• No results found

4 Interviews (ex-) Jehova’s getuigen

4.6 GEOPPERDE SUGGESTIES VOOR VERBETERING

Deze sectie beschrijft een aantal suggesties voor verbetering die zijn besproken in de interviews, waaronder het instellen van een meldplicht voor ouderlingen, het instellen van een vertrouwenspersoon, training en opleiding voor ouderlingen, het vergroten van het bewustzijn binnen de gemeenschap over seksueel misbruik en het toewerken naar erkenning voor slachtoffers.

4.6.1 Meldplicht

De respondenten is onder meer gevraagd hoe zij aankijken tegen het instellen van een plicht voor ouderlingen om gevallen van seksueel misbruik bij de politie te melden. De meeste respondenten zijn hier voorstander van.

Zij achten het van belang dat de gemeenschap en daarmee ouderlingen hun verantwoordelijkheid nemen door naar buiten te treden met gevallen van seksueel misbruik, zodat er een onafhankelijk

onderzoek naar zulke zaken kan plaatsvinden. Dit is zowel in het belang van slachtoffer, als van de vermeende dader:

Ja, daar ben ik voor. Ook vanuit het oogpunt van de rechtsstaat. Ouderlingen moeten deze

gevallen niet zelf behandelen.

Het kan een middel zijn om het slachtoffer centraal in het proces te stellen en het geeft handvatten,

om parallel aan het proces binnen de gemeenschap, ook daarbuiten iets te doen (politie, hulpverlening etc.).

In andere landen hebben ze ook meldplicht. Ik denk dat het ons werk als ouderlingen wel iets

makkelijker zou maken.

Als er een landelijk meldpunt is, dan komen daar ook meldingen van buiten de Jehova’s getuigen

gemeenschap binnen en kunnen we mensen sneller lokaliseren.

Meldplicht kan ook een bescherming zijn voor vermeende daders.

Ik bid dat er keiharde wetten komen en dat kinderen worden beschermd. Je hebt nu geen enkele

garantie.

Toch worden er ook diverse kanttekeningen bij een meldplicht geplaatst:

Er is toch sprake van vriendjespolitiek. Het misbruik wordt vaak niet eens erkend, laat staan dat

ze zich dan verplicht voelen om het te melden.

Je moet hierbij wel rekening houden met de wensen van het slachtoffer.

Daar sta ik volledig achter, maar in de praktijk doen ze het toch niet. En je krijgt vervolgens die

isolatie (van het slachtoffer), dus dat werkt niet.

Alles staat of valt met handhaving. Als je het in België niet meldt dan ga je de bak in. Maar dan

moet het dus wel gehandhaafd worden. Maar als het er komt, hebben wij als slachtoffers en onze families ook gewicht om de ouderlingen op zaken te wijzen.

4.6.2 Vertrouwenspersoon instellen

Enkele respondenten spreken over het instellen van een vertrouwenspersoon waar slachtoffers terecht kunnen met hun verhaal:

Wat zou kunnen helpen, is een vertrouwenspersoon per gemeente, die geleerd heeft over de

omgang met dit soort zaken.

Dat zal wel een Jehova’s getuige moeten zijn, anders ben je een wereldse spion.

4.6.3 Training en opleiding ouderlingen

Met regelmaat wordt gerefereerd aan de noodzaak om ouderlingen bekend te maken met specifieke aspecten van deze problematiek. Dit vergt goede opleiding en training. Niet alle ouderlingen hoeven hiervan op de hoogte te zijn zolang er per gemeente maar een of meer ouderlingen zijn die overweg kunnen met de complexiteit van het onderwerp en die gericht zijn op het goed opvangen van het slachtoffer. Ook dienen zij goed op de hoogte te zijn van de mogelijkheden van externe hulpverlening.

4.6.4 Bewustzijn, erkenning en cultuurverandering

Verder is een beter bewustzijn binnen de gemeente van het reële risico van seksueel misbruik

nodig. Jehova’s getuigen moeten door het bestuur en ouderlingen geholpen worden om te komen tot een open discussie en communicatie over precair onderwerp als seksueel misbruik:

Er is meer communicatie en educatie binnen de gemeente nodig, bijvoorbeeld via de lectuur.

