• No results found

Gemeentelijk beleid

In document sociale kwaliteit in Flevoland (pagina 68-71)

Verschillende gemeenten in Flevoland voeren een betrekkelijk impliciet vrijwil-ligersbeleid. Dit betekent dat verschillende vormen van vrijwilligerswerk indi-rect worden ondersteund in het kader van algemene subsidiëring van sectoren en organisaties. Zo kan subsidie voor een sportclub ook ten goede komen aan

vrijwilligers. De laatste jaren is er buiten, maar ook binnen Flevoland bij ge-meentelijke overheden meer belangstelling gekomen voor actieve ondersteu-ning van het vrijwilligerswerk. Buiten Flevoland heeft vooral de gemeente Rot-terdam het laatste decennium veel werk gemaakt van het vrijwilligersbeleid.

De gemeente Rotterdam ziet duidelijk het nut van vrijwilligerswerk, waar het gaat om de bijdrage aan gemeenschapsvoorzieningen, individuele ontplooiing en maatschappelijke integratie. Daarom wordt een voorwaardenscheppend en stimulerend beleid gevoerd, en heeft men ook door middel van onderzoek en financiële ondersteuning de interculturalisatie van het vrijwilligerswerk helpen bevorderen. In dat kader is er een vacaturebank voor allochtone uitvoerende en bestuurlijke vrijwilligers opgezet.

Ook gemeenten binnen Flevoland krijgen belangstelling voor het verschijnsel vrijwilligerswerk. Via vrijwilligersvacaturebanken willen gemeenten deelname aan vrijwilligerswerk stimuleren. De gemeente Almere heeft een brochure

“Almeerse vrijwilligers” verspreid. Met een weergave van gesprekken met acht vrijwilligers wil de gemeente mensen inspireren om als vrijwilliger aan de slag te gaan of de ingeslagen weg voort te zetten. De vrijwilligers uit de brochure vertellen met enthousiasme over hun activiteiten in een school, bij het Rode Kruis, een radiozender, de natuur- en milieueducatie, een sportvereniging, het vluchtelingenwerk, een buurthuis en de reddingsbrigade.

Vrijwilligersbeleid in Zeewolde

De gemeente Zeewolde heeft sinds kort een expliciet vrijwilligerswerkbeleid ontwikkeld. In het collegeprogramma van de gemeente Zeewolde 1994-1998 is aangegeven dat veel waarde wordt gehecht aan de inzet van vrijwilligers.

Vrijwilligerswerk, zo stelt men: biedt een aanvulling op professioneel werk;

biedt mensen de mogelijkheid signalen naar de samenleving uit te zenden bij misstanden of leemten in het aanbod; stelt mensen die buiten het reguliere arbeidsbestel staan in staat om maatschappelijk actief te blijven; en helpt een gedifferentieerd sociaal leven en sociale cohesie te creëren. “Zo bezien vor-men alle vrijwilligers tezavor-men het vor-menselijk kapitaal van de gemeente Zeewol-de” is de conclusie. Vanuit de gemeente is een inventarisatie gemaakt van het plaatselijk vrijwilligerswerk en mogelijk te ontwikkelen gemeentebeleid. Een conceptnota is vervolgens aan de circa 100 organisaties in Zeewolde die met vrijwilligers werken gestuurd, met verzoek om schriftelijk en mondeling com-mentaar. Daarop verscheen in 1998 de definitieve nota.

De gemeente Zeewolde meent dat het meeste vrijwilligerswerk in eerste in-stantie een zaak is van het particulier initiatief. De betrokkenheid van de ge-meente is gericht op het scheppen van voorwaarden voor en het stimuleren van vrijwilligerswerk. Het voorwaardenscheppend beleid betreft financiële ondersteuning om faciliteiten te bieden: verzekeringen, onkostenvergoedin-gen, instellingsspecifieke en instellingsoverstijgende deskundigheidsbevorde-ring voor vrijwilligers. Het stimulerend beleid betreft het ondersteunen en er-kennen van de functie vrijwilligerswerk en het vergroten van de toegankelijk-heid door het opzetten van een vrijwilligersvacaturebank en het vieren van de internationale vrijwilligersdag. De gemeente wil in haar beleid geen onder-scheid maken tussen specifieke terreinen van vrijwilligerswerk: “omdat zij van mening is dat elke vorm van vrijwilligerswerk in de gemeente Zeewolde in principe bijdraagt aan een groeiend en bloeiend maatschappelijk leven”. Toch betekent dit niet dat alle te verlenen faciliteiten ten goede komen aan alle vrij-willigersinitiatieven. Zo worden bijdragen ten behoeve van onkostenvergoe-ding en deskundigheidsbevordering van uitvoerende vrijwilligers alleen geven als de activiteiten door de gemeente subsidiabel worden geacht. De ge-meente is nog bezig nadere criteria en regels op te stellen rond het subsidi-eerbaar stellen van faciliteiten. De gemeente stelt het op prijs wanneer organi-saties overeenkomsten met vrijwilligers sluiten rond wederzijdse verwachtin-gen. Daartoe stelt de gemeente een modelovereenkomst beschikbaar.

