• No results found

5.5 – De ervaringen van medewerkers met de referralcampagne

Naast de vragen die gesteld zijn ten behoeve van de toetsing van de hypothesen, zijn vragen gesteld waarvan de resultaten extra informatie verschaffen met betrekking tot het referralproces, de referralcampagne en de ervaringen van de respondenten met het aandragen van referrals. De resultaten worden in deze paragraaf behandeld.

5.5.1 – Motivatie door de referralcampagne

In het geval dat een respondent één of meerdere referrals had aangedragen, is hem/haar de vraag gesteld of één van de referralcampagnes hem/haar heeft gemotiveerd dat te doen. Het resultaat van deze onderzoeksvraag is dat 67% van deze respondenten gemotiveerd is door de referralcampagnes (binomial test, p < 0,025, tweezijdig).

5.5.2 – Reden aandragen

Er is ook aan de respondenten gevraagd wat hun voornaamste reden was om referrals aan te dragen. Uit de resultaten blijkt dat 54,2% voornamelijk zijn/haar referral te hebben aangedragen omdat de referral een toevoeging was voor Bedrijf X. 27,2% heeft dit voornamelijk gedaan om de referral zelf te helpen en 9,3% zegt dit voornamelijk te hebben gedaan vanwege de referralbonus. 8,8% heeft een andere reden, die men kon specificeren. Dit is voornamelijk gedaan om aan te geven dat alle drie de redenen even belangrijk waren (n = 216). Met behulp van een chi-kwadraattoets is significant aangetoond dat de uitslag afwijkt van de hypothese dat alle categorieën even groot zijn (p < 0,025, tweezijdig).

5.5.3 – Ervaringen met het aandragen van referrals

Wanneer een repondent één of meerdere referrals had aangedragen is hem gevraagd hoe het referralproces is bevallen. Hierop kon middels een 5-puntsschaal worden geantwoord. Het gemiddelde van de resultaten is 2,77 met een standaarddeviatie van 1,152. In tegenstelling tot de 7-punts likertschaal loopt deze van zeer goed (1) tot zeer teleurstellend (5). De resultaten wijken significant af van het middelste antwoord (antwoord 3, p < 0,025, one sample t-test, tweezijdig).

Zoals is te zien in tabel 5.5 en figuur 5.10 heeft bijna 50% van deze respondenten goede of zeer goede ervaringen met het aandragen van referrals. Aan de respondenten die redelijke, teleurstellende of zeer teleurstellende ervaringen hebben met het aandragen van referrals is gevraagd wat de oorzaak is dat ze minder tevreden zijn. Men kon hierbij meerdere antwoorden geven, waarvan een overzicht is weergegeven in figuur 5.11.

Uit de resultaten blijkt dat de voornaamste redenen voor ontevredenheid een traag proces en een slechte communicatie zijn richting de referral en de aandragende medewerker. Ook is er soms onbegrip over waarom een aangedragen referral in voorkomende gevallen niet wordt uitgenodigd voor een gesprek. Ook is de categorie

n Procent Cumulatief Zeer goed (1) 23 10.7 10.7 Goed (2) 83 38.6 49.3 Redelijk (3) 49 22.8 72.1 Enigszins teleurstellend (4) 40 18.6 90.7 Zeer teleurstellend (5) 20 9.3 100.0 Totaal 215 100.0

Overzicht reden ontevredenheid bij aandragen referral

0 10 20 30 40 50 60 Referral niet uitgenodigd Traag Recruitment Proces Bonus te laat uitbetaald

Geen updates Anders

A a n ta l k e e r g e n o e m d

Tabel 5.5 en figuur 5.10: Ervaring met het aandragen van referrals (Vraag 7: Hoe zijn je ervaringen met het aandragen van referrals? n = 215

‘anders namelijk:’ vaak aangevinkt waarbij men een eigen antwoord kon invullen. Meestal werd hierbij een al voorgeselecteerd antwoord extra onderstreept. De uitslag van de uitgevoerde chi-kwadraattoets toont significant aan dat de uitslag afwijkt van de hypothese dat alle categorieën even groot zijn (p < 0,025, tweezijdig). De respondenten konden ook een extra toelichting geven. Hiervan is veelvuldig gebruik gemaakt. Deze opmerkingen zijn opgenomen in bijlage 6 (blz. 43).

