• No results found

5 Hoogopgeleide ouders

5.3 Werkwijze bij de benadering van de ouders

5.4.3 Gebruikte kanalen om vragen te bespreken

In het gesprek zijn de beschikbare kanalen op het gebied van opvoedings-ondersteuning en de wijze waarop ouders daar wel of geen gebruik van maken uitgebreid doorgesproken. Deze zijn onderscheiden in media, informele en formele kanalen.

Media

De ondervraagde ouders maken allen gebruik van internet.17 Naast www.ouders-online.nl worden onderwerpen opgezocht met behulp van de zoekmachines op internet. Welke sites bezocht worden, hangt af van het vraagstuk. Een ouder heeft zowel over de inhoud (aard van het probleem) als over het aanbod (instanties met een bepaald aanbod, steunorganisaties als BALANS enzovoorts) informatie verzameld. Door middel van de informatie op internet heeft zij haar vraagstukken beter kunnen ontrafelen. Zij kon daardoor op school en aan professionals gerichte vragen stellen.

Boeken over opvoeding worden door de ondervraagde ouders veelvuldig geraadpleegd. Met name in de eerste vier levensjaren wordt gebruik gemaakt van opvoedkundige en ontwikkelingsgerichte boeken. In de basisschoolleeftijd is het gebruik van boeken beduidend lager. De ouders weten niet welke boeken zij het beste kunnen raadplegen. Boeken over de puberteit worden door een aanwezige ouder wel gelezen. Aan de titel van het boek weet men vaak over welke ontwikkelingsfase van het kind het gaat.

Tijdschriften zijn bij de ouders populair. Gelezen worden de bladen: Kinderen, Groter Groeien en J/M. Het laatste blad heeft nu ook een tijdschrift voor ouders met kinderen in de puberteit. De tijdschriften hebben voor de ouders niet alleen een informerende functie. De opvattingen van deskundigen en de verhalen van ouders hebben een ondersteunende en relativerende werking.

Opvoedkundige programma’s op televisie worden niet veel bekeken door de ondervraagde ouders. De programma’s worden vaak uitgezonden op een tijdstip dat slecht uitkomt. Als er een programma komt dat specifiek ingaat op een vraag van de ouder, dan wordt er wel gekeken. In januari 2005 wordt een programma uitgezonden met de titel Eerste Hulp bij het Opvoeden, een Amerikaans programma waarin uit de hand gelopen opvoedingssituaties ouders op een intensieve manier begeleid worden.

De beelden van deze gezinssituaties werken relativerend op de kijkende ouders, zo stellen de aanwezigen.

Over kinderen in de leeftijd van 0-4 jaar zijn veel voorlichtingsfolders voor ouders beschikbaar. Het consultatiebureau heeft folderrekken, waarin deels reclame en deels op opvoeding gerichte informatie te vinden is. Op de peuterspeelzaal en kinderopvang hangt een prikbord met veel informatie. Deze informatie is zoveel, dat ze door ouders slecht gelezen wordt. Alleen de folders en boodschappen die qua kleur en vormgeving opvallen, worden ze opgemerkt.

17 De Fontys Hogeschool in Eindhoven heeft in 2003 een onderzoek gedaan naar computergebruik in relatie tot opvoedingsondersteuning (Dinther, M. van (2003: Opvoedings-ondersteuning en ICT). Met de komst van de computer en met name van internet heeft een andersoortige vorm van informatieoverdracht en communicatie haar intrede gedaan. De indruk bestaat dat jonge ouders steeds vaker op internet antwoorden zoeken op vragen en steun zoeken bij problemen, die zij ervaren bij de ontwikkeling en opvoeding van hun kind(eren). De grootste en meeste bekeken website in Nederland is www.oudersonline.nl. Deze site trekt per maand 100.000 bezoekers. De bezoekers vragen per maand 4,5 miljoen pagina’s op en plaatsen 20.000 berichten op Forum. De redenen van ouders om de site te bezoeken zijn in kaart gebracht: 77% wil informatie verkrijgen, 14% komt voor het vinden van herkenning, 4% voor het ontvangen van een mening en 3% voor het vinden van een luisterend oor.

