• No results found

Rood = P-gevorderden, Blauw = P=leerders, Oranje = niet bekend met PP

Tekstanalyse klad Geïnterviewde 1 Geïnterviewde 2 Geïnterviewde 3 Geïnterviewde 4 Geïnterviewde 5 Geïnterviewde 6 Geïnterviewde 7 Structuur (stramien) Conclusie in meeste

gevallen in een van de inleidende dia’s te vinden. Bij lange presentaties worden deze soms opgeknipt in meerdere en is er aan het begin steevast een samenvatting van de inhoud. Alle documenten piramidale structuur.

De conclusie wordt in elke paragraaf aan het begin genoemd, zelfs als eerste regel (o.a. 1).

Je ziet een duidelijk verschil tussen de structuur van adviesrapportages en inventarisatie- en evaluatierapportages. Bij de eerste is er sprake van het in het begin benoemen van de conclusie (2,3 en 4), bij de tweede meer geleidelijk in de tekst (1).

Je ziet duidelijk dat er binnen eenzelfde document zowel gebruik wordt gemaakt van het PP (H 3, 4), maar ook van de methodologische structuur (H 1, 2 en 5). Het lijkt alsof het begin en het eind van het document ‘ouderwets’ opgesteld moet worden en daartussenin (de inhoud!) wel piramidaal gebeurt. Je ziet dat in H 3 en 4 gebruik wordt gemaakt van inhoudelijke kopjes, conclusies (aanbevelingen) worden voorop vermeld. Bij H 1, 2 en 5 zijn de kopjes procedureel, en zijn de conclusies (aanbevelingen) achteraan te vinden.

Er wordt altijd globaal de volgende structuur gebruikt:inleiding, analyse,

conclusies/aanbevelingen.

Wat opvalt aan de structuur is dat alle documenten erg kort (één à twee A4’tjes) zijn. Er valt weinig te zeggen over een algemene structuur. Er is niet in alle documenten sprake van een methodologisch of piramidale structuur. Meer stramienen die ingevuld dienen te worden. Stijl - binnen één document

weinig veranderingen in woordkeus - actieve zinnen - korte zinslengte - geen tangconstructies - binnen één document weinig veranderingen in woordkeus - actieve zinnen - erg korte zinnen worden afgewisseld met erg lange (in e- mails vaak kort, inhoudelijke stukken langer)

- hoe langer het stuk, hoe vaker tangconstructies (overall niet vaak)

- binnen één document weinig veranderingen in woordkeus - actieve zinnen - lange zinnen met afwisselend kortere - in het ene document wel tangconstructies, in het andere niet

- binnen één document weinig veranderingen in woordkeus - actieve met passieve zinnen afgewisseld - korte zinnen met middellange zinnen afgewisseld

- door het hele rapport heen enkele tangconstructies te vinden, niet veel

N.v.t. - binnen één document weinig veranderingen in woordkeus - actieve met passieve zinnen afgewisseld - korte zinnen met middellange zinnen afgewisseld (het verschilt wel per memo)

- weinig tangconstructies - binnen één document weinig veranderingen in woordkeus - actieve zinnen - korten zinnen, af en toe enkele langere - weinig

tangconstructies

Toon - veel vakjargon - directief - af en toe vakjargon en afkortingen die niet worden toegelicht - in alle documenten blijkt dat de toon erg actiegericht is, directieve zinnen als “We moeten A…” komen vaak voor

- Bij adviesrapportages is er een duidelijke, directe toon (2, 3 en 4). Bij inventarisatie- en evaluatierapportages is het minder to-the- point (1).

- Af en toe vakjargon

Je merkt door het hele document heen dat er erg veel waarde is gehecht aan ‘de weg naar de resultaten toe’. Vrijwel alles wordt toegelicht en verduidelijkt, om te laten zien dat het weloverwogen keuzes zijn (o.a. 3.6.2)

- weinig vakjargon, als het er is, wordt het uitgelegd (vaak een afkorting)

- af en toe vakjargon, vaak gaat het om afkortingen die niet worden uitgelegd

- nagenoeg geen vakjargon

komt duidelijk terug dat erg rekening wordt gehouden met de lezer (klant), vooral doordat hun vaak letterlijk wordt aangereikt wat ze moeten doen.

te krijgen of er rekening gehouden wordt met de lezer. Je krijgt meer het idee dat de lezer informatie toegeworpen krijgt en het daarmee moet doen.

niet altijd wordt gekozen voor de gebiedende wijs aangaande adviseren, maar dat er soms omheen wordt geformuleerd. In andere gevallen (2) is het weer veel directer.

omdat bepaalde gedeeltes volgens de methodologische structuur worden vormgegeven en andere via het PP. Niet lezersgericht mits er opzettelijk is gekozen om het document volgens twee stijlen te schrijven.

en tekstdelen worden in alle teksten duidelijk aangegeven, maar verder lijkt de inhoud en structuur die bij een bepaald type tekst horen belangrijker te zijn dan er alles aan doen het de lezer makkelijk te maken.

documenten lijkt belangrijk te zijn (vast stramien). De lezer weet zo wel wat hij kan verwachten.

