• No results found

Financiële uitgangspunten

In document Programmabegroting 2013 (pagina 151-154)

6. Financiële begroting

6.2 Financiële uitgangspunten

Voor de samenstelling van de begroting 2013 en de meerjarenramingen 2014-2016 zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:

Algemeen begrotingsuitgangspunt

Algemeen uitgangspunt voor de begroting is dat er sprake dient te zijn van een structureel sluitende begroting.

Tarieven en leges

a) De inkomstentarieven van de OZB worden alleen aangepast aan de inflatie, zijnde een percentage voor 2013 van 1,5%. Dit percentage is gebaseerd op de inflatiecijfers van het Centraal Planbureau voor het jaar 2013.

b) De inkomstentarieven voor de overige belastingen stijgen ook met de inflatie van 1,5%.

c) De leges worden niet in algemene zin verhoogd met de prijsinflatie, tenzij blijkt dat op basis van kostendekkendheid de tarieven verhoogd c.q. verlaagd moeten worden.

d) De opbrengsten uit hoofde van de afvalstoffenheffing en de rioolheffing zijn berekend op basis van een kostendekkend tarief. Zie hiervoor de paragraaf lokale heffingen.

Prijs- en loonstijging

a) In de begroting 2013 is rekening gehouden met het in 2012 gesloten CAO akkoord. Dit akkoord heeft een looptijd tot 31 december 2012. In 2013 zal een nieuwe CAO afgesloten moeten gaan worden. Binnen de begroting is conform de door het CPB berekende loonvoet overheid, rekening gehouden met een stelpost van 1,25%.

b) Voor de begroting 2013 wordt uitgegaan van de nullijn qua stijging van de kosten derden. Niet voor alle producten zal dit realistisch zijn, zodat we dit kader in praktische zin willen uitgegaan van het creëren van een stelpost voor prijsinflatie van € 420.000.

c) De jaarlijkse subsidies aan instellingen stijgen in principe niet.

d) Er wordt afgezien van automatische prijscorrectie. Deze worden alleen specifiek toegekend.

Rente

Bij het bepalen van de kapitaallasten op investeringen wordt een interne rekenrente van 4,5%

gehanteerd. In het kader van de ombuigingsoperatie is besloten om in 2013 geen rente bij te schrijven op bestemmingsreserves, vrije reserve algemene bedrijfsreserve en de reserve bovenwijkse voorzieningen. Voor de jaren erna is hiermee wel rekening gehouden. Conform voorschriften uit het besluit Begroting en Verantwoording wordt aan voorzieningen geen rente toegevoegd.

Rente GREX

Tot op dit moment rekenen we in 4,5% toe aan rente over de boekwaarde van grondexploitaties. De provincie vindt dit een te hoog percentage. Deze stelling wordt door het college ondersteund, aangezien een hoog percentage rentelasten naar de toekomst doorschuift via de boekwaarde van de grondexploitatie. Het beleid wordt dan ook aangepast.

Hierbij wordt onderscheid gemaakt worden in de rente die daadwerkelijk wordt toegerekend (nacalculatorisch) en de rente die voorcalculatorisch bij herijkingen (looptijd van soms 8 tot 10 jaar vooruit) wordt toegepast.

Deze laatste is namelijk verstandig om op dit moment vast te houden aan het percentage van 4,5 aangezien dit de rente is die voor langere tijd wordt toegepast. Hierbij ben je voor de langere termijn in de complexen minder afhankelijk van het renterisico. Samengevat wordt het volgende

voorgesteld:

Gemeente Oosterhout Programmabegroting 2013 151 Rente voorcalculatorisch lange

termijn prognose grex Rente GREX begroting/

jaarrekening

Percentage 4,50% 3,70%

De algemene rekenrente wordt niet aangepast. Gezien de bijzondere aard van grondexploitaties wordt hiervoor een uitzondering gemaakt. De rente van de grondexploitatie bedraagt voor 2013 3,7%. Deze rente wordt jaarlijks in mei bepaald op basis van de jaarrekening van het jaar ervoor.

Het percentage wordt berekend door:

- rente eigen vermogen: 4,5%

- rente vreemd vermogen gebaseerd op een percentage voor een lening van 10 jaar gelijk bij de BNG (mei 2012: 2,32%)

- de verhouding tussen eigen en vreemd vermogen uit de balans van de jaarrekening. In 2011 werd 61% van ons bezit gefinancierd met eigen vermogen en 39% met vreemd vermogen.

Het gewogen gemiddelde tussen rente eigen en rente vreemd vermogen komt uit op 3,7%.

Deze rekenmethode biedt een financieel kader om jaarlijks de rente voor de grondexploitatie te herrekenen.

Ruimte voor nieuw beleid

In financiële zin is er geen extra ruimte voor nieuw beleid in jaren 2013 tot en met 2016 opgenomen.

Post onvoorzien

In de begroting en meerjarenramingen wordt jaarlijks ruimte opgenomen voor “onvoorzien”. Voor 2013 bedraagt dit een bedrag van € 270.000. Hier wordt de structurele doorwerking niet automatisch vertaald, maar vormt onderdeel van de discussie over nieuw beleid bij de eerstkomende begroting.

