• No results found

Fysische omgevingsfactoren

In document 2009 Activiteiten verslag (pagina 24-30)

5. Voorstelling van de domeinen en voornaamste adviezen uitgebracht in 2009

5.2. Fysische omgevingsfactoren

De opdracht van de werkgroepen in het domein van de Fysische agentia bestaat erin adviezen en aanbevelingen uit te brengen om de gezondheidsrisico’s van verschillende fysische agentia en hun toepassingen in te schatten. Zij beoordelen ook de maatregelen die genomen worden om de blootstelling van mens en leefmilieu zoveel mogelijk te beperken.

Het domein is in twee belangrijke subdomeinen opgesplitst:

• ioniserende straling;

• niet-ioniserende straling.

Naast een overkoepelende beleidsreflectiegroep worden er multidisciplinaire ad-hoc werk- groepen ingezet voor het behandelen van meer specifieke problemen.

De samenwerking tussen de Beleidsgroep Stralingen van de Gezondheidsraad van Nederland en de beleidsreflectiegroep Fysische Agentia van de HGR werd in 2009 verdergezet door het uitwisselen van ideeën en het ontwikkelen van gemeenschappelijke initiatieven maar ook als aanvullende peer review.

Ioniserende straling

In 2009 kwamen zes werkgroepen bijeen, namelijk de werkgroepen “Optimalisatie in de nucleaire geneeskunde”, “Reflectiegroep fysische agentia”, “Bijsluiter kaliumjodide”,

“WG IMRT”, “Multidisciplinaire WG leukemie bij kinderen” en “Reglementering”. In de werkgroep “Radio-ecologie” werden tevens twee adviezen gefinaliseerd die gebaseerd zijn op de werkzaamheden van 2008.

In 2009 heeft de werkgroep “Optimalisatie en stralingsbescherming in de nucleaire geneeskunde” zijn werkzaamheden op het gebied van de dosimetrie, de invloed van PET-scan, de opleiding van het personeel en het informeren van de patiënten voortgezet. Het advies wordt afgewerkt en zal in de eerste helft van 2010 worden gepubliceerd.

De voorzitter van de reflectiegroep werd betrokken bij de kringgesprekken over radiologie, radiotherapie en de crematie van overleden dragers van radioactieve bronnen, die door het FANC (Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle) georganiseerd werden om wijzigingen in de reglementering voor te bereiden en om de mededeling van incidenten te organiseren.

Voor dit laatste thema had de HGR in 2003 aan het FANC gevraagd om bijkomende studies

22

Fysische omgevingsfactoren

uit te voeren. Het Agentschap heeft de HGR verzocht de resultaten van dit onderzoek te evalueren. Hieruit blijkt dat er weinig risico’s verbonden zijn aan de crematie van overledenen die radioactief kunnen zijn, maar dat het meldingssysteem van dergelijke sterfgevallen verbeterd moet worden om efficiënter te zijn.

Een werkgroep “Bijsluiter kaliumjodide” werd op gezamenlijke aanvraag van het FANC en het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG) opgericht om een advies te verstrekken over een ontwerp van herziening van de jodium-tabletten die aan de bevolking in geval van nucleair incident worden uitgedeeld.

Voorts heeft een werkgroep “Reglementering” vier adviezen uitgebracht over de wijziging van het Koninklijk Besluit van 20 juli 2001 houdende algemeen reglement op de bescherming van de bevolking, van de werknemers en het leefmilieu tegen het gevaar van de ioniserende stralingen (ARBIS). Deze adviezen blijven confidentieel tot de publicatie in het Belgisch Staatsblad van de ontwerpbesluiten.

In het kader van het project EuSANH vormt de multidisciplinaire werkgroep “Leukemie”

(samengesteld uit Belgische en Nederlandse experten van de groepen “fysische omgevings- factoren”, “chemische agentia”, kinderartsen en epidemiologen) een case study voor de gezamenlijke aanpak van een transnationale problematiek. Voorbereidende werkzaamheden die plaatsvonden in 2009 zouden moeten leiden tot het uitbrengen van een advies ter zake (er wordt intussen een EBM-onderzoek verricht in Nederland).

Voornaamste adviezen uitgebracht in 2009:

Advies betreffende het ontwerp van Koninklijk Besluit betreffende radio-actieve producten voor in vitro of in vivo gebruik in de geneeskunde, in de diergeneeskunde of in klinische studies (HGR 8526)

Het Koninklijk Besluit van 20 juli 2001 vormt het algemeen reglement op de bescherming van de bevolking, van de werknemers en het leefmilieu tegen het gevaar van de ioniserende stralingen (ARBIS). Hoofdstuk V (artikels 45 tot 49) van het ARBIS behandelt de niet- ingekapselde radionucliden die in de geneeskunde en de diergeneeskunde gebruikt worden.

Het FANC acht het nodig om dit hoofdstuk V grondig te herzien. Het acht de uitvaardiging van een volwaardig Koninklijk Besluit nuttiger dan enkel de vervanging van hoofdstuk V van het ARBIS.

