• No results found

Effectbeoordeling 5.2.1 Natuurlijk kapitaal

In document Bekijk de ontwerp-OER (pagina 65-79)

Beoordeling van effecten

Verschillende strategische keuzes hebben invloed op het natuurlijk kapitaal van de gemeente Ede.

De strategische keuze De natuur als basis en de Veluwe centraal heeft de grootste impact op het natuurlijk kapitaal van Ede. Door de natuur leidend te stellen en ontwikkelingen af te stemmen op de draagkracht van het natuurlijk systeem krijgt het natuurlijk systeem de ruimte en mogelijkheid om zich te herstellen. Zo worden woningbouwlocaties gekozen op basis van de draagkracht van het natuurlijk systeem van de locaties en wordt de Veluwe gezoneerd om recreatiedruk op kwetsbare plekken terug te brengen naar een aanvaardbaar niveau.

De gemeente Ede zet in op het ontwikkelen van een groenblauw raamwerk. Naast dat de ontwikkeling van dit raamwerk bijdraagt aan de biodiversiteit van het gebied biedt het ook ruimte voor het lokaal vasthouden en bergen van water en het beperken van hittestress. Voor klimaatadaptatie wordt ingezet op het ontwikkelen van een klimaatmantel op de flanken van de Veluwe. Hier wordt het landgebruik afgestemd, zodat water vastgehouden kan worden voor perioden van droogte en o.a. beken een constante wateraanvoer hebben. Dit is ook bevorderlijk voor de biodiversiteit. Het terugbrengen van stikstofdepositie in de gemeente blijft een grote opgave. De gemeente Ede zet in op nauwe samenwerking met intensieve veehouderij sector terugbrengen van stikstofemissies en tegelijkertijd perspectief bieden aan boeren door structurele systeemoplossingen en technische innovatie.

Tabel 5.1: Voorkeursalternatief en Natuurlijk kapitaal Natuurlijk kapitaal Gevolgen van het VKA Groen en

biodiversiteit

Natuur is leidend, dus natuurinclusief, klimaatrobuust, circulair handelen. Dit gaat niet alleen over duurzaam ontwerp, maar ook het adequaat meewegen van natuur bij het bepalen van geschikte locaties voor ruimtelijke ontwikkelingen.

In wijken en dorpen bouwen in meer lagen om groen te behouden en toe te voegen.

Werken aan robuuste groen- en waterstructuren voor biodiversiteit:

voorkomen verder verlies biodiversiteit en verslechtering van bossen, heide en stuifzanden.

Vergroten natuurgebieden en/of robuust verbinden van natuurgebieden.

Integratie van natuur is een opgave voor alle vormen van landgebruik, maar dit zal niet bij alle vormen van landgebruik zomaar worden toegepast als de gemeente geen duidelijke regels opstelt.

Vergroening van het buitengebied (o.a. door agroforestry) in het kader van het klimaatakkoord en de daaruit voortkomende bossenstrategie.

Zonering van de Veluwe om recreatie plaats te laten vinden waar de natuur dit aan kan en kwetsbare gebieden te ontzien. Maar de beoogde groei van Ede draagt niet bij aan de wens om de recreatiedruk (in kwetsbare gebieden) te verminderen.

Zonering buiten de Veluwe door het aanwijzen van locaties voor extensieve en natuurinclusieve recreatie en bedrijvigheid om de natuurwaarden te beschermen.

Verhogen van de aantrekkelijkheid en herstel, behoud en versterking van de (bio)diversiteit van het landelijk gebied en het Binnenveld specifiek.

Alle nieuwe wijken en nieuwbouw zijn natuurinclusief.

Bodem- en watersysteem

Zorgen voor een robuust groenblauw raamwerk voor het vasthouden en bergen van water

Samenwerken met Vitens en de provincie aan voldoende schoon drinkwater.

Grondwater kwaliteit is leidend bij het ruimte bieden aan andere ontwikkelingen in de ondergrond (geothermie, koude/warmte).

Klimaatverandering Werken aan robuuste groen- en waterstructuren voor klimaatadaptatie Werken aan een klimaatmantel, een zone van multifunctioneel landgebruik die als buffer dient tegen klimaatverandering en bijdraagt aan biodiversiteit.