Door de resultaten van deze vraag is duidelijk geworden dat medewerkers het belangrijk vinden dat hun referrals snel worden opgevolgd en dat er een duidelijke communicatie plaatsvindt richting henzelf en hun referral. Op dit moment schort het daar soms aan.

5.5.4 – Redenen om geen referrals aan te dragen

In de enquête is aan respondenten die geen referral(s) hebben aangedragen gevraagd naar de reden daarvan. Zoals in tabel 5.6 staat weergegeven, zegt het overgrote deel dit niet te hebben gedaan omdat zij niemand wisten aan te dragen. Slechts kleinere groepen geven aan bezwaar te hebben tegen het aandragen van referrals of wel een potentiële referral te kennen, maar deze niet te kunnen aandragen omdat deze persoon dat zelf niet wil.

Aan de respondenten die hebben aangegeven bezwaar te hebben tegen het aandragen van referrals, is gevraagd naar de reden daarvan. Dit is ook gevraagd aan de respondenten die wel minimaal één referral hebben aangedragen, maar hebben aangegeven dit in de toekomst niet meer te willen doen. De respondenten konden honderd punten verdelen over de verschillende antwoordcategorieën, om zo aan te geven hoe belangrijk een categorie voor hen was. In totaal hebben 28 respondenten deze vraag beantwoord. Vanwege dit kleine aantal moeten de antwoorden met voorzichtigheid worden geïnterpreteerd. De uitslag is weergegeven in figuur 5.12. De percentages geven het aandeel in het totaal verdeelde punten weer.

n Procent Cumulatief

Ik wist niemand aan te dragen 161 72.9 72.9

Ik wil niemand aandragen want ik heb er bezwaar tegen dit te doen 18 8.1 81.0 Ik wilde wel iemand aandragen, maar die persoon wilde zelf niet

aangedragen worden 42 19.0 100.0

Totaal 221 100.0

Tabel 5.6: Reden om geen referrals aan te dragen (vraag 13: Wat is de reden dat je niemand hebt aangedragen gedurende de laatste twaalf maanden?, n = 221, p < 0,025, chikwadraattoets, tweezijdig)

Verdeling bezwaar tegen referrals (n = 28) Liever niet betrokken bij andermans (eventueel tegenvallende) prestaties 17% Ik ben bang dat mijn

referral mijn carrière negatief beïnvloedt

3% Liever geen geld

verdienen met andermans cv

5% Het referral concept

staat me niet aan 2% Ik ben niet (geheel)

tevreden met mijn werk 25% Liever niet betrokken bij andermans sollicitatieproces 10% Liever geen vrienden

in hetzelfde bedrijf als waar ik werk

12% Anders

10% Ik ben niet (geheel)

tevreden met het recruitment proces

16%

Figuur 5.12: Verdeling van bezwaar tegen het aandragen van referrals (p < 0,025, chi-kwadraattoets, tweezijdig)

Uit het diagram is op te maken dat de belangrijkste reden waarom de respondenten die hebben aangegeven bezwaar te hebben tegen het aandragen van referrals ontevredenheid is met het eigen werk. Ook het liever niet betrokken zijn bij andermans (eventueel tegenvallende) prestaties en ontevredenheid over het referralproces scoren hoog.

5.5.5 – Controlevraag referralbonus

Om te controleren in hoeverre een nieuw ingevoerde referralbonus bekend is bij de medewerkers van Bedrijf X, is de vraag gesteld of de men weet hoeveel verdiend kan worden wanneer men iemand aandraagt, die wel

wordt uitgenodigd voor het eerste sollicitatiegesprek, maar niet wordt aangenomen bij Bedrijf X. Deze referralbonus bedraagt € <bedrag>,--. De uitslag van de enquêtevraag is weergegeven in de tabel 5.7. Het blijkt dat bijna 60% weet hoe hoog de referralbonus in dit geval is.

n Procent <bedrag> 71 26.2 <bedrag> 29 10.7 <bedrag> 162 59.8 <bedrag> 9 3.3 Totaal 271 100.0

Tabel 5.7: Contrôlevraag referralbonus (Vraag 26: Weet je wat je zou verdienen wanneer je een referral aandraagt die wordt uitgenodigd voor het eerste gesprek maar niet wordt aangenomen bij Bedrijf X? n = 271, p < 0,025, chi-kwadraattoets, tweezijdig)

5.5.6 – Voorkeur voor referralbonus Om te onderzoeken of de referralbonus in de vorm van een geldelijke bonus de voorkeur geniet boven andere vormen van referralbonussen, is de respon-denten gevraagd dit aan te geven door een keuze te maken uit verschillende vormen van referralbonus. Uit de resultaten bleek dat 74,9% het liefst een geldelijke beloning ontvangt. 10% geeft de voorkeur voor een weekendje weg naar een buitenlandse stad en 7,4% geeft de voorkeur aan extra vakantie-dagen.

