• No results found

H1831 Drijvende waterweegbree

1. Hoe ziet hij eruit?

Drijvende waterweegbree heeft een wortelrozet met ondergedoken, lijnvormige bladen (5-6 cm lang, 5-8 mm breed) en ijle stengels met lang gesteelde, drijvende of in het water zwevende, 1-3 cm grote bladeren die ovaal tot elliptisch van vorm zijn. De bloeistengels die aan de wortelrozet ontspringen, dragen lang gesteelde bloemen. De bloemen spreiden zich boven het water uit en hebben drie witte kroonbladen met een gele nagel. De planten bloeien van juni tot september. De bloeiwijze vormt zich in eerste instantie onder water, maar gaat vervolgens drijven, waarna bestuiving kan plaatsvinden. Soms blijft de bloem gesloten onder water; dan vindt zelfbestuiving plaats.

Foto: R. Krekels

2. Doel uit aanwijzingsbesluit

Doel: behoud verspreiding, omvang en kwaliteit biotoop voor behoud populatie.

Toelichting: de Drijvende waterweegbree is bekend van een beek in de noordelijke helft van het gebied en is daarnaast in enkele vennen en leemkuilen aangetroffen. Voor de landelijke verspreiding van de soort is behoud van deze populatie van groot belang.

3. Landelijk streefbeeld (profielendoc)

− natuurlijk verspreidingsgebied: 87 10x10 km-hokken − populatie: 400 1x1 km-hokken

4. Relatief belang Veluwe (factsheets)

Het relatief belang van de Veluwe is beperkt. Op de Veluwe komt Drijvende waterweegbree voor in enkele vennen en in een beek. Net buiten het N2000-gebied komt de soort massaal voor in het Apeldoorns Kanaal.

5. Habitat en ecologie (factsheets)

De Drijvende waterweegbree (Luronium natans) komt voor in heldere, stikstofarme, fosfaatarme en carbonaatarme wateren. De range in waterkwaliteit waarover de soort voorkomt is smal. Plaatselijk kan het water veel ijzer bevatten. IJzer bindt fosfaat waardoor het fosfaat niet meer beschikbaar is voor de plantengroei. Indien de drijvende waterweegbree in voedselrijke wateren voorkomt is dat op plekken met afstromend regenwater of kwel. Het habitat kunnen allerlei watertypen zijn zoals heide- en veenplassen, duinplassen, leemkuilen, meren, afgesloten rivierarmen, laaglandbeken, kanalen, sloten,

watervoerende greppels en vijvers. De drijvende waterweegbree kan zowel ondergedoken, als op drooggevallen oevers staan.

De Drijvende waterweegbree komt voor in vegetatietypen van de fonteinkruidklasse en de oeverkruidklasse. In stilstaande wateren komt de drijvende waterweegbree voor in de Associatie van Biesvaren en Waterlobelia, de Pilvaren associatie, de Associatie van Vlottende bies en de Naaldwaterbies associatie (www.synbiosys.nl); dit zijn de

habitattypen 3110 (Mineraalarme oligotrofe wateren van de Atlantische zandvlakten) en 3130 (Oligotrofe tot mesotrofe stilstaande wateren). In stromend water komt de

drijvende waterweegbree voor in de rompgemeenschap van gewoon sterrenkroos (Habitattype 3260, Submontane en laagland rivieren) (Janssen en Schaminée 2003).

levenskrachtig blijven. Daarnaast heeft de drijvende waterweegbree een goed verbreidingsvermogen. De zaden worden meegenomen door watervogels, afgebroken plantendelen kunnen elders wortel schieten. Ondergedoken populaties verbreiden zich vegetatief (Janssen & Schaminée 2004).

Voor het duurzaam instandhouden van een groeiplaats is een zekere dynamiek noodzakelijk. Dit kan golfwerking, stromend water of uitdroging van oevers zijn (Profieldocument LNV, Weeda et al., 1991).