Stikstofdepositie Kiezen voor natuurinclusieve circulaire landbouw.

Voldoen aan stikstofreductiedoelen, terwijl er ook perspectief wordt geboden aan boeren door structurele systeem oplossingen en technische innovatie.

De groeiambitie (11.000-15.000 woningen en 90-110 ha aan werklocaties) kan zorgen voor een toename van stikstofdepositie.

Tegelijkertijd wordt ingezet op de omschakeling naar extensievere landbouw en een overgangsgebied rondom de Veluwe, waardoor geen

Natuurlijk kapitaal Gevolgen van het VKA

grote toename van stikstofdepositie wordt verwacht. Op de locaties waar woningbouw zal plaatsvinden stopt de agrarische activiteit en dat heeft een effect op de stikstofdepositie.

Totaal Positief

Beoordeling ten opzichte van de ambitie

De referentiesituatie toonde dat het natuurlijk kapitaal van Ede onder druk staat. Uitdagingen die aanwezig zijn in de gemeente hebben betrekking op de achteruitgang van de biodiversiteit, de neerslag van stikstof en klimaatverandering. In het voorkeursalternatief worden verschillende acties ondernomen om dit tij te keren. De trend op het vlak van biodiversiteit wordt tegengegaan door het natuurlijk systeem als uitgangspunt te nemen voor ontwikkelingen en daardoor o.a.

nieuwbouw alleen natuurinclusief uit te voeren. Daarnaast betekent natuurinclusief dat natuur een integrale rol speelt bij de locatieafweging van ruimtelijke ontwikkelingen.

In natuurgebieden wordt ingezet op verbetering van natuurwaarden door te werken aan robuuste groenblauwe natuurnetwerken en natuurgebieden te vergroten en/of te verbinden met elkaar. De neerslag van stikstof vormt een grote opgave in de gemeente Ede door de aanwezigheid van intensieve veehouderij in de nabijheid van de Veluwe met haar stikstofgevoelige natuurtypen.

Voor het behalen van de stikstofreductiedoelen wordt ingezet op structurele systeem oplossingen en technische innovatie. De toename van nieuwe woon- en werkfuncties veroorzaken extra stikstofemissie, met name doordat deze functies gemotoriseerd verkeer aantrekken. Het gevolg is dat deze emissie kan slaan in stikstofgevoelige gebieden op de Veluwe (en andere Natura 2000-gebieden) waardoor een negatief effect op de natuurkwaliteit ontstaat (zie ook bijlage 1 en paragraaf 5.3). Daarnaast kan de beoogde toename van woonfuncties zorgen voor een toename van de recreatiedruk in de Veluwe (en andere natuurgebieden).

Met de omgevingsvisie wordt echter ook ingezet op extensieve vormen van landbouw en een overgangsgebied rondom de Veluwe. Veehouderijen in de directe nabijheid (enkele honderden meters) van Natura 2000-gebieden dragen sterk bij aan stikstofdepositie. Door deze bedrijven in een zone rondom de Veluwe niet toe te staan en in de rest van de gemeente in te zetten om vormen van landbouw die minder stikstof uitstoten kan een aanzienlijke stikstofreductie plaatsvinden. Het is echter de vraag of deze reductie voldoende is om volledig te salderen met de toename door alle ontwikkelingen of te voldoen aan de kritische depositie waarde. Oftewel, het terugbrengen van stikstofdepositie naar een niveau dat acceptabel voor het behoud van natuurwaarden.

Op het vlak van natuurlijk kapitaal speelt ook de impact van klimaatverandering. Door in te zetten op een circulair landbouwsysteem en het creëren van een klimaatmantel (een buffer tegen klimaatverandering) wordt ingespeeld op het veranderende klimaat. In deze buffer wordt infiltratie van regenwater in de bodem gestimuleerd, waarmee verdroging in droge perioden wordt tegengegaan.