23

Fysische omgevingsfactoren

Advies over het ontwerp van Koninklijk Besluit betreffende het opsporen van radioactieve stoffen in bepaalde materiaal- en afvalstromen en betreffende het beheer van weesbrongevoelige inrichtingen (HGR 8528)

Het FANC verzocht de HGR een advies te formuleren over het ontwerp van Koninklijk Besluit betreffende het opsporen van radioactieve stoffen in bepaalde materiaal- en afvalstromen en betreffende het beheer van weesbrongevoelige inrichtingen.

Ontwerp van Koninklijk Besluit betreffende het gebruik van ionische rookmelders voor huishoudelijk gebruik (HGR 8556)

De artikels van het ARBIS die ter herziening voorgelegd worden, slaan op de regulering van het gebruik van de ionische rookmelders voor huishoudelijk gebruik.

Om op de vraag te antwoorden werd een ad-hoc werkgroep opgericht met deskundigen in stralingsbescherming, bescherming tegen brand, fysieke controle en radio-ecologie.

Ontwerp van Koninklijk Besluit tot wijziging van het Koninklijk Besluit van 20 juli 2001 houdende algemeen reglement op de bescherming van de bevolking, van de werknemers en het leefmilieu tegen de gevaren van de ioniserende stralingen (ARBIS) (art. 75) (HGR 8562)

Artikel 75 van het ARBIS over de erkenning van de arbeidsgeneesheren, belast met de controle en het toezicht op de werknemers, werd bij de verschillende herzieningen van het ARBIS niet gewijzigd.

Het FANC verzocht de HGR om advies uit te brengen over het ontwerp van Koninklijk Besluit tot wijziging van het K.B. van 20 juli 2001 wat de bepalingen over de “erkenning van de arbeidsgeneesheren” betreft.

Om op de vraag te antwoorden werd er een ad-hoc werkgroep opgericht met daarin deskundigen in de arbeidsgeneeskunde, de fysieke controle, de stralingsbescherming en een ambtenaar van het FANC.

Herziening van de bijsluiter van jodiumtabletten voor gebruik in geval van nucleaire of radiologische noodsituaties (HGR 8564)

Vanwege het FANC en het FAGG werd aan de Hoge Gezondheidsraad een advies gevraagd over een voorstel van bijsluiter voor jodiumtabletten (65 mg KI per tablet) voor gebruik in geval van nucleaire of radiologische noodsituaties, dat werd opgesteld in overleg tussen de twee agentschappen.

24

Fysische omgevingsfactoren

Om op de vraag te kunnen antwoorden werd er een multidisciplinaire ad-hoc werkgroep opgericht bestaande uit deskundigen in de volgende disciplines: radiofarmacie, farmacologie, stralingbescherming, arbeidsgeneeskunde, nucleaire geneeskunde, fysiologie en fysiopathologie van de voeding, radio-ecologie en endocrinologie. Er werden verschillende voorstellen geformuleerd door de werkgroep.

Advies in verband met maatregelen in de landbouwsector na mogelijke besmetting van de voedselketen met radioactive stoffen (HGR 8321)

Na een nucleair of radiologisch ongeval of bij sommige scenario’s verbonden aan terrorisme met radioactieve stoffen is de kans groot dat er een radioactieve besmetting van de voedsel- keten zal optreden. Dit kan aanleiding geven tot een dosisbelasting van de bevolking, problemen in verband met het leefmilieu en grote economische schade. De Hoge Gezondheids- raad besteedde reeds eerder aandacht aan deze problematiek, wat in 1992 leidde tot de publicatie “Nucleair Risico en Landbouw”. De problematiek kwam aan bod in een Europees onderzoeksproject met de naam “Euranos”. Dit heeft geleid tot een Europees handboek over de aanpak van een radioactieve besmetting van de voedselketen. Naar aanleiding van deze publicatie is een advies uitgewerkt. Dit advies heeft geen wetenschappelijke ambitie maar wil alleen de praktische toepassing van de Euranos handleiding en de samenwerking tussen het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen (FAVV) en het FANC bevorderen.

Advies over de problematiek van vloeibaar radioactief ziekenhuisafval (HGR 8514)

In de loop van een validatiefase van gammaspectrometrische bakens heeft het IRE (Nationaal Instituut voor Radio-elementen) een meetcampagne aan de ingang van vijf water- zuiveringstations uitgevoerd, wat de aanwezigheid in aanzienlijke hoeveelheden van in de geneeskunde gebruikte radio-isotopen heeft aangetoond. Het gaat hoofdzakelijk om 99mTc, 131I en 18F. Deze meetcampagne heeft aangetoond dat de meeste pieken gedurende de week (maandag tot vrijdag) worden geregistreerd en zeer weinig activiteit op zaterdag en zondag. Die beide elementen doen vermoeden dat het in een eerste hypothese om ziekenhuislozingen gaat.

