• No results found

Wat doet een RB eigenlijk, een profiel

In document Ethics, a mutual responsibility (pagina 94-101)

8 Een Tax governance code voor het MKB

8.2 Wat doet een RB eigenlijk, een profiel

De Register Belastingadviseur is een integer en pragmatisch adviseur met uitgebreide fiscale kennis en ervaring. Er zijn zoals gezegd ruim 7.000 leden en het is moeilijk zo niet onmogelijk

135 Mr. drs. A.J.A. Overwater RB (voorzitter Register Belastingadviseurs), mw. mr. C.M.J.F. Moelands RB (vicevoorzitter

Register Belastingadviseurs), drs. D.H.L. van Meijgaarden RB (voorzitter Jongerencommissie Register Belastingadviseurs) en mr. S.F.J.J. Schenk RB (directeur fiscale zaken Register Belastingadviseurs).

om ze allemaal over één kam te scheren maar in hoofdlijnen zouden de volgende profielen aangemaakt kunnen worden:

Ongeveer 1.000 leden zijn tevens accountant, en nog eens 2.500 werken bij een

accountantsorganisatie. Ongeveer 500 leden zijn bedrijfsfiscalist. Verder zijn 2.500 leden werkzaam bij of voor administratiekantoren, waaronder relatief veel eenpitters. Verder is er een baaierd aan variatie, van belastingadviseurs bij vakbonden tot fiscaal advocaten en hoogleraren. De meeste leden kunnen als generalist qua middelen worden bestempeld, hoewel het aantal specialisten op middelen, (zoals de omzetbelasting) of vakgebieden (zoals estate planning) sterk groeiende is. De klantenkring van de leden bestaat hoofdzakelijk uit ondernemers in het mkb, de agrarische sectoren, allerhande verenigingen, stichtingen, lagere overheden, scholen, kerken en particulieren.

Het werk van de RB bestaat grosso modo uit drie typen werkzaamheden, te weten: • Compliance in de aangiftepraktijk.

• Voorlichting.

• Advies in het kader van optimalisatie.

Ter nadere toelichting moge het volgende dienen;

Compliance in de aangiftepraktijk

Volgens de bouwstenennotitie van 15 april 2019 bedroegen de Rijksbelastinginkomsten 2018 ongeveer € 270 miljard. Ongeveer 240 miljard daarvan betreft aangiftebelastingen (zoals de omzetbelasting en de loonheffingen), het restant betreft aanslagbelastingen (inkomsten- en vennootschapsbelasting). Het zijn vooral de RB’s die zorgen dat het massale proces van de aangiftebelastingen (aangifte doen en tegelijkertijd betalen) hoogwaardig, soepel en efficiënt verloopt. Eigenlijk hoeft de Belastingdienst alleen maar een bankrekeningnummer open te stellen en het geld stroomt binnen, ongeveer 1 miljard euro per werkdag.

Het resterende gedeelte van de Rijksbelastinginkomsten ad. 30 miljard betreft vooral de inkomsten- en vennootschapsbelasting. Als het aan ons en overigens ook de Vereniging van Hogere ambtenaren bij het Ministerie van Financiën (VHMF) ligt wordt van deze de

aanslagbelastingen in ieder geval de vennootschapsbelasting een aangiftebelasting. Oftewel: aangifte doen, meteen betalen en daarna zien we wel weer. Maar zover is het nog niet. Maar we kunnen wel vaststellen dat de aangiften die via de RB lopen een uitnodiging zijn aan de

Belastingdienst voor het uitschrijven van een aanvaardbare belastingrekening, waarmee bedoeld wordt dat op een RB aangifte kan en mag vertrouwen en dus haast blindelings een aanslag conform aangifte kan opleggen. De belastingdienst hoeft slechts ‘de rekening’ uit te schrijven.

