• No results found

Fase 5 (2019 en verder): ‘Het purpose-denken’ als cement voor een constructieve dialoog in de zeshoek

In document Ethics, a mutual responsibility (pagina 53-60)

3 De evolutie in tax governance

3.6 Fase 5 (2019 en verder): ‘Het purpose-denken’ als cement voor een constructieve dialoog in de zeshoek

Naar mijn mening zou de Nederlandse en de internationale discussie over belasting en

belastingontwijking door bedrijven gebaat zijn bij een verdere verdieping door het bedrijfsleven

72 Zie de publicatie “A new bar for responsible tax” van het B Team: “Taxes are a critical resource to help create this

world through enhanced public services and investment to reach these goals. Taxation links governments and their people. Clear tax rules, robustly applied, can help enable business to invest in a particular country or area. Taxes can also be used as a policy tool for sustainable development. Taxes provide a means for societies to redistribute resources and new business models are needed for sustainable development and tax systems will have to keep pace.

73 OECD/G20, Base Erosion and Profit Shifting, 2015 Final Report, www.oecd.org.beps. 74 www.consilium.europa.eu: Anti Tax Avoidance Directives 1 en 2 juli 2016 en mei 2017.

75 www.europa.eu: Combatting corporate tax avoidance: Commission presents Tax Transparency, 17 maart 2015. 76 www.europarl.europa.eu: Op 25-10-2016 heeft de Europese Commissie besloten om het voorstel inzake een

gemeenschappelijke, geconsolideerde grondslag voor de vennootschapsbelasting opnieuw in te dienen. In 2011 liep de besluitvorming daarover vast. Nu werden de voorstellen, iets aangepast, in een tweetrapsraket aangebo- den; eerst de CCTB, gevolgd door de CCCTB.

77 Zie www.tweedekamer.nl Kamerstuk 25.087 Internationaal fiscaal (verdragsbeleid).

78 Zie www.eerstekamer.nl verslag plenaire vergadering van 18 december 2018, nr. 11: bijdrage senator M.L.A. van Rij

(CDA).

over het doel van ondernemen. Op 27 november 2019 publiceerde ‘The British Academy’80 in het kader van het project ‘The Future of the Corporation’ een interessante publicatie. In deze publicatie zijn ‘The principles for Purposeful Business’81 uitgewerkt. Kern van het project “The Future of the Corporation” is dat het maken van winst niet de doelstelling van ondernemen moet zijn. Het doel van ondernemen in de 21e eeuw moet zijn om de problemen van mensen en de planeet “winstgevend” op te lossen en niet te profiteren van het veroorzaken van

problemen82. Dat gaat om een totale paradigmawisseling. In plaats van financieel gewin staan de zeventien UN Sustainable Development Goals (SDG’s)83 centraal. Winst in financiële zin is dan een gevolg van deze doelstelling, maar niet een doel op zichzelf. Het vraagt mitsdien een cultuur van ethiek en waarden binnen bedrijven om een zinvolle bijdrage te kunnen leveren aan de oplossing van de fundamentele vraagstukken in onze (wereld)samenleving, zoals armoede, klimaatverandering, verantwoorde consumptie-en productie, gezondheid, overbevolking, milieuvervuiling etc. Bedrijven hebben de volgende drie van de zeventien doelstellingen (SDG’s) geprioritiseerd: nr. 13: climate action (61%), nr. 12: responsible consumption & production (54%) en nr. 8: decent work and economic growth (52%).

Bedrijven zouden door middel van een statement of purpose84 inhoud kunnen geven aan hun bijdrage aan de SDG-doelstellingen. Verschillende “stakeholders in de samenleving “moeten op de bedrijven kunnen vertrouwen dat zij niet alleen zeggen in deze het goede te zullen doen, maar daar ook naar handelen: practice what you preach. Daar dienen bedrijven, groot en klein, transparant over te zijn en verantwoording over af te leggen. In wezen gaat het om een nieuw contract tussen de samenleving en bedrijven. The British Academy geeft een viertal argumenten waarom een fundamentele verandering nodig is om tot een nieuw contract tussen het

bedrijfsleven en de samenleving te komen.85 Vennootschapsbelasting wordt ook genoemd: “Meanwhile, globally mobile business means that corporate taxation is unlikely to be a remedy”.86 Dat leidt ertoe dat de volstrekte fixatie op de vennootschapsbelasting in het maatschappelijk debat in wezen een afgeleide is van waar het echt om gaat. Dat komt mede, omdat bepaalde ngo’s en politici dit debat gekaapt hebben voor eenzijdige politiek-

ideologische doeleinden. Dat moeten het bedrijfsleven en de beroepsgroep van de

belastingadviseurs zich aanrekenen. En in wezen de overheid ook. Intellectueel gezien zou het debat op het hogere niveau van het ‘purpose-denken’ gebracht moeten worden. Hoe kunnen