Alles bij elkaar genomen leidt dit tot de volgende beoordeling. De maatregelen, bijvoorbeeld de inzet van de Best Beschikbare Technieken (BBT), zullen niet direct effect hebben omdat innovatie

tijd kost. Ook heeft de natuur tijd nodig om te herstellen van de huidige overbelasting. Hierdoor is het voorkeursalternatief in de trendgrafiek vergelijkbaar met de referentiesituatie. De maatregelen die genomen worden, kunnen na 2030 tot een lichte verbetering ten opzichte van de referentiesituatie leiden. Dit komt door het streven naar een circulair landbouwsysteem, het natuurinclusief bouwen en handelen en het inzetten op een groen buitengebied.

Het is nog onzeker of de huidige inzet voldoende is om het tij te keren en of voldoende milieuruimte voorhanden is voor gewenste groei. Dit vraagt meer dan gemeentelijke maatregelen en alleen een systeemtransitie op grotere schaal en over een langere tijdsperiode zal waarschijnlijk leiden tot een (zeer) sterke verbetering van het natuurlijk kapitaal.

Figuur 5.6 Effecten van het VKA op natuurlijk kapitaal t.o.v. de referentiesituatie

5.2.2 Sociaal en gezond

Beoordeling van effecten

De strategische keuze Leven in gezonde wijken, dorpen en buurtschappen vormt het kader voor het ontwikkelen van een sociaal en gezond Ede in 2040. Door het stimuleren van gezond en lokaal voedsel in de leefomgeving en het creëren van een beweegvriendelijke buitenruimte wordt een gezonde levensstijl gestimuleerd.

Het ontwikkelen van voldoende formele en informele voorzieningen voor een gezonde leefstijl is hiervoor een randvoorwaarde. Zo wordt binnen deze strategische keuze ingezet op ruimte voor stadslandbouw, het reduceren van mogelijkheden voor ongezond voedselaanbod (op en rondom scholen) en een rookvrije buitenruimte. Gezondheid omvat niet alleen lichamelijke gezondheid, maar ook geestelijk welzijn. Daarom zet de gemeente Ede ook in op het stimuleren van ontmoeting tussen inwoners.

Voor 2040 wordt er gestreefd naar een verbetering van de milieukwaliteit. Meer specifiek wil de gemeente Ede in 2030 de luchtkwaliteit verbeteren (50 procent gezondheidswinst in 2030 t.o.v.

2016). Er wordt ingezet op het terugdringen van de uitstoot van stikstofdioxide en fijnstof in de bebouwde omgeving (o.a. door verminderen van emissies van mobiliteit, houtstook, industrie en landbouw).

Waar voorzieningen voor kwetsbare groepen worden gerealiseerd, worden er striktere richtlijnen als uitgangspunt genomen. In het landelijk gebied wordt gebiedsgericht omgegaan met de geurbelasting. Voor ammoniak uitstoot wordt ingezet op een reductie. Geluid in de leefomgeving kan als positief, maar ook als negatief worden ervaren. In de directe woonomgeving en in de eigen woning wordt er gestreefd naar stille plekken waar mensen zich kunnen onttrekken aan het omgevingsgeluid. Omgevingsveiligheid wordt als aandachtspunt meegenomen bij ruimtelijke ontwikkelingen.

Tabel 5.2: Voorkeursalternatief en Sociaal en gezond Sociaal en gezond Gevolgen van het VKA

Sociaal en gezond Productie en aanbod van gezond en lokaal voedsel stimuleren.

Een gezonde voedselomgeving die stimuleert om de juiste keuzes te maken Ruimte bieden aan stadslandbouw, moestuinen en eetbaar groen in de openbare ruimte.

Ruimte bieden aan korte voedsel ketens.

Stimuleren gezond voedsel aanbod (vooral in schoolomgevingen en in scholen).

Stimuleren ontmoeting.

Beweegvriendelijke leefomgeving die uitnodigt tot gezond gedrag (rookvrije generatie in 2040; terugdringen obesitas en overgewicht).

Duurzame voorzieningen die gezondheid uitstralen (rookvrij, eetbaar groen, waterpunten).

Ontwikkeling World Food Center tot dé plek voor voedselbeleving, innovatie, inspiratie, kennisdeling en bewustwording.

55 procent van de Edenaren voldoet aan beweegrichtlijn door voldoende mogelijkheden voor sporten en bewegen. Hiervoor worden sportparken getransformeerd tot landschapsparken met voldoende faciliteiten.

