• No results found

voor zich en zijn gezin behoeft, zelf aan te dragen, ontbreekt hem

Gelijkstelling van Chineezen met Europeanen,

WATERLEIDINGTARIEVEN 81 voor zich en zijn gezin behoeft, zelf aan te dragen, ontbreekt hem

vaak de gelegenheid en den tijd, en wordt de hulp van anderen wgeroepen. Hierdoor ontstaat het gilde van waterdragers. Deze

"eden vinden hun bestaan op kosten van hen, voor wie het water kosteloos ter beschikking is gesteld. De prijs voor het water wordt beheerscht door den transportafstand en bedraagt zelden minder aan 1 cent per petroleumblik, d.i. derhalve ƒ 0,50 per M\ Vaak is deze nog hooger. Een bedrag van 5 centen per pikolan of ƒ 1,25 Per M3. is niet ongewoons. Welgestelde lieden zouden, zeer terecht, hevige bezwaren aanvoeren, indien zij een dergelijken prijs voor het water hadden te betalen.

Tegen het systeem van hydranten zijn bovendien nog andere bezwaren aan te voeren. Vurige bewonderaars van de godin Hygea keuren deze wijze van wateronttrekking af, omdat het water tijdens het transport niet voldoende beschermd wordt. Indien evenwel bedacht wordt, hoe zonderling vaak binnen de perceelen met het water gehandeld wordt, moet de achteruitgang in hygiënisch op-zicht van het water door het aandragen uit de hydranten niet te hoog aangeslagen worden. Ernstiger moet het feit aangemerkt worden, dat aan de hydranten doorgaans een vermorsing van het water op groote schaal plaats heeft. Hoewel tegen die waterver-spilimg in de meeste reglementen straffen bedreigd worden, schijnt het m de practijk niet mogelijk te zijn dit te voorkomen. Op tal van plaatsen stroomt het water nutteloos uit de kranen omdat tieze na het gebruik niet afgesloten worden. Zelfsluitende' kranen worden op vernuftige wijze vastgezet, enz.. Om het vermorsen nog zooveel mogelijk tegen te gaan, worden bij sommige waterbedrijven oe hydranten gedurende slechts enkele uren per etmaal opengesteld,

«et gevolg hiervan is weer, dat deze aftapinrichtingen gedurende aie uren als het ware geblokkeerd worden door de waterdragers zoodat het water slechts van hen tegen betaling betrokken kan worden. Overigens weet dé> bevolking de gesloten kranen met nandig nagemaakte sleutels toch open te krijgen.

Behalve tot het feit, dat de z.g. gratis waterverbruikers het water bij slot van rekening duur moeten betalen, leidt de kostelooze waterverstrekking met de daarbij behoorende vermorsing van het

water tot groot finantieel nadeel voor het bedrijf, en derhalve voor de geheele gemeenschap.

Voor de grootere steden in Indië, zooals Batavia, Semarang en Soerabaia, kan het waterbedrijf niettegenstaande de kostelooze af-gifte van een deel van het water nog winstgevend zijn, omdat het aantal betalende waterverbruikers vrij aanzienlijk is, en de ver-houding tusschen het betaalde en gratis verbruik in gunstigen zin beïnvloed wordt door de bezwaren, die zich voor de niet-betalende waterafnemers voordoen bij het betrekken van het water uit de hydranten. In kleinere verzorgingsgebieden zal echter het aantal betalende verbruikers zoo gering zijn, dat van een rendeerend waterbedrijf geen sprake kan zijn.

Met het oog op de aan de kostelooze waterafgifte verbonden bezwaren wordt reeds geruimen tijd naar een methode gezocht om het water binnen het bereik te brengen van de Inlandsche be-volking zonder het bedrijf finantieel te benadeelen.

Dat een Inlander het leidingwater niet zou willen gebruiken, indien hij ervoor te betalen heeft, is een bewering, waaraan weleens geloof wordt gehecht. Een nog grootere verzinsel is de vaak geuite meening, dat de Inlandsche bevolking liever ongezuiverd put- of slootwater zou drinken dan goed leidingwater. Zeer vaak komt het voor, dat deze menschen het vocht uit de putten op hun erven te slecht vinden voor inwendig gebruik, en het drinkwater daarom betrekken uit een „goede" put bij de buren of een nog verder afgelegene, waartoe zij zich kosten hebben te getroosten.

Het op de gebruikelijke wijze aansluiten van de Inlandsche woningen door middel van spruitleidingen op de hoofdhuizen van het waterleidingnet is echter voor het overgroote deel van de be-volking- te bezwarend, en de praktijk heeft de onmogelijkheid daarvan reeds aangetoond. De mogelijkheid is niet uitgesloten om de door den kleinen man bewoonde perceelen op kosten van het waterbedrijf aan te sluiten. Een eenvoudige berekening leert even-wel, dat de uitgaven voor rente en afschrijving op de erfleidingen

reeds hooger uitvallen dan het bedrag, dat terug ontvangen zou worden voor het geleverde water. Het zou zoodoende blijken, dat het water niet alleen gratis, doch zelfs met verlies afgeleverd werd.