88% van de bezoekers van www.oudersonline.nl maakt ook gebruik van andere vormen van ondersteuning. Technologische supplementen lijken daarmee geen substituut blijken te zijn voor het oude, maar een aanvulling. Ouders combineren virtuele steun met steun van professionals. Het onderzoek constateert dat professionals te weinig verwijzen naar internet.

Op de basisschool zijn doorgaans geen opvoedkundige folders beschikbaar. Ook daar is een prikbord. Dat wordt door ouders weinig bekeken.

Informele kanalen

De partner, zover deze er is, wordt door alle aanwezige als meest belangrijke ervaren, als het gaat om een gesprekspartner over opvoeding en ontwikkeling van de kinderen. Vragen en zorgen worden met de partner gedeeld. In veel gevallen is het delen van informatie voldoende. Als er echt iets aan de hand is, wordt er verder gekeken.

Het consulteren van familie wordt door de aanwezigen verschillend ervaren. Het hangt erg van de aard van de relatie met de familie af of er met hen in gesprek wordt gegaan. Advies vragen aan moeders en zussen wordt met aarzeling begroet. Het zelf oplossen van vraagstukken ligt binnen deze groep ouders meer voor de hand. Eén van de ouders bestempelt door de problemen met de opvoeding binnen haar familie haar eigen situatie als tamelijk eenvoudig.

Het praten met vrienden over kinderen wordt door alle aanwezigen als zeer prettig ervaren, want: “Je kunt gewoon vertellen, zonder dat er geoordeeld wordt”. Bij familie en ouders van school zijn de aanwezigen op hun hoede. Bij vrienden kunnen ze vaak vrijuit praten. Het vrijuit praten werkt ondersteunend, maar lost het vraagstuk niet op.

Het oplossen moeten ouders uiteindelijk zelf doen.

Formele kanalen

De huisarts wordt door de aanwezigen niet direct gezien als iemand om te raadplegen als je als ouder vastloopt in de opvoeding. Eén van de ouders geeft aan dat zij de huisarts in het laatste stadium van haar zelfonderzoek heeft geraadpleegd. De weg die zij met haar kind wilde bewandelen, lag voor haar inmiddels vast. De huisarts moest alleen nog benaderd worden voor toestemming en verwijzing. De betreffende huisarts vond dit zelf geen prettige route, omdat zij zelf een aandeel wilde hebben naar wie het kind werd doorverwezen.

De rol van het consultatiebureau wordt door alle ouders als belangrijk gezien. De medewerkers van het consultatiebureau zijn bekend bij ouders. Daardoor is het gemakkelijk om vragen te stellen. Ondanks de geringe beschikbare tijd voor het verhaal van ouders ervaren ouders het consultatiebureau als dichtbij.

De schoolarts blijkt voor de aanwezige ouders geen vervanging te bieden voor het consultatiebureau. Het eerste contactmoment met de schoolarts is in groep 2 van de basisschool. De periode tussen het laatste consult op het consultatiebureau en het eerste contact met de schoolarts wordt door deze ouders als te lang ervaren. Tussen het eerste en tweede contactmoment met de schoolarts zit 5 jaar. Het begrip opvoedingsondersteuning wordt door de ouders niet in relatie gebracht met de schoolarts. Eén van de ouders ervaart de GGD als vragen stellend en weinig informatie biedend.

De aanwezige ouders hebben geen van allen nog gebruik gemaakt van het opvoedbureau. Het feit dat er een opvoedspreekuur is in het gebouw, waarin zich ook het consultatiebureau, de kinderopvang en de peuterspeelzaal bevindt, is niet bekend.

De aanwezige vader wil gebruik gaan maken van het opvoedbureau, maar zowel hijzelf als zijn vrouw kunnen niet op het dagdeel dat het spreekuur in Moordrecht plaatsvindt (2x per maand op de dinsdagmiddag). De beeldvorming bij een andere

Na uitleg over de werkwijze van het opvoedbureau gaf zij aan veel belangstelling te hebben voor een dergelijke vorm van opvoedingsondersteuning.

