• No results found

Elektronische vragenlijsten

geleerde op casuïstiek en in het werk

Bijlage 5 Elektronische vragenlijsten

Vragenlijst voor aanvullende dataverzameling evaluatie ‘training potentieel gewelddadige eenlingen’

Versie voor de groep cursisten die heeft deelgenomen aan de ‘training potentieel gewelddadige eenlingen’ in de periode oktober 2012 – december 2012

Betreft:

evaluatie op niveau 3 (effect van training op werkgedrag van cursist) en evaluatie op niveau 4 (doorwerking van training op team en organisatie van de cursist) Kohnstamm Instituut Marjan Glaudé Joost Meijer Iris Breetvelt Amsterdam, 15 november 2013

123

Inleiding

In deze vragenlijst gaan we in op de volgende onderwerpen:

1. het signaleren of herkennen van potentieel gewelddadige eenlingen (pge) in uw dagelijkse werk;

2. het duiden en delen van uw zorgen over potentieel gewelddadige eenlingen met anderen;

3. het handelen; wat zou u doen als u het vermoeden heeft te maken te hebben met een potentieel gewelddadige eenling.

Maar eerst gaan we nog heel kort in op de vraag hoe tevreden u was over de ‘training pge’ en of u vindt dat u er iets van heeft opgestoken.

Tevredenheid en leren

- In hoeverre bent tevreden over de ‘training pge’ die u heeft gevolgd?

Vijfpuntsschaal: Ontevreden (1)- - - Heel tevreden (5)

- In hoeverre heeft u van deze ‘training pge’ geleerd? Vijfpuntsschaal: Niets geleerd (1)- - - - Veel geleerd (5)

- In hoeverre heeft de ‘training pge’ er toe bijgedragen dat u nu anders naar bepaalde personen/casussen kijkt dan daarvoor?

Vijfpuntsschaal: Niets bijgedragen (1) - - - Veel bijgedragen (5)

Potentieel gewelddadige eenlingen in het algemeen: signaleren en handelen

In dit deel leggen we u vier casussen voor. Steeds is de vraag of u denkt van doen te hebben met een potentieel gewelddadige eenling; vindt u de casus verontrustend en wat zou u zo nodig doen?

Ga steeds uit van de beschreven feiten.

Case 1 Danny

Een personeelsmanager van een opleidingsinstituut hoort dat een van de werknemers, de 33 jarige Danny, een wapenvergunning wil aanvragen. Het is de personeelsmanager opgevallen dat Danny op de werkplek met lege hulzen zat te spelen. Ook vertelt Danny zijn collegae regelmatig over wapens en over zijn fascinatie daarvoor. Onder de collegae en de personeelsmanager bestaat enige zorg omdat Danny niet zo stabiel zou zijn. In het verleden had hij een angststoornis, hoorde stemmen en waande zich achtervolgd door de KGB.

Danny is werkzaam als IT-er; heeft geen relatie en woont alleen. Hij is lid van een schietvereniging.

124

Deze case 1 vind ik?:

 niet verontrustend (zeker geen potentieel gevaarlijke eenling)  licht verontrustend

 verontrustend  alarmerend

 zeer alarmerend (zeker een potentieel gevaarlijke eenling)

Wat zou u doen? (meer antwoorden mogelijk)  Ik zou niets doen

 Ik zou een gesprek aangaan met deze persoon  Ik zou informatie verzamelen over deze persoon bij:

o zijn sociale omgeving (broer of zus, ouders, buren, etc.)

o professionals uit zijn sociale omgeving (straatcoach, buurtwerker, voorzitter van de schietvereniging, etc.)

 Ik zou collega’s uit mijn eigen organisatie consulteren en mijn zorg met hen delen

 Ik zou informatie verzamelen en mijn zorg delen met de volgende functionarissen of instanties:

o bekende, vertrouwde politiecontacten (bijvoorbeeld de wijkagent) o formele politiecontacten (receptie, meld M)

o eerstelijns gezondheidszorg (huisarts, politiearts, etc.) o eerstelijns geestelijke gezondheidszorg (bijvoorbeeld een

geestelijk behandelaar van de persoon)

o een andere plek (bijvoorbeeld bij het Veiligheidshuis, Zorgoverleg, oid), namelijk: ……….

