• No results found

Een gezond(er) en veilig(er) leefmilieu

De provincie werkt aan een gezonde en veilige leefomgeving in Zuid-Holland. Dat doen we door ervoor te zorgen dat mensen zo weinig mogelijk worden blootgesteld aan:

• Verontreinigde lucht

• Te hoge geluidbelasting

• Risico’s vanwege risicovolle activiteiten met, of transport van, gevaarlijke stoffen.

Waarbij minimaal voldaan dient te worden aan Europese en nationale normen die op deze gebieden gelden.

De (emissie)normen voor lucht, geluid en externe veiligheid bepalen de ontwikkelruimte in Zuid-Holland. Tot 2040 is er met name in de stedelijke netwerken (zoals de Randstad) sprake van een groeiende bevolking en mobiliteit.

Dit kan bij ongewijzigd beleid leiden tot meer geluid, een mindere luchtkwaliteit en meer veiligheidsrisico’s. In de economische zwaartepunten, zoals de dienstensector in de steden, de industrie daarbuiten, de Rotterdamse haven en de Greenports, wordt een productiegroei verwacht. Bij ongewijzigd beleid kan dit eveneens leiden tot grotere milieudruk. Deze groei biedt echter ook kansen voor innovatieve maatregelen om de groei-ambities binnen de huidige milieugrenzen (geluid, lucht, stikstof depositie en veiligheid) op te vangen. Het is van belang om het aantal blootgestelden aan overmatige geluidbelasting, stikstofoxiden (NOx), fijnstof en verhoogd overlijdensrisico als gevolg van activiteiten met gevaarlijke stoffen in de provincie te blijven monitoren en beleid zo nodig aan te passen om Zuid-Holland aantrekkelijk te houden.

Wat gaan we doen om deze effecten te bereiken?

De aanpak van luchtkwaliteit wordt voortgezet met aanvullende maatregelen ter verbetering van een gezonde leefomgeving en om nieuwe knelpunten te voorkomen. Door uitvoering te geven aan luchtkwaliteitsprojecten wordt een bijdrage geleverd aan de verbetering van het woon-, werk-, en leefklimaat. Door projecten te kiezen, die ook economische, ruimtelijke, groene en mobiliteitsambities dienen, versterken deze doelen elkaar en worden middelen efficiënt benut.

Het toepassen van geluid-reducerende maatregelen langs provinciale wegen leidt tot afname van het aantal blootgestelden aan geluidhinder. In het Actieplan Geluid 2018-2023 is vastgelegd welke geluidsknelpunten er zijn en welke van deze knelpunten de komende jaren worden aangepakt. Bij de uitvoering wordt uitgegaan van het toepassen van de meest kosteneffectieve maatregelen.

De provincie beperkt de risico’s op ongevallen met gevaarlijke stoffen en werkt hierin samen met gemeenten en veiligheidsregio’s. Door afspraken te maken over de taakuitvoering en kwaliteit wordt de uitvoering van het externe veiligheid-beleid geprofessionaliseerd. Omgevingsrisico's worden dan op een goede wijze opgenomen in vergunningen, bestemmingsplannen en visies. Het provinciaal ruimtelijk beleid geeft hieraan richting en biedt een kader waarmee nieuwe knelpunten kunnen worden voorkomen. Daarnaast worden bestaande knelpunten zoveel mogelijk opgelost door bron- of ruimtelijke maatregelen te nemen. Dit alles draagt bij aan een veiliger leefmilieu.

De provincie Zuid-Holland voert namens alle decentrale overheden in Nederland het secretariaat voor de Impuls Omgevingsveiligheid. Dit landelijke programma waarbij het structureel vergroten en verankeren van veiligheid centraal staat wordt naar verwachting in 2020 met een jaar worden verlengd, waarbij de middelen bij

Decembercirculaire 2019 bekend worden. Deze middelen zullen bij de Voorjaarsnota 2020 aan de begroting worden toegevoegd.

Via vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) op inrichtingen (bedrijven) worden hinder, emissies en risico’s beperkt en wordt bijgedragen aan een schone en veilige leefomgeving. De provincie is op grond van de

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) vergunningverlenend, toezichthoudend en handhavend bevoegd gezag voor circa 350 complexe en risicovolle inrichtingen. Het versterken van vergunningverlening en toezicht zoals dat in 2018 is besloten, wordt voortgezet.

