• No results found

Hoofdstuk 7 Landeigendom voor de Chortís

7.2 Geschiedenis landverdeling in Honduras

Vooral als mensen voor hun bestaanswijze afhankelijk zijn van landbouw, is land een van hun belangrijkste en meest waardevolle bezitting. Honduras is een agrarisch land waar de

303

Roquas, 2002, 12

304

Roquas, 2002, 12

meerderheid van de bevolking werkt in de landbouw en een groot deel van de export bestaat uit landbouwproducten. Het is dan ook niet verwonderlijk dat in het politieke debat van Honduras, zeker vanaf 1960, landverdeling, land hervorming en agrarische revolutie belangrijke onderwerpen vormen. Er is meer vraag naar land, door populatiegroei, en maar ook door vraag om sociale rechtvaardigheid. Er is in Honduras een scheve verdeling in grondbeheer tussen grootgrondbezitters en de vele arme landlozen of eigenaren van hele kleine stukjes grond. “In 1974, 48,3% of producers had access to 6,9% of the land (including rented land); 7% of landowners controlled 52% of the land area. 72,2% of the farms had a farm size smaller than five hectares and are thus defined as minifundio according tot the Agrarian Reform Law (Honduras 1975).”305 Deze scheve verdeling heeft alles te maken met de geschiedenis en het politiek beleid dat in Honduras gevolgd is.

Bijvoorbeeld de mogelijkheid om staatsgrond te kopen in de tweede helft van de 18e eeuw. “Sale from state lands increased (…) probably as a result of expanding demand. The procedure to obtain a land title started with the application and the measurement of the land by an authorized land surveyor. (…) The survey had to be paid for by the applicant and this was a burden for poor people.”306 Bepaalde procedures droegen er toe bij dat armen minder land konden kopen: het land dat verkocht zou worden werd drie keer gepubliceerd in de krant, en als er geen hoger bod kwam dan ging de verkoop pas door. Veel grootgrondbezit stamt uit deze tijd.

Het gaat hier om individuele bewijs van landeigendom, want een landtitel op gemeenschapsniveau werden toen ook al gezien als belemmering voor ontwikkeling. Eigendomsbewijzen voor dorpen en gehuchten werden als ‘ejidos’ uitgegeven. “When land was adjudicated as ejido it was gratis. Villages had the right to a certain amount of ejido land which their inhabitants could use for agriculture. (…) The municipality controlled the ejido land and gave individual villagers rights to use parts (concessions).”307 Het gaat hier dus alleen om gebruiksrecht (of vruchtrecht). Waarbij de eigendomstitel op naam van de burgerlijke autoriteiten bleef staan. Deze verleende dan gebruiksrecht aan groepen of op individuele basis. De ‘ejidos’ werd gezien als een methode van de staat om landbouw en export van landbouwproducten te bevorderen. “In time the different agrarian laws changed the notation of the ejido. Major changes took place in municipality and landholder property

305 Jansen, 1998, 47 306 Jansen, 1998, 29 307 Jansen, 1998, 29

rights and in the extent of control that a municipality could wield over the distribution of ejido land.”308 Maar door de jaren heen bleef de nationale overheid altijd eigenaar van het land. Diegenen die het ‘ejido’ land continu gebruikten, gingen zich gedragen alsof ze het ook in eigendom hadden. Het land dat zij officieel alleen in bruikleen hadden werd tegen de regels in verkocht, herverdeeld of overgeërfd, zonder inmenging van de burgerlijke autoriteiten/ de gemeente. “In de loop der jaren verloor de gemeente haar grip op het ‘ejido’ land. Mensen voegden eigenhandig steeds meer rechten toe aan het vruchtgebruik, totdat men voldeed aan de lokale standaarden voor volledig eigendom: zij omheinden hun percelen en bewerkte ze. Een eventuele verkoop werd vastgelegd in private transactiedocumenten.”309 Dit was illegaal, maar velen handelden in onwetendheid. De wet op de agrarische hervormingen van 1975 schreef duidelijk voor “that control of the land returnes to your national government. (…) The 1992 Law of Agricultural Modernisation (art. 50) stipulates that the INA reclaims all national and ejido land that persons may illegally possess.”310 Daarin werd het echter wel mogelijk om het land te kopen van de staat. Maar dit verkoopbeleid werd zó snel weer veranderd en ook slecht gecommuniceerd naar de mensen op het platteland, dat er maar weinig mensen van geprofiteerd hebben. Van andere rechten profiteerden zij echter wel. “The agrarian Reform Law (Honduras 1975) demanded that land should be cultivated by the person who owns it.”311 Stukken grond die een grootgrondbezitter niet gebruikte konden op die manier bezet en bewerkt worden om zo na een aantal jaren de grootgrondbezitter te verplichtten zijn land te verkopen. Het gaat hier uitsluitend om stukken grond dat de grootgrondbezitter niet gebruikt. Op deze manier werden in sommige gevallen legale landrechten verkregen. De onzekerheid of de inspanning van het jarenlang bewerken van de grond inderdaad zou leiden tot het verkrijgen van die rechten, was groot.

