• No results found

‘je begrijpt wel dat ik de koning te rijk ben met deze opdracht’

3.2 Gebruik en hergebruik

Van 1953 tot 1969 had De Klokkenberg de functie waarvoor het gebouwd was: een rooms-katholiek tuberculose sanatorium in Noord-Brabant. De geneesheer- directeur zei bij de ingebruikname in 1953 nog dat de lange behandeling met isolatie van de patiënt een optie zou blijven. Bij de opening door de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid (J.G. Suurhoff) in 1954 werd hij gevraagd of het nog wel zin had zo’n groot complex als De Klokkenberg tot stand te bren- gen. Hij gaf daarop in zijn toespraak een bevestigend antwoord.302 Bovendien legde hij de nadruk op de longchirurgie. Met het verdwijnen van de tuberculose, verdween echter ook de noodzaak voor de longchirurgie van deze ziekte. Tij- dens de eerstesteenlegging waren er al aarzelende toespraken te beluisteren. Prof. Mr. P.S. Gerbrandy, de inspecteur van de volksgezondheid, zei bijvoor- beeld dat ‘dit gebouw wordt gebouwd om zichzelf overbodig te maken’.303 Ook viel er te horen dat de eerste steen gelegd werd voor een gebouw dat nu al te groot is. De economisch directeur J.T.E.M. Terwischa maakte zich al kort na de opening zorgen. Hij zocht toen al naar nieuwe mogelijkheden voor De Klokken- berg. Hij kon niet zeggen ‘we hebben ons zelf overbodig gemaakt’. Er waren schulden, er stond een gebouw en ook de werkgelegenheid van mensen liep gevaar.304

Er kwamen geneesmiddelen om tuberculose te behandelen. Een zegen voor de patiënten, maar het einde voor De Klokkenberg als tuberculose sanatorium. Het grootste en modernste sanatorium van Nederland benutte nauwelijks haar maximale capaciteit. In 1969 waren er niet voldoende patiënten meer. Het sa- natorium hield als zodanig op te bestaan. De nonnen verdwenen.

302 (Avendonk en Dirven 1983: 49) ‘In de eerste plaats en dit verheugd mij bijzonder heeft men

bij de schepping van deze inrichting het oog op de toekomst gevestigd en wijdt men speciale aandacht aan de moderne behandeling van tuberculose waarbij de longchirurgie een voorname rol speelt.

303

(Stadsarchief Breda 2016, nr 314). Personeelsblad Klokslag, jaargang 13, mei 1993, p. 9.

304

129

Daarna kreeg het sanatorium een algemeen medische functie. In 1960 kwam er een centrum voor epilepsie, de Dr. Hans Bergerkliniek, en in 1960 het long- en astmacentrum Schoondonck. In 1969 vond er een centrum voor kinder- en jeugdpsychiatrie, De Mark, onderdak. Daarvoor onderging het zusterhuis een verbouwing. In 1977 kwam er een centrum voor allergologie-immunologie. In 1979 werd het Medisch Centrum De Klokkenberg, opgericht met de kliniek voor thoraxchirurgie en hartoperaties. Al deze nieuwe functies hadden modernere en totaal andere faciliteiten nodig dan waarin aanvankelijk voorzien was. Dit leidde tot ingrijpende verbouwingen. Voor het thoraxcentrum werden nieuwe operatie- kamers en intensive care faciliteiten gebouwd. Het hoofdgebouw onderging in- grijpende veranderingen. De drie grote glas-in-lood-ramen van Marius de Leeuw werden gehalveerd om een verlaagd plafond te creëren. Glas-in- loodramen in wachtkamers maakten plaats voor een ventilator. Allemaal ingre- pen die noodzakelijk waren om de nieuwe gezondheidsfunctie van het gebouw te verwezenlijken en de kwaliteit ervan te behouden, maar dit ging wel ten koste van de oorspronkelijke vormgeving.

Door verschil van mening tussen de verschillende medische disciplines en vooral problemen binnen de thoraxchirurgie, sloot de minister van Volksge- zondheid De Klokkenberg als medisch centrum en werden in 2001 alle klinieken elders ondergebracht.305 Alleen de Dr. Hans Bergerkliniek bleef nog een aantal jaren gevestigd aan de Galderseweg en verhuisde pas in 2006.

