De hartstreek van Christus vertoont een van de stigmata. Lager toont het reliëf bomen, planten, druiven, vissen, andere dieren en watervogels. Linksonder is een ram en een ooi afge- deeld met daarboven een mannenfiguur met een kelk aan de mond. Het dier rechtsonder met de draakachtige kop vertegenwoordigt de onderwereld. Wel- licht een figuur die de in het Zonnelied genoemde dood verbeeldt en overwon- nen wordt. Midden onder bewerken mensen het land en vieren feest, wellicht na de ‘tweede dood’, die volgens Franciscus geen pijn meer doet.

2.6.2 Kimpe

Reimond Jozef Pieter (Reimond) Kimpe Schilder

Gent, 1885 - Veere, 1970

Werk in De Klokkenberg: glas-in-lood ramen in paviljoens

’Leer u uit te leven zoals ge zijt, om zoodoende te zijn

wat ge wildet dat ge worden zoudt’.245

Afb. 101. Reimond Kimpe voor een van zijn schilderijen.246

Reimond Kimpe (Afb. 101) wilde filologie studeren, maar mocht dit niet van zijn ouders. Aan de Gentse Universiteit, waar hij civiele techniek studeerde, bleek zijn hart bij de literatuur te liggen. Vanaf 1904 schreef hij in het studentenblad

245

(Donk en Verboeket 1997: 34).

246

106

De Goedendag sonnetten en literaire beschouwingen. Hij had vriendschap ge-

sloten met Felix Timmermans en schreef voor de Nieuwe Gids, geredigeerd door Willem Koos. Daarnaast schreef hij voor De beweging, opgericht door Al- bert Verwey. Dichten bleef hij zijn hele leven doen.247 Al vanaf 1900 was hij re- gelmatig te vinden in Sint-Martens-Latem, een kunstenaarsdorp waar in het be- gin van de twintigste eeuw het Vlaamse expressionisme vorm kreeg. Deze twee tendensen, literatuur en verbeelding, tegenover de strakke lijn en de exacte rea- liteit blijven in zijn leven en zijn werk samengaan.

Hij was ook politiek actief en hij stond voor een Groot Nederland, dat hij wilde behoeden tegen Franse overheersing en invloeden. In 1914 werd hij om zijn lidmaatschap van de Raad van Vlaanderen ter dood veroordeeld.

Na een tijd in Zeist gewoond te hebben vestigde hij zich in Middelburg. In 1920 had Kimpe nog niets geschilderd. In de jaren twintig reisde hij naar Parijs, waar hij kunstenaars als Picasso, Chagall en Garcia ontmoette. Dat wakkerde zijn schilderstalent aan. Al gauw exposeerde hij in Parijs abstracte schilderijen met de Surindépendants.

Terug op Walcheren schilderde hij de typische mensen en taferelen van het eiland. Figuratief en met een strakke compositie en met gebruik van typisch Zeeuwse attributen: de klederdracht, de zee, de schepen en vaak een horizon met molens. Dat bleef hij doen tot na de Tweede Wereldoorlog. Bij het bombar- dement op Middelburg op 17 mei 1940, werd zijn atelier getroffen en verbrand- den meer dan tweehonderd van zijn doeken. Deze dramatische gebeurtenis weerhield hem daarna niet om verder te schilderen.

Kimpe kende al uit de jaren twintig Anton Mussert, die ook een voorstander van een groot Nederland was. Mussert was net als Kimpe civiel ingenieur. Mus- sert hielp Kimpe, toen zijn ingenieursbedrijf niet goed liep. Eind 1940 betaalde Kimpe zijn schuld bij Mussert terug in natura met het schilderij 'Verwoest stad- huis van Middelburg’. Dit hangt nu in het Rijksmuseum te Amsterdam (Afb. 102). Tijdens de Tweede Wereldoorlog leidde zijn pro-Duitse sympathieën tot een tijdelijke verwijdering van zijn vrienden en bekenden. Hij heeft zich tijdens

247

107

Afb. 102. Reimond Kimpe. Verwoest stadhuis van Middelburg. 1940. Olieverf op doek. 105 x 130. Rijksmuseum, Amsterdam.248

Afb. 103. Reimond Kimpe. Onbekend. 1948. Glas-in-loodramen. Voormalige Sacra- mentskapel, Sint-Catharinakerk, Eindhoven.249

248

108

de bezetting niet misdragen en werd weer opgenomen in de Zeeuwse omge- ving, die vooral oog had voor het schildertalent van de flamingant Kimpe.