Indien alle aangiften van alle RB’s bij elkaar opgeteld zouden worden zijn de RB’s vaktechnisch eindverantwoordelijk voor pakweg 400.000 bedrijven maal (gemiddeld) twaalf

omzetbelastingaangiftes en 400.000 maal 12 aangiftes loonheffingen LH en dan nog de haast talloze (al dan niet voorlopige) aangiftes inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting plus nog wat (althans getalsmatig) klein grut. Het lijkt niet overdreven te stellen dat men jaarlijks goed is voor meer dan 12 miljoen aanvaardbare aangiften.

Voorlichting

Wat de RB ook doet is onleesbare en onbegrijpelijke wetteksten uitleggen aan de klanten en ze praktisch vertalen naar een aanvaardbare aangifte en (voor de klant vaak nog belangrijker) het bedrag onder de streep. Een onmisbare schakel dus in onze doorlopend wijzigende en extreem complexe fiscaal-juridische wereld. Verder is de belastingwetgeving vergeven van politieke, maatschappelijke en sociale incentives, zowel positieve als negatieve. Het is de politiek er kennelijk veel aan gelegen om haar beleidsdoeleinden via belastingwetten te realiseren. Dat is vooral de reden dat het allemaal zo ingewikkeld is geworden. Maar voor een goede voorlichting en de juiste toepassing van fiscale incentives, en daarmee de gewenste maatschappelijke beïnvloeding vanuit de politiek, is ook de RB weer volledig in beeld. Want wie zou dat anders moeten of kunnen doen, alle goedbedoelde pogingen van de Belastingdienst ten spijt?

Advies in het kader van optimalisatie

Advieswerk voor binnenlandse consumptie is onder te verdelen in drie typen, te weten

arbitrage, uitstel en afstel. Vrijwel het meeste advieswerk behelst arbitrage voor de middelen IB en VPB. Bijvoorbeeld tussen entiteiten, tussen boekjaren, tussen balansposten, tussen balans en V&W, tussen boxen, binnen boxen (bronnen) enzovoorts. Het is meestal het zoeken naar de laagste belastingdruk of uitstel (rentevoordeel). Afstel is voor binnenlandse consumptie vrijwel niet meer mogelijk, althans in de IB en VPB. In vroegere jaren waren er nog riante

stakingsvrijstellingen, was de landbouwvrijstelling nog aardig opgetuigd, kon je je BV nog belastingvrij meenemen naar het buitenland, enzovoorts. Allemaal afgeschaft of tenminste zwaar versoberd. Bij andere middelen zoals bijde erf- en schenkbelasting, bij

overdrachtsbelasting en omzetbelasting zijn er nog iets meer mogelijkheden om afstel te bewerkstelligen zoals bijvoorbeeld periodiek schenken onder de schenkingsvrijstelling. Maar dat is voor de Rijksbegroting allemaal erg marginaal. Het beeld dat kennelijk bij een deel van de politiek en een deel van het publiek leeft over belastingadviseurs, namelijk dat ze ervoor zorgen dat er door hun toedoen geen of nauwelijks belastingen worden betaald, is misplaatst voor zover het binnenlands advies betreft.

Al met al kun je samengevat wel stellen dat de RB een onmisbare schakel is voor de

staatsfinanciën en daarmee de democratie, die ook nog eens een belangrijke bijdrage levert aan maatschappelijke ontwikkelingen. En ja, er worden ook nog adviezen gegeven om belasting te besparen of uit te stellen. En daar is niets mis mee zolang dat nog steeds leidt tot aanvaardbare aangiften.

8.3 Geschiedenis van het Register Belastingadviseurs

De in rechte lijn oudste rechtsvoorganger van het RB is de Bond van Belastingconsulenten, opgericht op 12 maart 1931. Andere rechtsvoorgangers zijn het College Belastingadviseurs (uit 1956) en de Nederlandse Federatie van Belastingadviseurs (1954). Het huidige RB is

voortgekomen uit een fusie van laatstgenoemde twee rechtspersonen in 2008.

