• No results found

Wat zijn de grootste troeven van de korte keten?

3. Case opzet en methode

4.4. Wat zijn de grootste troeven van de korte keten?

Om de korte keten te kunnen opschalen is het van belang dat men de grootste voordelen of troeven die deze sector te bieden heeft, sterker in de verf zet. Op deze manier verhoogt men de kans op een toenemende interesse bij een groter publiek.

De troeven waar de deelnemers van de focusgroep aan dachten werden gerangschikt van meest naar minst belangrijke, eerst op volgorde van de deelnemers zelf en daarna in de volgorde waarvan zij dachten dat ze toepasselijk zouden zijn voor de potentiële korte keten consument. Een schematische voorstelling van het resultaat is weergegeven in Figuur 19, een foto van hoe het er in de praktijk uitzag is terug te vinden in Bijlage 2.

Figuur 19: Rangschikking van de belangrijkste troeven van de korte keten. Linkerkolom is telkens de volgorde voor de deelnemers, rechterkolom is telkens de volgorde voor de potentiële korte keten consument. Gele post-its zijn achteraf, tijdens de bespreking van de oefening, toegevoegd.

Met appreciatie mikt men zowel op de voldoening van de producent die hij uit zijn vakmanschap kan halen, als op de waardering van het werk van de boer door de consument (en de energie die de landbouwer daar dan weer van krijgt).

Een connectie tussen producent en consument zou voor meer bewustwording kunnen zorgen, waardoor men automatisch ook duurzamer zal omgaan met voeding (minder verspillen, meer seizoensgebonden producten aankopen,...). De producent weet daarnaast - door rechtstreeks contact te hebben met de consument - wat deze laatste verlangt en zal daardoor bijvoorbeeld automatisch meer aandacht hebben voor milieuvriendelijke productie (F).

49 Wat opvalt is dat men in de eerste twee sets van troeven voor de potentiële korte keten consument de prijs voor de boer eerder laag plaatst. Daarmee drukken de deelnemers een overtuiging uit dat de consument vooral geïnteresseerd is in de korte keten omdat hij op zoek is naar vertrouwen en lokaliteit, en dat hij minder wakker ligt van de prijs die de boer krijgt voor zijn producten (omdat hij zich daar niet echt van bewust is of er niet zozeer belang aan hecht) (F). 60 % van de respondenten van de enquête geeft echter aan dat een eerlijke prijs voor de boer wel degelijk een zeer belangrijk aspect van de korte keten is, en dit is ook een veel voorkomend antwoord op de open vraag ‘welke aspecten zetten u ertoe aan om voor korte keten te kiezen?’. Een belangrijke bemerking die hier echter bij gemaakt moet worden, is dat slechts 15 % van deze respondenten potentiële korte keten consumenten zijn. De andere 85 % is zich wellicht wel bewust van het belang van een eerlijke prijs voor de boer, doordat men bekend is met zijn situatie omdat men reeds klant is bij de korte keten.

Daarnaast zou voor de consument een goede prijs-kwaliteit verhouding primeren, alsook

versheid en kwaliteit op zich (F). Deze laatste 2 troeven worden voor resp. 69 % en 65 %

van de enquête-respondenten ook als zeer belangrijk geacht, en resp. 20 % en 13 % haalde dit zelf aan wanneer gevraagd wordt welke aspecten ervoor zorgen dat men voor korte keten kiest. De prijs-kwaliteit verhouding van een product is bovendien indirect gelinkt aan

zeggenschap over de prijs, want iets kan slechts economisch duurzaam zijn als de kwaliteit

goed is (anders kan de boer er ook geen eerlijke prijs voor vragen en krijgen) (F).

4.4.1. Hoe overtuigt men de consument om in het korte keten gebeuren te stappen? Deze vraag volgde op de voorgaande denkoefening, om zo de deelnemers van de focusgroep aan te moedigen om zich nog meer in te leven in de consument.