Kimpe ging zich ook toeleggen op de glas-in-loodkunst. Getuige zijn ramen in de Sint-Catharinakerk in Eindhoven uit 1948 was hij hierin zeer progressief (Afb. 103). Deze reflecteren niet alleen de veranderingen in de glas-in-lood- kunst van na de Tweede Wereldoorlog, maar leveren een indrukwekkende bij- drage aan de aankleding, sfeer en beleving van het monumentale kerkgebouw van P.J.H. Cuypers, dat in de oorlog zware schade opliep.

Het is een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid dat de architect De Bever en Kimpe elkaar hebben ontmoet tijdens het herstel van de Sint- Catharinakerk. Het idee om ook in De Klokkenberg glas-in-lood te plaatsen van deze kunstenaar, kan hier een voortvloeisel van zijn. Bovendien kende Van Moorsel hem mogelijk uit Middelburg. Van Moorsel was een fel voorstander van het herbouwen van Nederlands erfgoed in oorspronkelijke toestand of in Delftse Schoolstijl. Het verwoeste atelier van Kimpe stond onder de rook van het ver- brande stadhuis van Middelburg. Van Moorsel, die in felle bewoordingen schreef over het in stand houden van historisch erfgoed, kende het stadhuis van Middelburg goed. Wellicht kende hij hierdoor ook Kimpe, die er over de we- deropbouw van Middelburg dezelfde ideeën op na hield als Van Moorsel.

Van Moorsel en De Bever schrijven zonder nadere uitleg dat ‘in de patiën- tenpaviljoens in de “zitjes” in de gangen verschillende voorstellingen uit het die- ren- en plantenrijk in gebrandschilderd glas-in-lood zijn aangebracht’.250

Deze afbeeldingen zijn grotendeels bewaard. Aan de noordkant van het hoofdgebouw met de paviljoens zijn vier licht gebogen uitbouwen zichtbaar, met op twee ver- diepingen glas-in-loodramen (in totaal acht ramen). Elk raam heeft een bepaald thema en bestaat uit zeven afzonderlijke raampjes. Boven de uitbouwen is een rond glas-in-loodraam aangebracht. Ook elk rondvenster behandelt een be- paald thema. Ze bestaan elk uit vier gebrandschilderde glas-in-loodraampjes. Alles bijeen betreft het 72 afzonderlijke ontwerpen. Als motieven bevatten ze

249

http://eindhoven-encyclopedie.nl/index.php/Bestand:Catharinakerk_Kimpe.jpg, bezocht 29- 02-2016.

250

109

Afb. 104. Reimond Kimpe. Bloemmotieven. 1953. Glas-in-loodraam. Uitbouw paviljoen, De Klokkenberg, Breda.251

251

110

Afb. 105. Reimond Kimpe. Fruit- en diermotieven. 1953. Glas-in-loodraam. Uitbouw paviljoen, De Klokkenberg, Breda. Details: links (a) mandje met fruit, uit motief fruit en rechts (b) uil, uit motief kleine dieren.252

Afb. 106. Reimond Kimpe, Vliegende dieren. 1953 Glas-in-loodramen. Uitbouw pavil- joen, De Klokkenberg, Breda. Links (a) circulair glas-in-loodraam (ganzenmotief) en rechts (b) een detail van een circulair raam (vlindermotief).253

252

(Kempe 2004, foto DSC00107 (a) en DSC01215 (b)).

253

(Kempe 2004, foto DSC00896 (a) en DSC01784 (b)).

111

bloemen (Afb. 104), schelpen, schaaldieren, bosdieren, fruit (onder andere een fruitmand, (Afb. 105 a), bootjes, vissen en kleine dieren (onder andere een uil, (Afb. 105 b)). De motieven voor de rondvensters zijn eenden, ganzen (Afb. 106 a), exotische vogels en vlinders (detail: Afb. 106 b).

2.6.3 De Leeuw