• No results found

Gespreksverslag Marcel Boogers

In document Bestuursstijlen in profielschetsen (pagina 83-86)

Gespreksverslag Marcel Boogers Skypegesprek

Vet gedrukte tekst is vraagstelling van interviewer. Tekst met normale opmaak is de respondent.

Dag Marcel Dag Maarten

Ik heb jouw teksten bekeken en vroeg me af wat de status van je stuk is?

Ik ben nu nog in conceptfase. Ik ben nu nog bezig met afronden, eigenlijk nog gesprekken voeren zoals deze. Door middel van gesprekken probeer ik het wat meer body te geven. Probeer ik de resultaten te duiden en ten behoeve van externe validiteit deze gesprekken te voeren.

Ik zag dat jij zaken opging aan de Quinn-vierdeling, volgens mij werkt dat wel. Vervolgens ga je tellen en turven. En je hebt al een aantal hypotheses die te maken hebben met gemeentegrootte,

provincie. Ik denk dat nog niet helemaal duidelijk is wat de theoretische grondslag is bij de hypothese. Klopt ik ben momenteel bezig om deze beter te onderbouwen. Bijvoorbeeld in het zuiden verwacht ik een andere cultuur ten opzichte van het noorden of in de Randstad. Het zou kunnen. Mogelijk zou je kunnen kijken naar een multiple regressieanalyse. Je zou hiermee het unieke effect van onafhankelijke variabelen vast kunnen stellen. Dus van de plaats/provincie,

gemeentegrootte en je had nog een andere. Ik had tijd of beter gezegd het jaartal waarin een profielschets is uitgebracht als factor, in welke tijdsperiode. Je zou nog kunnen kijken naar de operationalisering hiervan. Je zou kunnen kijken naar een bepaald cutting point. Bijvoorbeeld dualisme. Dat zou een goede zijn. Met de invoering van dualisme is niet alleen het dualisme

ingevoerd, maar was ook een verandering van politieke cultuur die veel populistischer werd met de ingang van dualisme. Na het Fortuyn revolt zag je allemaal nieuwe lokale partijen die hun intreden maakten. Dat was eigenlijk een grotere verandering dan het dualisme uiteindelijk. Het nadeel is dat ik niet genoeg schetsen heb van voor 2002. De periode van handreiking

burgemeestersbenoemingen voor gemeenteraadsleden zou een andere kunnen zijn. Ja, dat is later en dat is logischer om dat te pakken. Maar ook hierbij zit ik met één tijdsperiode met een lage cellcount. Dan zou ik zeggen pak de ene helft van de schetsen en de andere helft, daarmee kun je toch een beetje het tijdseffect meten.

Een mogelijke andere factor die je mee zou kunnen nemen is de politieke cultuur van een gemeente.

Dit zou je kunnen operationaliseren door het politieke landschap, door het aantal fracties te tellen.

84

Als hypothese zou je kunnen nemen een gemeente die bestaat uit elf fracties en erg versnipperd is in de gemeenteraad, vraagt om een ander typen bestuurder, dan een gemeente die politiek wat eenvoudiger te besturen is. Dat zou je kunnen meenemen, dus het politieke landschap of dat van invloed is op het typen burgemeester dat wordt gevraagd. Een erg versnipperde gemeenteraad zou eerder om een verbinder vragen dan een niet versnipperde raad. En versnippering kun je meten door gebruik te maken van een index die ooit eens een keer door een paar Finse onderzoekers is

ontwikkelt voor politieke versnippering. Het is een ingewikkelde formule die het effectief aantal partijen in de gemeenteraad vaststelt. Het effectief aantal partijen, kan je zoeken op effective

number of parties, dan vind je wel de formule. Dat is de beste indicator die wat zegt over de politieke versnippering, want aantal fractie zelf tellen is meestal niet genoeg. Dat kun je ook doen als je de formule te ingewikkeld vind, maar alleen de fracties meten is niet zo sterk want als je één hele grote fractie hebt en vijf kleine dan is de politieke versnippering kleiner dan als je vier ongeveer even grote fracties hebt. Het is juist slim om die politieke versnipperingsmaat te pakken. Ik kan me voorstellen dat dat nog iets oplevert. Ik zal eens kijken of het wat is om mee te nemen. Ik ben zelf al wel in de afrondende fase dus moet nog even kijken wat voor plaats het kan krijgen.