8.4 Visie en missie van het RB

Ondernemers en ondernemingen zijn, evenals de belastingbetaling, van grote betekenis voor de Nederlandse economie. Daarom is het integere, pragmatische advies van de RB aan

ondernemers van grote waarde. De RB staat voor een belastingbetaling die voor alle betrokken partijen gepast is.

Ondernemers vinden in ‘hun’ RB een integer, pragmatisch adviseur met uitgebreide fiscale kennis en ervaring en gevoel voor ondernemerschap. De RB adviseert over de kansen en bedreigingen voor hun onderneming bezien vanuit een fiscaal perspectief. Hij dient, als

vertrouwd partner van zijn cliënt, bij uitstek diens belangen en onderneming, zonder de grenzen van het mogelijke uit het oog te verliezen.

8.5 Wie kan er lid worden van het RB?

Het RB kent twee sub-registers, te weten die van Register Belastingadviseurs en het Register Belastingconsulenten. Afhankelijk van de vraag in welk register een lid is ingeschreven geeft dat hem of haar het recht om de titel RB respectievelijk RBc achter de naam te mogen voeren. Het verschil tussen de twee registers en daarmee titels zit vooral in de vooropleiding. Het is niet doelmatig om dit verschil in deze bijdrage verder uit te diepen en daarom zullen we het hierna alleen over RB hebben.

Om lid te kunnen worden van het RB en om daarmee opgenomen te worden in het register moet voldaan zijn aan een serie eisen. Deze zijn in hoofdlijnen:

• Men moet te goeder naam en faam bekend staan en niet werkzaam zijn op een wijze die strijdig is met het Reglement Beroepsuitoefening.

uitoefenen. Dat kan worden aangetoond door de volgende diploma’s.

A. Diploma Register Belastingadviseur (of vergelijkbare diploma’s van rechtsvoorgangers). B. Diploma Master Fiscaal Recht c.q. diploma Master Fiscale Economie (universitair). • Men moet beroepsvaardigheden bezitten die nodig zijn om het beroep naar behoren te

kunnen uitoefenen. Dat kan worden aangetoond door het afronden van de RB Academy of door middel van het aantonen van voldoende en relevante praktijkervaring als

belastingadviseur.

Onder lid wordt hier verstaan een gewoon lid. Naast gewone leden kent het RB ook aspirant leden, buitengewone leden en ereleden.

8.6 Reglementen

Het RB stelt hoge eisen aan leden om de kwaliteit van de dienstverlening te waarborgen en daarom moeten ze zich houden aan de volgende voor deze bijdrage relevante reglementen:

• Statuten Register Belastingadviseurs

• Huishoudelijk Reglement Register Belastingadviseurs • Reglement Beroepsuitoefening Register Belastingadviseurs • Reglement Tuchtrechtspraak

• Reglement Permanente Educatie • Reglement Erkenning als RB-kantoor

Hierna zullen de reglementen als onder 3 en 4 iets meer uitgediept worden.

Reglement Beroepsuitoefening Register Belastingadviseurs

Dit reglement schrijft het gedrag voor van het aangesloten lid, en niet alleen in de beroepsuitoefening. Onderwerpen die aan de orde komen zijn:

• Eer en waardigheid • Onafhankelijkheid • Optreden • Geheimhouding • Vakbekwaamheid • Beroepsaansprakelijkheid

Alle onderdelen zijn voorzien van een toelichting. Kern van dit reglement is artikel 1 dat luidt:

“Een lid is gehouden zijn werkzaamheden op een eerlijke, zorgvuldige en behoorlijke wijze te verrichten, zich te houden aan wet- en regelgeving en zich verder te onthouden van al wat overigens in strijd is met de eer en waardigheid van het beroep.”

Toelichting (verkort) op dit artikel 1: Wat onder ‘eer en waardigheid’ van het beroep wordt verstaan wordt medebepaald door maatschappelijke opvattingen en kan dus aan verandering onderhevig zijn. Dit artikel beperkt zich nadrukkelijk niet tot werkzaamheden verricht in de hoedanigheid van belastingadviseur. Ook in andere hoedanigheden, bijvoorbeeld in privé of als bestuurslid van een sportvereniging, moet een lid zich overeenkomstig de eer en waardigheid van het beroep van belastingadviseur gedragen.