De HGR heeft het nuttig geacht dit onderwerp te bestuderen en geeft hier een eerste reflectie die uitsluitend handelt over ziekenhuisafval afkomstig van de excreta van patiënten die voor diagnostische of therapeutische doeleinden radionucliden in niet-ingekapselde vorm toegediend hebben gekregen. Worden hier niet in overweging genomen het vaste

of vloeibare afval afkomstig van laboratoria en afdelingen in verzorgingsinstellingen noch

25

Fysische omgevingsfactoren

eventuele lozingen i.v.m. ingekapselde bronnen, met inbegrip van de permanente radio- therapiebronnen (brachytherapie). Het advies wordt op eigen initiatief geformuleerd door de Hoge Gezondheidsraad, na bespreking van het onderwerp door de werkgroep radioecologie bestaande uit deskundigen in de disciplines radioecologie, stralingsbescherming en nucleaire geneeskunde.

De WG heeft de volgende aanbevelingen uitgebracht:

1. De bescherming van de werknemers van de waterzuiveringsector mag niet los van die van de bevolking worden gezien. Deze moet algemeen en gezamenlijk worden beschouwd.

2. Het risico voor de bevolking is zeer laag en dat voor de werknemers van de water- zuiveringsector is te verwaarlozen t.o.v. de dosislimieten voor het publiek.

De retentie van het grootste deel van de radioactieve stoffen en de dilutie van de residuele activiteit die via de riolen wordt verwijderd zorgen ervoor dat de concentraties laag blijven wanneer het afvalwater de ziekenhuiszone verlaat, m.a.w. ter hoogte van het belangrijkste lozingspunt. Op dit ogenblik stelt er zich geen belangrijk probleem.

3. Op middellange termijn en rekening houdend met milieudoelstellingen in het algemeen moet het probleem van de verwijdering van afvalwater afkomstig van de ziekenhuizen opnieuw beoordeeld worden, onder andere op wettelijk vlak.

Praktische oplossingen met het oog op een ALARA-beleid zouden kunnen worden voorgesteld.

4. In de onmiddellijke toekomst hoeft er geen enkele nieuwe maatregel te worden genomen voor de in de nucleaire geneeskunde gebruikte gamma-stralers wat de lozing van vloeibare afvalstoffen betreft, met uitzondering evenwel van 131I.

5. In verband met het 131I moeten de volgende metingen en controles uitgevoerd worden:

a. naleven van de verplichte ziekenhuisopname voor hoge activiteiten;

b. adequate verwijdering van de opgeslagen vloeibare afvalstoffen (fysische controle);

c. radioactiviteitmeting aan de uitgang van de rioolcollectoren van de ziekenhuizen.

26

Fysische omgevingsfactoren

Niet ioniserende straling

Normering voor zendmasten (HGR 8519)

Dit advies is ontstaan naar aanleiding van een vraag van de Minister van Volksgezondheid om haar de nodige elementen aan te brengen om te antwoorden op een brief gestuurd door het GSM Operators’ Forum (GOF) betreffende de zendmasten van radiogolven.

In deze brief stelt het GOF dat de voorgestelde norm van 3 V/m te streng is.

De HGR herinnert eraan dat hij van oordeel is dat het voorzorgsprincipe omwille van de wetenschappelijke onzekerheden in dit geval toegepast moet worden en dit om de bevolking te beschermen. Hij legt ook de nadruk op zijn aanbeveling voor een norm op 3 V/m.

In het kader van het voorzorgsprincipe zijn socio-economische overwegingen, in tegenstelling tot wat het GOF beweert in zijn brief, mogelijk maar behoren niet tot de bevoegdheid van de Hoge Gezondheidsraad.

Naar aanleiding van de kritiek van het GOF op het ontbreken van literatuurverwijzingen, wijst de HGR erop dat rond deze problematiek zowel opinion-based als literature-based adviezen werden opgesteld, waarbij gesteund werd op de kennis van Belgische topdeskundigen. Het is bovendien duidelijk dat het afleiden van precieze indicaties voor een normeringniveau uit de referenties een ongeschikte methode is, gelet op het aantal publicaties en de complexiteit van het onderwerp.

Naar aanleiding van de commentaren van het GOF heeft de HGR dit advies eveneens in een internationale context geplaatst en er het aan te nemen standpunt ten opzichte van de aanbevelingen van de ICNIRP3 in uiteengezet.

Recente metingen hebben aangetoond dat er met de huidige technologie slechts een beperkte mogelijkheid van overschrijding van de voorgestelde norm bestaat in een aantal lokale omstandigheden. Het is aan de operatoren om adequate maatregelen te nemen.

In tegenstelling tot het advies van de operatoren, is het noch moeilijk noch duur waarden van de orde van 3 V/m te meten.

Uiteindelijk ligt de door de HGR voorgestelde norm in de lijn van de Europese normen inzake elektromagnetische compatibiliteit die een waarde van 3 V/m voorzien.

De HGR beveelt opnieuw beleidsmatige ondersteuning aan van onafhankelijke metingen en research (biologische effecten, epidemiologische studies, enz.), ondersteund door een bevoegde administratie die over voldoende personeel beschikt.

27

3 International Commission on Non-Ionizing Radiation Protection.

Chemische agentia

In document 2009 Activiteiten verslag (pagina 24-30)