• No results found

Beantwoording onderzoeksvraag 6: het bereik van de training PGE

geleerde op casuïstiek en in het werk

9.5 Beantwoording onderzoeksvraag 6: het bereik van de training PGE

6. Wat is het bereik van de training PGE?

Vele eerstelijns professionals zijn met de training PGE in de periode maart - december 2012 bereikt. In totaal zijn in deze periode 68 trainingen gegeven aan 907 eerstelijnsprofessionals.

Hoe nu verder? In bijvoorbeeld een brainstormsessie kunnen de opdrachtgever, RadarAdvies of andere relevante sleutelactoren nagaan of de groepen zijn bereikt die men aanvankelijk wilde bereiken. Is het bijvoorbeeld nodig de (geestelijke) gezondheidszorg en de gemeente of Sociale Dienst gericht te benaderen en uit te nodigen voor een training PGE?

En zijn er nog andere interessante groepen (organisaties, branches, etc.) voor wie de training een must is? Dat zouden personen kunnen zijn die in direct contact staan met mensen met gelieerde problematiek. Denk bijvoorbeeld aan mensen uit de schoonmaakbranche, de thuiszorg, vrijwilligers in een

buurthuis, buitendienstmedewerkers (groen/grijsvoorziening), Bureau schuldhulpverlening, Bureau Jeugdzorg, klachtencoördinatoren, etc.

Ook kan in zo’n brainstormsessie worden nagedacht over hoe de training zodanig vorm te geven, dat nog meer professionals bereikt kunnen worden. We leveren enkele suggesties.

 Integreer de PGE-thematiek in andere trainingen, studiedagen of opleidingen, bijvoorbeeld in de basisopleiding van de Politie Academie;

104

 Initieer een on-line community of een landelijk of lokaal netwerk waar niet alleen de voormalige cursist terecht kan met vraagstukken, maar stel deze ook open voor andere belangstellenden;

 Roep een specifieke PGE-helpdesk in het leven; bemenst door iemand die feedback geeft op realistische gevallen of vraagstukken die worden ingebracht. Ga na of de politieorganisatie hierin voorziet;

 Ontwikkel een trainingsdeel on-the-job en koppel deze aan de huidige off-the-job training PGE. Doel van het on-the-job-deel is toepassing van de cursusinhoud in het dagelijks werk van de cursist, al dan niet aan de hand van gestuurde opdrachten á la de Leittextmethode. De cursisten krijgen een praktijkopdracht voorgelegd die zij in hun werkkring moeten uitvoeren. Dat doen zij zoveel mogelijk zelf en aan de hand van

zogenoemde ‘leit-texten’. Dit is het geheel van aanwijzingen, richtlijnen, waar informatie gezocht kan worden over hoe het vraagstuk op te lossen. De trainer geeft pas feedback als alle stappen uit de Leittex-methode zijn doorlopen.

Het on-the-job-deel is zo opgezet dat de omgeving en daarmee andere professionals in casu collegae of ketenpartners worden betrokken bij PGE-vraagstukken. Zo’n opzet kan bovendien informele leerprocessen bij professionals doen ontstaan.

Een on-the-job training kan voorafgaan aan een off-the-job training, maar wordt vaak gebruikt als sluitstuk van een off-the-job training. Zo’n on-the-job deel is een krachtig sluitstuk van de training, omdat daarmee de transfer naar de werkplek wordt bevorderd.

105

Geraadpleegde literatuur

Bakker, E., & Graaf, B. de, (2010). Lone Wolves How to Prevent This Phenomenon? Paper presented at the Expert meeting lone wolves.

Bates, R. A. (2012). Dancing With Wolves: Today's Lone Wolf Terrorists. The Journal of

Public and Professional Sociology, 4(1).

Bergenhenegouwen, G., met medewerking van Glaudé, M. (2007). Situationeel opleiden en

leren. Het potentieel van individuele competenties voor organisaties. Alphen aan den

Rijn: Wolters Kluwer.

Bergenhenegouwen, G., Mooijman, E.A.M., & Tillema, H.H. (2002). Strategisch opleiden en

leren in organisaties. Groningen/Houten: Wolters Noordhoff bv.

Blok, G. T., Beurs, E. d., Ranitz, A. G. S. d., & Rinne, T. (2010). Psychometrische stand van zaken van risicotaxatie-instrumenten voor volwassenen in Nederland. Ti jdschrift

voor Psychiatrie, 52(5), 331-341.

Bogaerts, S., Okur, P., Willems, M., & Knaap, L. v. d. (2012). Solistische dreigers:

Ontwikkeling van een instrument voor risicotaxatie van solistische dreigers. Tilburg:

Tilburg University.

