• No results found

Het onderzoek wat ik heb uitgevoerd, is naar verwachting verlopen. Het praktijkprobleem was duidelijk aanwezig in de groep en mijn duo collega Catja Bode stond volledig achter de aanpak van mijn onderzoek. In de groep kreeg ik de ruimte om te experimenteren en om veranderingen door te voeren. Catja en ook mijn begeleider op afstand Anita, brainstormden actief met mij mee.

Na goed zoeken in verschillende bibliotheken, was er voldoende theorie te vinden over het onderwerp. De verschillende literatuurbronnen sloten goed op elkaar aan en waren het veelal met elkaar eens. Dit zorgde ervoor dat ik niet in een dubio kwam te staan, maar dat ik de literatuur goed kon volgen.

Doordat ik in de praktijk alle ruimte en vrijheid kreeg mijn onderzoek uit te voeren, hoefde ik tijdens het ontwerpen van het ontwerp, geen rekening te houden met de wensen van mijn duo of de gang van zaken op de Gerardus Majella. Ik werd hierin niet beperkt en dit heeft er onder andere voor gezorgd, dat ik mijn gemaakte ontwerp zorgeloos kon uitvoeren.

Wanneer ik kritisch naar het onderzoek kijk, heb ik hier en daar wel puntjes die ik in een volgend onderzoek anders zou aanpakken. Op de Gerardus Majellaschool zijn twee kleutergroepen. Ik heb onderzoek gedaan naar het werken in de schrijfhoek in mijn stageklas, 1/2a. Ik heb niet gekeken naar de schrijfhoek in 1/2b, ik heb niet gevraagd aan deze leerkrachten of zij tegen hetzelfde probleem aanliepen. Ik ben direct de literatuur in gedoken naar oplossingen, maar misschien was de oplossing wel veel dichter bij, op dezelfde school. Ik had mij breder kunnen oriënteren.

De meetinstrumenten die ik ontwikkelde voor de pretest en voor de posttest, waren voor mij heel duidelijk en overzichtelijk. Ik wist wat ik met de instrumenten wilde bereiken en vond dat ze goed in te zetten waren in de praktijk. Het observeren van kinderen, het bevragen van de

kinderen. Ik zag voor me waar ik naar toe wilde. Maar was het voldoende? Had ik niet verder en breder kunnen kijken, vanuit verschillende invalshoeken, vanuit het oogpunt van de leerkracht?

De manier van werken met de nieuwe schrijfhoek, vergt meer voorbereiding van de leerkracht.

Wanneer een nieuw thema wordt opgestart, zal de leerkracht nieuwe functionele

schrijfopdrachten moeten ontwerpen, bij elk nieuw thema opnieuw. Hoe kijkt de leerkracht hier tegen aan? Zal dit daadwerkelijk elk thema gaan gebeuren? Zal het bij verschillende opdrachten blijven, of zal het verwateren en terug gaan naar één opdracht. Ik had collega’s kunnen bevragen, om erachter te komen wat zij van het ontwerp vinden. Voor de kinderen werkt het en collega’s hebben aangegeven dat ook zij heel tevreden zijn over het ontwerp en de resultaten, maar zijn collega’s ook tevreden over hun bijdrage aan het ontwerp, bij ieder thema opnieuw? Ik had het onderzoek completer kunnen maken, als ik ook collega’s een stem had gegeven.

Het proces van het onderzoek is zonder al teveel problemen goed verlopen. De kinderen hebben veel geleerd en grote ontwikkelingen door gemaakt, maar ik heb zelf ook veel geleerd.

Persoonlijk heb ik een grote ontwikkeling doorgemaakt. Ik had wel eens onderzoek gedaan, maar mijn onderzoeksvaardigheden zijn enorm gegroeid: Verschillende theorieën raadplegen, verder kijken dan je neus lang is, meetinstrumenten opzetten, een ontwerp opzetten en dit vervolgens zes weken uitvoeren. Het was grotendeels allemaal nieuw voor mij. Vooral ook het schrijven van deze rapportage, is een grote ontwikkeling geweest. Ik heb aardig wat knelpunten ondervonden, doordat ik geen ervaring had met het rapporteren van een onderzoek op deze manier. Toch ben ik van mening dat ik mijn grote onderzoek op een nette manier heb weten te rapporteren en dat voor een buitenstaander duidelijk is geworden hoe ik mijn onderzoek heb uitgevoerd.

LITERATUURLIJST

Alblas, G., Endeman, A., & Heinstra, R. (2011). Praktische psychologie voor leren en onderwijzen. Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers bv.