Het sanatorium De Klokkenberg ligt er thans verlaten bij. Het is omheind met hekken en het wacht tot het asbest verwijderd gaat worden. Slechts enkele ge- bouwen worden nog gebruikt, zoals de voormalige dokterswoning door de be- wakingsdienst en als bewaarplaats voor maquettes en bestektekeningen. De stokerswoning staat leeg. De boerderijen Sweep en Schoondonck worden be- woond.

305

http://www.volkskrant.nl/archief/de-klokkenberg-gaat-bijna-zeker-dicht~a451275, bezocht 03- 12-2015.

130

3.3 Toekomst

In 2005 is de Eindhovense Vitalis WoonZorg groep door de provincie Noord- Brabant benaderd om de verwerving en exploitatie van het monumentale land- goed De Klokkenberg in overweging te nemen.306 Vitalis wilde De Klokkenberg verbouwen tot een campus voor 440 ouderen.307 Vitalis kocht De Klokkenberg voor ruim zeven miljoen euro. Zij investeerden nog eens tien miljoen euro in onderzoek, groenontwikkeling en asbestverwijdering. De natuur- en milieuorga- nisatie Markkant maakte bezwaar bij de Raad van State tegen de vaststelling van het bestemmingsplan De Klokkenberg door de gemeenteraad van Breda (25 april 2013). Markkant voerde aan dat de gemeenteraad ten onrechte het schoolgebouw ter plaatse, dat was vergund als tijdelijk gebouw, heeft gelegali- seerd en dat na het vertrek van de school de gronden teruggegeven moeten worden aan de natuur. Door deze beroepsprocedure lag het hele project stil. Het bezwaar werd door de Raad van State ongegrond verklaard (4 juni 2014).308 Daardoor zou het hele project alsnog doorgang kunnen vinden.

Het plan (scenario wonen) bestaat uit het verbouwen van het zusterhuis, het economiegebouw, het hoofdgebouw en de patiëntenpaviljoens tot 95 woningen, waarbij nieuwbouw plaatsvindt in de kloostertuin en de tuin van het economie- gebouw (Afb. 121). De klassengebouwen verdwijnen en worden vervangen door nieuwbouw (48 woningen, 3 bouwlagen). Tegen de noordzijde van de pa- viljoens (4 bouwlagen) en de zuidzijde van het zusterhuis en economiegebouw (2 bouwlagen) komt nieuwbouw (76 woningen). In het midden van de twee plei- nen is ook nieuwbouw gepland (16 woningen, 4 bouwlagen). De contour van de nieuwe bakstenen volumes zal herkenbaar zijn als blokvorm met een eigen ge- velindeling en reliëf. De nieuwbouw zal platte daken hebben en aan de zuidkant blijft het huidige aanzicht gewaarborgd, doordat de nieuwbouw niet boven de oude gebouwen uitkomt. Er wordt gebruik gemaakt van een zelfde of iets lichte- re baksteensoort. Ook voorziet het plan in nieuwbouw in een strook grond aan de Galderseweg ten noordoosten van het sanatoriumgebouw (103 woningen en

306

https://www.breda.nl > klokkenberg > aangepaste toelichting 19 maart 2013 [PDF], p.3, be- zocht 04-12-2015. 307 http://landgoeddeklokkenberg.nl/upload/file/Definitief-Ontwerp-Masterplan-Landgoed-de- Klokkenberg-20100106.pdf, bezocht 03-05-2016. 308 https://www.raadvanstate.nl/uitspraken/zoeken-in-uitspraken/tekst- uitspraak.html?id=79340&q=Klokkenberg&summary_only=, bezocht 12-01-2016.

131

Afb. 121. Masterplan Landgoed De Klokkenberg zoals gepresenteerd door de Vitalis WoonZorg groep. 2010. Verbouw en nieuwbouw creëren een wooncampus voor ca. 400 ouderen.309

36 zorgeenheden), aan de Verlengde Langedreef (12 woningen) en bij boerderij Schoondonck (21 woningen).

