• No results found

Gelijk, maar toch anders

4. Ongemak met homoseksualiteit

4.2 Gelijk, maar toch anders

Ongemak met homoseksualiteit komt behalve in de buitenwereld ook voor in de eigen sociale omgeving van de participanten. Waar ongemak met homoseksualiteit in de buitenwereld met name wordt gekenmerkt door explicietheid, lijkt ongemak met homoseksualiteit in de eigen sociale omgeving veelal enigszins subtielere vormen aan te nemen. De initiële reactie van een

ouder op het uit de kast komen van een kind kan in dezen interessante inzichten bieden. Een tekenend voorbeeld van een dergelijke ervaring kwam van Robbie:

En toen heb ik dus mijn moeder om halftwee in de nacht uit bed getrommeld. En toen, ik zeg, ja mam ik moet je iets vertellen. Zegt ze, ja wat dan, het is half twee in de nacht, wat. Ik zeg, ja, ja misschien heb je het al wel verwacht of aan zien komen. Nee, dat snapte ze allemaal niet, ja zeg het nou maar gewoon, ik zeg, ja, uh, zou het misschien, is het ooit in je opgekomen dat ik niet op vrouwen val maar op mannen. Nou, die was ongeveer zo wit als dat bord. Die trok helemaal wit weg, die zegt, ik heb dat helemaal niet aan zien komen, helemaal niet om half twee in de nacht. […] En zo is dat eigenlijk toen gegaan, en toen is ze daar twee dagen een soort van helemaal van van de leg geweest, want ze, ja, haar toekomstbeeld van mij, ja. Zij noemde het dan, verschoof honderdtachtig graden, of draaide honderdtachtig graden om. […] Ze zei, en dat vind ik nog steeds een achterlijke, achterlijke, uitspraak, ze zei, ja je kiest niet de makkelijke weg. Ik zeg, mam, ik kies hier niet voor! Ik kies niet hier, dit is niet iets wat ik, waar ik voor kies of zo. Ja, ja, je kiest, ik zeg, nou moet je ophouden met dat kiezen, want dat doe ik niet, ik kies er niet voor.

De reactie van de moeder van Robbie op nieuws dat Robbie op mannen in plaats van vrouwen valt lijkt een aantal lagen te hebben. De allereerste – bijna fysieke – reactie lijkt verbijstering te zijn. Zij trekt wit weg. Het nieuws overvalt haar en zij had het niet aan zien komen. Het gegeven dat zij het niet aan had zien komen kan in dezen interessant zijn, gezien het mogelijk iets zegt over het (stereotiepe) beeld van homoseksuele jongens waaraan zij Robbie wellicht weleens heeft getoetst. Na haar initiële reactie lijkt de moeder van Robbie twee dagen niet helemaal zichzelf, en lijkt zij te moeten wennen aan het idee dat haar zoon een andere toekomst tegemoet gaat dan zij voor ogen had. In deze twee dagen stelt zij dat Robbie niet voor de makkelijke weg kiest, een opmerking die Robbie overduidelijk vervelend vindt, gezien hij in dezen geen keuzevrijheid ervaart.

Hoewel de moeder van Robbie vrij snel na de hierboven aangehaalde periode – zo vertelde hij later in het interview – volledig bijdraaide, laat bovengenoemde ervaring goed zien dat het gegeven dat de moeder van Robbie er geen expliciet negatieve gevoelens ten aanzien van homoseksualiteit op nahoudt, het verwerken van het nieuws dat Robbie op mannen in plaats van vrouwen valt niet vanzelfsprekend licht verteerbaar maakt; een voorbeeld van de discrepantie tussen attituden en gedrag kenmerkend voor meer moderne vormen van homonegativiteit (Van Wijk et al., 2005). In bovengenoemde ervaring wordt het tot voor kort mogelijk vrij abstracte concept homoseksualiteit abrupt onderdeel van een van de meest intieme relaties van een heteroseksuele ouder. In dezen is gewenning aan

homoseksualiteit wellicht aannemelijk, maar in ieder geval veelzeggend, en sprekend voor de ongemarkeerdheid van heteroseksualiteit, zoals bezien door Berlant en Warner (1998).

De eerste reacties op het uit de kast komen van de participanten waren over het algemeen positief, waarbij er helaas tevens individuele verhalen waren die gekenmerkt werden door afwijzing, fysiek geweld en zelfs doodsbedreigingen. Hoewel expliciete negatieve reacties op het uit de kast komen van de participanten interessant zijn om op grondige wijze te analyseren, biedt bovengenoemde ervaring van Robbie eveneens interessante inzichten. Reacties op het uit de kast komen lijken – met name wanneer mensen het niet aan hadden zien komen – veelal spontaan en oprecht van aard, gezien er doorgaans nauwelijks tijd is om tot een zorgvuldig overwogen – en mogelijks meer politiek correcte – reactie te komen, en ontvangers van de boodschap doorgaans geforceerd worden zich in zeer korte tijd te verhouden tot het soms ingrijpende nieuws.