In 1980 richtte de overheid samen met het agrarische instituut INA (Instituto National Agricula) een landtitelproject op onder de naam Proyecto Titulación de Tierras (PTT). “The official objectives of PTT are to convert small and medium size producers into legitimate landowner; to provide rural people with security and ‘peacefulness’ in order to increase their investments; and to attain that coffee farmers, and small and medium size producers, can obtain technical assistance and credit to increase the production of food, work and family income.”312 “Land titling started with the mapping of parcels by the National Cadastral Directorate in 1983-1984. The titling brigades of INA registered the users. According tot the

308 Roquas, 2002, 39 309 Roquas, 2002, 260 310 Roquas, 2002, 40 311 Roquas, 2002, 7 312 Jansen, 1998, 53

titling decree all parcels between five and fifty hectares on national or ejidal land could be titled. Parcels smaller than five hectares but with coffee could also be titled. Parcels less than seventeen hectares could not receive full ownership rights but only a title called Unidad Agrícola Familiar (agricultural family unit) which the law prohibited from being divided or sold without consent of INA. PTT issued full titles (dominio pleno) without restrictions on larger parcels. The majority of the titled parcels is small, 79% is smaller than the official five hectares. In many titles, parcels used for maize were combined with parcels with coffee to allow for the grouping of parcels smaller than five hectares.”313 Opvallend is dus dat 79% van de boeren geen aanspraak kan maken op een officiële titel. Wel konden ze rechten verkrijgen om de grond te gebruiken. De volledige eigendomsrechten, waar ook het recht om het land te kunnen verkopen onder valt, bleef voor de meeste van hen echter buiten bereik.

“Evaluations conclude that PTT did not attain its objectives. It did not lead to the expected development of a complete cadastral and registration system. Many parcels will not form part of the system because they are not eligible for titling, and many people have not applied for a title. (…) With regard to productivity improvements, PTT has not given the projected stimulus to investment and productivity and PTT titles have not substantially improved access to credit. For 91,4% of the beneficiaries the title has not served as a collateral for credit.(…) most evaluations of PTT concentrate on its limited impact on the modernization of smallholder agriculture.”314 De doelen van het hele landtitel project zijn dus volgens deze evaluaties niet gehaald. Diegenen zonder officiële titel werden dus ook na het project nog gezien als illegale bezetters van land wat officieel van de staat is.

Deze korte uitweiding over de geschiedenis van landhervormingen in Honduras maakt de complexiteit van het geheel duidelijk. Onduidelijkheid van landrechten is vaak een bron voor conflicten. Landconflicten kunnen het beste begrepen worden aan de hand van een analyse van de historische ontwikkeling t.o.v. land en eigendom. Instituties als het INA heeft daar te weinig tijd voor, omdat de geschiedenis per perceel (soms kleiner dan een hectare) onderling zeer verschillend en complex kan zijn. Bijlage 6 geeft een overzicht van fouten die gemaakt zijn of onduidelijkheden die gebleven zijn ten aanzien van landzaken. De complexiteit wordt des te duidelijker als we, later in dit hoofdstuk, inzoomen op de rol van de overheid in dit alles.

Naast hervormingen en wetten zijn ook akkoorden en afspraken van groot belang voor het omgaan met land in Honduras. Er worden twee genoemd die expliciet van toepassing zijn op

313

Jansen, 1998, 55

314

het Maya Chortí volk in Honduras. Namelijk de Conventie 169 uit 1989 en het akkoord met de Hondurese overheid in 1997.