Opgemerkt dient te worden dat door deze nieuwbouw het oorspronkelijke sanatoriumgebouw sterk verandert en aan authenticiteit inboet. Na uitvoering van het plan zijn de karakteristieke klassengebouwen verdwenen, de noordzij- den van de paviljoens onzichtbaar, het zusterhuis en het economiegebouw ui- terlijk sterk veranderd en de karakteristieke verbindingsgangen aangetast. Ver- schillende nieuwe, eigentijdse en vierkante bouwmassa’s zonder aangepaste vormgeving en met een andere dan bestaande dakvorm, zijn even hoog als het dak van de kapel, wat afbreuk doet aan het oorspronkelijke concept van het gebouw.

Ook het park van Bijhouwer wil Vitalis aanpassen aan de vroegere situatie.310 Helemaal mogelijk is dit natuurlijk niet. Het riviertje de Mark bijvoorbeeld is

309 http://landgoeddeklokkenberg.nl/upload/file/Definitief-Ontwerp-Masterplan-Landgoed-de- Klokkenberg-20100106.pdf, p. 122, bezocht 03-05-2016. 310 http://landgoeddeklokkenberg.nl/upload/file/Definitief-Ontwerp-Masterplan-Landgoed-de- Klokkenberg-20100106.pdf, bezocht 03-05-2016.

132

Afb. 122. Terrein De Klokkenberg. Beuken in een kring achter de patiëntenpaviljoens, die verplaatst zijn naar de laan oostelijk van boerderij Schoondonck, richting de Mark. 2004.311

rechtgetrokken in de jaren zeventig en heeft geen meanderend verloop meer. Zevenenveertig beuken, niet aanwezig in het oorspronkelijke ontwerp van Bij- houwer, zijn al verplaatst, omdat ze het zicht op het monumentale sanatorium- gebouw verstoorden.312 Het zijn gezonde en goed gevormde beuken, die nog lang te leven hebben. Ze zijn daarom niet gekapt, maar verplaatst naar Ver- lengde Langedreef (Afb. 122).

Sinds medio 2015 zijn er helaas geen vorderingen wat betreft de toekomst van De Klokkenberg. Vitalis concentreert zich nu in het algemeen op het verle- nen van zorg, welzijn en service aan ouderen. Ontwikkeling en beheer van vastgoed hoort duidelijk niet meer tot de kerntaken. Zij zoeken daarom partners

311 (Kempe 2004, foto DSC01338). 312 http://www.ginkelgroep.nl/actueel/verplanting-47-beuken-op-de-klokkenberg-open-voor- publiek/, bezocht 12-02-2016.

133

voor de ontwikkeling en exploitatie van het vastgoed. Tot op heden is onbekend wie dat gaat doen. Op 23 februari 2016 heeft de laatste serieuze partner het overleg afgebroken. In april 2016 heeft Vitalis besloten het plan niet ten uitvoer te brengen.

3.4 Monument

Reeds in 2001 heeft de gemeente Breda de waarde van De Klokkenberg on- derkend en het complex aangewezen als gemeentelijk monument.313 De ge- meente Breda vindt het sanatorium een voorbeeld van een imposante samen- hangende stedenbouwkundige opzet, waarvan er uit die tijd maar weinig verge- lijkbare voorbeelden bekend zijn. De Klokkenberg neemt bovendien een be- langrijke plaats in als eindontwikkeling van een bouwtype. Het gebouwencom- plex heeft een hoge bovenregionale architectuurhistorische waarde als voor- beeld van een bakstenen sanatorium in de traditionalistische stijl van de Delftse School. Van belang is de bijzondere structuur met de verbindingsgangen en portalen.

Opvallend in de waardestelling van de gemeente is de hoge waarde die wordt toegekend aan de landschapsarchitectuur van Bijhouwer. Apart vermeld wordt dat de aanleg van het landschap duidelijke overeenkomsten vertoont met de contemporaine ontwerpopvattingen, die in samenhang te zien zijn met de ideeën die door het Bauhaus en later door de groeperingen De Opbouw en De 8 worden uitgedragen. Men streefde naar functionaliteit, soberheid en duidelijke vorm. Er is een duidelijke belangstelling voor het landschap rondom het gebouw en de relatie tussen het oorspronkelijke landschap, de tuin en het park.314

Kort na de aanwijzing tot gemeentelijk monument werd De Klokkenberg in april 2010 aangewezen als rijksmonument van de wederopbouw.315 Het gehele complex is rijksmonument geworden. Naast het sanatoriumgebouw behoren er toe het ketelhuis, het transformatorhuisje, boerderij Sweep, de stokerswoning, 313 (Gemeente Breda 2016). 314 (Gemeente Breda 2016). 315

Rijksmonumenten van de wederopbouw zijn meestal bouwwerken die weer opgebouwd zijn na de verwoestingen tijdens de Tweede Wereldoorlog of woonuitbreidingen door de groei van de bevolking, waarbij men experimenteerde met een nieuwe industriële aanpak van het bou- wen. In 2007 maakte de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap bekend, dat honderd bouwwerken uit die periode erkenning zouden krijgen als rijksmonument.