Beweegvriendelijk buitengebied ontwikkelen door het aanleggen van goede loop-, fiets- en paardrijroutes.

Gezondheidsbescherming Behalen doelen Schone Lucht Akkoord. Inzet op een daling van stikstofdioxide en fijnstof emissies door het breder toepassen van Best Beschikbare Technieken (BBT). Dit geeft nog geen garantie dat de doelstelling haalbaar is.

Hanteren van landelijke GGD-richtlijnen voor luchtkwaliteit bij realisatie van voorzieningen voor kwetsbaardere groepen (ouderen, mensen met een kwetsbare gezondheid, minderjarigen).

Daling uitstoot ammoniak en geur in de landbouw door emissiebeperkingen voor geur, gebiedsgericht vastleggen wat passend en aanvaardbaar is. Blijven werken volgens Manifest gezonde leefomgeving veehouderij en toepassing van BBT.

Met gebiedsgericht geluidsbeleid de geluidsbelasting in overeenstemming brengen met het gebied. Voldoende stille locaties in de woonomgeving en minimaal stille zijde aan de woning waar mensen zich kunnen onttrekken aan de drukte.

Vroegtijdig rekening houden bij woningbouwontwikkeling met mogelijke hinder door (spoor)trillingen.

Mogelijke toename van het aantal gehinderden qua geluid, doordat de verdichting van woningbouw met name in de nabijheid van het spoor is beoogd.

Sociaal en gezond Gevolgen van het VKA

Omgevingsveiligheid Veiligheidsbeleid moet zorgen dat: onnodige risico’s worden weggenomen;

ongewoon grote risico’s worden vermeden en het aanvaardbaarheidsniveau van risico’s wordt benoemd.

Uitwerken van de risicos’en de aanvaardbaarheid van risico’s in aandachtsgebieden in het Omgevingsplan.

Totale beoordeling Zeer positief

Beoordeling ten opzichte van de ambitie

In de referentiesituatie worden verschillende ontwikkelingen, zoals vergrijzing en overgewicht, in kaart gebracht die de gezondheid van Edenaren naar de toekomst toe zullen doen verslechteren.

De gemeente Ede probeert deze trend om te draaien door in te zetten op een beweegvriendelijke omgeving en het stimuleren van gezonde voedselkeuzes. Ook wordt er beleidsmatig gestreefd naar een rookvrije generatie in 2040.

In de referentiesituatie wordt een verdere verbetering van de luchtkwaliteit verwacht. Binnen het voorkeursalternatief wordt dit nader gespecificeerd naar het behalen van de doelen uit het Schone Lucht Akkoord. De landbouw heeft op verschillende aspecten van gezondheid haar weerslag. De geurbelasting wordt gebiedsgericht ingevuld. In het gehele landelijk gebied wordt gestreefd naar een reductie in ammoniakuitstoot. Een aandachtspunt hierbij is het ontwikkelen van maatregelen die de luchtkwaliteit verder verbeteren, zonder het (economische) perspectief van de agrarische sector negatief te beïnvloeden.

De ontwikkeling van Lelystad Airport kan mogelijk een impact hebben op de geluidsbeleving in de gemeente Ede. In de woonomgeving en de eigen woning zelf wordt er ingezet op voldoende mogelijkheden voor Edenaren om zich te onttrekken van het omgevingslawaai, waarmee de effecten beperkt kunnen blijven.

Figuur 5.7 Effecten van het VKA op sociaal en gezond t.o.v. de referentiesituatie

5.2.3 Wonen en voorzieningen

Beoordeling van effecten

De komende 20 jaar zet de gemeente Ede sterk in op woningbouwontwikkeling. In deze periode wordt er gewerkt aan de realisatie van 11.000 tot 15.000 extra woningen. Uitgangspunt is hierbij meervoudig ruimtegebruik. Rondom de dorpen wordt met name gebouwd voor lokale vraag. De woningbouwopgave wordt ingevuld door zowel verdichting als uitbreiding. In Ede-stad wordt een deel van de nieuwe woningen in hoogbouw gerealiseerd. Drie uitbreidingsgebieden, Kernhem-noord, het gebied ten noorden van Intercitystation de Klomp en de KennisAs Ede-Wageningen, bieden ruimte voor verdere woningbouw.

