• No results found

3. Case opzet en methode

3.2. Bestudeerde case

Voor dit onderzoek werd samengewerkt met de organisatie VANIER. VANIER maakt gebruik van een online platform dat producten van boeren uit de omgeving beschikbaar stelt voor retailers en horecazaken in Gent, die de gewenste producten kunnen bestellen via de website. De organisatie maakt deel uit van de coöperatie Linked.Farm (VANIER, 2019). Het doel van Linked.Farm is om korte keten initiatieven te helpen om economisch rendabel te worden. Daarnaast pleiten ze voor een transitie naar een eerlijker, gezonder en transparanter voedselsysteem. Zo wil men boeren helpen bij het opschalen van hun bedrijf door samenwerkingen tot stand te brengen en digitale tools ter beschikking te stellen om zo bijvoorbeeld hun logistiek te optimaliseren. Linked.farm beschrijft zichzelf als een open netwerk dat gezond en kwaliteitsvol voedsel beschikbaar wil maken, met een eerlijke prijs voor zowel de boer als de consument (LINKED.FARM, 2019).

37

3.3. Methode

Met behulp van deze thesis wordt onderzocht of het implementeren van een label voor korte keten producten de opschaling van de korte keten positief kan beïnvloeden, en hoe men eventueel concreet zo'n label zou kunnen ontwikkelen. Om hierop een antwoord te kunnen formuleren, is voornamelijk aan kwalitatief onderzoek gedaan. Dit soort methode helpt de onderzoeker immers meer dan kwantitatieve benaderingen wanneer het gaat over het krijgen van inzicht in probleemstellingen en oplossingsrichtingen van complexe situaties waarbij veel actoren en aspecten betrokken zijn (Graham-Rowe et al., 2014; Williams, 2007). En dus is een kwalitatieve aanpak ook aangewezen voor “the development of concepts which help us to understand social phenomena in natural (rather than experimental) settings, giving due emphasis to the meanings, experiences and views of the participants” (Pope and Mays, 1995). Uit de literatuur over korte keten systemen in landbouw- en voeding (en over duurzame ‘systemen’ in het algemeen) vindt men terug dat dit typisch gaat over eerder complexe contexten, die zich dus lenen voor een kwalitatieve studie en aanpak.

Vaak is kwalitatief onderzoek ook cruciaal in een voorbereidende fase waarin de juiste vragen scherp gesteld worden en mogelijk gevolgd worden door verder werk met (meer) kwantitatieve tools (Bryman, 2006; Newenhouse and Schmit, 2000). In wat volgt worden de voornaamste instrumenten van kwalitatief onderzoek die werden gebruikt in deze masterproef, toegelicht. 3.3.1. Semi-gestructureerde interviews

Waar gestructureerde interviews een vaste volgorde en precieze verwoording van vragen aanhouden, bieden semi-gestructureerde interviews het voordeel van meer flexibiliteit en kan men beter doorvragen om tot een juistere beoordeling te komen van de mening van de geïnterviewde (Cohen et al., 2000). Een semi-gestructureerd interview heeft wel een algemene structuur door vooraf bepaalde hoofdvragen, maar de interviewer kan voortdurend bij- en doorvragen in functie van de antwoorden die er al zijn en van de behoefte van de interviewer naar verder detail (Drever, 1995). Zo kan men waardevolle kwalitatieve informatie verzamelen met voldoende diepgang en met de (vaak zeer relevante) bijhorende nuances, motiveringen, enz. (Meijer, 1999). Omwille van die diepgang van informatie, die in belangrijke mate bijdraagt tot begrip van dynamieken (of juist van inertie/stilstand), werd in dit onderzoek gekozen voor dit type van interview.

De geïnterviewde personen werden geselecteerd omdat ze beschouwd werden als ‘evidente’ stakeholders (bijvoorbeeld omdat hun naam en/of organisatie terugkwam in diverse documenten, realisaties, enz.). Verderop in het traject werd gebruikt gemaakt van het 'sneeuwbaleffect': aan de geïnterviewde werd op het einde van het gesprek gevraagd welke persoon/organisatie volgens hem/haar verder interessant kon zijn om een interview van af te nemen, om zo tenslotte een beter beeld te krijgen op de situatie rond de specifieke vraag. Uiteindelijk werden op deze manier 8 personen geïnterviewd. Een overzicht vindt men in Tabel 1.

38 Tabel 1: Opsomming van de verschillende geïnterviewden, hun functie en de datum waarop het interview afgenomen werd.

CODE NAAM FUNCTIE DATUM INTERVIEW

I1 Daniël Cromphout Verantwoordelijke KBC voor landbouwsegment

21/10/2019

I2 Bart Thoelen Consulent Steunpunt Korte Keten

28/10/2019

I3 Patrick Pasgang Innovatieconsulent Boerenbond

5/11/2019

I4 Rob Renaerts Consulent en oprichter

Coduco en Good Food label

12/11/2019

I5 Bart Wolfs Oprichter Naruda, cats&dogs 19/11/2019 I6 Sara De Preter Promotie korte keten binnen

VLAM

25/11/2019

I7 Joris Aertsens Duurzame ketens opzetten bij Rikolto

25/11/2019

I8 Nele Lauwers Consulent Boerenbond 16/12/2019

3.3.2. Focusgroep

Een focusgroep wordt beschreven als een gesprek tussen een beperkt aantal deelnemers, dat gestuurd wordt door een moderator die bepaalde onderwerpen aanreikt. Belangrijk hierbij is de interactie die op deze manier ontstaat tussen de deelnemers (VIGL, 2018).