134

de dokterswoning en de park- en tuinaanleg.316 Het is daarmee erkend als een van de topmonumenten van de vroege wederopbouw.

Het rijksbeleid is er op gericht om monumenten eerst op te knappen en daar- na in stand te houden De Vitalis WoonZorg groep had een restauratieplan op- gesteld. Dat betrof voornamelijk onderhoudswerkzaamheden van het dak en de vele dakkapellen. Ook zou het hele complex geschilderd worden. Dit plan is ingediend bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. De gemeente Breda ondersteunde het. De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft op grond van de restauratieregeling van monumenten een subsidie van ruim 1,4 miljoen euro verleend. De restauratie had al klaar moeten zijn, maar door de aanwezige asbest is de eerste restauratiefase nog niet begonnen. Er is wel wat aan onderhoud gedaan. Er is geschilderd en lood is vernieuwd. Het aantal lek- kages is gering. Het gebouwencomplex wordt grondig bewaakt. Toch is er hier en daar ook aftakeling van de gebouwen zichtbaar. De klassenafdelingen die duidelijk als een onderdeel van het erfgoed monument behouden dienen te worden, staan er slecht bij.

316

135

4 Conclusies

Het sanatorium De Klokkenberg in Breda – een rooms-katholiek sanatorium voor tuberculosepatiënten – is ontworpen en gebouwd in het eerste decennium na de Tweede Wereldoorlog. De behoefte aan een sanatorium in Noord- Brabant was in en kort na de Tweede Wereldoorlog groot en groeiende. De rooms-katholieke signatuur van het sanatorium kwam door de ligging (Noord- Brabant met een overwegend rooms-katholieke bevolking) en paste in de tijds- geest (verzuiling) en bij de geringe bijdragen van de overheid aan sanatoria (financiering door bijdragen bevolking). Weliswaar verminderde de instroom van patiënten na de ingebruikname van het sanatorium, maar dit konden de initia- tiefnemers niet hebben voorzien.

De rooms-katholieke architecten, De Bever en Van Moorsel, hebben bij het ontwerp van het sanatoriumgebouw in belangrijke mate rekening gehouden met de functie van het gebouw: de verzorging en welzijn van tuberculosepatiënten en het bewerkstelligen van een nieuwe gemeenschap. De samenspraak tussen de geneesheer-directeur Dijkstra en de architect De Bever leidde onder meer tot overdekte verbindingsgangen, paviljoens als enkelvoudig uitgestrekte bouw- delen aan de zonzijde en een bouwkundige conceptie, die niet gericht is op het individu, maar op een nieuwe gemeenschap met zijn eigen geestelijk en mate- rieel centrum. Met als gevolg een imposant gebouw, waarin het voor patiënten, verpleegkundigen, medisch deskundigen en ondersteunend personeel goed toeven was. Elke patiëntengroep (patiënten op ziekenzalen, wandelende pati- enten, religieuze en lekenverpleegkundigen) hadden hun eigen, gezamenlijke eet- en recreatieruimten en behuizing. Hoewel het ontwerp van het gebouw sterk beïnvloed is door de functionele eisen, is het zeker geen exponent van het functionalisme.

Het sanatoriumgebouw is een imposant, robuust, sober en gesloten gebouw van de wederopbouwarchitectuur. Het is een weinig voorkomend gebouwtype, dat in sobere en traditionele stijl en meestal gebruikmakend van traditionele materialen is gebouwd. Karakteristiek is de symmetrische opzet, waarbij de dominante kapel (neoromaanse kruiskerk) in de as staat en de bouwmassa’s door verbindingsgangen zijn verbonden, wat het gebouw een besloten karakter

136

geeft. De patiëntenpaviljoens strekken zich langgerekt uit en zijn op het zuid- zuidoosten gericht zodat de patiënten veel zon en een wijds uitzicht hebben.