De gemeente Zeewolde wil uitdrukkelijk ook voorwaardenscheppend en stimu-lerend beleid voeren waar het gaat om vrijwilligerswerk door mensen met een bijstandsuitkering. Ze wil onder meer premies verstrekken aan uitkeringsge-rechtigden die vrijwilligerswerk doen (ƒ 250,- op jaarbasis). Verder is het de bedoeling dat de vrijwilligersvacaturebank zich mede zal richten op het bemid-delen voor uitkeringsgerechtigden (in het kader van de Wet Inschakeling Werkzoekenden, WIW). De vacaturebank zal worden ondergebracht bij het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) dat zich ook richt op toeleiding naar regulier en additioneel betaald werk. De stichting Impulz te Lelystad, die in Zeewolde reeds met de uitvoering van de WIW belast was, krijgt de opdracht om het project uit te voeren. Men wil medio 2001 het beleid evalueren. Men denkt nu al aan eventuele uitbreiding van het takenpakket van de vrijwilligers-vacaturebank met taken als voorlichting en belangenbehartiging inzake vrijwil-ligerswerk.

Lokaal sociaal beleid

Maatschappelijke samenhang is geen (boven)natuurlijk gegeven maar de resultante van tal van sociale processen en groepsinteracties. Deze kunnen de stabiliteit en cohesie versterken, maar zij kunnen ook tot fragmentering leiden.

Het is aan de overheid om die processen te volgen en een beleid te voeren dat gericht is op versterking. 'Het sociale' verdient onderhoud en vernieu-wing/ontwikkeling van overheidswege. Zoals voortdurend in de economische infrastructuur geïnvesteerd moet worden om slagvaardigheid en productiviteit te garanderen, zo zullen ook steeds investeringen in de sociale infrastructuur nodig zijn. Gemeenten dienen zorg te dragen voor een sociale infrastructuur die bewoners kansen biedt en stimuleert dat iedere burger zich een waardevol en geaccepteerd lid van de samenleving weet. Inwoners moeten de mogelijk-heid hebben om in hun gemeente/leefomgeving te participeren, deel te nemen aan activiteiten en sociale verbanden en waar nodig gebruik te maken van voorzieningen.

(Uit: Sturen op doelen, faciliteren op instrumenten. Beleidskader lokaal sociaal beleid. Ministerie van VWS, 1998).

Tijdelijke extra steun voor integratie van allochtonen

Veel nieuwkomers moeten erg wennen aan een omgeving met een andere cultuur en kunnen extra begeleiding daarbij gebruiken. Ook allochtonen die moeten opboksen tegen een dominante meerderheid in een commissie of raad kunnen steun gebruiken. Bij Rijnstad Migrantenwerk in Arnhem meent men dat extra ondersteuning tijdelijk van aard kan zijn: “Als de dominantie wordt doorbroken en er meer naar allochtonen wordt geluisterd wordt begelei-ding minder noodzakelijk. Dat zal ook het geval zijn als allochtonen getalsma-tig sterker vertegenwoordigd zullen zijn. Naarmate de situatie veiliger wordt, is minder begeleiding nodig. Geleidelijk aan zullen ze sterker worden en wanneer ze merken dat hun belangen ermee worden gediend, ontstaat de behoefte om mee te praten, bijvoorbeeld in een platform. Komen ze meer in de structuur dan worden ze ook meer serieus genomen en gaat het balletje rollen. Uitein-delijk kan dan de extra ondersteuning worden afgebouwd." (Uit: Intercultureel vrijwilligerswerk; ervaringen en tips. Henk Jan van Daal en Norbert Broenink.

Jan van Arkel, 1998).

In document sociale kwaliteit in Flevoland (pagina 68-71)