Kwaliteit is volgens de deelnemers van de focusgroep prioriteit voor de consument. Dit wordt

- zoals reeds aangehaald hierboven - bevestigd door de huidige en potentiële korte keten consumenten die de enquête invulden, en ook het onderzoek van Kneafsey et al. (2013) toont aan dat de kwaliteit van een product zeer belangrijk is voor de consument. Hiermee impliceert men niet meteen dat het gangbare voedingssysteem geen of onvoldoende kwaliteit beidt, maar in elk geval zijn de deelnemers van mening dat de consument de korte keten associeert met betere kwaliteit. Dit is volgens hen overigens niet te verwarren met versheid: groenten en fruit kunnen vers zijn, rijstpap van hoevemelk is kwaliteit, is authentiek (F). Versheid is dus een onderdeel van kwaliteit, maar niet het enige. Het wordt van alle aspecten wel het vaakst aangeduid als zeer belangrijk, authenticiteit daarentegen is minder van belang voor de respondenten (ook al vindt 31 % deze factor nog wel belangrijk) (E). Volgens Renting et al. (2003) is versheid inderdaad een motivatie van consumenten om korte keten producen te kopen.

Wat opvalt is dat de factor ‘smaak’ niet wordt aangehaald door de deelnemers van de focusgroep, en ook slechts in beperkte mate (11 %) door de respondenten van de enquête. Toch wijst onderzoek uit dat deze parameter voor de gemiddelde Nederlandse consument de belangrijkste eis is bij de aankoop van voedsel (Sijtsema, 2018). Voor korte keten consumenten lijkt dit minder de bovenhand te nemen (Renting et al., 2003); wellicht omdat de consument die aangetrokken wordt door de korte keten vaak sterke principes of waarden met zich meedraagt die zijn/haar belangrijkste motivatie vormen. Dit neemt echter niet weg dat het interessant zou kunnen zijn om deze troef wel uit te spelen, omdat men zo wellicht de minder

50 bewuste consument wel warm kan maken voor de korte keten en men op die manier dichter bij de gewenste opschaling kan komen.

Daarnaast is het productieproces van een korte keten product volgens de deelnemers van de focusgroep ambachtelijker. De korte keten landbouwer moet namelijk in veel gevallen zijn product terug beter leren kennen omdat hij opnieuw in contact komt met meerdere stappen van het productieproces. Ook kan deze verhoogde betrokkenheid met het proces ervoor zorgen dat een groter deel van het product gebruikt kan worden en niet moet worden geëxporteerd: men kan op deze manier namelijk creatiever omgaan met reststromen of bijproducten. Voor de consument is het echter geen prioriteit dat een korte keten product ambachtelijk is; slechts 28 % vindt dit belangrijk (wat weinig is in vergelijking met de andere bevraagde aspecten). Voor de boer zelf is het bovendien vaak tijdrovend om naast zijn hoofdactiviteiten ook nog nevenactiviteiten uit te voeren zoals de verwerking van een levensmiddel (Lancker et al., 2018).

Ecologische duurzaamheid wordt daarnaast volgens de deelnemers van de focusgroep ook

zeer belangrijk geacht voor de consument. Een voorbeeld hiervan is biodiversiteit, wat doelt op het gebruik van verschillende gewassen en teelten. Wat opvalt aan de enquêteresultaten is dat 38 % van de respondenten zegt te kiezen voor korte keten omwille van milieuredenen (door het aanbod aan biologische producten, de reductie van afval en de eerder genoemde beperking van voedselkilometers), maar dat biodiversiteit niet wordt gezien als een typisch kenmerk van de korte keten.

Ook lokaliteit kan voor de consument belangrijk zijn, bijvoorbeeld om de lokale economie te steunen (F). Dit wordt bevestigd door de enquêteresultaten: 55 % beschouwt lokaliteit als een zeer belangrijk element van de korte keten, en 22 % geeft aan zijn aankopen te doen bij de korte keten om zo de lokale boeren te steunen. Mogelijks heeft de huidige corona crisis enige invloed op deze resultaten (het grootste deel hiervan is verzameld tijdens de crisis), aangezien daardoor het belang van het steunen van de lokale economie voor veel mensen toegenomen is (Vanhoutte, 2020).