6. Huidige staat van instandhouding (profielendoc) Matig ongunstig

Aspect 1994 2004 2007

Verspreiding Matig ongunstig Matig ongunstig Matig ongunstig Oppervlakte Matig ongunstig Matig ongunstig Matig ongunstig Kwaliteit Matig ongunstig Matig ongunstig Matig ongunstig Toekomst-perspectief Matig ongunstig Matig ongunstig Matig ongunstig Beoordeling SvI Matig ongunstig Matig ongunstig Matig ongunstig 7. Nulmeting, trend en monitoring (factsheets, profielen, NEM, SNL)

Het zwaartepunt van het verspreidingsgebied van de Drijvende waterweegbree bevindt zich in West-Frankrijk, Engeland, Nederland en Noord-Duitsland. De soort is in het gehele verspreidingsgebied zeldzaam en bedreigd. Eén van de grootste populaties bevindt zich in Noord-Brabant en aangrenzend Noord-Limburg. In dit gebied liggen binnen Nederland meer dan de helft van de kilometerhokken waarbinnen de soort is waargenomen. Buiten dit gebied komt de soort plaatselijk voor, met name in Overijssel en Gelderland. Binnen Gelderland komt de soort op een beperkt aantal locaties voor op de Veluwe, in de Achterhoek en in de IJsselvallei. Het gaat hier vooral om groeiplaatsen in zwak gebufferde vennen, terwijl de soort landelijk het meest voorkomt in beken.

Binnen het Natura 2000 gebied Veluwe is de Drijvende waterweegbree zeldzaam en slechts op enkele locaties aanwezig. Sinds 1990 is de soort van vier locaties in vennen/stilstaand water bekend. Deze zijn gelegen in de omgeving van Vaassen, Apeldoorn en Ede. Daarnaast is de soort waargenomen in stromend water bij de Hierdense beek.

De Drijvende waterweegbree is in Nederland in de loop van de 20ste eeuw zowel in aantal als verspreiding sterk afgenomen. Deze ontwikkeling heeft vooral de maken met de achteruitgang van (water)kwaliteit van beken en stilstaande wateren. Rond 1930 kwam de soort voor in circa 850 kilometerhokken, in 1999 nog in ruim 200. Sinds ca. 2000 is de populatie landelijk ongeveer gelijk gebleven; op een aantal locaties is de ontwikkeling gunstig, elders is sprake van achteruitgang.

Ook de waarnemingen op de Veluwe duiden op een afname van verspreiding en populatieomvang van de soort in de loop van de 20ste eeuw. Het aantal uurhokken waar de Drijvende waterweegbree is waargenomen is er afgenomen. Het lijkt erop dat de soort hier ook in de recente periode nog onder druk staat. Gegevens uit de periode voor en na 1996 duiden hierop. Er zijn echter slechts losse waarnemingen beschikbaar, die geen compleet

In 2013 is in opdracht van de Provincie Gelderland door DLG uitgezocht welke waarnemingen van de habitatrichtlijnsoort H1831 Drijvende waterweegbree aanwezig zijn in de Nationale Database Flora en Fauna (NDFF; peildatum juni 2013). Dit geeft een indicatief (niet volledig) beeld van de mate van voorkomen van deze soort in het Natura 2000 gebied Veluwe. Het betreft hier 23 waarnemingen van de Drijvende waterweegbree vanaf 1 januari 2000.

NDFF waarnemingen Veluwe van habitatrichtlijnsoort H1831 Drijvende waterweegbree vanaf 1-1-2000 (peildatum 1 juni 2013)

Soort Soortengroep Aantal maal waargenomen binnen Natura 2000 gebied

H1831 Drijvende waterweegbree

Vaatplanten 23

Binnen het NEM (Netwerk Ecologische Monitoring) is het verspreidingsonderzoek voor planten voor de Drijvende Waterweegbree van belang. Dit richt zich op het vaststellen van de aan- of afwezigheid van de soort per kilometerhok, aangevuld met een schatting van de populatieomvang. Voor de Veluwe moet dit een verspreidingsbeeld en aantalsindicatie van de Drijvende Waterweegbree op kilometerhokniveau opleveren. Voor deze soort is dit echter nog niet goed in beeld; een aandachtspunt is met name om uitsluitsel te krijgen over of een uit het verleden bekende populatie al dan niet is verdwenen (bron: Meetprogramma’s voor flora en fauna. Kwaliteitsrapportage NEM over 2011, CBS 2012).