Voorstellen waarbij een beroep wordt gedaan op onvoorzien worden getoetst aan de criteria onvoorzienbaar, onuitstelbaar en onontkoombaar. Het college is bevoegd om, onafhankelijk van de hoogte van het bedrag, te beschikken over de post mits voldaan wordt aan bovenstaande criteria.

Hierover zal achteraf via de concernrapportage worden gerapporteerd.

Investeringen

- Het structurele investeringsniveau wordt in principe gemaximaliseerd op € 3,8 miljoen, exclusief investeringen op het gebied van riolering en afvalverwijdering. Deze

investeringen worden afzonderlijk beschouwd en worden gedekt via een kostendekkend tarief. Het investeringsniveau is exclusief specifieke investeringen ten laste van de vrije reserve.

- Het investeringsplan wordt jaarlijks opgesteld in de vorm van een uitvoeringsplanning, waarbij aangegeven wordt wanneer investeringen daadwerkelijk worden uitgevoerd.

- Met het activeren van de eigen apparaatskosten wordt rekening gehouden met een absoluut bedrag van € 750.000. Deze activering vindt plaats via een standaardopslag op het investeringsbedrag.

- In het investeringsplan worden de investeringen in principe bruto verantwoord, dat wil zeggen exclusief inkomsten (bijdragen derden en/of inzet reserves).

Toerekening overhead

De toerekening van overhead via plaats via de zogenaamde opslagmethode. Deze toerekening van kosten vindt (verplicht) plaats op de producten. Er is bewust een methode gekozen die erg

eenvoudig is en past binnen de wettelijke financiële kaders. De kosten van overhead worden verdeeld op basis van de personele kosten (inclusief inhuur) per product. Vanaf het begrotingsjaar 2012 wordt de overhead per product apart inzichtelijk gemaakt, waarbij er geen nacalculatie wordt gemaakt. Dit betekent dat voor de overhead de jaarrekening gelijk is aan de overhead.

De directe personele kosten worden overigens op basis van urenplanningen en tijdschrijfgegevens verdeeld over de producten. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar paragraaf 6.8.

Gemeente Oosterhout Programmabegroting 2013 152

6.3 Begrotingsresultaat

Onderstaand is een overzicht gegeven van de totale lasten en baten van de programma’s voor de begroting 2013, in vergelijking met de primitieve begroting 2012 en de jaarrekening 2011.

Programma Rekening

2011 Begroting

2012 Begroting 2013

Bestuur/ Gemeenteraad Lasten 1.093 1.134 1.158

Baten 1 0 0

Saldo 1.092 1.134 1.158

Bestuur/ College & Dienstverlening Lasten 5.287 5.746 6.338

Baten 982 987 1.321

Saldo 4.305 4.759 5.017

Woonomgeving Lasten 11.803 10.834 13.730

Baten 733 256 764

Saldo 11.070 10.578 12.966

Veilig Lasten 4.619 4.759 5.062

Baten 178 105 115

Saldo 4.441 4.654 4.947

Verkeer & Mobiliteit Lasten 2.963 3.314 3.488

Baten 2.012 2.011 2.143

Saldo 951 1.303 1.345

Natuur, Milieu & Afval Lasten 14.110 12.864 14.164

Baten 14.009 12.937 13.649

Saldo 101 -73 515

Bouwen en Wonen Lasten 25.298 21.065 13.839

Baten 22.976 19.159 11.443

Saldo 2.322 1.906 2.396

Werk & Inkomen Lasten 29.768 27.968 28.267

Baten 28.716 18.084 19.689

Saldo 1.052 9.884 8.578

Programmering van de Stad Lasten 7.007 6.727 6.549

Baten 1.471 1.680 1.599

Saldo 5.536 5.047 4.950

Onderwijs, Jeugd & Voorschool Lasten 7.343 8.017 7.736

Baten 1.358 1.353 1.348

Saldo 5.985 6.664 6.388

Maatschappelijke Zorg Lasten 15.035 15.548 15.576

Baten 2.410 942 942

Saldo 12.625 14.606 14.634

Sport Lasten 5.991 6.401 6.214

Baten 1.391 1.488 1.363

Saldo 4.600 4.913 4.851

Productondersteuning Lasten 20.244 21.015 22.284

Baten 18.273 20.800 21.859

Saldo 1.971 215 425

Algemene dekkingsmiddelen Lasten 2.329 1.979 1.790

Baten 66.781 65.533 65.256

Saldo -64.452 -63.554 -63.466

Gemeente Oosterhout Programmabegroting 2013 153

Programma Rekening

2011

Begroting 2012

Begroting 2013

Subtotaal programma's Lasten 152.890 147.371 146.195

Baten 161.291 145.335 141.491

Saldo -8.401 2.036 4.704

Mutaties in reserves Lasten 11.243 1.622 1.219

Baten 8.515 3.659 5.955

Saldo 2.728 -2.037 -4.736

Totaal resultaat Lasten 164.133 148.993 147.414

Baten 169.806 148.994 147.446

Saldo -5.673 1 32

In document Programmabegroting 2013 (pagina 151-154)