5.5.7 – De rol van de eventuele partner Een mogelijkheid om het netwerk waaruit referrals kunnen worden verkregen te vergroten is het promoten van het actief laten zoeken door de partner van de medewerker in zijn/haar netwerk. In de enquête is de vraag gesteld of de respondenten deze mogelijkheid zouden overwegen. Men heeft op deze vraag vaker negatief dan positief geantwoord, zoals is te zien in tabel 5.8. De groep die geen referral(s) heeft aangedragen verschiltop dit onderdeel significant van de groep die minimaal één referral heeft aangedragen,

zoals blijkt uit de independent samples t-test die is uitgevoerd. In de groep die minimaal één referral heeft aangedragen is men positiever over het betrekken van de partner bij het referralprogramma (p < 0,025, tweezijdig) . 29,7% van deze groep denkt dat de partner

n Procent

Ik wil niet dat mijn (eventuele) partner hier een rol in speelt

104 38.2

Ik zou hierover

nadenken 123 45.2

Ik vind dat mijn (eventuele) partner hier zeker een rol in kan spelen

45 16.5

Totaal 272 100.0

Tabel 5.8: Eventuele betrokkenheid partner (Vraag 28: Wat zou je ervan vinden als we je zouden vragen je (eventuele) partner ook in zijn/haar netwerk te laten rondkijken? n = 272) Figuur 5.13: Voorkeur referralbonus (n = 271, p < 0,025, chi-kwadraattoets, tweezijdig)

zeker een rol in het referralproces kan spelen en 42,1% zou hierover nadenken. 28,2% wil niet dat de eventuele partner een rol in het proces speelt.

5.5.8 – Verantwoordelijkheidsgevoel medewerkers Om te onderzoeken in hoeverre

medewerkers zich verantwoordelijk voelen voor hun referral en het goede verloop van het recruitmentproces, zijn drie vragen gesteld die hier betrekking op hebben. Het resultaat van deze vragen is dat is gebleken dat medewerkers zich betrokken voelen wanneer ze een referral van plan zijn aan te dragen en wanneer ze dat hebben gedaan. Dit blijkt ook uit de opmerkingen die zijn geplaatst bij open vragen, die zijn opgenomen in bijlage 6.2 (blz. 43).

Vraag 26: Wanneer ik iemand aandraag, voel ik me verantwoordelijk voor een goed verloop van het recruitment proces

Vraag 26: Wanneer ik iemand aandraag, voel ik mij verantwoordelijk voor de kwaliteit van het werk en de arbeidsvoor-waarden die hij/zij krijgt

Vraag 26: Wanneer ik iemand aandraag, voel ik mij verantwoordelijk voor de kwaliteiten van mijn referral N 269 271 271 Gemiddelde 5.33 4.62 5.42 Standaarddeviatie 1.458 1.554 1.347 Figuur 5.14: Verantwoordelijkheidsgevoel verloop recruitmentproces Figuur 5.16: Verantwoordelijkheidsgevoel kwaliteiten referral Figuur 5.15: Verantwoordelijkheidsgevoel kwaliteit werk en arbeidsvoorwaarden

De respondenten voelen zich het meest verantwoordelijk voor een kwaliteit van hun referral en voor een goed verloop van het recruitmentproces. Ze voelen zich iets minder verantwoordelijk voor de arbeidsvoorwaarden die een referral krijgt. In de figure 5.14, 5.15, 5.16 en tabel 5.9 zijn de resultaten van de drie vragen weergegeven. Deze zijn alle met behulp van een one sample t-test significant bevonden (p < 0,025, tweezijdig).

5.5.9 – Communicatie over Bedrijf X Aan de respondenten is de vraag gesteld hoe vaak zij met anderen (exclusief collega’s) praten over Bedrijf X. De uitslag is staat weergegeven in tabel 5.10.