 Ik zou risicotaxatie instrumenten gebruiken, namelijk………  Ik zou aangifte doen

 Nog anders, namelijk………

Case 2 Barend

Barend is 21 jaar en heeft gedragsstoornissen en het Aspergersyndroom. Tussen zijn 12e en 16e jaar werd hij van diverse scholen verwijderd vanwege agressief gedrag. Vanaf zijn 12e jaar gebruikt hij wiet en speed. Vanaf zijn 16e zit hij thuis, zonder opleiding of werk. Zijn voornaamste activiteiten zijn het spelen van oorlogsgames, blowen en speed gebruiken en vrienden bezoeken. Zijn dag-nachtritme is omgekeerd.

Sinds de aanschaf van de gewelddadige oorlogsgame ‘call of duty’ speelt hij dit spel vrijwel voortdurend online met anderen. Daarbij gaat hij zeer op in het spel, getuige het voor de gezinsleden hoorbare schreeuwen en schelden tijdens het gamen. Onderwijl gebruikt hij drugs. Met twee vrienden raakt het contact verbroken: met de een door een conflict en met de ander doordat deze hem niet meer herkent.

Gezinsleden, met name zijn moeder en zijn studerende zus, die hem aanspreken of hulp bieden, brengen hem in staat van razernij. Hij intimideert hen in hoge mate met verbale bedreigingen door zijn gewelddadig gedrag heeft de inventaris in de woning het zwaar te verduren. Zijn uitlatingen wijzen ook op een suïcidale intentie.

125

Deze case 2 vind ik Idem

Case 3 Ahmed

Ahmed is een veertiger. Hij was tijdens het conflict in Tsjetsjenië een aanhanger van Islamitische rebellen, maar niet heel fanatiek. Wel kwam hij op het werk enkele malen in conflict met collega’s uit voormalig Oost-Europa.

Ahmed heeft op een gematigd Islamitische basisschool gezeten. Zijn ouders zijn wel praktiserende moslims, maar zijn net als Ahmed niet streng. Hij is ongetrouwd, heeft geen vriendin.

Sinds kort staat Ahmed achter de Syrische oppositiebeweging, met name achter Al Nusra. Ook bezoekt hij met enige regelmaat bijeenkomsten van radicale imams en andere voormannen van de radicale Islam. Hij is ook wel eens naar een besloten discussieavond van Koranlezers geweest, maar heeft zich nimmer aangesloten bij deze club en heeft daar ook geen relaties in de zin van vrienden opgedaan.

Plots wordt hij fanatieker in zijn geloof; hij bidt nu vijf maal per dag en wil niet meer dat zijn zus in een bikini rondloopt. Onlangs heeft hij een open vliegticket naar Turkije gekocht.

Ahmed is als jong volwassene nooit betrokken geweest bij geweldsincidenten.

Deze case 3 vind ik Idem

Case 4 John

Jonge man van 21 jaar – John - kan slecht zijn impulsen onder controle houden. Op de basisschool was hij al zeer driftig en vaak betrokken bij vechtpartijtjes. Zijn beste vriend is onlangs afgetuigd door lid van concurrerende voetbalclub. Nu zint hij op wraak. John heeft diverse vriendinnen gehad, maar is op dit moment zonder relatie. Hij bezoekt de sportschool minstens drie maal per week en traint hard; hij heeft dan ook een uitstekende conditie.

John heeft weinig affiniteit met politiek en de samenleving, zijn blik beperkt zich tot zijn onmiddellijke omgeving. John probeert de baas uit te hangen in zijn eigen milieu. Zijn motto is ‘de sterkste wint.’

Hij heeft enkele malen in jeugddetentie doorgebracht wegens geweldsdelicten en roofovervallen.

Deze case 4 vind ik Idem

126

Potentieel gewelddadige eenlingen in uw werk: signaleren

In dit deel zoomen we in op het signaleren van mogelijk gewelddadige eenlingen in uw dagelijkse werkzaamheden.

Heeft u in het afgelopen jaar (2013) in uw werk één of meer personen opgemerkt als mogelijk gewelddadige eenling?

O Ja, namelijk………aantal personen

O Nee (door naar ‘uw werk en werkcontext’)

Kunt u kort omschrijven waarom u dacht dat het een potentieel gewelddadige eenling betrof? (zijn het meer dan drie personen, noem dan de drie gevallen

waarover u het meest duidelijk dacht met een potentieel gewelddadige eenling van doen te hebben).

1. ..……….. 2. ……… 3. ………

Zijn het inzichten, kennis of kunde uit de ‘training pge’ geweest die bij u een bel hebben doen rinkelen en uw vermoedens hebben aangewakkerd dat het hier mogelijk ging om een potentieel gewelddadige eenling ?