80 Professor Sir David Cannadine, President of the British Academy: “The British Academy’s purpose is to deepen

understanding of people, societies and cultures, enabling everyone to learn, progress and prosper. Our Fellowship draws on the full range of the human experience-from politics to art, and economics to philosophy. The Future of the Corporation programme could not be a better example of the Academy’s work and its ability to draw on such a wide range of ideas”.

81 Zie: The Principles for Purposeful Business “How to deliver the framework for The Future of the Corporation: “an

agenda for businesses in the 2020s and beyond”, published by the British Academy -Future of the Corporation-.

82 Zie “Principles for Purposeful Business”, pagina 8: “We concluded that the purpose of business is to solve the

problems of people and planet profitably, and not profit from causing problems”.

83 Het laatste jaar staat het denken over “purposeful business” zeer in de belangstelling. Zie bijvoorbeeld ‘The

American Business Roundtable’ van 169 CEO’s van Amerikaanse multinationals bracht een verklaring uit (“state- ment on corporate purpose”. Zie ook The Economist van 24-30 Augustus 2019: “What are companies for”? Zie ook ook de campagne die de Financial Times is gestart: “The long-term health of free enterprise capitalism will depend on delivering profit with purpose’.

84 Zie bijvoorbeeld the statement of purpose van Handelsbanken in Zweden: www.handelsbanken.com. 85 (1) The global nature of challenges that society faces and the global nature of business itself. The most urgent

challenge is climate change. (2) The opportunities and challenges presented by new technology. The rate of change has outpaced regulation and, as time passes, regulators and lawmakers get further behind the latest developments in both technology and business models. New technologies also provide?? challenges and opportunities for the future of work. (3) The increasingly intangible nature of companies. Leading companies’ assets have altered from 83% tangible (building, plant, machinery) to 87% intangible (brands, patents, intellectual property). This has turned on its head the justification for shareholders to dominate companies based on ownership of tangible assets. In turn, this renders the application of traditional economic tools of competition policy and regulation increasingly irrelevant (4) The perception of business in wider society. Trust in institutions is essential for social and economic progress. Business is …. now widely regarded as more trustworthy than governments and media. Corruption is enemy number one for businesses. Building greater accountability within business for its impact on people and planet is essential.

86 M. Desai & D. Dharmapala, “Revisiting the Uneasy Case for Corporate Taxation in an easy World”, Journal of the

bedrijven en hun adviseurs aan een betere wereld bijdragen. Daar ligt ook de sleutel waar ngo’s, politiek, bedrijfsleven en hun adviseurs elkaar kunnen vinden. In plaats van een voortdurende lawine van nieuwe regels over de samenleving te storten die amper op een ordentelijke wijze in de parlementen worden behandeld87, zou de politiek de dialoog met het bedrijfsleven en hun adviseurs moeten aangaan over de vier grote trends (zie de vier door The British Academy genoemde argumenten). Vennootschapsbelasting is een achterhaalde belasting die bij een economie van ‘rokende schoorstenen’.

Daarom vind ik de vraag of er wel of niet een ‘tax governance code’ moet komen te prematuur. In de eerste plaats: wat is het doel van een dergelijke code? Is het een voortzetting van het weinig constructieve politieke debat over belastingontwijking? Wat wordt er mee beoogd? Is het een oprechte poging van het bedrijfsleven en de belastingadviseurs om het onderwerp belasting te zien als een uitwerking van het ‘purpose-denken’? In de trant van: “hoe kan ik door middel van belastingen bijdragen aan de verwezenlijking van de zeventien SDG’s? Zijn ngo’s en politici die tot nu toe het debat domineren bereid om van hun vooringenomenheid af te stappen dat het bedrijfsleven uitsluitend hier op aarde is om winstmaximalisatie na te streven? Zijn zij ook bereid om echt de dialoog met de belastingadviseurs en de belastinginspecteurs aan te gaan hoe een belastingstelsel in de 21e eeuw eruit zou moeten zien? Of is het voortdurend ‘zwartmaken’ van multinationals electoraal en voor de donateurs een te verleidelijke strategie? Kortom in Nederland zou best eens over de grens gekeken kunnen worden en de vraag is of wij ook niet een project ‘Toekomst van de onderneming’ zouden moeten aanvangen à la The British Academy. Misschien zou onze Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid daarin een rol kunnen vervullen gezamenlijk met de Koninklijke Nederlandse Academie voor Wetenschappen. Een van de sterke punten van de aanpak van het Britse project ‘Future of the Corporation’ is hierin gelegen dat met een zeer brede groep van stakeholders wordt gesproken, zoals academici, vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven, overheid, beleidsmakers, institutionele beleggers, journalisten en ngo’s. Juist die gedepolitiseerde aanpak onder leiding van een academisch gezaghebbend instituut maakt het zo interessant.