In strijd met artikel 1 van dit Reglement is dienstverlening die strekt tot voorbereiding,

ondersteuning, uitvoering of afscherming van onwettige activiteiten of die anderszins in strijd is met de eer en waardigheid van het beroep. Een lid moet daarom de (potentiële) klant vragen stellen om te kunnen bepalen of de dienstverlening zich verdraagt met wet- en regelgeving en met de eer en waardigheid van het beroep.

Een lid onthoudt zich van de gevraagde dienstverlening, indien er aanwijzingen bestaan dat de dienstverlening in strijd is met de wet- en regelgeving of anderszins in strijd is met de eer en

waardigheid van het beroep. Dit zal niet in alle gevallen direct duidelijk zijn. In geval van gerede twijfels wordt aanbevolen collegiaal overleg te plegen met een ander lid.

Reglement Tuchtrechtspraak

Het tuchtrecht van het RB als privaatrechtelijke organisatie is vanzelfsprekend niet-wettelijk tuchtrecht oftewel verenigingstuchtrecht. Door lid te zijn van het RB onderwerpen de leden zich vrijwillig aan het dit tuchtrecht. Het staat de vereniging RB vrij om het tuchtrecht geheel naar eigen inzicht te organiseren. Er is voor gekozen om het zoveel als mogelijk aan te laten sluiten bij de eisen van wettelijk tuchtrecht met de beperkingen die niet-wettelijk tuchtrecht met zich meebrengt. Dit heeft men trachten te doen door onder meer de volgende (voor deze bijdrage relevante) zaken te regelen:

• Tuchtrecht in twee instanties, te weten Raad van Tucht (RvT) en Raad van Beroep (RvB). • De voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter van zowel RvT als RvB zijn (voormalig) lid

van de rechterlijke macht met rechtspraak belast. Zij zijn geen lid van RB.

• De RvT en RvB worden ondersteund door een secretariaat dat wordt gevoerd door een door het bestuur aan te stellen onafhankelijke organisatie. Deze organisatie voorziet in een secretaris.

• De RvT oordeelt over klachten ter zake van misslagen van de leden van RB in de uitoefening van hun beroep en van inbreuken op de statuten, besluiten en reglementen van RB, waaronder het Reglement Beroepsuitoefening.

• Een klacht kan worden ingediend door: a. Een direct belanghebbende.

b. Het bestuur van RB.

c. De DG van de Belastingdienst of een door hem gemachtigde ambtenaar van de Belastingdienst.

d. De toezichthouder ingevolge de Wwft, te weten BFT (Bureau Financieel Toezicht). • De RvT resp. RvB kan, bij gehele of gedeeltelijke gegrondverklaring van de klacht, de

volgende maatregelen opleggen: waarschuwing, berisping, schorsing, ontzetting uit het lidmaatschap.

• Uitspraken worden (geanonimiseerd) gepubliceerd op de website van het RB en in het verenigingsblad.

Doorlopend zijn er enkele tientallen zaken onder handen, overigens vrijwel uitsluitend tussen leden of tussen leden en (voormalig) cliënten.

8.7 Kwaliteitsstreven, permanente educatie (PE)

Als dé beroepsvereniging van belastingadviseurs voor het mkb, is kwaliteit een van de

belangrijkste pijlers van het RB. Kwaliteit van de vereniging, in de vorm van goede inhoudelijke en toekomstgerichte ondersteuning in de beroepsuitoefening. Maar juist ook kwaliteit van de RB-leden, in het niveau van scholing en het naleven van beroepsregels.