O Ja O Enigszins O Nee O Weet niet

Potentieel gewelddadige eenlingen in uw werk: duiden en delen

Heeft u iets gedaan met uw vermoedens over deze potentieel gewelddadige eenling (meer antwoorden mogelijk) (Had u vermoedens over meer dan één

persoon, kies dan de meest verdachte).

O Ja, ik ben een gesprek aangegaan met deze persoon zelf O Ja, ik heb informatie verzameld over deze persoon bij: O zijn sociale omgeving (broer, zus, ouders, buren, etc.)

O professionals uit zijn sociale omgeving (straatcoach, buurtwerker, voorzitter van een schietvereniging, etc.)

O Ja, ik heb collega’s uit mijn eigen organisatie geconsulteerd en mijn zorg met hen gedeeld

O Ja, Ik heb informatie verzameld en mijn zorg gedeeld met de volgende functionarissen of instanties:

o bekende, vertrouwde politiecontacten (bijvoorbeeld de wijkagent) o formele politiecontacten (receptie, meld M)

127

o eerstelijns gezondheidszorg (huisarts, politiearts, etc.)

o eerstelijns geestelijke gezondheidszorg (bijvoorbeeld een geestelijk behandelaar van de persoon)

o op een andere plek (bijvoorbeeld bij het Veiligheidshuis, Zorgoverleg, oid), namelijk: ……….

O Ja, ik heb risicotaxatie instrumenten gebruikt, namelijk:……… O Ja, ik heb aangifte gedaan

O Ja, nog anders, namelijk………

O Nee, ik heb (nog) niets gedaan, omdat…… (door naar ‘werk en werkcontext’)

Bij elk met ‘ja’ aangemerkt antwoordalternatief:

Had u dit ook gedaan als u de ‘training pge’ niet had gevolgd? O Ja, dat had ik anders ook wel gedaan

O Nee, dat had ik anders niet gedaan (inzichten uit de ‘training pge’ hebben hieraan bijgedragen)

O Weet ik niet

Bij elk met ‘ ja’ aangemerkt antwoordalternatief:

Hoe groot vond u de noodzaak om dit te doen?

Vijfpunstsschaal: Niet groot (1) - - - - Absoluut noodzakelijk (5)

U heeft informatie verzameld over deze persoon bij personen of professionals uit zijn sociale omgeving. Had u dit ook gedaan als u de ‘training pge’ niet had gevolgd?

O Ja, dat had ik anders ook wel gedaan

O Nee, dat had ik anders niet gedaan (inzichten uit de ‘training pge’ hebben hieraan bijgedragen)

O Weet ik niet

U heeft informatie verzameld en uw zorg gedeeld met professionals uit professionele instanties. Had u dit ook gedaan als u de ‘training pge’ niet had gevolgd?

O Ja, dat had ik anders ook wel gedaan

O Nee, dat had ik anders niet gedaan (inzichten uit de ‘training pge’ hebben hieraan bijgedragen)

128

Bij antwoordalternatieven die te maken hebben met delen van zorg met professionals:

Als men vermoedens over de mogelijk gewelddadige eenling niet heeft gedeeld met professionals (de volgende items zijn dan niet aangeklikt):

O bij professionals uit zijn sociale omgeving (straatcoach, buurtwerker, voorzitter van een schietvereniging, etc.)

O Ik heb informatie verzameld en mijn zorg gedeeld met de volgende functionarissen of instanties:

O bekende, vertrouwde politiecontacten (bijvoorbeeld de wijkagent) O formele politiecontacten (receptie, meld M)

O Eerstelijns gezondheidszorg (huisarts, politiearts, etc.)

O eerstelijns geestelijke gezondheidszorg (bijvoorbeeld een geestelijk behandelaar van de persoon)

O op een andere plek (bijvoorbeeld bij het Veiligheidshuis, Zorgoverleg, oid), namelijk ……….

Dan de vraag stellen:

Waarom heeft u uw vermoedens over deze mogelijk gewelddadige eenling niet gedeeld met deze professionals?

O dat was niet nodig omdat……….

O dat was wel nodig maar er waren drempels, namelijk………... O anders, namelijk………..

Als u uw vermoeden over deze mogelijk gewelddadige eenling niet heeft gedeeld met professionals, waarom heeft u die niet gedeeld?

O dat was niet nodig, omdat...

O dat was wel nodig maar er waren drempels, namelijk... O anders, namelijk...