Ik zou daaraan willen toevoegen dat een dergelijke benadering het thans weinig constructieve debat over belastingontwijking zou kunnen ‘defiscaliseren’. Daar bedoel ik mee dat een dialoog over de wenselijkheid van een ‘tax governance code’, voorafgegaan moet worden door de vraag of de volgende fase in de evolutie naar een ‘tax governance code’ niet onderdeel moet

uitmaken van een ander denken over het nut en noodzaak van ondernemen. Dat is veel fundamenteler dan een code of nog erger verschillende codes. Zelf denk ik dat belasting een wezenlijk onderdeel zou moeten zijn van een Nederlandse ‘corporate governance code’ die het resultaat is van de omslag in het denken over ondernemen en governance: van agency naar purpose-denken. Daar zou belasting een onderdeel van moeten zijn. In het Paper “Principles for Purposeful Business” stellen de schrijvers acht principes88 voor die business leiders,

beleidsmakers en ngo’s zouden kunnen uitwerken. Zelf denk ik dat belasting een integraal onderdeel kan uitmaken van het ‘purpose-denken’. Het betalen van belasting is een bijdrage aan het goed functioneren van een fatsoenlijke samenleving. Zowel op het niveau van de eigenaren als op het niveau van de vennootschap. In wezen zou het onderdeel Tax & The Sustainable Development Goals (zie het citaat van het B team in noot 72) in iedere purpose

statement van een bedrijf moeten voorkomen. Die integrale benadering kan dan tot een nieuwe maatschappelijke consensus leiden. De beroepsgroep van de belastingadviseurs zal slechts een bijrol daarin vervullen, net als de belastinginspecteurs of de fiscalisten bij de ngo’s. De

belastingadviseurs zullen in de eerste plaats als eigen ondernemers ‘het purpose- denken’ kunnen omarmen, maar primair zijn zij slechts adviseurs voor de bedrijven die de leiding moeten nemen in de dialoog over het nieuwe contract tussen de bedrijven en de samenleving. Moeten belastingadviseurs dan helemaal niets doen?

87 Dit is mijn persoonlijke ervaring als lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal voor het CDA in de periode

2015-2019. Het dieptepunt was dat ik als enige woordvoerder een inhoudelijke bijdrage had over het Wetsvoorstel Spoedreparatie Fiscale Eenheid, Kamerstukken I 34.959, zie verslag 16-4-2019.

88 “The eight principles are: Corporate Law, Regulation, Ownership, Corporate Governance, Measurement,

Ik denk het niet. Zij zullen de bedrijven kunnen helpen om de discussie over tax governance verder op het niveau van de Raden van Bestuur en de Raden van Commissarissen te brengen. De drie pijlers uit ‘Tax in the Boardroom’ vormen daar een uitstekend richtsnoer voor. Bij tax

policy komen vragen aan de orde of een bedrijf een eigen belastingbeleid heeft geformuleerd. Dat gaat veel verder dan de beperkte vragen, zoals die nu volgens de Nederlandse corporate ‘governance code’ beantwoord moeten worden op belastinggebied, n.l. hoe hoog het bedrag aan belastingverplichtingen is en de effectieve belastingdruk.

Bedrijven zullen bij de formulering van de eigen belastingpolitiek moeten ingaan of zij handelen naar de letter van de wet of naar de geest van de wet, maar ook of zij gebruik maken van fiscale incentives in ontwikkelingslanden en belastingbesparende structuren in laag belaste jurisdicties. De bijdrage per jurisdictie of regio in belastingen is belangrijk. Dan gaat het om alle belastingen en niet alleen de vennootschapsbelasting of winstbelasting.