De rol van school in relatie tot opvoedingsondersteuning wordt door alle ouders als zeer essentieel genoemd. Het is de plaats, waar zowel het kind als de ouder bijna dagelijks komen. Op school maakt het kind een grote ontwikkeling door. Ouders hebben behoefte daarover te praten. De steun en informatie vanuit school wordt door de aanwezige ouders als onvoldoende gezien. Ze stellen dat het vooral van jezelf afhangt of je wel of niet geïnformeerd wordt over je kind(eren). De aanwezige ouders willen graag functies van opvoedingsondersteuning koppelen aan school.

Praten over je kind vindt in de kinderopvang en de peuterspeelzaal veelvuldig plaats, zo melden de ondervraagde ouders. Op de kinderopvang is per kind een schrift, waarin de dagelijkse ontwikkelingen beschreven staan. Op de peuterspeelzaal is dit minder het geval. Wel wordt ouders ruimte geboden om vragen te stellen. Het ochtend- en middag kopje koffie of thee wordt gewaardeerd en gezien als mogelijkheid om in gesprek te komen. Als leidsters zorgen hebben over de opvoeding en/of ontwikkeling, dan kunnen ze snel contact met de ouders zoeken. De ouders verwachten geen opvoedingsadviezen van de kinderopvang en peuterspeelzaal, maar wel informatie over de ontwikkeling van het kind. Zij willen er hun verhaal kwijt en een professionele persoon tegenover zich, die luistert.

Het bestaan van de (landelijke) opvoedtelefoon is bij de aanwezige ouders bekend.

De folder van de opvoedtelefoon valt door zijn kleur op en wordt tussen de andere folders op het prikbord opgemerkt. De aanwezige vader heeft 1x de opvoedtelefoon gebeld. Hij was zeer tevreden over de wijze waarop er naar hem werd geluisterd, vragen werden gesteld en advies werd gegeven.

Dat er in Moordrecht opvoedkundige oudercursussen zijn georganiseerd, is bij de aanwezige ouders niet bekend. Over het bestaan daarvan wordt positief gereageerd.

Op de vraag of ouders aan cursussen zouden deelnemen werd terughoudend gereageerd. Deelname hangt af van de inhoud van de cursus af en de duur van een cursus, zo stellen de ouders. Een cursus van 5 bijeenkomsten ervaren zij als veel.

De interesse voor themabijeenkomsten onder de aanwezige ouders is groot. Wat hen betreft gaan zij zeker deelnemen aan themabijeenkomsten, met name als ze georganiseerd worden op een plaats waar zij vaak komen. Het maximale aantal groepsbijeenkomsten, waaraan zij willen deelnemen, stellen ze op 2 of 3 keer per jaar. Als thema’s noemen ze: regels en grenzen, waarden en normen en sociaal-emotionele ontwikkeling.

In Gemeente Moordrecht houdt een vrijgevestigde pedagoog praktijk. Er is een folder van haar praktijk beschikbaar. Geen van aanwezige ouders heeft ervaring met haar.

Op de vraag wanneer ouders naar een vrijgevestigde pedagoog gaan, worden met name complexiteit van het vraagstuk en anonimiteit als aanleiding genoemd. In geval van hoge nood zouden deze ouders bereid zijn de kosten voor een vrijgevestigde pedagoog zelf te betalen.

Maatschappelijk werk en opvoedingsondersteuning worden door de aanwezige ouders niet aan elkaar gekoppeld. Het blijkt dat het Algemeen Maatschappelijk Werk in Moordrecht zich vooral richt op volwassenen.

Wat Bureau Jeugdzorg doet, is bij de aanwezigen onvoldoende bekend. Het klinkt voor hen als een zware instantie, waar je komt als er echt iets aan de hand is met je kind. Dat Bureau Jeugdzorg ook functies heeft op het gebied van opvoedings-ondersteuning, is voor de ouders nieuwe informatie.