O niet van toepassing

Heeft u een geheimhoudingsplicht? O Ja

O Nee/ niet van toepassing (door naar pge: handelen)

Heeft uw geheimhoudingsplicht u belemmerd om het gesprek aan te gaan over deze mogelijk gewelddadige eenling en uw zorg te delen met andere

professionals?

0 Ja, omdat ………. 0 Nee

129

Potentieel gewelddadige eenling: handelen

Is er uiteindelijk met deze mogelijk gewelddadige eenling iets gebeurd? O ja

O nee (door naar ‘uw werk en werkcontext’)

O weet niet (door naar ‘uw werk en werkcontext’)

Is dat gebeurd naar aanleiding van uw signalering van deze mogelijk gewelddadige eenling?

O ja O deels O nee O weet niet

Wat is er uiteindelijk met deze mogelijk gewelddadige eenling gebeurd? (meer

antwoorden mogelijk)

O geen behandeling O vrijwillige behandeling O gedwongen behandeling

O er zijn gesprekken aangegaan vanuit: o veiligheidsketen (politie, AIVD) o zorgketen

O huisbezoek

O persoon wordt gecontroleerd, gevolgd vanuit: veiligheidsketen (politie, AIVD) zorgketen

O arrestatie

O anders, namelijk ……… O weet ik niet

Uw werk en werkcontext (team, organisatie)

Heeft u in uw dagelijkse werkzaamheden bepaalde zaken veranderd naar aanleiding van de ‘training pge’?

O Ja, namelijk………….. O Nee

Heeft u inzichten, kennis of kunde uit de ‘training pge’ gecommuniceerd binnen uw organisatie?

O ja, namelijk op de volgende wijze ……….. O nee, omdat………..

Zijn er inzichten, kennis of kunde uit de training pge doorgewerkt (gebruikt, toegepast) in uw organisatie?

130

Ja –nee – weet niet Zo ja:

Wat is doorgewerkt en waaraan ziet u dat? ……… Bij wie is het doorgewerkt?

bij mijn team

o bij meer teams binnen mijn organisatie o bij (mijn) leidinggevenden

o anders, namelijk: ……….

Heeft de ‘training pge’ geleid tot meer kennis over de informatie die interessant is voor ketenpartners?

O Ja, dat blijkt uit ... O Nee

O Nvt (er is geen sprake van ketensamenwerking) O Weet niet

Hebben inzichten, kennis of kunde uit de ‘training pge’ geleid tot een betere samenwerking met de ketenpartners?

O Ja, die verbetering blijkt uit ... O Nee (door naar train- de- trainers)

O Nvt (er is geen sprake van ketensamenwerking) (door naar train- de- trainers) O Weet niet (door naar train- de- trainers)

Als ja:

Op welk gebied opereren die ketenpartners? O Onderwijs

O Welzijnswerk

O Hulpverlening en jongerenwerk O Politie

O (geestelijke) gezondheidszorg O Gemeente of sociale dienst

O Anders, namelijk: ………..

[ Alleen voor de train- de- trainers ]

Geeft u zelf trainingen waarin aspecten van de ‘training pge’ binnen uw eigen organisatie worden gebruikt?

O ja

131

Heeft u inzichten, kennis, kunde, materialen en dergelijke uit de ‘training pge’ kunnen gebruiken voor training in uw eigen organisatie?

O Nee, omdat……… (door naar ‘Tot slot’)

O Ja, namelijk op de volgende wijze? ……….

Kunt u kort uw ervaring omschrijven met dat wat u uit de ‘training pge’ in uw organisatie heeft ingebracht? (Heeft u bijvoorbeeld het materiaal aangepast,

kennis aangevuld, oefeningen uitgebreid of meer geschikt gemaakt voor uw doelgroep of doel; ontdekte u een grote behoefte bij collega’s aan meer informatie over gewelddadige eenlingen, etc………).

Wat wilt u er binnen uw organisatie mee bereiken? ………. Heeft u expliciete (leer)doelen opgesteld?

O Ja, namelijk………. O Nee (door naar ‘Tot slot’)

Kunt u kort uw ervaring met dat wat u wilt bereiken omschrijven?

Tot slot

Kunt u aangeven in hoeverre de volgende uitspraken op u van toepassing zijn?

