• No results found

Duurzaam beschermd tegen overstromingen en wateroverlast

De provincie wil Zuid-Holland beschermen tegen overstromingen en de gevolgen van overstromingen en wateroverlast zoveel mogelijk beperken. Dit is van essentieel belang voor de kwaliteit van de woon- en leefomgeving en voor het vestigingsklimaat. Deze opgave wordt de komende decennia groter door de effecten van klimaatverandering (zeespiegelstijging en toenemende extreme neerslag), bodemdaling en toenemende druk op de beschikbare ruimte. Het Nationaal beleidskader hiervoor zijn het Nationaal Deltaprogramma en de

Deltabeslissingen. De Deltabeslissingen hebben als doel dat Nederland in 2050 (zo goed mogelijk)

klimaatbestendig en waterrobuust is ingericht. Ook moet in 2050 bereikt zijn dat iedereen achter een dijk of duin een basisveiligheid tegen overstromingen heeft. In oktober 2014 is door Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen de Deltabeslissing Ruimtelijke Adaptatie onderschreven. Deze houdt in dat overheden klimaatbestendigheid en waterrobuust inrichten vóór 2020 integreren in hun eigen beleid en handelen. Deze beslissing is gevolgd door het verschijnen van de Nationale Adaptatie Strategie (NAS) eind 2016 en het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie (Prinsjesdag 2017), waarin de Deltabeslissing Ruimtelijke Adaptatie nader is

geconcretiseerd.

De opgave om Zuid-Holland (klimaat- en bodemdaling)adaptief te maken is groot. In de NAS is vastgelegd dat Nederland in 2020 beleid heeft bepaald dat wij in 2050 klimaatadaptief zijn. In die lijn is onze ambitie om samen met andere overheden, bedrijfsleven en kennisinstituten in Zuid-Holland de transitie naar een klimaatbestendige delta te versnellen.

Wat gaan we doen om deze effecten te bereiken?

De provincie voert (wettelijke) taken uit en stelt beleid vast om inwoners te beschermen tegen overstromingen en de fysieke en economische gevolgen van overstromingen en wateroverlast zoveel mogelijk te beperken. Hierbij werkt de provincie opgavegericht en samen met Europese, landelijke, regionale en lokale partners.

Beschermen tegen overstromingen

Om de provincie te beschermen tegen overstromingen voert de provincie wettelijke taken uit die bijdragen aan de waterveiligheid:

Toetsen en goedkeuren dijkversterkingsplannen waterschappen

De waterschappen voeren dijkversterkingsprojecten uit volgens de jaarlijkse prioritering van het landelijke Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP). Een dijkversterkingsproject doorloopt drie fasen; de fase van (voor)verkenning, planuitwerking en realisatie. Elke fase duurt twee tot drie jaar. De provincie adviseert in de verkennings- en planuitwerkingsfase op het vlak van de coördinatie van de Milieueffectrapportages, de

Landschap-, Natuur- en Cultuurwaarden (LNC-waarden) en inspraak en keurt vervolgens op deze aspecten het resultaat van de planuitwerkingsfase. Op deze manier draagt de provincie bij aan een goede landschappelijke inpassing en zorgt zij ervoor dat de inbreng van belanghebbenden en milieueffecten een volwaardige plaats in de besluitvorming krijgen.

Kaderstelling regionale keringen

De provincie stelt de veiligheidsnormen vast voor de regionale keringen en onderzoekt (zo nodig) of niet-genormeerde keringen van een veiligheidsnorm moeten worden voorzien. De provincies Zuid-Holland, Noord-Holland en Utrecht hebben in afstemming met de inliggende waterschappen in een uitvoeringsbesluit vastgelegd dat genormeerde regionale keringen uiterlijk in 2024 (opnieuw) zijn getoetst en uiterlijk in 2030 aan de

veiligheidsnormen voldoen. De waterschappen rapporteren jaarlijks aan GS over de voortgang van zowel de toetsing als van het percentage regionale keringen dat ten gevolge van uitgevoerde verbeteringsmaatregelen

voldoet aan de veiligheidsnormen. In 2012 was 2.065 km regionale kering genormeerd in de provincie Zuid-Holland (nulmeting). Na 2012 worden de overige niet-genormeerde keringen onderzocht en is het aantal genormeerde keringen toegenomen tot 2.133 km in 2018. In de prestatie-indicator is een schatting gemaakt van het restant keringen dat van een norm wordt voorzien. De waterschappen toetsen de keringen aan de door de provincie gestelde norm. Als een kering niet aan de norm voldoet wordt deze in het verbeterprogramma opgenomen.

Via het ruimtelijk spoor van de verordening Ruimte zien wij er op toe dat in ruimtelijke plannen ruimte wordt gereserveerd voor behoud en versterking van regionale keringen.

Beperken gevolgen van overstromingen en wateroverlast

Om de gevolgen van overstromingen en wateroverlast zoveel mogelijk te beperken voert de provincie onder andere de volgende taken uit:

• Vaststellen van normen voor de bergings- en afvoercapaciteit van het regionale watersysteem. Deze normen zijn gebiedsspecifiek en afhankelijk van het type grondgebruik. De mogelijke schade als gevolg van

wateroverlast door onvoldoende berging en/of afvoer bepaalt de norm. De waterschappen voeren de maatregelen uit die nodig zijn voor het halen van de norm.