De pijler van de transparantie heeft er vooral ook mee te maken dat het bedrijf bereid is om op een coherente en duidelijke manier de tax policy naar buiten toe te communiceren. Bij het project ‘Tax in the Boardroom’ werd menigmaal geconstateerd dat binnen een bedrijf hier verschillende belangen gelden. Het hoofd communicatie is soms bereid minder ver te gaan dan de tax director of soms juist weer verder. Juridische zaken kan soms op de rem staan vanwege het risico van mogelijke kwetsbaarheid inzake de juridische aansprakelijkheden. Afhankelijk van de belangstelling van een CEO voor het onderwerp sustainability wordt het onderwerp belasting naar voren gehaald of juist weggedrukt. Ook concurrentieoverwegingen weerhouden bedrijven ervan om te transparant te zijn.

Tenslotte de governance. Hoe leg je nu precies als bedrijf vast dat hetgeen je in je

belastingpolitiek hebt geformuleerd en waarover je ook communiceert ook daadwerkelijk gebeurt. Dan gaat het om vraagstukken van borging van het fiscale beleid in de organisatie. Vragen, zoals wie er in de organisatie verantwoordelijk is voor het belastingbeleid zijn van belang, wie is verantwoordelijk voor de compliance, aan wie is de verantwoordelijkheid van de implementatie van de tax policy gedelegeerd, maar ook hoe wordt de wereldwijde

belastingpolitiek gemonitord. Is er een tax committee die uiteindelijk beslist over ingewikkelde vraagstukken over interpretatie? Hoe vaak wordt de tax policy geëvalueerd? Is er een beleid voor ‘klokkenluiders’? Aan wie rapporteert de tax director? Heeft de tax director directe toegang tot de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen? Hoe lopen de reporting lines? Hoe is de tax functie vormgegeven?

Kortom het onderwerp belasting zou geïntegreerd moeten worden in het ‘purpose-denken’ en de acht principes van ‘purposeful business’. Fiscalisten kunnen daarbij helpen door een verdere verdiepingsslag te maken in het verder vorm geven van tax governance. Als die twee

ontwikkelingen synchroon lopen, dan zou idealiter een tax governance code een integraal onder uitmaken van een nieuwe versie van de Nederlandse corporate governance code waarin het ‘purpose-denken’ is uitgewerkt. Kortom in de zeshoek is er werk aan de winkel.

3.7 Conclusie

Belastingen is van een onderwerp van pure specialisten die dat in een ‘veilige driehoek’ (belastinginspecteurs, belastingadviseurs en tax directors) bespraken onderdeel geworden van een scherp maatschappelijk debat. Dat komt omdat er een ‘assertieve driehoek’ bijgekomen is van ngo’s, politici en media. Dat gebeurde na de financiële crisis van 2008. Burgers moesten de hogere belastingen betalen die nodig waren om het redden van financiële instellingen te financieren. Die volkswoede werd vertaald door met name multinationals aan te spreken op hun belastingontwijkende debat. Een en ander heeft geleid tot een stortvloed van nieuwe regels. Een middel waar politici internationaal en nationaal graag naar grijpen, maar waarvan het effect soms beperkt is. Of vaak is het middel nog erger dan de kwaal. De vraag is nu hoe er in de dynamische, nieuwe zeshoek, een constructieve dialoog gestart kan worden. Daartoe zullen bedrijven de leiding moeten nemen. Niet door als doel alleen op een ‘tax governance code’ aan te koersen. Bedrijven en de eigenaren van die bedrijven zullen wezenlijk het ‘purpose- denken’ moeten omarmen en de doelstelling van winstmaximalisatie loslaten. Kortom hun

‘raison d’être’ ter discussie stellen. Dan pas kan het betalen van belasting onderdeel uitmaken van een bijdrage aan de samenleving i.p.v. het verlagen van kosten voor de onderneming en de eigenaren daarvan.

Het initiatief van The British Academy, The Future of the Corporation genaamd, effent daarvoor de weg. De acht principes van Purposeful Business kunnen stuk voor stuk ook vertaald worden naar de fiscaliteit. Dit vraagt van de wereld van de Nederlandse fiscalisten om dienend aan die hogere dialoog over het ‘purpose-denken’ in de zeshoek een constructieve bijdrage te leveren aan het realiseren van de zeventien SDG-doelstellingen van de VN.

4

Tax governance code: Werken aan een internationale

In document Ethics, a mutual responsibility (pagina 53-60)