Onderdelen van het gebouw zijn versierd met vooral religieuze kunstuitingen van verschillende kunstenaars. De vele versieringen door kunstenaars droegen bij aan het welzijn van de patiënt en de verzorgenden en daardoor ook aan de genezing van de patiënten. Veel van de ontwerpen van de kunstenaars zijn nog in authentieke uitvoering aanwezig. Tot nu toe is er (te) weinig aandacht ge- weest voor deze kunst in De Klokkenberg.

Het gebouw is ingepast in het landschap door tuin- en landschapsarchitect Bijhouwer, waarbij het gebouw een schakel vormt tussen het dichte Mastbos en het open landschap van de rivier de Mark. Bijhouwer heeft zijn kwaliteiten van tuinarchitect en van landschapsarchitect gebruikt om het landschap tussen Mastbos en Mark een unieke vorm te geven en de tuinen in en rond het gebouw passend te maken bij de architectuur en de functie van het gebouw.

Het sanatoriumgebouw ademt een rooms-katholieke sfeer uit. De imponeerde kapel (kruiskerk) is gezichtsbepalend bij aankomst en direct verbonden met het zusterhuis (het klooster voor de religieuze verpleegkundigen). Motieven van de kerk (boogvormige ramen, geblindeerde muraalbogen) zijn verwerkt in de ver- bindingsgangen en het zusterhuis. Elk vertrek in het hoofdgebouw en de pavil- joens was versierd met een kruisbeeld. Het meeste werk van de kunstenaars heeft een rooms-katholieke signatuur. De schoonheid van het Brabantse land- schap met typische Brabantse boerderijen sieren het sanatorium. Aan de doel- stellingen van de Brabantse, rooms-katholieke oprichters is herkenbaar en ruimschoots voldaan.

De structuur en de buitenkant van het sanatoriumgebouw zijn anno 2016 nog redelijk authentiek. De overdekte verbindingsgangen zijn amper veranderd. Van binnen hebben diverse verbouwingen plaatsgevonden, omdat de functie van het gebouw veranderde van een sanatorium naar een medisch centrum. In de kapel is onder andere een scheidingsmuur onder het orgelbalkon geplaatst, het zusterhuis is van binnen ingrijpend gewijzigd, de kamers in het hoofdgebouw en de paviljoens zijn aangepast aan een nieuwe functie en in de hal van het

137

hoofdgebouw doorsnijdt een verlaagd plafond de glas-in-lood ramen in de zuid- gevel. Wel is in de verschillende gebouwen van het sanatoriumgebouw de oor- spronkelijk bouw goed zichtbaar. Hoewel er de afgelopen jaren enig groot on- derhoud heeft plaats gevonden, verkeren verschillende onderdelen van het ge- bouw in een niet al te beste toestand. Het afgelopen decennium heeft de Vitalis WoonZorg groep in overleg met de gemeente Breda gewerkt aan het transfor- meren van De Klokkenberg in een campus voor ca. 400 ouderen. Het plan is nog niet uitgevoerd en in april 2016 heeft Vitalis zich teruggetrokken uit het am- bitieuze project. Het plan voorziet in nieuwe bakstenen volumes aan de zuidzij- de van het zusterhuis en economiegebouw, aan de noordzijde van de pavil- joens en in het midden tussen de twee binnenplaatsen. Hoewel de architectoni- sche typologie van de nieuwbouw enigszins aansluit bij de oorspronkelijke ar- chitectuur, zal de nieuwbouw in belangrijke mate afbreuk doen aan het karakter en authenticiteit van het sanatoriumgebouw.