Het doel van de focusgroep die plaatsvond in het kader van deze masterproef, was om dieper in te gaan op de thematiek van de korte keten en labels, en daarnaast gedachtewisselingen te doen ontstaan tussen verschillende actoren die begaan zijn met het korte keten gebeuren. Voordelen van deze onderzoeksmethode zijn onder andere het verkrijgen van zowel verbale als non-verbale, diepgaande informatie, de interactie die ontstaat tussen de deelnemers, de mogelijkheid tot spontaniteit en flexibiliteit in het gesprek en de mogelijkheid om tot een consensus te komen wanneer het over complexe vraagstukken gaat. Mogelijke nadelen zijn de subjectiviteit, de beïnvloeding van de deelnemers onderling en het beperkt aantal vragen die gesteld kunnen worden tijdens het gesprek (VIGL, 2018).

Alle geïnterviewden (zie Tabel 1), alsook Laurence Claerhout van VANIER en nog enkele andere actoren werkzaam binnen het korte keten gebeuren, werden uitgenodigd. Uiteindelijk vond de focusgroep plaats op 25/02/2020, de deelnemers vindt men terug in Tabel 2. Daarnaast waren mijn promotor en ikzelf aanwezig als moderatoren.

39 Tabel 2: opsomming van de verschillende deelnemers van de focusgroep en hun functie.

CODE NAAM FUNCTIE

F1 Ann Detelder Coördinator Steunpunt

Korte Keten

F2 Daniël Cromphout Verantwoordelijke KBC

voor landbouwsegment

F3 Nele Lauwers Consulent Boerenbond

3.3.3. Enquête

Binnen dit onderzoek was het van groot belang om, naast korte keten experts, ook consumenten te bevragen naar hun mening over een potentieel label voor de korte keten. Zij zijn namelijk degenen voor wie, indien het er zou komen, het label bedoeld is: als er van hun kant geen interesse zou blijken, heeft het waarschijnlijk niet veel zin om het label te ontwikkelen. Daarnaast is het ook belangrijk om te weten wat er speelt aan de consumentenzijde als men aan opschaling wil doen: het heeft namelijk slechts zin om het aanbod te vergroten als de vraag hier in mee gaat.

De doelgroepen waarbij deze enquête werd afgenomen zijn potentiële en huidige korte keten consumenten. Deze doelgroepen werden benaderd door enerzijds contact op te nemen met organisaties die zich bezighouden met duurzame voeding, omdat men hier een consument terugvindt die gemiddeld genomen al bewuster bezig is met voeding en waarvan de kans daarom groter is dat hij een potentiële korte keten consument is. Anderzijds werden ook Steunpunt Korte Keten en reeds bestaande korte keten platformen benaderd voor hulp bij de verspreiding van deze enquête. Concreet werd de enquête gepromoot op de website/nieuwsbrief/facebookpagina/… van deze organisaties en bedrijven.

De enquête (zie Bijlage 1) is opgesteld met behulp van het online enquêtehulpmiddel SurveyMonkey en werd verspreid van 9/03/2020 tot 22/04/2020. De enquêtevragen werden voor de verspreiding meermaals gecontroleerd en getest. Uiteindelijk namen 423 respondenten deel aan de enquête.

De enquête vroeg eerst naar de algemene achtergrond van de respondent: leeftijd, geslacht, opleidingsniveau en gezinssituatie. Vervolgens werd bevraagd of de respondent reeds een (potentiële) korte keten consument is en aan de huidige korte keten consumenten werd gevraagd bij welke initiatieven zij hun korte keten producten aankopen. Indien de respondent aangaf niet tot de doelgroep te behoren, werd de enquête automatisch afgesloten. Ook werd er gevraagd naar een definitie en kenmerkende aspecten van de korte keten. Daarna werd gepolst naar de mate waarin bepaalde kenmerken van de korte keten voor de respondent typerend en belangrijk zijn, alsook naar de belangrijkste werkpunten van de korte keten. Tenslotte werden nog enkele vragen gesteld omtrent het gebruik van labels en hoe deze het aankoopgedrag van de respondent al dan niet beïnvloeden, en of de respondent het belangrijk vindt dat er een vorm van controle vasthangt aan een label.

40

4. Resultaten en discussie

Dit onderdeel bestaat uit een samenvatting van de verschillende resultaten van zowel de interviews, de enquête als de focusgroep. De structuur die gevolgd wordt is gelijkaardig aan die van de literatuurstudie: eerst wordt de korte keten vergeleken met het gangbare landbouw- en voedingssysteem, in het bijzonder op vlak van duurzaamheid; de kijk van de consument op de korte keten wordt besproken en tenslotte wordt gekeken naar het nut en de invulling van een potentieel korte keten label.

Vermeldingen uit de interviews worden aangeduid met de letter ‘I’ en een cijfer dat overeenkomt met een van de geïnterviewde personen (men kan de namen van deze personen terugvinden in Tabel 1). Naar analogie staat ‘F’ voor focusgroep in het algemeen, of indien een citaat uit de focusgroep wordt aangehaald, wordt dit aangeduid door ‘F’ en een cijfer dat overeenkomt met een van de deelnemers van de focusgroep (zie deelnemers in Tabel 2). Tenslotte duidt ‘E’ op resultaten van de enquête.

Het merendeel van de respondenten van de enquête is tussen 36 en 50 jaar oud (39 %) en is vrouw (78 %). Iets minder dan de helft (44 %) is gehuwd/woont samen en heeft kinderen. Daarnaast zegt 84 % van de bevraagden regelmatig korte keten producten te kopen en 14 % overweegt dat te gaan doen in de toekomst. Daarmee is de doelstelling om een dominant ‘korte keten publiek’ te bereiken, geslaagd.