Elsäcker, W. v., Beek, A. v., Hillen, J., & Peters, S. (2006). De Taallijn, interactief taalonderwijs in groep 1 en 2. Nijmegen: Expertisecentrum Nederlands.

Janssen-Vos, F. (2008). Basisontwikkeling voor peuters en de onderbouw. Assen: Van Gorcum.

Janssen-Vos, F., Pompert, B., & Vink, H. (2002). Naar lezen, schrijven en rekenen. Assen:

Koninklijke van Gorcum.

Nederlands, E. (2012, December 14). Functies van geschreven taal. Opgehaald van Les in Taal:

http://www.lesintaal.nl/documents/doc_32726.htm

Nederlands, E. (2013, Januari 5). Functies van geschreven taal. Opgehaald van Doorlopende leerlijnen taal basisonderwijs: http://www.leerlijnentaal.nl/page/146/functies-van-geschreven-taal.html

Tomesen, M., & Kleef, M. v. (2005). Strategisch lezen en schrijven met jonge kinderen.

Nijmegen: Expertisecentrum Nederlands.

BIJLAGEN

De volgende documenten bevinden zich verder in deze rapportage:

1. Blanco aftekenlijst gekozen hoeken.

2. Blanco observatieformulier ‘hoe werkt het kind in de schrijfhoek’.

3. Functionele schrijfopdracht ‘de menukaart’.

4. Functionele schrijfopdracht ‘het pannenkoekenrecept’.

5. Functionele schrijfopdracht ‘de uitnodiging’.

6. Functionele schrijfopdracht ‘het boodschappenlijstje.’

Boodschappenlijstje van:__________________________

__________________________________________________________

Door:_____________________________________________________

______________________________________________

_____

_______________________________________________

_____

_______________________________________________

_____

_______________________________________________

_____

_______________________________________________

_____

_______________________________________________

_____

_______________________________________________

_____

_______________________________________________

_____

_______________________________________________

_____

_______________________________________________

_____

_______________________________________________

_____

_______________________________________________

_____

_______________________________________________

_____

_______________________________________________

_____

Hoe bakt Kok ______________ pannenkoeken?

________________________________________________________________

?

Morgen kook ik eerst _________________ voor jou.

Daarna eten wij samen ______________________________,

_________________ en ___________________.

Als toetje kan je kiezen tussen _____________________

en ____________.

Natuurlijk is er ook drinken, zoals____________ en ___________.

Groetjes,

___________________________________________________

Kieslijst groep 1/2 Catja & Mirthe.

Periode:

Hoek Naam

Huishoek Bouwhoek Luisterhoek Schrijfhoek Leeshoek Computer Puzzels Tekenen Kast materiaal

Lego/

duplo

Kleine blokjes

Verplicht werkje Colin

Lynn Floor Noortje Xavi Yara Jente Timo David Sem Milan Jayden Mette Suzanne Sam Meggy Mathijs Cas

Charlotte Sytse

Groep 2: per week 3 verplichte werkjes.

Groep 1: per week 2 verplichte werkjes.

Het werken in de schrijfhoek

Dag:

Moment:

Kind:

Hoe kiest het kind voor de schrijfhoek?

o Uit zichzelf.

o Omdat een ander kind het ook kiest.

o Omdat de andere hoeken bezet zijn.

o Door stimulans van de leerkracht.

o Anders: ………..

Hoe werkt het kind in de schrijfhoek?

o Het kind is geconcentreerd en actief bezig.

o Het kind is passief aanwezig in de schrijfhoek.

o Het kind is weinig te vinden in de schrijfhoek en dwarrelt door de klas.

o Anders:……….

Hoelang werkt het kind in de schrijfhoek?

o De hele tijd gedurende het speelwerkuur.

o De hele tijd tot aan het 1e moment dat de kinderen iets anders mogen kiezen(±15 min) o Korter, namelijk:………

Wat doet het kind in de schrijfhoek?

o Het kind stempelt/schrijft woorden na.

o Het kind tekent.

o Het kind stempelt/schrijft vanuit eigen idee.

o Het kind werkt aan een opdracht uit de schrijfhoek, namelijk:………

o Anders:……….

Wat doet het kind met het gemaakte product?

o Het kind laat het liggen in de schrijfhoek.

o Het kind doet het zelf in de uitdeelbak, zonder te laten zien.

o Het kind laat het product zien aan en doet het vervolgens in de uitdeelbak.

o Het kind laat het zien en vraagt of het product in de kring rond mag gaan.

o Het kind laat het zien en vraagt of het aan het prikbord mag hangen.

o Anders:………