De uitslag is dat men gemiddeld regelmatig met anderen praat over Bedrijf X

(gemiddelde 2,99, waarbij 3 staat voor ‘regelmatig’. De standaarddeviatie is 0,809. Het praten over Bedrijf X kan als eerste stap worden gezien op weg naar het aandragen van een referral.

5.5.10 – Potentieel

Eén van de laatste vragen die in de enquête is gesteld, is hoeveel personen uit het netwerk van de respondent passen bij Bedrijf X. Deze vraag is gesteld om het potentiële aantal referrals te berekenen dat mogelijk te winnen is via de medewerkers van Bedrijf X. In de onderstaande tabel is een berekening weergegeven van het aantal referrals dat zou kunnen worden aangedragen. Hierbij is een aantal aannamen gedaan:

1. Het totaal potentieel is de som van de klassenmiddens die zijn vermenigvuldigd met het bijbehorende percentage en met de populatiegrootte.

2. De populatie bestaat uit <getal> personen.

3. In de categorie 0 – 5 valt het grootste deel van de referrals. Gezien deze hoeveelheid bestaat het vermoeden dat een groot aantal respondenten geen referrals kent om aan te dragen. Het zou dan ook beter zijn geweest hier en optie voor toe te voegen. Om dit te compenseren wordt bij deze categorie niet het klassenmidden (2,5) maar het aantal ’1’ vermenigvuldigd om het totaal aantal referrals te berekenen (zie tabel 5.11).

n Procent Cumulatief Nooit (1) 2 .7 .7 Soms (2) 71 26.3 27.0 Regelmatig (3) 139 51.5 78.5 Vaak (4) 45 16.7 95.2 Zeer vaak (5) 13 4.8 100.0 Totaal 270 100.0

Tabel 5.10: Communicatie over Bedrijf X tegenover anderen (Vraag 27: Hoe vaak praat je met anderen over Bedrijf X? (Je collega's niet meegerekend), n = 270, p > 0,025, one sample t-test, tweezijdig)

4. De categorie >40 wordt gezien als 43. Dit zou het klassenmidden van de categorie volgend op de categorie 36-40 zijn geweest. De reden voor deze keuze is dat elk getal boven de 40 zou kunnen volstaan, maar dat het beter is een voor het gevoel realistisch aantal te hanteren.

5. De missing values worden als percentage meegenomen in de berekening. Zij worden geacht geen potentieel te hebben, omdat zij bezwaar hebben tegen het aandragen van referrals.

Zoals in tabel 5.11 te is te zien zouden 10.066 referrals geworven kunnen worden. Hierbij is geen rekening gehouden met het feit dat sommige medewerkers dezelfde referral willen aandragen, maar het geeft aan dat er potentieel is om de mederwerkers te activeren om hun referrals aan te dragen.

Groep: n Percentage Aantal in de populatie

(percentage x <getal>) Klassen-midden Potentiële referrals 0 - 5 183 62.5 <getal> 1 <getal> 6 - 10 61 20.8 <getal> 8 <getal> 11 - 15 18 6.1 <getal> 13 <getal> 16 - 20 7 2.4 <getal> 18 <getal> 21 - 25 3 1.0 <getal> 23 <getal> 26 - 30 1 .3 <getal> 28 <getal> 31 - 35 2 .7 <getal> 33 <getal> 36 - 40 1 .3 <getal> 38 <getal> >40 1 .3 <getal> 43 <getal>

Missing values 16 5.5 <getal> 0 <getal>

Totaal 293 100.0 10.066,8

Tabel 5.11: Berekening potentieel (Vraag 29: Als je al je eventuele bezwaren achterwege laat, hoeveel personen uit jouw netwerk passen er dan bij Bedrijf X? n = 293)

5.5.11 – Het aandragen van referrals in de toekomst

Om te onderzoeken hoe de respondenten staan tegenover het aandragen van referrals in de toekomst is de vraag gesteld om men bereid is in de toekomst iemand aan te dragen. Wanneer op deze vraag ontkennend werd geantwoord, is gevraagd of men bereid is iemand aan te dragen nadat Bedrijf X de punten van kritiek zou hebben verbeterd, die de respondent in dat geval heeft.

Van alle respondenten zou 90,8% in de toekomst een referral aandragen, dus zonder dat eventuele punten van kritiek verbeterd worden. Wanneer punten van kritiek verbeterd worden komt daar 3,8% bij. 5,4% van de respondenten zou nooit (weer) een referral aandragen.