Op het vlak van voorzieningen wordt ingezet op instandhouding van voorzieningen. Het voorzieningenniveau wordt aangesloten bij de bevolkingsgroei. Dit betekent dat er extra ruimte gereserveerd wordt voor de uitbreiding van o.a. formele sportvoorzieningen. Voorzieningen worden geconcentreerd in bestaande centra en er wordt ingezet op goede bereikbaarheid van deze voorzieningen.

Tabel 5.3: Voorkeursalternatief en Wonen en voorzieningen Wonen en voorzieningen Gevolgen van het VKA

Wonen en voorzieningen Voorzieningen toegankelijk (goede onderlinge verbindingen voor lopen, fietsen of OV) en dichtbij met focus op bestaande centra. Met de beoogde verdichting van de gemeente kan de toegankelijkheid een knelpunt worden.

Instandhouding van voorzieningen op het vlak van sport, cultuur, onderwijs, zorg, welzijn en sociale basis.

Voldoende formele sport voorzieningen die aansluiten bij de groeiende bevolking van Ede.

Voldoende cultuur, onderwijs en ontmoeting voorzieningen.

Inzet op een sluitend netwerk van nulde-, eerste-, tweede- en derdelijnszorg.

Ontwikkeling van woningen voor starters, lage- en middeninkomens en ouderen.

Bouw van 11.000 tot 15.000 woningen in de komende 20 jaar draagt bij aan een betere balans tussen vraag en aanbod.

Meervoudig ruimtegebruik als uitgangspunt.

Compacte groei met hoogbouw in Ede-stad.

Bevorderen van het aanbod en de spreiding van sociale huurwoningen.

Dorpen bouwen voor eigen behoefte en behoud van voorzieningen.

Ontwikkeling door verdichting en inbreiding in Ede-stad bij OV-knopen en voorzieningscentra.

Uitbreiding op drie zoeklocaties aan zuidkant van Foodvalley (Kernhem-noord, het gebied ten noorden van Intercitystation de Klomp en de KennisAs Ede-Wageningen).

Totale beoordeling Zeer positief

Beoordeling ten opzichte van de ambitie

In de referentiesituatie is de woningmarkt krap. Door inzet op de ontwikkeling van 11.000 tot 15.000 met aandacht voor groepen die in de huidige woningmarkt het lastig hebben (starters, lage- en middeninkomens en ouderen) kan een betere balans ontstaan tussen vraag en aanbod op de woningmarkt. Daarbij wordt ingezet op behoud van huidige voorzieningen. Het kost echter tijd om

nieuwe woningen en voorzieningen te bouwen, daarom zijn de positieve effecten tot 2030 beperkt.

Aanvullend wordt ruimte gehouden om na 2030 formele sportvoorzieningen verder te ontwikkelen, wat het positieve effect na 2030 verder versterkt.

Met het realiseren van nieuwe woningen ontstaat meer verkeer. Deze verkeerstoename leidt tot een aandachtspunt met betrekking tot de toegankelijkheid van voorzieningen. Het is daarom niet alleen van belang om nieuwe voorzieningen te realiseren die bereikbaar zijn, maar ook in te zetten op de bereikbaarheid van bestaande voorzieningen.

Afhankelijk van de hoeveelheid woningen die gebouwd worden en het voorzieningenniveau leidt dit tot de volgende beoordeling:

Figuur 5.8 De effecten van het VKA op wonen en voorzieningen t.o.v. de referentiesituatie