De ‘training pge’ heeft er toe bijgedragen dat ik beter dan voorheen in staat ben om:

- een mogelijk gewelddadige eenling te herkennen.

adequaat te handelen in geval van een mogelijk gewelddadige eenling?

vijfpuntsschaal Helemaal mee oneens (1) helemaal mee eens (5)

Heeft u behoefte aan extra deskundigheid op het gebied van potentieel gewelddadige eenlingen? (Meer antwoorden mogelijk)

O Ja, kennis, vaardigheden, namelijk:………. O Ja, meer oefening/ casuïstiek

O Ja, meer uitwisseling met andere professionals uit mijn eigen discipline O Ja meer uitwisseling met andere professionals uit juist andere disciplines O Ja, anders, namelijk: ………..

O Nee

Heeft u nog een tip voor Radaradvies en/of voor het Ministerie van Veiligheid en Justitie voor het optimaliseren van de ‘training pge’?

132

Ruimte voor opmerkingen in het algemeen

---

Achtergrondkenmerken

Graag willen we enkele achtergrondkenmerken in kaart brengen voor het opsporen van samenhangen en mogelijke verklaringen voor antwoorden. U hoeft zich geen zorgen te maken over de vertrouwelijkheid van de antwoorden; de gegevens worden niet individueel verwerkt en gerapporteerd.

Type organisatie waar u werkt O Onderwijs

O Welzijnswerk

O Hulpverlening en jongerenwerk O Politie

O (geestelijke) gezondheidszorg O Gemeente of sociale dienst

O Anders, namelijk: ………..

Aantal ervaringsjaren in uw huidige beroepenveld O Minder dan 1 jaar

O 1 t/m 3 jaar O 4 t/m 9 jaar O 10 t/m 20 jaar O Meer dan 20 jaar Sekse O Man O Vrouw Leeftijd O 25 jaar en jonger O 26 t/m 35 jaar O 36 t/m 45 jaar O 46 t/m 55jaar O ouder dan 55 jaar

133 Vragenlijst voor aanvullende dataverzameling evaluatie ‘training potentieel gewelddadige eenlingen’

Versie voor de groep die heeft (nog) NIET deelgenomen aan de ‘training potentieel gewelddadige eenlingen’ maar op een wachtlijst staan.

Kohnstamm Instituut Marjan Glaudé Joost Meijer Iris Breetvelt

134

Versie voor de groep NIET cursisten Inleiding

In deze vragenlijst gaan we in op de volgende onderwerpen:

- het signaleren of herkennen van potentieel gewelddadige eenlingen (pge) in uw dagelijkse werk;

- het duiden en delen van uw zorgen over potentieel gewelddadige eenlingen met anderen;

- het handelen; wat zou u doen als u het vermoeden heeft te maken te hebben met een potentieel gewelddadige eenling.

Potentieel gewelddadige eenlingen in het algemeen: signaleren en handelen

In dit deel leggen we u vier casussen voor. Steeds is de vraag of u denkt van doen te hebben met een potentieel gewelddadige eenling; vindt u de casus verontrustend en wat zou u zo nodig doen?

Ga steeds uit van de beschreven feiten.

Case 1 Danny

Een personeelsmanager van een opleidingsinstituut hoort dat een van de werknemers, de 33 jarige Danny, een wapenvergunning wil aanvragen. Het is de personeelsmanager opgevallen dat Danny op de werkplek met lege hulzen zat te spelen. Ook vertelt Danny zijn collegae regelmatig over wapens en over zijn fascinatie daarvoor. Onder de collegae en de personeelsmanager bestaat enige zorg omdat Danny niet zo stabiel zou zijn. In het verleden had hij een angststoornis, hoorde stemmen en waande zich achtervolgd door de KGB.

Danny is werkzaam als IT-er; heeft geen relatie en woont alleen. Hij is lid van een schietvereniging.

Deze case 1 vind ik?:

 niet verontrustend (zeker geen potentieel gevaarlijke eenling)  licht verontrustend

 verontrustend  alarmerend

 zeer alarmerend (zeker een potentieel gevaarlijke eenling)

Wat zou u doen? (meer antwoorden mogelijk)  Ik zou niets doen

 Ik zou een gesprek aangaan met deze persoon  Ik zou informatie verzamelen over deze persoon bij:

o zijn sociale omgeving (broer of zus, ouders, buren, etc.)

o professionals uit zijn sociale omgeving (straatcoach, buurtwerker, voorzitter van de schietvereniging, etc.)