Behalve initiële reacties van ongemak met homoseksualiteit bij het uit de kast komen, is uit de interviews eveneens een grote hoeveelheid ervaringen naar voren gekomen welke ongemak met homoseksualiteit in meer alledaagse hoedanigheid laten zien. Zo deelde Jay de volgende ervaring betreffende een vroegere beste vriend die zich onprettig voelde bij de aanblik van twee zoenende mannen:

En die beste vriend, […] jaren later een keer zeg maar op Roze Maandag in Tilburg was ik hem tegengekomen, en toen zei hij iets, en toen dacht ik, what the fuck, hoezo komt dit uit jouw mond. Omdat ik hem echt wel als iemand zag die toch wel iets meer openstond, als in accepterend was naar. Hij zei dat het biologisch bepaald is dat als je als man, als heteroman, dat je twee mannen ziet zoenen, dat je dat niet, ja niet, ja dat je daar ongemakkelijk van wordt, dat dat biologisch bepaald is. En toen dacht ik echt, what the fuck! Nou en toen heb ik dus, terwijl ik eigenlijk dacht, oh my god dit doet echt best wel pijn, want ik ben echt gewoon vier jaar lang jouw beste vriend geweest, en hoe kun jij hier zo over denken, omdat hij echt vooral een soort van semi-wetenschap probeerde erbij te halen, terwijl hij het nergens had gelezen, maar gewoon dat hij dat voor zichzelf bedacht om zijn gedrag te verklaren. Wat op zich nog een soort van schattig is, zo van, ok ik word er ongemakkelijk van, dus ga ik het ergens anders leggen dan bij mezelf of zo, bij biologie.

Bovengenoemde ervaring van Jay laat geen expliciet negatieve houding ten aanzien van homoseksualiteit zien, Jay en de genoemde jongen zijn immers beste vrienden geweest, ook toen Jay reeds uit de kast was. Echter wordt deze ervaring weldegelijk gekenmerkt door een meer subtiele en impliciete vorm van ongemak met homoseksualiteit. De aanhoudende vriendschap tussen Jay en deze jongen laat zien dat hij homoseksualiteit niet resoluut afwijst.

Tenminste op het individuele niveau van de persoon van Jay lijkt de jongen geen expliciete problemen te hebben met homoseksualiteit. De aanblik van twee zoenende mannen maakt echter wel dat hij zich ongemakkelijk voelt. Hiermee lijkt er sprake te zijn van oppervlakkige acceptatie van homoseksualiteit op het individuele niveau van de persoon van Jay, terwijl de alledaagse uitingen van affectie welke hier onlosmakelijk onderdeel van zijn – en die in heteroseksuele vorm alom aanwezig zijn – bij de jongen nog altijd lastiger lijken te liggen. De koppeling die de jongen maakt tussen zijn gevoelens van ongemak en veronderstelde inzichten op het gebied van biologie kan gezien worden als problematisch, gezien hij zichzelf hiermee lijkt vrij te pleiten van het afleggen van verantwoording aangaande deze gevoelens, en hiermee in wezen zijn eigen ongemak tot het probleem van zoenende mannen maakt. Bovengenoemde ervaring van Jay laat onmiskenbaar zien hoe ogenschijnlijke acceptatie van homoseksualiteit hand in hand kan gaan met rigide restricties.

Hoewel de participanten zich in hun nabije sociale omgeving doorgaans volledig geaccepteerd voelen, mogelijks een bevinding deels gevormd door de privileges van de steekproef aangaande sociale klasse en ras, bleek ook daar nog weleens ongemak met bepaalde aspecten van homoseksualiteit voor te komen. Zo werd het onderwerp anale seks in dezen doorgaans als lastiger (bespreekbaar) ervaren. Hoewel anale seks niet onlosmakelijk verbonden is met homoseksuele relaties, wordt deze aanname door meerdere participanten wel als dominant ervaren. Betreffende de lastige bespreekbaarheid van anale seks deelde Joost de volgende ervaring:

[…] iets wat ik ook probeer onder mijn vrienden, mijn heterovrienden zeg maar, zeg maar anale seks, zeg maar seks is tegenwoordig, dat is gewoon normaal om met je vrienden over seks te praten, maar als het dan over anale seks gaat, dan is het ineens wuh, en dan zijn er allemaal, is het allemaal heel eng en spannend en interessant. Er heerst toch wel een beetje een stigma op, nog wel, denk ik. Dat is wel een ding nog.

Bovengenoemde ervaring van Joost laat zien dat anale seks in zijn sociale omgeving – van heterovrienden – wordt gezien als een delicater onderwerp dan andere vormen van seks. Praten over anale seks lijkt in dezen ongemakkelijk te worden gevonden, terwijl praten over andere vormen van seks als ‘gewoon normaal’ wordt ervaren. Een dergelijke omgeving, waarin anale seks lastig(er) bespreekbaar is, kan ervoor zorgen dat een deel van het (seks)leven van Joost in de schaduw gedwongen blijft, en de facto niet erkend wordt. Hiermee blijft anale seks in mist gehuld, en de dominante aanname dat alle – en alleen –

homomannen altijd anale seks hebben in stand. De lastigheid van anale seks in relatie tot homoseksualiteit, zoals gearticuleerd door Buijs et al. (2009), lijkt in dezen wederom in een bredere context bevestigd te worden, en ook hier lijkt anale seks buiten de charmed circle van goede en normale seks, zoals gearticuleerd door Rubin (1984: 281), te vallen. Hierbij kan de overkoepelende kritische kanttekening gemaakt worden dat Wekker (2017: 176) het verbale, praten over seks(ualiteit), als typisch westers teken van moderniteit, emancipatie en seksuele bevrijding beziet.