Nu kom je er op uit dat je eigenlijk alle hypothesen moet verwerpen. Ja dat klopt, maar is dat nou vervelend, dat resultaat is op zichzelf interessant. Ik zat nog na te denken om te kijken of je de verschillen in profielschetsen nog wat meer kan accentueren. Want die profielschetsen zijn voor 80%

hetzelfde. Die willen allemaal ongeveer hetzelfde. Er zijn een aantal uitzonderingen. Maar de verschillen zijn klein. De kunst is voor jou in je analyse hoe je die verschillen wat meer kunt, ja opblazen wil ik niet zeggen, maar centraal stellen. Die Quinnmethode werkt in zoverre wel dat je vier verschillende aspecten van die burgemeestersrol onderscheid. Het is op zich niet verwonderlijk dat de schetsen allemaal op elkaar lijken, dus dat dit eruit komt. Ik had juist gehoopt dat er wél meer verschil zou zitten. Het is niet voor niets dat het ministerie er op inzet op: maak een

onderscheidende profielschets. Je ziet dat gemeente ondanks de beleidswens toch vragen naar meerdere de stijlen in één. Een verbindende aanjagende netwerkerker. Ja je hebt helemaal gelijk.

Wat je als onderzoeker wilt is natuurlijk, het is leuk als je hypothesen kunt bevestigen, maar als je alle hypothesen moet ontkrachten dan kun je ook zeggen: het zijn dus geen onderscheidende profielschetsen, want gemeentegrootte, periode waarin ik heb gemeten en de opgave waar een gemeente voor staat maakt eigenlijk niets uit voor wat voor profielschets men gebruikt. Dat is ook best een mooie uitkomst. Klopt. Het aspect dat men dus vraagt naar alle rollen in één zou je wat meer kunnen accentueren in je stuk. Hiermee toets je dus eigenlijk de beleidstheorie, want die zegt dat ze in hun profielschets moeten differentiëren naar de opgave waar ze voor staan, en jij zegt die

85

beleidstheorie moet ik verwerpen want gemeente doen dat niet. Ze blijven vragen naar het schaap met vijf poten.

Als ik naar je stuk kijk zou ik nog een aantal zaken iets verder uitscherpen, zoals operationalisering van tijd/tijdsperiode, maar verder prima geschreven. Ik zou kijken of je het effect van cultuur, daar is niet veel over geschreven weet ik, maar of je dat wat meer kan theoretiseren, met name bij de hypothese rond provincie, juist want daar heb je nu nog niets en je moet op z’n minst zelf aangeven waarom jij denkt dat dat verschil zou kunnen uitmaken. Ik ben daar nu mee bezig, bedankt voor de tip.

Als ik nog kijk naar het Quinnmodel, zie jij dan nog zaken als dat het juist logisch is dat naar bepaalde kenmeren veel of weinig gevraagd wordt. Wat je nu doet is de mate waarin in

profielschets aandacht is besteed aan een van de rollen, dat neem je nu centraal. Ik pak hierbij ook de individuele kenmerken van iedere rol. Dat kun je doen, maar je kan ook kijken waar besteed de profielschets vooral aandacht aan. Is dat de ene Quinnrol of de andere? Welke krijgt de meeste punten? Ja dat zou ik ook nog kunnen doen. Momenteel heb ik alleen is het kenmerk aanwezig in de schets ja of nee, maar ik heb ook de gegeven hoe vaak wordt er gevraagd in één schets naar iedere individueel kenmerk. De kans dat de regressieanalyse dan wat gaat opleveren is dan wél wat groter, omdat je een grotere variatie hebt op de afhankelijke variabelen. Nu is het één of nul en dadelijk is en tussen nul en tien bijvoorbeeld, dat maakt wat uit. Daar ga ik nog mee aan de slag, dank voor de tip. Hiermee kan je dan inderdaad de verschillen in profielschetsen wat meer accentueren.

We hebben het nu vooral over de methodiek gehad, heb je nog vragen aan mij over de inhoud. Ja, ik was nog benieuwd of jou zaken opvielen aan de resultaten. Literatuur schrijft voor dat verbinder een belangrijke eigenschap is van burgemeesters en daar wordt in profielschetsen ook vaak naar gevraagd, maar misschien zag je dingen die opvielen waar juist vaak of minder vaak naar gevraagd zou worden dan verwacht. Nee die zou ik niet zo snel weten. Ik zal zelf nog kijken in literatuur over de rol van burgemeesters of ik daar nog wat verbanden kan duiden. Bedankt voor het gesprek. Heb jij nog zaken die je mee wilt geven ten behoeve van dit onderzoek of die je nog wilt benoemen?

Volgens mij heb ik het belangrijkste wel genoemd. Ik zal u nog een gespreksverslag voorleggen ter controle. Nou ik heb er alle vertrouwen in dat jij het zo goed hebt gedaan. Van mij hoeft dat niet.

Dan wil ik je danken voor het gesprek en nog een fijne dag toe wensen. Ja jij ook en houdt me op de hoogte van het vervolg.

86

In document Bestuursstijlen in profielschetsen (pagina 83-86)