135

 Ik zou collega’s uit mijn eigen organisatie consulteren en mijn zorg met hen delen

 Ik zou informatie verzamelen en mijn zorg delen met de volgende functionarissen of instanties:

o bekende, vertrouwde politiecontacten (bijvoorbeeld de wijkagent) o formele politiecontacten (receptie, meld M)

o eerstelijns gezondheidszorg (huisarts, politiearts, etc.)

o eerstelijns geestelijke gezondheidszorg (bijvoorbeeld een geestelijk behandelaar van de persoon)

o een andere plek (bijvoorbeeld bij het Veiligheidshuis, Zorgoverleg, oid), namelijk: ……….

 Ik zou risicotaxatie instrumenten gebruiken, namelijk:………

 Ik zou aangifte doen

 Nog anders, namelijk………

Case 2 Barend

Barend is 21 jaar en heeft gedragsstoornissen en het Aspergersyndroom. Tussen zijn 12e en 16e jaar werd hij van diverse scholen verwijderd vanwege agressief gedrag. Vanaf zijn 12e jaar gebruikt hij wiet en speed. Vanaf zijn 16e zit hij thuis, zonder opleiding of werk. Zijn voornaamste activiteiten zijn het spelen van oorlogsgames, blowen en speed gebruiken en vrienden bezoeken. Zijn dag-nachtritme is omgekeerd.

Sinds de aanschaf van de gewelddadige oorlogsgame ‘call of duty’ speelt hij dit spel vrijwel voortdurend online met anderen. Daarbij gaat hij zeer op in het spel, getuige het voor de gezinsleden hoorbare schreeuwen en schelden tijdens het gamen. Onderwijl gebruikt hij drugs. Met twee vrienden raakt het contact verbroken: met de een door een conflict en met de ander doordat deze hem niet meer herkent.

Gezinsleden, met name zijn moeder en zijn studerende zus, die hem aanspreken of hulp bieden, brengen hem in staat van razernij. Hij intimideert hen in hoge mate met verbale bedreigingen door zijn gewelddadig gedrag heeft de inventaris in de woning het zwaar te verduren. Zijn uitlatingen wijzen ook op een suïcidale intentie.

Deze case 2 vind ik Idem

136

Case 3 Ahmed

Ahmed is een veertiger. Hij was tijdens het conflict in Tsjetsjenië een aanhanger van Islamitische rebellen, maar niet heel fanatiek. Wel kwam hij op het werk enkele malen in conflict met collega’s uit voormalig Oost-Europa.

Ahmed heeft op een gematigd Islamitische basisschool gezeten. Zijn ouders zijn wel praktiserende moslims, maar zijn net als Ahmed niet streng. Hij is ongetrouwd, heeft geen vriendin.

Sinds kort staat Ahmed achter de Syrische oppositiebeweging, met name achter Al Nusra. Ook bezoekt hij met enige regelmaat bijeenkomsten van radicale imams en andere voormannen van de radicale Islam. Hij is ook wel eens naar een besloten discussieavond van Koranlezers geweest, maar heeft zich nimmer aangesloten bij deze club en heeft daar ook geen relaties in de zin van vrienden opgedaan.

Plots wordt hij fanatieker in zijn geloof; hij bidt nu vijf maal per dag en wil niet meer dat zijn zus in een bikini rondloopt. Onlangs heeft hij een open vliegticket naar Turkije gekocht.

Ahmed is als jong volwassene nooit betrokken geweest bij geweldsincidenten.

Deze case 3 vind ik Idem

Case 4 John

Jonge man van 21 jaar – John - kan slecht zijn impulsen onder controle houden. Op de basisschool was hij al zeer driftig en vaak betrokken bij vechtpartijtjes. Zijn beste vriend is onlangs afgetuigd door lid van concurrerende voetbalclub. Nu zint hij op wraak. John heeft diverse vriendinnen gehad, maar is op dit moment zonder relatie. Hij bezoekt de sportschool minstens drie maal per week en traint hard; hij heeft dan ook een uitstekende conditie.

John heeft weinig affiniteit met politiek en de samenleving, zijn blik beperkt zich tot zijn onmiddellijke omgeving. John probeert de baas uit te hangen in zijn eigen milieu. Zijn motto is ‘de sterkste wint.’

Hij heeft enkele malen in jeugddetentie doorgebracht wegens geweldsdelicten en roofovervallen.

Deze case 4 vind ik Idem

137

Potentieel gewelddadige eenlingen in uw werk: signaleren

In dit deel zoomen we in op het signaleren van mogelijk gewelddadige eenlingen in uw dagelijkse werkzaamheden.

Heeft u in het afgelopen jaar (2013) in uw werk één of meer personen opgemerkt als mogelijk gewelddadige eenling?