WATERLEIDINGTARIEVEN. 83 Bovendien zal de periodieke verrekening van het verbruikte water

m het algemeen nog al voeten in de aarde hebben.

In verband met den lagen trap van economische ontwikkeling van den Inlander zal n.h.v. van den contanten verkoop van het water het meeste succes te verwachten zijn. Het verkoopen van het water zal aan minder bezwaren onderhevig zijn, indien het op zeer veel plaatsen langs de openbare wegen kan betrokken worden, zoodat de transportafstand voor een ieder klein blijft.

Het bezwaar, dat de kleine man het voor zijn gezin benoodigde water niet zelf zou kunnen aandragen wordt daardoor in ieder geval sterk verminderd.

De waterverkoop op tal van plaatsen in de volksbuurten, b.v.

op onderlinge afstanden van ten hoogste 50 meters langs de publieke wegen, zou een groote staf van waterverkoopers noodig maken, die bovendien nog gecontroleerd moeten worden. De hier-voor te maken onkosten zullen een groote post op de exploitatie rekening van het bedrijf vormen. Hieraan is tegemoet te komen door den waterverkoop te doen geschieden door middel van z.g.

munt-hydranten of munt-watermeters. Dergelijke toestellen zijn in den laatsten tijd in verschillende systemen uitgedacht en verkrijg-baar. Uit deze apparaten kan in ruil van een ingeschoven geldstukje een vastgesteld waterquantum betrokken worden; de werking ervan geschiedt geheel automatisch, zoodat geen bedienend personeel daartoe benoodigd is. Wordt als geldstukje een halve cent gekozen, en de daarvoor te ontvangen waterhoeveelheid gelijkgesteld aan den inhoud van een petroleumblik, dan kost dat water circa ƒ 0,25 Per M3., een bedrag dat laag is te noemen in vergelijking met den Pnjs, die in den regel aan de waterdragers vergoed moet worden, öoor deze munt-hydranten op korten afstand van elkander op te stellen wordt niet alleen het voordeel verkregen, dat voor een ieder de transportafstand klein blijft, doch wordt tevens het ..blokkeeren" van de hydranten voorkomen.

Ook voor de wateraflevering in openbare bad- en waschplaatsen kunnen de bovenbedoelde munt-meters van nut zijn. Van de toe-Passing ervan in de woningen der Inlanders is uiteraard geen Practisch resultaat te verwachten. De aanschafkosten van dergelijke munt-watermeters zijn hooger dan die van een gewonen watermeter

waarmede de verbruikte waterhoeveelheden geregistreerd worden, zoodat degenen, die een erfleiding kunnen bekostigen, bij voorkeur niet tot de plaatsing van een munt-meter zullen overgaan. Wel-iswaar gaat het innen van de watergelden bij de opstelling van een munt-meter makkelijker, omdat het water reeds betaald is vóór het gebruik, en het geld in hét toestel wordt aangetroffen, doch niemand, die zich de kosten voor den aanmaak van een per-ceelaansluiting kan getroosten, zal bezwaren kunnen aanvoeren tegen het storten van een waarborgsom, terwijl de wijze van waterverbruik bij de toepassing van een gewonen watermeter zonder twijfel aangenamer en eenvoudiger is.

indien de erfleiding en de munt-watermeter op kosten van het bedrijf in de woning van den kleinen man worden aangebracht zullen zich dezelfde bezwaren voordoen, die genoemd werden voor het maken van de huisaansluitingen, n.l. dat het bedrag, dat voor het uiteraard geringe waterverbruik ontvangen wordt, nauwelijks toereikend zal zijn voor de rentevergoeding en afschrijving van installatie.

De nog algemeen gebruikelijke, en door sommigen zoozeer voor-gestane kostelooze waterverstrekking aan de Inlandsche bevolking heeft blijkens het bovenstaande ten gevolge, dat:

Ie. de minder gegoeden het water zeer duur moeten betalen, 2e. de exploitatiekosten van het waterbedrijf afgewenteld worden op een kleine minderheid onder de consumenten,

3e. alleen het waterdragersgilde ervan profiteert,

4e. dit derhalve van weinig invloed kan zijn op de bevordering van hygiënische toestanden in de volksbuurten.

Daarom zal het wenschelijk zijn hiervan geheel af te zien. Door het water slechts tegen een vergoeding af te leveren wordt boven-dien het voordeel verkregen, dat het reine water in de oogen van de Inlanders meer waarde verkrijgt, zoodat de watervoorziening ook nog een pedagogische waarde verkrijgt.

Indien besloten wordt om het water voor den prijs van y2 cent per blik aan den kleinen man te verkoopen, bestaat er niet de minste aanleiding meer voor de invoering van een progressief tarief t.b.v. de aangesloten waterverbruikers, en kan voor een ieder een uniforme waterprijs van bijv. ƒ 0,25 per M». vastgesteld worden.

WATERLEIDINGTARIEVEN 85