• No results found

Gebruik van databanken

In document De RVA (pagina 84-88)

Sinds meerdere jaren kruist de RVA de inlichtingen uit zijn eigen databanken (bijvoorbeeld werkloos-heid en loopbaanonderbreking) en kruist hij ook zijn gegevens met die van andere databanken van de sociale zekerheid. Dit alles met naleving van de prin-cipes betreffende bescherming van de persoonlijke levenssfeer en van de bepalingen die de elektroni-sche uitwisseling van sociale persoonsgegevens re-gelen.

Met behulp van de beschikbare databanken kunnen de onderzoeken namelijk efficiënter en doeltreffen-der worden uitgevoerd en kan de opsporing van en de strijd tegen het oneigenlijke gebruik en de fraude – in het bijzonder de uitkeringenfraude – optimaal gebeuren.

In 2012 werd verder frequent gebruik gemaakt van de kruising van diverse databanken.

Vanaf maart 2012 werden twee nieuwe preventieve controles van toepassing. Bij het toekennen van het recht op onderbrekingsuitkeringen controleert de RVA preventief of er geen cumul met pensioen is en of er geen cumul is met een zelfstandige activiteit.

Vanaf december 2012 wordt ook preventief gecon-troleerd of de werknemer met onderbrekingsuitke-ringen niet bij een andere werkgever wordt tewerk-gesteld.

85

86

Op 31 december 2012 oefenden de RVA (en de uit-betalingsinstellingen) de volgende controles uit via het kruisen van hun interne gegevens met de gege-vens uit diverse externe databanken:

A priori controles (vóór betaling):

1. Preventieve controle door de uitbetalingsinstel-lingen bij de betaling: detectie van cumul van werkloosheid met arbeid in loondienst (L950) 2. Preventieve controle door de RVA bij het

toeken-nen van het recht op werkloosheidsuitkeringen:

detectie van cumul van werkloosheid met zelf-standige activiteit (L302)

3. Preventieve controle door de RVA bij het toeken-nen van het recht op werkloosheidsuitkeringen:

detectie van cumul met een pensioen (Pen sioen-kadaster)

4. Preventieve controle door de RVA bij de betaling van onderbrekingsuitkeringen: detectie van cumul van werkloosheid met zelfstandige activiteit (L302) 5. Preventieve controle door de RVA bij de betaling

van onderbrekingsuitkeringen: detectie van cu-mul met een pensioen (Pensioenkadaster)

6. Preventieve controle door de RVA bij de betaling van onderbrekingsuitkeringen: detectie tewerk-stelling bij een andere werkgever (L950)

A posteriori controles (na betaling):

1. Detectie cumul van werkloosheid met arbeid in loondienst (A850)

2. Detectie cumul van werkloosheid met ziekte en invaliditeit (A020)

3. Detectie cumul van werkloosheid met zelfstan-dige activiteit (A301)

4. Detectie cumul van loopbaanonderbreking met zelfstandige activiteit (A301)

5. Detectie van het einde van een tewerkstelling bij de werkgever tijdens loopbaanonderbreking (A850) 6. Detectie van het begin van een tewerkstelling bij

een nieuwe werkgever tijdens loopbaanonderbre-king (A850)

7. Detectie cumul van loopbaanonderbreking met een pensioen (Pensioenkadaster)

Controle van de niet-toegelaten cumulaties van uitkeringen met arbeids- of vervangingsinkomsten Die datamatching gebeurt systematisch en laat de RVA toe de personen op te sporen die werkloos-heidsuitkeringen of uitkeringen met bedrijfstoeslag hebben aangevraagd en die voor dezelfde periode, zonder daarvan aangifte te hebben gedaan bij de RVA:

•arbeidsprestaties in loondienst hebben geleverd;

•zelfstandige arbeid, in hoofdberoep of in bijbe-roep (met inbegrip van activiteiten als mandataris van een vennootschap) hebben gepresteerd;

•uitkeringen voor arbeidsongeschiktheid of invali-diteitsuitkeringen van hun ziekenfonds hebben ontvangen.

Er worden eveneens systematisch analoge controles uitgevoerd op het vlak van loopbaanonderbreking en tijdskrediet om de personen op te sporen die uit-keringen blijven aanvragen terwijl:

•hun arbeidsovereenkomst is afgelopen of hun on-derneming failliet werd verklaard;

•zij een andere activiteit in loondienst of als zelf-standige hebben uitgeoefend;

•zij een niet-cumuleerbaar pensioen ontvangen.

In al die situaties worden de inlichtingen die zijn be-komen via het kruisen van databanken, grondiger geverifieerd. Indien de toestand wordt bevestigd en niet wettelijk is toegestaan, worden de betrokkenen uitgenodigd om hierover uitleg te geven. In geval van inbreuk, worden de onrechtmatig ontvangen uit-keringen teruggevorderd en wordt in principe een sanctie opgelegd voor de toekomst onder de vorm van een tijdelijke schorsing van het recht op uitkeringen gedurende 1 tot 13 weken. In geval van recidive of van frauduleuze handelingen, worden de sancties strenger en wordt het dossier overgemaakt aan de arbeidsau-diteur voor strafrechtelijke vervolging.

