• No results found

5. ONDERZOEK NAAR HET ONTWERP

5.1 Aanpak onderzoek naar het ontwerp

Uit de conclusie van hoofstuk 4.3 kwam duidelijk naar voren dat er enkele verbeteringen plaats konden vinden bij de schrijfhoek van groep 1/2 van de Gerardus Majellaschool. Puntgewijs staan ze hier nog een keer op een rijtje:

- Er zal een lettermuur in de schrijfhoek moeten komen.

- Er zullen woordkaartjes in de schrijfhoek moeten komen.

- Er zal een breder aanbod van schrijfmaterialen moeten komen in de schrijfhoek.

- Er zullen meer bronnen aanwezig moeten zijn in de schrijfhoek.

- Omdat kinderen niet goed weten wat zij moeten doen, zullen er gerichte

schrijfopdrachten moeten liggen in de schrijfhoek, die bijdragen aan de functies van de geschreven taal.

Vanuit deze conclusie zal er een ontwerp ontworpen worden. Het ontwerp zal zich richten op de inrichting van de schrijfhoek en daarbij de aanwezigheid van gerichte opdrachten in de hoek. Het ontwerp heeft als doel dat de schrijfhoek aantrekkelijk en betekenisvol wordt gemaakt voor de kinderen, zodat de kinderen gemotiveerd worden te gaan werken in de schrijfhoek. De

opdrachten zullen gemaakt worden, horende bij het tussendoel functies van geschreven taal. Op deze manier zijn de opdrachten die de kinderen kunnen doen, leerzame opdrachten waarbij zij leren dat geschreven taal een communicatieve functie heeft. Daarbij zijn het betekenisvolle en interessante opdrachten voor de kinderen en hebben de kinderen door de aanwezigheid van deze opdrachten, altijd wat te doen in de schrijfhoek.

Het ontwerp zal zes weken plaatsvinden in de groep. Het ontwerp is opgezet in week 2, na de Kerstvakantie en zal duren tot en met week 7, tot aan de voorjaarsvakantie. Beide

groepsleerkrachten, Catja Bode en Mirthe Jansman, zullen meewerken aan dit ontwerp. Zij zetten dit ontwerp samen op en voeren het ook samen uit. Het ontwerp wordt zes weken lang, vijf dagen in de week uitgevoerd voor zowel de kinderen van groep 1 als de kinderen van groep 2. De kinderen werken op een dag niet constant in de hoeken. Dit gebeurt alleen tijdens het speelwerkuur. Dit is verdeeld over de dag ’s ochtends ongeveer 90 minuten, en ’s middags ongeveer 60 minuten. Op woensdag en vrijdag gaan de kinderen alleen ’s ochtends naar school.

Deze dagen betreft het ongeveer 90 minuten van de dag. Op maandag, dinsdag en donderdag gaan de kinderen de hele dag naar school en op deze dagen betreft het ongeveer 140 minuten op de dag. Het is dus niet zo dat de kinderen de hele lesdag de kans krijgen om te kiezen in welke hoek zij willen werken, dit is alleen tijdens het speelwerkuur het geval. De overige tijd van de dag doen de kinderen mee aan kringactiviteiten, buitenspel, bewegingsonderwijs etc.

De groepsleerkrachten zijn in eerste instantie gaan brainstormen over de nieuwe inrichting van de schrijfhoek. Het aanbieden van meer schrijfmaterialen en diverse bronnen, dat leek ze niet het grootste probleem. De totale inrichting met de lettermuur en de woordkaartjes, vonden ze

lastiger. De oorspronkelijke schrijfhoek was qua afmetingen best wel groot, maar toch werd de ruimte beperkt omdat er eigenlijk maar één muur was waar iets kon worden opgehangen. De andere kanten waren of open, het was een doorgang, of het was een raam. De leerkrachten

vonden een bestaande lettermuur op de school, maar hiervoor was eigenlijk geen ruimte in de schrijfhoek. Toen ze met de tafels en stoelen aan het schuiven kwamen in de hoek, vonden ze eigenlijk niet de oplossing naar waar ze op zoek waren. Tijdens het schuiven kwam de

groepsleerkracht van groep 3 vragen of het allemaal lukte. Zij gaf de leerkrachten de tip om eens te kijken of er niet met andere hoeken geschoven kon worden, dus of er hoeken met elkaar gewisseld konden worden. De leerkrachten besloten hier eens over na te denken en het schuiven even te laten voor wat het was.