Je moet mensen in bescherming nemen tegen al te goedgelovigheid.

Ook moet werk gemaakt worden van het veel meer erkennen van de slachtoffers. Veel leed kan

voorkomen worden, aldus geïnterviewden, door alles in het werk te stellen dat slachtoffers niet als daders worden bejegend. Dit vergt echter een veel fundamentelere cultuurverandering binnen

de gemeenschap die raakt aan veel van de eerder geschetste kenmerken van de Jehova’s getuigen gemeenschap:

Het mooiste zou een verandering van binnenuit zijn. Druk van buitenaf wordt namelijk gezien als

een beproeving.

Meer openheid afdwingen zal voelen als een aanval op de gemeenschap. Je moet oppassen dat

ze dan geen martelaarsrol aannemen.

4.7 CONCLUSIES

 Het melden van het misbruik beperkt zich bij de geïnterviewde respondenten tot het melden bij ouders en ouderlingen. De weg naar de politie is door hen niet bewandeld. Dit heeft, naar eigen zeggen, vooral te maken met de naar binnen gerichte cultuur van de gemeenschap van Jehova's getuigen en het Bijbelse uitgangspunt dat je je broeder niet naar het gerecht hoort te brengen.

 De geïnterviewde slachtoffers zijn terugkijkend op het geheel niet tevreden met de wijze waarop met hun melding is omgegaan.

 Afhandeling van de melding door ouderlingen is sterk gericht op het bijeenhouden van de gemeenschap door dader en slachtoffer ook weer bijeen te brengen en liefst ook weer te laten verzoenen.

 Verder verloopt de afhandeling meestentijds nauwgezet volgens de procedures. Deze zijn volgens de betrokkenen echter eveneens sterk gericht op het bijeenhouden van de gemeenschap en amper op erkenning van het slachtoffer.

 De omgang met de melding leidt voor alle gesproken slachtoffers tot secundaire victimisatie. Men voelt zich onvoldoende gehoord, genegeerd of zelfs gestigmatiseerd en geïsoleerd.  Afhandeling van meldingen gebeurt altijd door mannen. Vrouwelijke slachtoffers hebben

daardoor vaak een extra zwakke uitgangspositie.

 Hoewel er ook regelmatig gerefereerd wordt aan betrokken ouderlingen met goede intenties, is de afhandeling vaak een pijnlijk proces voor de slachtoffers met een veelal onbevredigend en soms zelfs schadelijk eindresultaat.

 De geschetste kenmerken van de Jehova’s gemeenschap, zoals de sterke (mannelijke) hiërarchie, de geslotenheid van de gemeenschap en de strikte seksuele moraal dragen bij aan de pijnlijke ervaring van de slachtoffers.

 Er zijn diverse maatregelen in gang gezet door het bestuur. Zoals het feit dat er recentelijk meer over het onderwerp wordt gecommuniceerd. Deze ontwikkeling wordt gezien. Veel respondenten zien dit echter vooral als minimale en procedurele aanpassingen voor de bühne. De praktijk laat volgens hen echter nog te vaak te wensen over.

 De meest tastbare suggestie voor verbetering is de meldplicht. Deze lijkt op bredere steun te kunnen rekenen, ook omdat zij ouderlingen kan ondersteunen bij hun beoordelingswerkzaamheden.

 Andere suggesties betreffend training en opleiding van ouderlingen en het openlijker bespreken van de problematiek binnen de gemeenschap. Om echter tot daadwerkelijke veranderingen te komen zou een cultuurverandering nodig zijn binnen de gemeenschap waarbij met name gewerkt zou moeten worden aan de geschetste kenmerken van de gemeenschap die de ervaring van de afhandeling negatief kleuren. Respondenten achten het echter weinig realistisch dat dit zich op afzienbare tijd zal gaan voltrekken.

5 Interviews