• Adviseren van gemeenten inzake ruimtelijke plannen.

• Ontwikkelen Regenradar Rijnmond; een samenwerkingsovereenkomst met gemeente Rotterdam en drie waterschappen waarin wordt onderzocht hoe kan worden geanticipeerd (met nauwkeuriger data) op hevige piekbuien die tot lokale wateroverlast kunnen leiden. Zie ook:

https://www.rotterdam.nl/wonen-leven/regenradar/

• Leadpartnership én deelname aan ‘FRAMES’ (Flood Resilient Areas by Multi-layEred Safety, een Europees project waarbij het concept van meerlaagsveiligheid wordt toegepast in 13 regionale pilotprojecten).

Meerlaagsveiligheid bestaat uit preventie, ruimtelijke ordening en crisisbeheersing.

• De provincie levert kennis en ondersteuning om de overstromingsrisicokaarten actueel te houden. Op grond van de Europese Richtlijn Overstromingsrisico's (EU-ROR) moeten deze voor publiek beschikbaar zijn.

Stimuleren van klimaatadaptatie en bevorderen van een waterrobuuste ruimtelijke inrichting

Op basis van de begin 2019 verschenen strategie “Weerkrachtig Zuid-Holland” wordt een uitvoeringsprogramma voor 2020-2024 voorbereid met zes programmalijnen. Dit zijn Toekomstbestendige bebouwing, Robuuste Infrastructuur, Een groene leefomgeving, Waardevol water, Een adaptieve economie en Veerkracht bij

weersextremen. De uitvoering van de programmalijnen vormt de invulling van de taken 1.1.2 en 1.1.3 van deze begroting.

Klimaatadaptatie

Ten behoeve van concrete inbedding van Weerkrachtig Zuid-Holland in beleid, is een budget opgenomen. Voor invulling van het uitvoeringsprogramma 2020-2024 zoals hierboven beschreven zal apart uitvoeringsbudget moeten worden toegekend.

Wat mag dat kosten voor het doel?

(bedragen x € 1.000) Jaarrekening 2018

Begroting 2019 na VJN

Begroting 2019 na NJN

Raming 2020

Raming 2021

Raming 2022

Raming 2023

Lasten 2.927 4.149 3.562 3.912 3.604 3.034 2.297

Baten 478 552 552 495 300 0 0

Totaal saldo baten en lasten 2.449 3.597 3.010 3.417 3.304 3.034 2.297

Toevoeging aan reserve 321 500 500 0 0 0 0

Onttrekking aan reserve 1.180 909 434 1.134 1.034 736 0

Subtotaal reserves -859 -409 66 -1.134 -1.034 -736 0

Resultaat 1.590 3.188 3.076 2.283 2.270 2.298 2.297

Toelichting meerjarenraming

Voor het uitvoeringsprogramma Restveen is in de jaren 2019 tot en met 2021 in totaal € 2 mln opgenomen. Hier staan baten uit de reserve Project Duurzame ontwikkeling Zuidplaspolder tegenover.

De pilot voor FRAMES liep volgens planning tot en met 2019. Het begrote en niet bestede budget in 2018 van € 0,2 mln wordt nu ingezet in 2020, wanneer de eindconferentie zal zijn.

De pilot voor de Zandmotor loopt tot en met 2021. In 2020 en 2021 gaan de subsidielasten jaarlijks met € 0,1 mln omlaag. Vanaf 2022 zijn de op dat moment nog hiermee gepaard gaande lasten (€ 0,4 mln) en baten (€ 0,3 mln) niet meer in de meerjarenbegroting opgenomen.

In het kader van de Regiodeal Bodemdaling Groene Hart is voor het project Living Labs Boeren met Hoog Water

€ 0,5 mln vanuit de algemene middelen gestort in de reserve Bodemsanering. De middelen zijn bij Najaarsnota 2019 ter begroting gebracht en voor de geplande duur van het project verdeeld over de jaren 2019 tot en met 2022.

Welke instrumenten zetten we hiervoor in?

Overzicht reserves

(bedragen x € 1.000) Jaarrekening 2018

Begroting 2019 na VJN

Begroting 2019 na NJN

Raming 2020

Raming 2021

Raming 2022

Raming 2023

PR 3 Meerjarenplan Bodemsanering

0 -500 -500 0 0 0 0

PR 1 Zandmotor -321 0 0 0 0 0 0

Totaal onttrekking aan reserve -321 -500 -500 0 0 0 0

PR 1 Groene ambities 150 0 0 0 0 0 0

PR 3 Meerjarenplan Bodemsanering

0 500 100 150 150 100 0

PR 3 Res Project duurz ontw.

Zuidplaspold

33 25 25 700 700 636 0

PR 1 Programmamanagement Kustontwikkeling

321 0 0 0 0 0 0

PR 1 Zandmotor 164 384 309 284 184 0 0

PR OMO #Strategische investeringen

513 0 0 0 0 0 0

Totaal onttrekking aan reserve 1.180 909 434 1.134 1.034 736 0

Saldo reserves -859 -409 66 -1.134 -1.034 -736 0

Subsidies

Zie paragraaf Subsidies, Programma 1

Doel 1-2 Goede kwaliteit en kwantiteit grond- en oppervlaktewater