Later kwamen de groepsleerkrachten weer bij elkaar en bedachten ze dat ze de luisterhoek en de schrijfhoek waarschijnlijk konden omwisselen. De luisterhoek zat nu op het zoldertje. In de luisterhoek stond nu één tafel en de leerkrachten besloten te kijken of ze hier twee tafels kwijt konden en vier stoelen. Dit werkte en ook de lettermuur kon geplaatst worden in deze hoek. De reling van het zoldertje kon gebruikt worden als ophanggelegendheid en aan de achterkant van het zoldertje, werden bankjes geplaatst met de materialen die kinderen konden gebruiken. De radio van de luisterhoek werd met een tafel en stoel in de oorspronkelijke schrijfhoek geplaatst en de wisseleling was rond. De schrijfhoek is vanaf nu boven, op het zoldertje.

Naast de inrichting van de schrijfhoek, zal er ook een verbetering moeten komen in het aanbod van de opdrachten in de schrijfhoek. Door de nieuwe inrichting van de schrijfhoek, krijgen de kinderen voldoende impulsen, om ze te inspireren tot het schrijven en het geven van ideeën om te gaan schrijven. Daarnaast is het ook goed om concrete opdrachten bij de kinderen aan te bieden, zodat de kinderen meer in gaan zien dat schrift een communicatieve functie heeft, zoals in het theoretisch kader is beschreven. Om de kinderen te leren dat schrift een communicatieve functie heeft, zullen de opdrachten functionele schrijfopdrachten moeten zijn. De kinderen moeten het doel er van in zien, en weten met welke reden ze het maken.

Vanuit de basisontwikkeling hebben de kinderen altijd invloed op het thema, waar de groep over gaat werken. In de periode van de Kerstvakantie tot aan de voorjaarsvakantie, willen de kinderen graag werken over het thema ‘eten’ en dit wordt gerealiseerd.

De functionele schrijfopdrachten worden dus ook vanuit dit thema ontworpen. In de klas wordt ook een restaurant opgezet. Hier kunnen de kinderen eten koken, eten bestellen en ze kunnen er dineren. Vanuit dit restaurant, ontstaan veel schrijfopdrachten.

In de schrijfhoek kunnen kinderen werken aan vier verschillende functionele schrijfopdrachten:

1. Het maken van een menukaart.

Dit is een functionele schrijfopdracht, omdat er in het restaurant menukaarten horen te zijn, zodat mensen kunnen bestellen wat zij willen eten. Zo weten de mensen wat de kok allemaal voor hen kan maken, het heeft weer een communicatief doel. De kinderen maken hun eigen menukaart en deze worden in het restaurant weer gebruikt.

2. Het maken van een uitnodiging voor een etentje.

Dit is een functionele schrijfopdracht, omdat door middel van het schrift iets wordt gevraagd. Het heeft een communicatief doeleinde. Een uitnodiging kan mondeling zijn, maar ook schriftelijk. De kinderen maken een uitnodiging voor een etentje en geven deze vervolgens aan iemand, met wie ze willen eten.

3. Het maken van het recept van pannenkoeken.

Het maken van een recept is een functionele activiteit, omdat het recept vertelt welke ingrediënten er gebruikt moeten worden voor het gerecht. Er is gekozen voor

pannenkoeken, omdat alle kinderen uit de groep dit lusten. De kinderen weten dan hoe het lievelingsgerecht wordt bereid.

4. Het maken van een boodschappenlijstje.

Het boodschappenlijstje vertelt welke producten er gekocht moeten worden, het heeft een communicatieve functie. Thuis wordt opgeschreven welke producten er nodig zijn en in de winkel wordt dit lijstje vervolgens gelezen en worden de producten verzameld. De kok in het restaurant maakt het boodschappenlijstje voor de producten die hij nodig heeft in de keuken en uiteindelijk in het restaurant.

In het restaurant waren ook schrijfopdrachten te vinden, namelijk:

5. Het noteren van een bestelling.

In het restaurant bevindt zich een kladblok. Hierop kunnen de kinderen de bestellingen van klanten noteren. Ze vragen wat de klant graag wil drinken of eten, noteren dit en kunnen dit vervolgens aan de hand van hun notitie verder communiceren naar de kok.

6. Het noteren van een reservering in de agenda.

In het restaurant ligt een agenda. De kinderen kunnen in de agenda reserveringen noteren, wanneer mensen bellen of langskomen om een afspraak te maken. Dit is een functionele schrijfactiviteit, omdat het vertelt wanneer mensen komen eten. Zo weet het personeel van het restaurant wanneer er mensen komen eten, een communicatiemiddel dus.