In het kader van de SNL-monitoring van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) wordt er op de Veluwe binnen het beheertype N06.05 Zwakgebufferd ven eens in de 6 jaar een kartering uitgevoerd van de verspreiding en talrijkheid van de Drijvende waterweegbree. Mogelijk wordt deze soort op de Veluwe ook meegenomen in de SNL-inventarisatie van de beheertypen N03.01 Beek en bron en N04.02 Zoete plas (dan waarschijnlijk eens in de 6 jaar). De invulling van de SNL-monitoring voor deze twee beheertypen is echter nog niet bepaald. Ook worden eens in de 6 jaar gegevens verzameld over het leefgebied (abiotiek, ruimtelijke samenhang, stikstofdepositie).

Doordat het bovengenoemde NEM-meetnet nog een onvolledig beeld van de Drijvende waterweegbree oplevert en de invulling van de SNL-monitoring voor de beheertypen Beek en bron en Zoete plas nog niet is bepaald, is het van belang om komende jaren te bewaken dat de monitoring die hieruit voortkomt daadwerkelijk het gewenste inzicht in verspreiding, aantalstrend en leefgebiedskenmerken gaat leveren.

Nulmeting, trend en monitoring Drijvende waterweegbree (H1831)

Aantal Verspreiding

Nulmeting Landelijk en Veluwe: zeldzaam, aantallen onbekend, gegevens onvolledig.

Landelijk: wijd verspreid in Noord-Brabant en Noord- Limburg; daarbuiten op beperkt aantal plaatsen, vooral in Overijssel en Gelderland.

Veluwe: op enkele locaties verspreid over gebied. Trend Landelijk: in 20ste eeuw sterk

afgenomen, vanaf ca. 2000 ongeveer stabiel.

Veluwe: in 20ste eeuw afgenomen, tot heden waarschijnlijk nog steeds onder druk, gegevens onvolledig.

Landelijk: in 20ste eeuw sterk afgenomen, vanaf ca. 2000 ongeveer stabiel.

Veluwe: in 20ste eeuw afgenomen, tot heden waarschijnlijk nog steeds onder druk, gegevens onvolledig.

Monitoringpro-gramma’s Geen aantalsmonitoring. Wel schattingen van

populatieomvang in kader van NEM verspreidingsonderzoek planten.

SNL-monitoring planten binnen beheertype N06.05 Zwakgebufferd ven (eens in 6 jaar; coördinatie: Provincie Gelderland). NEM verspreidingsonderzoek planten (coördinatie: FLORON,) SNL-monitoring planten binnen beheertype N06.05 Zwakgebufferd ven (eens in 6 jaar; coördinatie: Provincie Gelderland).

8. Kansen (factsheets)

Naast de locaties waar de soort is aangetroffen zijn er diverse plekken potentieel geschikt. Het gaat hier vooral om mogelijkheden voor ontwikkeling van nieuwe populaties in beken en sprengen. Op de zuidelijke Veluwe zijn de sprengsystemen van de Heelsumsche, Renkumsche, Rozendaalse- en Beekhuizerbeek locaties waar de Drijvende waterweegbree zou kunnen voorkomen. Op de oostelijks Veluwe is het Wisselse veen, een kwellocatie, zeker geschikt. Verder zijn het Kootwijkerveen en de Leemputten bij Staverden potentieel geschikt. 9. Storende factoren

Verzuring Vermesting

Verdroging (afname ijzerrijke kwel) Concurrentie

10. Strategie

Terugdringen van verzuring, vermesting en verdroging.

Geschikte groeiplaatsen (met kwel) creëren bij herstel en beheer van sprengen en beken. Zorgen voor voldoende open water en kale oevers bij vennen, beken en leemkuilen. Opschonen vennen in vennenherstelprogramma.

Strategie voor deze soort

Omvang Strategie is om te voorkomen dat Leemkuilen dichtgroeien. Kansen voor uitbreiding zijn er in de Hierdense Beek bij landgoed Staverden In het vennenherstelprogramma wordt ook aandacht besteed aan de drijvende waterweegbree.

Ruimte Wordt uitgewerkt in vennenherstelprogramma Kwaliteit wordt uitgewerkt in vennenherstelprogramma Tijd wordt uitgewerkt in vennenherstelprogramma