Consumenten zijn steeds bewuster bezig met voeding. Daarom kan de verbinding met voedsel die ontstaat in de korte keten, ook een argument zijn om in dit systeem te stappen. Ook volgens Renting et al. (2003) is groeiende bewustwording over problemen i.v.m. ecologie, gezondheid en dierenwelzijn een motivatie van consumenten om korte keten producten aan te kopen.

Gemak is tenslotte nog een doorslaggevend aspect voor veel consumenten bij het aankopen

van voedsel (F). Uit de antwoorden van de enquête bleek dat aspect zelfs het op één na grootste werkpunt te zijn van de korte keten. Voorlopig overtuigt men daarmee de consument dus nog niet om in de korte keten te stappen, want het is (nog) niet (voldoende) aanwezig. Vandaag moet men als consument gemotiveerd zijn om deel te nemen aan het korte keten gebeuren, omdat men er vaak (extra) moeite voor moet doen (bijvoorbeeld door inkopen te doen op verschillende plekken of door langer in de keuken te staan). Hierbij kan men zich ook de vraag stellen in hoeverre het mogelijk is om dit gemak voldoende te introduceren in de korte keten; het rechtstreekse contact tussen boer en consument is immers voor velen kenmerkend voor de korte keten en hier moet vaak door minstens een van beide partijen een inspanning voor gedaan worden (F). Men is enerzijds, zoals reeds aangehaald, van mening dat de consument de weg naar de korte keten moet vinden, maar wellicht moet de korte keten ook

51 dichter bij de consument komen (bijvoorbeeld met behulp van initiatieven zoals de buurderijen en lokale markten).

Andere aspecten die de enquête-respondent ertoe aanzetten om voor korte keten te kiezen zijn de aankoop van gezonde en seizoensgebonden producten, kennis over de herkomst van het product (transparantie), het grote aanbod aan biologische producten en contact met de producent.

Wanneer gevraagd werd om verschillende aspecten van een korte keten product te beoordelen naar het belang ervan, gaf men de versheid, de kwaliteit en de eerlijke prijs voor de boer de hoogste scores (zie Figuur 20). Lokale productie en aandacht voor dierenwelzijn staan op een gedeelde vierde plaats. Men hecht het minste belang aan de mogelijkheid om actief deel te nemen aan verschillende activiteiten van het landbouwbedrijf, wat wordt bevestigd door de praktijk: slechts een zeer klein aandeel - ‘een niche binnen de niche’ – van de Vlaamse consument sluit zich aan bij initiatieven zoals CSA’s, die mensen vragen om mee te helpen op de boerderij.

In de literatuurstudie kwamen vele van bovenstaande aspecten reeds aan bod, en werden de eerlijke prijs voor de producent alsook de herkomst en kwaliteit van het product ook benoemd als zeer belangrijke motivaties voor de consument.

52 Figuur 20: enquêteresultaten van de vraag 'hoe belangrijk vindt u het dat een korte keten product...?'

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% afkomstig is van een producent die zijn consumenten

wil laten deelnemen aan activiteiten ambachtelijk geproduceerd is

authentiek is biologisch geproduceerd is afkomstig is van een producent die is transparant en

open is naar zijn klanten toe

afkomstig is van een bedrijf waarvoor biodiversiteit belangrijk is

afkomstig is van een producent die zo weinig mogelijk afvalstoffen produceert en zo veel mogelijk recycleert een minimaal aantal schakels doorlopen heeft gezond is seizoensgebonden is tot minimale voedselverspilling heeft geleid milieuvriendelijk geproduceerd is afkomstig is van een bedrijf waarvoor dierenwelzijn belangrijk is (in het geval van dierlijke producten)

lokaal geproduceerd is zo geprijsd is dat de boer er een eerlijk aandeel van

krijgt

van goede kwaliteit is vers is

Helemaal niet belangrijk Niet belangrijk Eerder niet belangrijk

53