Die preventieve controles zijn natuurlijk aan te be-velen want ze laten toe om:

•nog systematischer de onrechtmatig ontvangen betalingen bij de bron te vermijden;

•de terugvorderings- en sanctieprocedures te ver-mijden;

•de administratieve werklast in verband met de voormelde procedures te verlichten.

87

Die voorafgaande consultaties zorgen er effectief voor dat het aantal niet-toegelaten cumulaties ver-mindert alsook het aantal terugvorderingen en sancties, wat positief is en beantwoordt aan de be-oogde doelstelling. In elk geval gaat de RVA door met de controles a posteriori, zelfs daar waar de controles aan de bron zijn uitgevoerd.

De cijfers van de controles op basis van deze data-matching zijn terug te vinden in tabel 3.4.IV.

Valse uitkeringsaanvragen als gevolg van fictie-ve aangifte tewerkstelling

De uitkeringsaanvragen worden “vals” genoemd als ze (deels) gebeuren op basis van fictieve tewerkstel-lingen.

De fraude begint bij het aangeven van fictieve te-werkstellingen (Dimona en DMFA bij de RSZ) en zet zich dan verder in het opmaken van valse documen-ten gebaseerd op deze fictieve aangifdocumen-ten.

Wanneer de RSZ dergelijke fictieve tewerkstelling vaststelt (dikwijls omwille van het feit dat een onder-neming de bijdragen meerdere maanden niet betaalt), resulteert dit in een beslissing van niet-onderwerping aan de RSZ. De RSZ meldt de niet-onderwerpingen aan de RVA.

De RVA – net zoals andere socialezekerheidsinstel-lingen, die zich baseren op aangiften bij de RSZ – herziet vervolgens de reeds behandelde dossiers.

Eventueel reeds toegekende rechten worden inge-trokken en ten onrechte uitgekeerde werkloosheids-vergoedingen worden teruggevorderd.

Van elke werkloze die een vals document gebruikte, wordt door de Centrale Controledienst (CCD) een uitgebreid onderzoeksverslag overgemaakt aan het bevoegde werkloosheidsbureau (WB).

Op zijn beurt handelt het WB dit dossier af:

•opleggen van een administratieve sanctie;

•terugvorderen van onverschuldigde uitkeringen;

•overmaken van het dossier aan de bevoegde Arbeidsauditeur die oordeelt over de strafrechte-lijke vervolging.

De Centrale controledienst volgt de resultaten op en deelt die mee aan alle betrokken instellingen, die deze informatie meenemen in hun eigen beslissingen (Fonds voor sluiting van Ondernemingen, RIZIV, RJV, …).

Sinds eind 2007 maakt de RVA gebruik van een spe-cifieke informaticatoepassing om de toekenning van uitkeringen op basis van onjuiste documenten maxi-maal te vermijden.

Zodra een persoon of een onderneming gelinkt is aan het gebruik van een vals document, wordt de info daaromtrent bijgehouden.

Zodra de diensten van de WB’s een uitkeringsaan-vraag ontvangen waarbij een dergelijke onderne-ming of individu betrokken zijn, geeft de informati-catoepassing een ‘knipperlicht’ aan de berekenaars.

De afhandeling van deze dossiers wordt voor een beperkte periode opgeschort. Dit laat toe het dos-sier grondig te onderzoeken en vermijdt onrechtma-tige toekenning van rechten en uitbetaling van on-verschuldigde werkloosheidsuitkeringen.

In 2012 sloot de Centrale Controledienst van de RVA 130 ondernemingsdossiers af (inclusief dossiers ge-detecteerd vóór 2012). Een groot deel daarvan werd gesignaleerd door de RSZ omdat deze oordeelde dat de betrokken personen niet konden beschouwd worden als zijnde onderworpen aan de sociale ze-kerheid als werknemer.

Hiervan waren 31 dossiers niet conform (d.w.z. vol-doende bewijzen dat het om fictieve ondernemin-gen en/of tewerkstelling gaat). In datzelfde jaar werden in dit kader 1 258 werknemersdossiers gron-dig onderzocht. Voor elke betrokken werknemer creëerde de RVA een afzonderlijk dossier, om een individuele beslissing te treffen: een sanctie en/of een terugvordering. Hiervan waren er 278 niet con-form. Deze werden voor beslissing naar de werk-loosheidsbureaus gezonden.

Die beslissingen zijn goed voor 3 302 weken uit-sluiting, en een terug te vorderen bedrag van 720 318,23 EUR.

88

3.4.3

In document De RVA (pagina 84-88)