Conclusie/synthese Er kan moeilijk een synthese worden onderscheiden, omdat het niet lange verhalen zijn waarin wordt toegewerkt naar een clue, het gaat om korte memo’s die alle to-the-point zijn.

Er wordt geen

gebruiktgemaakt van een synthese, maar van op zichzelf staande conclusies, die overigens wel betrekking hebben op de besproken inhoud. Ook logisch, want er wordt niet gewerkt met het PP.

Er wordt geen gebruikgemaakt van het PP, dus is er geen synthese, maar louter een conclusie.

Plaats conclusie In alle documenten wordt de conclusie aan het begin gegeven (o.a. 1-2), soms met een samenvatting (5-2).

In bijna alle gevallen is de conclusie vooraan het document te vinden.

In de meeste gevallen wordt de conclusie redelijk aan het begin geplaatst (2, 3), maar in sommige gevallen ook niet (1). Dit kan ook binnen eenzelfde document verschillen (1). De conclusies worden achteraan het document gegeven. Wel is er vooraan een samenvatting te vinden.

De conclusies worden achteraan het document gegeven. Wel is er vooraan een samenvatting te vinden.

Memo (3): achteraan (zowel binnen alinea’s als ook de algehele conclusie/aanbevelingen) Projectrapportage (2): achteraan (binnen alinea’s worden de conclusies/aanbevelingen wel vaak vooraan geplaatst) Collegenota (1): achteraan (zowel binnen alinea’s als ook de algehele

conclusie/aanbevelingen

In alle documenten worden de conclusies (i.c. besluiten) steevast achteraan het document geplaatst.

Kopjes In de meeste gevallen wordt er gekozen voor inhoudelijke kopjes, waar direct de boodschap duidelijk is (o.a. 1, 5-12,5-7). In

In bijna alle gevallen wordt er geen gebruikgemaakt van inhoudelijke kopjes, die al in de richting wijzen van de inhoud. Wel is

In de documenten wordt gebruikgemaakt van procedurele kopjes.

Soms wel, soms niet, geen systematische afweging. Binnen de methodologische gedeeltes procedurele kopjes, maar ook

In verreweg de meeste gevallen wordt er in deze inhoudsopgave gebruikgemaakt van inhoudelijke kopjes. Projectrapportage (2): in veel gevallen wordt gebruiktgemaakt van procedurele kopjes, heel af en toe inhoudelijk. In alle documenten worden er geen inhoudelijke kopjes gebruikt, maar procedurele om de lezer te helpen waar hij

een enkel geval wordt de inhoud vager gehouden (o.a. 5-6, 2-12).

duidelijk aan de kopjes te zien wat voor soort informatie er te verwachten is, zoals “Hieronder de bezwaren…” (1).

binnen de PP-gedeelten soms wel en soms niet inhoudelijke kopjes.

Memo (3): er is afwisselend sprake van inhoudelijke dan wel procedurele kopjes Collegenota (1): er is louter sprake van procedurele kopjes

welke informatie kan vinden (veel vaste stramienen).

Groupings Je ziet in de documenten dat er niet meer dan twee lagen helemaal worden uitgewerkt, maar deze eerste twee lagen worden dan ook consequent wel uitwerkt.

Je ziet dat er niet meer dan twee lagen helemaal worden uitgewerkt. Soms worden er zelfs helemaal geen lagen uitgewerkt en worden zelfs verschillende onderwerpen samengevoegd. Er wordt wel gebruikgemaakt van groupings, maar deze zijn vaak niet diepgaander dan één à twee lagen. Soms worden verschillende onderwerpen ook samengevoegd.

N.v.t., omdat het PP niet in die mate is verwerkt in de rapporten.

N.v.t., omdat het PP niet in die mate is verwerkt in de rapporten.

N.v.t., omdat het PP niet in die mate is verwerkt in de rapporten.

N.v.t., omdat het PP niet in die mate is verwerkt in de rapporten.

Vragenlijst interviews