5.2.4 Werken en landbouw

Beoordeling van effecten

De ontwikkeling van werken en landbouw in Ede snijdt diverse thema’s aan. De economie van de gemeente Ede ontwikkelt zich in de referentie situatie positief. Met de omgevingsvisie geeft de gemeente meer sturing aan de economische ontwikkeling van Ede. De gemeente Ede zet in op bedrijvigheid op het vlak van innovatie en food. Langs de A12/A30 wordt er ruimte geboden voor de ontwikkeling van bedrijventerreinen. In de gehele gemeente Ede wordt voorzien dat tussen de 90 en 110 hectare extra bedrijventerrein gerealiseerd wordt. In binnenstedelijk gebied wordt op verschillende bedrijventerreinen ruimte geboden voor functiewisseling naar wonen. Er wordt ingezet om het verlies van bedrijventerrein elders te compenseren. Dit vormt een punt van aandacht. In het buitengebied wordt ruimte geboden op vrijkomende agrarische percelen, mits deze voldoen aan voorwaarden en passend zijn bij de schaal van het gebied. Op de bedrijventerreinen langs de A12 en A30 of in Lunteren wordt ruimte geboden voor lokale bedrijvigheid die de schaal van het buitengebied ontgroeid is. De gemeente Ede zet in op voldoende werkgelegenheid voor (toekomstige) Edenaren door in te zetten op een groei van de werkgelegenheid met 1 à 2 procent per jaar. Elk winkelgebied krijgt zijn eigen hoofdfunctie welke past bij het profiel en het verzorgingsgebied.

In de referentiesituatie staat de landbouw in Ede onder druk door intensivering en schaalvergroting. Door beleidsmatig in te zetten op natuurinclusieve circulaire landbouw probeert de gemeente Ede de druk op het milieu, klimaat en de natuur, af te remmen. Er wordt ruimte geboden aan diverse agrarische bedrijven, zowel extensief als hightech. Daarnaast zet de gemeente Ede in op het versterken van de band tussen stad en achterland. Op deze manier wordt er onder andere gestreefd naar het verbeteren van het verdienmodel van agrariërs. De inzet op de groei van Ede vormt echter een risico voor het economische perspectief van de landbouwsector.

Ten eerste moet ruimte gevonden worden voor de nieuwbouw van woningen en werklocaties. Een groot deel van deze opgave wordt in bebouwd gebied gezocht, maar uitbreidingslocaties kunnen ten koste gaan van landbouwgronden. Om een toename van stikstofdepositie te voorkomen zal voor de bouw van woon- en werkfuncties gekeken moeten worden naar oplossingen, bijvoorbeeld door middel van (extern) salderen met veehouderijen. Het gevolg van extern salderen is dat de landbouwsector binnen de gemeente kleiner wordt. Daarmee bestaan er alleen groeimogelijkheden voor de landbouwsector als een omslag gemaakt wordt naar duurzame vormen van landbouw (zoals natuurinclusief en circulair). Dit geeft de landbouwsector economische beperkingen, waardoor het thema werken en landbouw niet zeer positief is beoordeeld, maar slechts positief.

De Veluwe is een aantrekkelijk recreatiegebied in de achtertuin van de gemeente Ede. Door werk te maken van hoogwaardige vrijetijdseconomie wordt gestreefd deze sector een extra impuls te geven. Door verduurzaming van het toerisme wordt de druk die recreatie en toerisme legt op de natuurwaarden verminderd. Er wordt gestreefd naar een rijk aanbod van voorzieningen op het vlak van sport en cultuur.

Tabel 5.4: Voorkeursalternatief en Werken en landbouw Werken en landbouw Gevolgen van het VKA

Economie Ede kiest voor food en innovatie, 1 á 2 procent extra banen per jaar.

Voldoende en goede banen voor de (nieuwe) inwoners van Ede.

KennisAs doorontwikkelen met hoogwaardige complementaire woon-werkgebieden.

(Boven)stedelijke voorzieningen in Ede-centrum en WFC/station.

Ruimte voor bedrijvenclusters langs de A30 en A12.

Uitgifte van nieuwe terreinen gericht op de Edese economie en speerpunten.

Zoekgebieden voor nieuwe locaties sluiten zo goed mogelijk aan op bestaande locaties.

Nieuwe bedrijventerreinen worden zoveel mogelijk ‘groen’ ontwikkeld.

Investeren in de kwaliteit en toekomstwaarde van bestaande bedrijfslocaties.

Transformatie van enkele bestaande bedrijfslocaties (verkenning voor bijv.

Transformatie van enkele bestaande bedrijfslocaties (verkenning voor bijv.

In document Bekijk de ontwerp-OER (pagina 65-79)