Borum, R., Fein, R., & Vossekuil, B. (2012). A dimensional approach to analyzing lone offender terrorism. Aggression and Violent Behavior () 17 389-396.

Calhoun, F. S., & Weston, S. W. (2009). Threat Assessment and Management Strategies:

Identifying the Howlers and Hunters.

Cohen, J. (1988). Statistical power analysis for the behavioral sciences. New York: AcademicPress.

Egan, J.P. (1975). Signal detection theory and ROC analysis. New York: Academic. Elk, J. van, & Rossum, J. van (2013). Geweld van eenlingen: niet altijd te voorkomen,

risico’s wel te verkleinen. Magazine nationale veiligheid en crisisbeheersing, 11(4), 5-7.

Gable, G., & Jackson, P. (2011). Lonewolves: myth or reality?

Gielen, A.J. (2012). Review training Potentieel Gewelddadige Eenlingen (PGE). Glaudé, M. (1997). Werkplek- opleiden als innovatie (proefschrift Universiteit Utrecht:

Utrecht). Purmerend: Rijser.

Holton, E.F. (1996). The flawed four-level evaluation model. Human Resource

106

Holton, E.F. (2005). Holton’s evaluation model: new evidence and construct elaborations.

Advances in Developing Human Resource, 7(1), 37-54.

Kessels, J.W.M. (1996). Succesvol ontwerpen. Curriculum consistentie in opleidingen. Alphen aan den Rijn: Wolters Kluwer.

Kirkpatrick, L.D. (1994). Evaluating training programs. The four levels. San Francisco: Berret-Koehler.

Kriek, Tollaart, V. d., Cooten, V., Timmer, Pfeifer, & Kobes. (2011). Handreiking preventie

en omgaan met schoolaanslagen. Amsterdam: Regioplan Beleidsonderzoek

Windesheim.

Lenos, S., & Leeuw, I. J. de (2012). Praktische handreiking voor het zelf geven van

bewustwordingstraining over het herkennen van potentieel gewelddadige eenlingen ‘PGE’ en het informatiedelen dat daarbij hoort.

Loo, J. van, & Grip, A. de (2011). Opleiden in bedrijf: effectief opleiden of opleiden voor effectiviteit. In J. Kessels & R. Poell (red.), Handboek human resource development, Houten: Bohn Stafleu van Loghum, pp. 507 – 522.

Meloy, J. R., Hoffmann, J., Guldimann, A., & James, D. (2012). The Role of Warning Behaviors in Threat Assessment: An Exploration and Suggested Typology.

Behavioral Sciences and the Law, 30, 256-279.

Miles, M.B., & Huberman, A.M. (1994). Qualitative data analysis; an expanded sourcebook. California/London/New Delhi: Sage.

Noort, A., Braam, A. W., Gool, A. R. V., Verhagen, P. J., & Beekman, A. T. F. (2012). De herkenning van psychische problemen met religieuze inhoud door pastores: een vignetstudie. tijdschrift voor psychiatrie, 54 (9), 785-795.

O'Toole, M. E. (2001). The school shooter: a threat assessment perspective. Quantico, Virginia: National Center for the Analysis of Violent Crime (NCAVC).

Opstelten, I. (2013). Afronding project 'solistische dreigers' en vervolg.

Phillips, P. J., & Pohl, G. (2012). Economic Profiling of the Lone Wolf Terrorist: Can Economics Provide Behavioral Investigative Advice? Journal of Applied Security

Research, 7, 151-177.

Radaradvies/NCTV. (2012). Werkboek training potentieel gewelddadige eenling. Radaradvies/NCTV.

Roede, E., Breetvelt, I., & Nijssen, A. J. (2002). De asielbehoefte voor blijvend gevaarlijke en

gestoorde patiënten en delinquenten in Nederland: kerngegevens blijvend gevaarlijke psychisch gestoorde delinquenten en patiënten, SCO-rapport ; 647 (pp. VI, 78 p).

Amsterdam: SCO-Kohnstamm Instituut.

Schuring, B, Messchaert, E. M., & Leeuwen, M. H. G. v. (Eds.). (2010). Individuele bedreigers

van publieke personen in Nederland: Fenomeenanalyse en een beleidsverkenning.

Den Haag: Nationaal Coordinator Terrorismebestrijding.

Spaaij, R. (2010). The Enigma of Lone Wolf Terrorism: An Assessment. Studies in Conflict

& Terrorism, 33, 854-870.