Het meerjarige programma Altijd Actuele Digitale Vergunning (AADV) is in uitvoering. Doel van dit programma is om te komen tot een digitale vergunning die meerwaarde oplevert voor ons als bevoegd gezag (efficiëntie), de bedrijven (efficiëntie en lastenvermindering) en de inwoners (transparantie).

Wat mag dat kosten voor het doel?

(bedragen x € 1.000) Jaarrekening 2018

Begroting 2019 na VJN

Begroting 2019 na NJN

Raming 2020

Raming 2021

Raming 2022

Raming 2023

Lasten 58.964 66.264 66.252 72.353 55.008 54.968 53.754

Baten 4.643 3.700 3.700 3.580 3.400 3.400 3.400

Totaal saldo baten en lasten 54.321 62.564 62.552 68.773 51.608 51.568 50.354

Toevoeging aan reserve 10.185 10.264 10.264 0 0 0 0

Onttrekking aan reserve 11.669 11.405 11.568 7.383 0 0 0

Subtotaal reserves -1.484 -1.141 -1.304 -7.383 0 0 0

Resultaat 52.837 61.424 61.248 61.390 51.608 51.568 50.354

Toelichting meerjarenraming

Het merendeel van de lasten (€ 50,1 mln) binnen doel 1.6 is bestemd voor de uitvoering van de taken op het gebied van Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH) bij de omgevingsdiensten. Verder bedragen de apparaatslasten € 3 mln. De overige lasten worden ingezet op de structurele milieu dossiers en een aantal incidentele projecten (CLINSH, VV2.0 en Impuls Omgevingsveiligheid). De daling in de lasten vanaf 2021 heeft te maken met het feit dat de incidentele projecten uitfaseren, waarbij de impact van het IOV het grootste is met € 10 mln op jaarbasis.

De baten hebben betrekking op leges die de provincie ontvangt voor het zogenaamde BRIKS-deel van de omgevingsvergunningen (waarbij BRIKS staat voor Bouwen, Reclame, Inritten, Kappen en Slopen).

Welke instrumenten zetten we hiervoor in?

Overzicht reserves

(bedragen x € 1.000) Jaarrekening 2018

De regeling opruiming drugsafval Zuid-Holland is onderdeel van een landelijke regeling. Het doel van de regeling is om de kosten voor gemeenten en grondeigenaren voor maximaal 50% te compenseren en om gevaren voor milieu en gezondheid te voorkomen.

Voor deze subsidieregeling zijn de middelen uitgeput en kan geen subsidie meer worden verstrekt. Wel zijn er landelijke ontwikkelingen; er is toegezegd dat er ter compensatie van de directe opruimkosten op particuliere grond voor 2020 extra middelen door het Rijk beschikbaar worden gesteld. Op het moment dat de middelen worden toegewezen, zullen deze aan de Begroting 2020 worden toegevoegd.

Zie paragraaf Subsidies, Programma 1

Bijdrage Verbonden partijen

De vijf omgevingsdiensten in Zuid-Holland ( (DCMR Milieudienst Rijnmond, Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid, Omgevingsdienst West-Holland, Omgevingsdienst Midden-Holland en Omgevingsdienst Haaglanden)

voeren namens Gedeputeerde Staten het beleid op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving uit binnen de wettelijke kaders en de kaders die de provincie opstelt. Actuele vergunningen, frequent toezicht en consequent handhavend optreden bij geconstateerde overtredingen dragen bij aan het verminderen van hinder, emissies en risico's..

Naast vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH)-taken bij bedrijven voeren de vijf omgevingsdiensten ook taken uit op grond van onder meer de Wet Natuurbescherming, Wet bodembescherming, Waterwet, Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden, Wet luchtvaart, Wet geluidhinder en de Provinciale Milieuverordening.

Overige instrumenten

De provincie werkt samen met andere overheden, inwoners en bedrijven om Zuid-Holland gezonder en veiliger te maken. Daarbij zetten we naast wettelijke instrumenten (regelgeving) ook andere instrumenten in die zijn gericht op samenwerking (zoals co-creatie).