Het sanatoriumgebouw is uniek. Het is niet verwonderlijk dat het met een aantal omliggende gebouwen en het landschap rond de gebouwen (het ensem- ble) een rijks- en gemeentelijk monument is. Hoewel de omliggende gebouwen weinig architectonische waarde hebben, droegen ze wel bij aan het zelfverzor- gende karakter van het sanatorium. Het sanatoriumgebouw is het waard om aan de buitenzijde in zijn geheel (inclusief de verpauperde klassengebouwen en de zo karakteristieke verbindingsgangen) in authentieke vorm voor de toekomst te bewaren. Daartoe dient het goed onderhouden te worden en waar nodig ge- restaureerd. In de gebouwen dienen zoveel mogelijk authentieke onderdelen behouden te worden, met speciale aandacht voor de artistieke uitingen. Het verlaagde plafond in de hal van het hoofdgebouw dient verwijderd te worden. Nieuwbouw dient niet plaats te vinden binnen en dichtbij het sanatoriumge- bouw, maar slechts aan de randen van het terrein. Het vrije uitzicht aan de zuidzuidoost zijde dient gewaarborgd te worden. Het landschap en de tuinen dienen opnieuw ingericht te worden met de oorspronkelijke plannen van Bij- houwer als kader.

138

Bibliografie

Alphen, Quirinus van. Ter Liefde Gods, de geschiedenis van de Congregatie

der Zusters Franciscanessen van de Onbevlekte Ontvangenis der H. Moeder Gods te Veghel, 1844-1944. Veghel, 1944.

Andela, Gerrie. J.T.P. Bijhouwer, Grensverleggend landschapsarcitect. Rotterdam: Uitgeverij 010, 2011.

Avendonk, Wim van en George Dirven. 'De Klokkenberg' 1943-1983. Stadsarchief Breda ARC0706 nr. 314, 1983.

Beek, Marius van. „Marius de Leeuw. Vrij en toegepast werk, 1945 tot 1980.” Red. Maureen Trappeniers. Vol. Marius van Beek. De gloed van een veelzijdig kunstenaar. 's-Hertogenbosch, 1982.

Berichten. „Nieuw Sanatorium.” Nederlands Tijdschrift voor Geneenskunde 39 (1895): 1049.

Bever, Cees de. Archief De Bever Arcitecten. privé archief (niet gearchiveerd), Eindhoven. 2013.

Bever, Loed J. de. Herinneringen aan vader C.H. de Bever. Marianne Karelse. Eindhoven, 24 06 2014.

Bijhouwer, J.T.P. Geobotanische studie van de Berger duinen. Deventer: IJsel, 1926.

—. „Nieuwe banen.” Onze tuinen met huis en hof 25 (1930): 4-6.

Bodewes, Hans. Ernst Voorhoeve 1900-1966. Uden: eigen beheer, 1999. Bosma, Koos, et al. Bouwen in Nederland 600-2000. Zwolle: Waanders, 2007. Bruin, Wieger. „Sanatorium 'Berg en Bosch' te Bilthoven van de Architecten B.J.

Koldewey en C.M. van Moorsel B.N.A.” Bouwkundig weekblad en

Architectura 60 (1939): 207-212.

Dijkstra, C, C.H. de Bever en C.M. van Moorsel. Sanatorium de Klokkenberg. Vol. Stadsarchief Breda D-5241. Breda: Internationale Gewapendbeton Bouw NV (IGB, nr 57), 1955.

Donk, Hesther van den en Karin Verboeket. De gulden middenweg, Reimond

Kimpe 1885-1970. Laren en Middelburg: Singer Museum en Zeeuws

Museum, 1997.

Freeman, G.P. e.a. Franciscus van Assisi, De Geschriften vertaald en

139

Frith, John. „History of Tuberculosis. Part 1 - Phthisis consumption and the White Plague.” Journal of Military and Veterans' Health (2014): History, 22, nr. 2, pp 29-35.

Gall, F. Alma Mater Rudolphina 1365-1965. 232. Wenen: Eigenverlag Universität Wien, 1965.

Gemeente Breda. Register van beschermde gemeentelijke monumenten in

Breda nr. 81. Kadastraal bekend GNK02 H 02433 G 0000, 2016.

Granpré Molière, M.J. en C.M. van Moorsel. „De studiedagen te Huijbergen.”

R.K. Bouwblad 4 (1932-1933).

Hageman, Mariëlle en Jan Derwig. De Nederlandse architectuur. 2e druk. Bussum: THOTH, 2007.

Heer, Jan de en Herman Meijer. „Rooms Bouwen.” Eltheto, tijdschrift over

godsdienst en politiek (1981): 7-105.

Heynen, Hilde, et al. 'Dat is architectuur'. Sleutelteksten uit de twintigste eeuw.