Veenma, K., Batenburg, R., & Breedveld, E. (2004). De vignetmethode: Een praktische

107 Vivienne de Vogel, Robbé, M. d. V., Bouman, Y. H. A., Chakhssi, F., & Ruiter, C. D. (2013).

Innovatie in risicotaxatie van geweld: De HCR-20V3. Gedragstherapie, 46 (2), 107-118.

Voerman, B. (2008). Tussen woord en daad: gedragskundige inschatting van bedreigingen. Zoetermeer: KLPD-Dienst IPOL.

Vries, U. d. (Producer). (2012) Visio potentieel gewelddadige eenling. retrieved from

http://www.veiligheidshuisijsselland.nl/docs/Visio-gewelddadige%20eenling%20aangepaste%20versie%20V1%200.pdf

Zolingen, S. van, Streumer, J., Klink, M. van der, Jong, R. de (2004). Evalueren van werkplekopleidingen. In J. Streumer & M. Van der Klink (red.), Leren op de werkplek, pp. 225- 240. ’s-Gravenhage: Reed Business Information BV.

109

Bijlagen

Bijlage 1 De dataverzamelingsmatrix

 In de tweede kolom van het schema staat per hoofdonderzoeksvraag het nummer van de onderzoeksvraag zoals geformuleerd door de

opdrachtgever. De vragen zelf staan in bijlage 2 vermeld.

 Voor beantwoording van een aantal hoofdonderzoeksvragen maken we gebruik van bestaande data die door bureau RadarAdvies zijn verzameld. Daar waar geen bestaande data voorhanden was, hebben we aanvullende data verzameld.

Niet -cursist Cursist Cursist: train -de -trainer

Data uit bestaande evaluatie

-formulieren

Documenten/ evaluatie

-memo

Deskundigen/ docenten RadarAdvies, NCTV

1.In hoeverre zijn de deelnemers aan de training PGE tevreden over de training? (niveau 1) 2a, 2b 2d 5b 5f

X

X

Evaluatieformulieren RadarAdvies

2.In hoeverre zijn de leerdoelen van de training

PGE bereikt? (niveau 2)

4 5c

X

X

Evaluatieformulieren RadarAdvies

3a.In hoeverre wordt

de geleerde kennis en

kunde toegepast in het dagelijkse werk van de voormalige deelnemers? (niveau 3)

3c t/m 3g, 3i 5d 5e X X X Elektronische vragenlijst

3b.In hoeverre verschillen deelnemers en niet

-deelnemers in het kunnen signaleren,

kwalificeren en handelen met betrekking tot PGE’s?

(niveau 3) 3a t/m 3g X X X

Elektronische vragenlijst inclusief vignetten

4.In hoeverre werkt de training PGE door

in

een team of organisatie/ instelling van de voormalige deelnemers (niveau 4).

2c

X

X

Elektronische vragenlijst

5a.Op welke punten is verbetering van de training PGE wenselijk?

6

X

X

Evaluatieformulieren RadarAdvies

5b.In hoeverre is de

training PGE intern

consistent, dat wil zeggen: waar in de opleidingscyclus zitten zwakke plekken en waar is verbetering mogelijk? 2d 3i 5f [x] X X Interview 5c.In hoeverre is de

training PGE extern

consistent (homogeen), dat wil zeggen: waar zitten zwakke plekken en waar is verbetering mogelijk als het gaat om opvattingen over de doelen en het bereiken ervan? 2d 3i 5f

[x]

X

X

Interview

6.Wat is het bereik

van de training PGE? 1 5a X Inschrijving - en deelnemerslijsten RadarAdvies

3j en 3h gelden ook voor de niet

-

cursist

111 Bijlage 2 Overzicht hoofdvragen en deelvragen

In onderstaand overzicht staan onze hoofdonderzoeksvragen vermeld. We hebben in het kader de vragen van het WODC, de vragen uit en

evaluatieformulier van RadarAdvies en topics uit de evaluatiememo’s van RadarAdvies daaronder gegroepeerd.

Kwaliteit van de trainingsactiviteit PGE

1. In hoeverre zijn de deelnemers aan de training PGE tevreden over de training? (niveau 1)

Niveau 1

Deelvraag van het WODC

2a. Is de in de cursus opgedane kennis over (signalering van) mogelijk gewelddadige eenlingen – naar eigen mening - toereikend? Welke informatie wordt gemist? Welke informatie uit de cursus wordt als waardevol gekwalificeerd? (leerdoel 1)

2b. Is de in de cursus opgedane kennis over de handelingsmogelijkheden bij signalering van (moge lijke) gewelddadige eenlingen – naar eigen mening - toereikend? Welke informatie wordt gemist? Welke informatie wordt in de praktijk als waardevol gekwalificeerd? (leerdoel 2)

2d. Welke verbeteringen in de training zijn volgens de cursisten mogelijk/noodzakelijk? Aan welke aanvullende kennis/vaardigheden is nog behoefte?

