• No results found

Duurzame bereikbaarheid 3.6.1 Mobiliteit

In document Bekijk de ontwerp-OER (pagina 39-42)

De gemeente Ede is centraal gelegen met verschillende aansluitingen op de A12 en A30 en treinverbindingen. De capaciteit van de wegen is vergroot, waardoor er nauwelijks files zijn. Het station Ede-Wageningen grondig verbouwd. Dit biedt ruimte voor de invoering van hoogfrequent spoorvervoer. De busverbinding naar Wageningen wordt omgebouwd naar de Rijnlijn, een hoogwaardig openbaarvervoersverbinding naar Arnhem Centraal. De fiets wordt belangrijker voor de mobiliteit. Door de opkomst van de elektrische fiets wordt deze tot 15 km een aantrekkelijk alternatief voor de auto. In Ede wordt de auto echter nog steeds relatief veel gebruikt. Enerzijds

doordat een groot deel van Ede uit landelijk gebied bestaat, anderzijds is de auto in Ede-stad in het verleden goed gefaciliteerd.

Figuur 3.18: Ontwikkeling aantal personenauto’s in de gemeente Ede

Tijdens de coronacrisis is het aantal verplaatsingen afgenomen. De verwachting is dat na de crisis de mobiliteit weer een groei doormaakt. Bij een ongewijzigde koers zullen de negatieve milieueffecten en de beperkte ruimte leiden tot het vastlopen van bepaalde ontwikkelingen.

Op het vlak van verkeersveiligheid kent de gemeente Ede geen black spots. Jarenlang is ingezet op het aanpakken van onveilige locaties. Ongevallen blijven echter steeds plaatsvinden. Landelijke trends zijn de aanwezigheid van nieuwe vormen van mobiliteit, meer afleiding in het verkeer en een mobielere groep ouderen. In de gemeente Ede speelt het hard rijden in het buitengebied en alcoholgebruik een rol. Beleidsmatig wordt op verschillende bestuurlijke niveaus en diverse manieren ingezet op het verbeteren van de verkeersveiligheid.

Het ruimtebeslag van doorgaand (auto)verkeer heeft op verschillende plekken een negatieve impact op de verblijfskwaliteit van de openbare ruimte. Hier wordt op ingespeeld met verschillende herinrichtingsprojecten. Het wagenpark in de gemeente Ede groeit gestaag. Dit betekent dat de parkeerdruk in de openbare ruimte toeneemt en er een verstening van de openbare ruimte optreedt voor parkeerruimte. De ontwikkeling naar thuiswerken en de opkomst van deelmobiliteit maakt mogelijk dat het bezit van een (tweede) auto minder nodig is.

Een gezonde levensstijl heeft steeds meer de aandacht. Korte ritten worden steeds vaker met de auto gemaakt. Tegelijk is er geïnvesteerd in gezonde recreatienetwerken. Netwerken voor gehandicapten zijn fragmentarisch. Er bestaat een goed assortiment aanvullend, toegankelijk doelgroepenvervoer. Dit staat onder druk door hoge exploitatiekosten, terwijl de vraag ernaar toeneemt.

Op het vlak van schone mobiliteit heeft de gemeente Ede al verschillende stappen ondernomen.

Sinds 2020 rijdt het overgrote deel van de lijnbussen elektrisch. Er is een Zero Emissiezone voor Stadslogistiek (ZES) in voorbereiding voor Ede-stad. Vanaf 2023 bestaat er een elektronische tolheffing voor vrachtverkeer op rijkswegen. De opbrengsten worden gebruikt voor het

verduurzamen van het vrachtwagenpark. In het (inter)nationale goederenvervoer is een verschuiving naar het rijden op waterstof en een transitie naar railvervoer waarneembaar.

Daarnaast heeft de gemeente een dekkend netwerk van openbare laadpalen dat meegroeit met het aantal elektrische auto’s.

Opgaven in de gemeente Ede op het vlak van mobiliteit liggen zijn gericht op de koerswijziging naar duurzame mobiliteit. Om Ede duurzaam bereikbaar te maken, moet mobiliteit verminderen, veranderen en verschonen. Dit wordt bereikt door onder andere vaker thuis te werken.

Veranderen betreft vooral een wijziging in de verhouding tussen modaliteiten ten gunste van voetgangers, fietsers en openbaar vervoer. De ruimtelijke ontwikkelingen moeten focussen op sterke fietsroutes. Voor openbaar vervoer kan de Valleilijn (Ede – Amersfoort) op de langere termijn een frequentieverhoging ondergaat. Verdere aanpassingen op het tracé Amersfoort -Apeldoorn kunnen bijdragen aan de ontlasting van de A1. Het landelijk gebied van Ede zal het openbaar vervoer de auto niet kunnen vervangen. De auto is en blijft daar een belangrijk vervoersmiddel. Verschonen betekent, ten slotte, dat de auto, door bestaand rijksbeleid, steeds vaker emissieloos moet zijn.

De groei van Ede betekent dat op de hoofdinvalswegen op den duur grote ingrepen nodig zijn. In de gemeente wordt ingezet op verdere verkeersveiligheid. De landelijke aanpak hiervoor wordt beschreven in het Strategisch Plan Verkeersveiligheid 2030. De uitdaging is om tot een

‘selfexplaining’ weginrichting te komen, in combinatie met doelgroepgerichte gedragsbeïnvloeding. Verschillende wegen in naoorlogse wijken zijn overgedimensioneerd.

Aanpassingen van deze wegen kunnen ruimte bieden aan andere functies, zoals openbaar groen.

Voor gezonde en inclusieve mobiliteit wordt ingezet op een beweegvriendelijke omgeving waar lopen en fietsen centraal staan. Een mobiliteitsoplossing moet voor iedereen beschikbaar zijn. In de gemeente Ede is bijna 40 procent van het energieverbruik gelinkt aan verkeer en vervoer. Een actieve werkgeversaanpak kan leiden tot een slimme mix van thuiswerken, fietsen en deelmobiliteit.

3.6.2 Beoordeling

Ede kent verschillende uitdagingen op het gebied van mobiliteit. De inrichting van de gemeente leent zich voor autogebruik; en de toename van de bevolking zal leiden tot een verdere stijging van het aantal auto’s in de gemeente in de toekomst. Er bestaan geen grote knelpunten op het gebied van verkeersveiligheid, maar de jarenlange daling van het aantal verkeersdoden en -slachtoffers is gestagneerd. Ede zet in op het aanpassen van wegen om de verblijfskwaliteit van de openbare ruimte te verbeteren; het faciliteren van emissievrije vervoersvormen en een verschuiving in modaliteiten ten gunste van vooral de fiets.

De afgelopen jaren is een lichte daling te zien in de beoordeling van het aspect ‘mobiliteit’. Dit komt door verschillende ontwikkelingen, zoals het gebruik van auto’s voor korte ritten. Als de mobiliteit na de coronacrisis op dezelfde voet doorgaat als voor de crisis zal er verdere verslechtering van het milieu optreden. Als de mobiliteitssector verduurzaamt; een effectieve werkgeversaanpak wordt ingezet (denk bijvoorbeeld aan vaker thuis werken) en het fietsen sterk gestimuleerd wordt, kan er veel winst behaald worden. Deze onzekerheid tussen twee uitersten leidt tot de volgende beoordeling:

Figuur 3.19 De referentiesituatie voor het thema duurzame bereikbaarheid

Herkenbaarheid en ruimtelijke kwaliteit

In document Bekijk de ontwerp-OER (pagina 39-42)