Het kwaliteitsniveau en de borging daarvan vindt op vele manieren plaats. Naast

toelatingseisen en tuchtrecht kent het RB de verplichting tot PE. Dit houdt in dat jaarlijks 40 punten moeten gescoord waarvan tenminste 20 zuiver vaktechnische punten. Eén vaktechnisch punt staat, afhankelijk van het soort vaktechniek dat men ondergaat, voor tenminste één tot anderhalf uur educatie. Verder mogen maximaal 20 punten worden gescoord met andere voor het beroep relevante trainingen en cursussen, bijvoorbeeld op het gebied van vaardigheden of ICT.

Het niet naleven van de PE-verplichting, wat jaarlijks streng gecontroleerd wordt, kan een lid duur komen te staan op een scala van maatregelen, te weten (afhankelijk van de ernst en frequentie van de overtreding) waarschuwing, berisping, schorsing of royement.

8.8 Wat verstaat het RB onder Tax Governance?

Als het gaat om het begrip ‘Tax Governance’ in relatie tot een Code voor de belastingadviseur én zijn klanten, dan moet men die differentiëren, dus aanpassen naar de omstandigheden. Op de

vraag wat het RB dan precies onder ‘Tax Governance’ verstaat zal hierna worden teruggekomen (de Australische definitie lijkt ons redelijk compleet, waarbij overigens de nadruk wordt gelegd op ethisch handelen). De governance-dilemma’s én de rekening van de belastingadviseur voor Uber, die afstel van heel veel belastingheffing bewerkstelligt, en de dilemma’s van Uber zelf (als die er al zijn), is natuurlijk van een totaal andere orde dan de governance-dilemma’s en rekening van een belastingadviseur voor de bakker op de hoek die worstelt met het dilemma of hij zijn IB-onderneming wel of niet via een BV zal uitoefenen met per saldo slechts een paar procent minder belastingdruk. Want daar gaat het dan over en dat typeert het grote verschil. Althans bij het via het RB georganiseerde beroep van belastingadviseur. We kunnen en willen uiteraard niets zeggen over de groep ongeorganiseerde belastingadviseurs, kennelijk een restgroep van zo’n 10.000 adviseurs, en wat die allemaal hun klanten adviseren. Volgens het RB is met name daar wat betreft compliance voor de overheid het laaghangend fruit binnen te halen, en niet zozeer bij het RB of NOB, zijnde de compliant georganiseerden met samen ongeveer 12.000 leden.

Kort en goed, het RB zou graag zien dat een TGC voor het mkb aansluit bij de definities van ‘Horizontaal Toezicht’. Een vorm van toezicht die de doorsnee belastingadviseur niet alleen reeds kent maar tevens een code impliceert voor én de belastingadviseur (waaronder begrepen de accountant) én de klant. Grosso modo houdt die code in dat de fiscaal intermediair

uitsluitend aanvaardbare aangiften doet op basis van een degelijk controlesysteem, en bij situaties waarbij hij zou kunnen denken dat de Belastingdienst mogelijk anders tegen onderdelen van de aangifte aan zou kunnen kijken dat dan van tevoren aanmeldt bij de contactinspecteur voor overleg. Voorwaar een sluitend en prachtig systeem dat promotie en aanmoediging verdient. Althans voor de massaliteit van het mkb.

Ter illustratie het volgende. VNO-NCW schrijft op haar website het volgende over de TGC- en hou daarbij de ‘bakker op de hoek’ - voor ogen:

Staatssecretaris van Financiën Menno Snel kwam recent met het voorstel een ‘tax governance code’ te ontwikkelen. Dat is een interessant voorstel. Het kan helpen een ‘gouden standaard’ te zetten voor de openheid van bedrijven over hun belastingstrategie en -gedrag. Hoe

stakeholders worden betrokken bij het belastingbeleid en wat de rol van ondernemingsbestuur, commissarissen en aandeelhouders hierbij is. Hier ligt een kans voor Nederland, ook om internationaal de toon zetten. Het bedrijfsleven pakt die handschoen graag op.”