5b. Hoe worden de train-de-trainer bijeenkomsten beoordeeld?

5f.Welke aanvullingen/verbeteringen in de train-de-trainer bijeenkomsten zijn volgens de cursisten mogelijk/noodzakelijk?

Vragen uit het evaluatieformulier van Radar Advies.

1.Ik waardeer het dat de rijksoverheid deze training aanbiedt 2.De samenstelling van de groep deelnemers waardeer ik met ... 11. De oefening met de kleurenwand waardeer ik met een ...

12. De wijze waarop de theorie over verschillende typen eenlingen werd gebracht waardeer ik met een: ...

14.De trainer waardeer ik met een: ...

15.De gehele training geef ik het volgende cijfer ...

Info uit de evaluatiememo

112

2. In hoeverre zijn de leerdoelen van de trainingen PGE bereikt? (niveau 2)

Niveau 2

Deelvragen van het WODC

4. Zijn de leerdoelen van de trainingen PGE bereikt?

5c. Zijn de leerdoelen van de train-de-trainer bijeenkomsten bereikt?

Vragen uit het evaluatieformulier van RadarAdvies

3.Na deze training denk ik signalen van PGE eerder te kunnen herkennen

4. Na deze training snap ik beter waarom en hoe individuen kunnen ontsporen en mogelijk toewerken naar een gewelddadige daad

5. In deze training heb ik bruikbare handreikingen gekregen over wat ik kan doen als ik mij zorgen maak om een persoon (consulteren, delen, melden)

6. Met de vandaag verworven inzichten kan ik de ketensamenwerking(en) waar ik in werk effectiever en/of bewuster maken wat vroeg-signalering betreffende eenlingen [sic] 7. In de loop van vandaag is mij een of meer personen te binnen geschoten (vanuit mijn werk of anderszins) waar ik toch iets ongeruster over ben geworden en waar ik nog eens naar ga (laten) kijken

10.Wat gaat u in uw werkzaamheden anders doen naar aanleiding van deze training? 13.Ik weet nu beter bij wie ik terecht kan voor het delen en melden van mijn zorgen

Info uit de evaluatiememo

- Is kennis over fenomeen gewelddadige eenlingen toegenomen? Voldoende, of is nog meer kennis nodig?

- Is eigen vertrouwen in kunnen signaleren gewelddadige eenlingen toegenomen?Voldoende, of is nog meer kennis en kunde nodig?

- En vooral: Is handelingsbekwaamheid in omgang met beginnende/potentiële

gewelddadige eenlingen toegenomen? Voldoende, of is nog meer kennis en kunde nodig? - Is behalve kennis opgehaald ook voldoende kennis ingebracht?

3a. In hoeverre wordt de geleerde kennis en kunde toegepast in het dagelijks werk van de voormalige deelnemers? (niveau 3)

Niveau 3

Deelvragen van het WODC

3c. Zijn in de eerste 6 maanden van 2013 personen overwogen of herkend als mogelijk gewelddadige eenlingen?

Zo ja:

3d. Om wat voor casus(sen) ging het (globaal)?

3e. Heeft deze overweging/herkenning geleid tot handelingen? Zo ja:

3f. Hoe vaak en in welke zin?

113 3i. Was de training van waarde bij het proces van signaleren/handelen? Zo ja, in welke zin wel/niet? Zijn er – op basis van de ervaringen met signaleren/handelen –

aanvullingen/verbeteringen van de cursus mogelijk/noodzakelijk (deze vraag wordt

alleen aan cursisten gesteld- er is overlap met onderzoeksvraag 3e: het gaat hier om het specifiek doorvragen wanneer ook daadwerkelijk PGE’s zijn gesignaleerd)

5d. Zijn de opgedane kennis/vaardigheden in de train-de-trainer bijeenkomsten gebruikt in de eigen organisatie?

Zo ja:

Op welke wijze?

Met welke beoogde (leer)doelen?

Wat zijn de ervaringen met het toepassen van de verworven kennis/vaardigheden (in het kader van de beoogde (leer)doelen)? 5eZijn er (toekomst)plannen om de verworven kennis/vaardigheden (nogmaals) te gebruiken? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet?