Deze laatste twee beschreven schrijfactiviteiten vinden plaats in het restaurant, tijdens het spel in de restauranthoek. De overige vier activiteiten, vinden plaats in de schrijfhoek zelf. Voor deze vier schrijfactiviteiten hebben de leerkrachten echt een opdracht opgezet in een format en hiervan ook een voorbeeld gemaakt. Deze schrijfactiviteiten bevinden zich in de bijlage.

De schrijfactiviteiten in de restauranthoek gaan niet volgens format, maar naar eigen invulling van de kinderen.

Door dit ontwerp is de schrijfhoek in groep 1/2 van de Gerardus Majellaschool helemaal vernieuwd: De schrijfhoek is verplaatst, de hoek is opnieuw ingericht, de hoek biedt meer en vernieuwde materialen en er is een bronnenaanbod. Naast de nieuwe inrichting is er ook een breed scala aan functionele schrijfopdrachten, die de kinderen binnen en buiten de schrijfhoek kunnen uitvoeren. Zo werken de kinderen deze zes weken binnen het thema ‘eten’ aan de beginnende geletterdheid en daarmee de schrijfontwikkeling.

Om te kijken of deze vernieuwde schrijfhoek er ook daadwerkelijk voor zorgt dat kinderen er meer voor kiezen om in de schrijfhoek te gaan werken, houden de leerkrachten opnieuw iedere dag het schema bij waar zij noteren in welke hoek de kinderen gaan werken. Dit gaan zij de hele periode van zes weken doen en in hoofdstuk 5.2 zal het resultaat dan op grafische wijze worden weergegeven. Dan zal zichtbaar worden of er daadwerkelijk meer kinderen in de schrijfhoek gaan werken nu de schrijfhoek helemaal is vernieuwd.

Tijdens het vooronderzoek bleek dat wanneer er kinderen in de schrijfhoek werkten, dit niet altijd op een gewilde manier ging. Kinderen deden vaak andere dingen, waren niet

geconcentreerd aan het werk, of waren zelfs niet in de schrijfhoek aan het werk maar liepen door de klas. De leerkrachten zien graag dat de werkhouding van de kinderen die werken in de

vernieuwde schrijfhoek wordt verbeterd, nu de inrichting en het aanbod van schrijfactiviteiten is

veranderd. Om te kijken of ook de werkhouding is verbeterd, tijdens het werken in de vernieuwde schrijfhoek, vullen de leerkrachten opnieuw enkele observatieformulieren in. In hoofdstuk 5.2 zullen de resultaten van deze observaties weergegeven worden. Het gaat hierbij om hetzelfde observatieformulier als in hoofdstuk 4, die zich bevindt in de bijlage.

Tijdens het vooronderzoek gaven de leerkrachten de kinderen ook een stem. Ze vroegen de kinderen wat zij vonden van de schrijfhoek. Aan de hand van gestelde subvragen, gesteld in de kleine kring, kwamen de leerkrachten er achter wat de kinderen van de schrijfhoek vonden.

Gemiddeld gaven de kinderen tijdens het vooronderzoek de schrijfhoek het cijfer 5,5. De leerkrachten zijn benieuwd wat de kinderen van de vernieuwde schrijfhoek vinden en welk nieuw cijfer de kinderen de schrijfhoek geven. Om hier achter te komen, gaan ze de kinderen opnieuw bevragen. Tijdens het vooronderzoek vond de bevraging plaats in de kleine kring. Dit zal weer het geval zijn aangezien de leerkrachten dan te maken hebben met twee kleine groepjes kinderen, waarin ieder kind een eerlijke kans krijgt geboden.

Aan de hand van de in hoofdstuk 4 opgestelde subvragen, proberen de leerkrachten te peilen wat de kinderen van de vernieuwde schrijfhoek vinden. De subvragen uit hoofdstuk 4, worden hieronder herhaald:

- Hoe ziet onze schrijfhoek er nu uit?

- Welke materialen zijn er in de hoek?

- Wat kan je allemaal doen in de schrijfhoek?

- Kies je vaak voor de schrijfhoek?

- Waarom wel/niet?

- Vind je het werken in de schrijfhoek leuk?

- Waarom wel/niet?

- Wat mis je in de schrijfhoek?

- Wat moet er blijven in de schrijfhoek?

- Ik geef de schrijfhoek het cijfer (1-10)

In deze paragraaf is het ontwerp beschreven. Zoals gezegd wordt het ontwerp zes weken in de praktijk uitgevoerd. De resultaten die bij dit ontwerp horen, worden in de volgende paragraaf overzichtelijk weergegeven. In hoofdstuk 5.3 zal vervolgens een conclusie op het ontwerp worden gegeven.