Dat gaat natuurlijk niet werken voor de ‘bakker op de hoek’. Daar moet iets anders voor gevonden worden wat al bestaat: zoals gezegd Horizontaal Toezicht, liefst met een wettelijke basis.

8.9 De ontwikkeling van tax governance sinds 2015

Sinds jaar en dag wordt beginnende studenten in een fiscale studie het verschil bijgebracht tussen het ontduiken van belasting, het ontgaan van belasting en het ontwijken van belasting. Het is van groot belang om deze fenomenen van elkaar te onderscheiden (of niet), want ze worden vaak – al dan niet bewust - op één hoop gegooid, maar principiële verschillen bestaan er zeker. Wat onder belastingontduiking verstaan moet worden is helder. Het is handelen in strijd met de wet en daarmee strafbaar. Het verzwijgen van inkomen of vermogen zijn voorbeelden hiervan. Het beeld van de andere twee vormen is minder helder. Onder

belastingontwijking wordt het verlagen van de belastingdruk verstaan waarbij – in tegenstelling tot ontduiking - door belastingplichtigen wel binnen de grenzen van de wet gebleven wordt. Het uithollen van de belastinggrondslag door rente- of royaltybetalingen of het schuiven met winsten naar lager belaste jurisdicties zijn voorbeelden hiervan. Bij het ontgaan van belasting voorkomt men dat het belaste feit zich voordoet. Vaak is dat wenselijk gedrag (wie stopt met roken of drinken betaalt niet langer accijns), maar dit kan voor de overheid wel budgettaire consequenties hebben. Belastingontduiking is strafbaar, -ontwijking en -ontgaan zijn dat (nog) niet. Nu zijn de grenzen tussen deze drie zaken niet altijd scherp. Vaak gaan ze naadloos in elkaar over en zoals bekend bloeien aan de rand van het ravijn de fraaiste bloemen. Niet voor niets wist Denis Healey (onder meer oud-minister van Financiën van het Verenigd Koninkrijk)

dat ‘Het verschil tussen belastingvermijding en belastingontduiking is de dikte van de gevangenismuren’. Of sprake is van belastingontduiking is in wezen een technische vraag, waarin de Hoge Raad of als het niet anders is een supranationaal Hof het laatste woord heeft. En zelfs dan kunnen er nog pleisters geplakt worden, al was het alleen al met de leer van het pleitbaar standpunt. En nee; fraus legis is niet strafbaar.

Een andere vraag is of er een principieel verschil tussen deze drie grootheden bestaat. Steun voor deze opvatting zien velen in het bepaalde in artikel 104 Grondwet, een bepaling die u prominent toelacht bij het betreden van het kantoor van het Register Belastingadviseurs;

“Belastingen van het Rijk worden geheven uit kracht van een wet”. Ze worden dus niet

gehoeven uit hoofde van financiële behoefte van de heffende instantie, ze worden niet geheven uit morele, religieuze of maatschappelijke opvattingen of uit welke hoofde dan ook. Zou dat wel zo zijn dan liggen willekeur en wetteloosheid op de loer. Aan de andere zijde van het spectrum valt met enige regelmaat ter horen dat niet alleen belastingontduiking maar ook

belastingvermijding (waaronder zowel het ontgaan als het ontwijken van belasting verstaan lijkt te worden) illegaal is. Zo betoogde John Christensen, directeur van de Britse NGO Tax Justice Network, dat “Het is een veelgehoorde mythe dat belastingvermijding legaal is”. Wellicht dient het woord legaal hier niet in strikt juridische zin te worden opgevat.

Behalve het ontgaan van belastingen kan ook het ontwijken van belastingen voor de betrokken belastingplichtigen profijtelijk zijn. Zowel bedrijven als natuurlijke personen zijn massaal gevestigd dan wel woonachtig in belastingparadijzen. In een artikel dat na vele jaren nog steeds

he-le-maal niets van zijn zeggingskracht verloren heeft betoogde – overigens dit naar aanleiding

In document Ethics, a mutual responsibility (pagina 94-101)