Vragen in de evaluatieformulier van RadarAdvies

Geen

Info uit de evaluatiememo

Geen

3b. In hoeverre verschillen deelnemers en niet-deelnemers in het kunnen signaleren, kwalificeren en handelen met betrekking tot PGE’s? (niveau 3)

Niveau 3

Resultaten training (vergelijking met niet- cursisten)

3a. Verschillen cursisten en niet-cursisten van elkaar in het signaleren c.q. kwalificeren als mogelijk gewelddadige eenlingen? (leerdoel 1)

3b. Verschillen cursisten en niet-cursisten van elkaar in de handelingen die zij (willen) plegen wanneer zij in aanraking komen met een mogelijk gewelddadige eenling? Zo ja, in welke zin? (leerdoel 2)

3c. Zijn in de eerste 6 maanden van 2013 personen overwogen of herkend als mogelijk gewelddadige eenlingen?

Zo ja:

3d. Om wat voor casus(sen) ging het (globaal)?

3e. Heeft deze overweging/herkenning geleid tot handelingen? Zo ja:

3f. Hoe vaak en in welke zin?

3g. Ging het om handelingen op het gebied van zorg en/of veiligheid?

Vragen in de evaluatieformulier van RadarAdvies

Geen

Info uit de evaluatiememo

114

De vragen 3h en 3j van het WODC hebben betrekking op de vergelijking cursisten en niet-cursisten, op respectievelijk niveau 1 en 4.

3h. Hoe gingen betrokken organisaties om met de handelingen?

3j. Voor niet-cursisten: Was er behoefte aan specifieke kennis/vaardigheden bij het proces van signaleren/handelen? Zo ja, welke?

4. In hoeverre werkt de training PGE door in een team of organisatie/ instelling van de voormalige deelnemers (niveau 4).

Niveau 4

Deelvragen van het WODC

2c. Hebben cursisten de tijdens de training verworven inzichten gecommuniceerd binnen de organisatie? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet?

Vragen in de evaluatieformulieren van RadarAdvies

Geen

Info uit de evaluatiememo

Geen

5a. Op welke punten is verbetering van de training PGE wenselijk?

5b. In hoeverre is de training PGE intern consistent, dat wil zeggen: waar in de opleidingscyclus zitten zwakke plekken en waar is verbetering mogelijk?

Opleidingscyclus

Deelvragen van het WODC

2d. Welke verbeteringen in de training zijn volgens de cursisten mogelijk/noodzakelijk? Aan welke aanvullende kennis/vaardigheden is nog behoefte?

3i. Was de training van waarde bij het proces van signaleren/handelen? Zo ja, in welke zin wel/niet? Zijn er – op basis van de ervaringen met signaleren/handelen –

aanvullingen/verbeteringen van de cursus mogelijk/noodzakelijk (deze vraag wordt

alleen aan cursisten gesteld- er is overlap met onderzoeksvraag 3e: het gaat hier om het specifiek doorvragen wanneer ook daadwerkelijk PGE’s zijn gesignaleerd)

5f.Welke aanvullingen/verbeteringen in de train-de-trainer bijeenkomsten zijn volgens de cursisten mogelijk/noodzakelijk?

6. Is het mogelijk om – binnen de grenzen van wetenschappelijke educatieve inzichten – de training zo vorm te geven dat meer personen kunnen worden bereikt?

Vragen in het evaluatieformulier van RadarAdvies

8.Ik heb op het gebied van PGE een behoefte aan een lokaal of landelijk netwerk van collega’s en experts voor kennis en/of eventuele problemen

115 9.Ik heb behoefte aan extra deskundigheid op het gebied van PGE

Info uit de evaluatiememo

Geen

5c.In hoeverre is de training PGE extern consistent (homogeen), dat wil zeggen: waar zitten zwakke plekken en waar is verbetering mogelijk als het gaat om opvattingen over de doelen en het bereiken ervan?

Deelvragen van het WODC

Zie 2d, 3i en 5f hiervoor.

Vragen in de evaluatieformulieren van RadarAdvies

Geen

Info uit de evaluatiememo

Geen

Kwantiteit van de training

6.Wat is het bereik van de training PGE?

Bereik

Deelvragen van het WODC

1. Wat is het bereik van de training? In termen van aantal/type deelnemers//organisaties,

groepssamenstellingen, verschil tussen ingeschreven en bereikte deelnemers/organisaties)

5a. Wat is het bereik van de train-de-trainer bijeenkomsten? (In termen van aantal/type

deelnemers/organisaties) Info uit de evaluatiememo

Was opkomst voldoende, zowel kwantitatief als kwalitatief (diverse sectoren, goede sparring partners)?

116