• No results found

RODDELEN: MOREEL EN ETHISCH POSITIONEREN

6.1. EEN INTERACTIEF PERSPECTIEF ROND DESTRUCTIE

Op basis van de beschouwingen van René ten Bos en Henk van Dongen, Willem de Laat en Alexander Maas over moraal en ethiek wordt vanuit een interactief theoretisch perspectief gezocht naar houvast bij het bepalen van het destructieve van roddelen.

Henk van Dongen, Willem de Laat en Alexander Maas. Een Kwestie van Verschil (1996)

In Een Kwestie van Verschil werken de auteurs een integratieve benadering uit rond het thema conflict. Het uitgangspunt is sociaal-constructief van aard, waarbij gesteld wordt dat sociale interactie een cruciale voorwaarde is van (en bron voor) alle mense- lijk leven. (p. 236) Sociale verschijnselen zonder interactie zijn ondenkbaar. Als inter- actie als voorwaarde geldt voor menselijk leven, dan geldt dat ook voor kwesties als theorievorming, taal, waarden en normen. Het zijn stuk voor stuk resultaten van in- teractie tussen mensen. Dit leidt volgens de auteurs tot een zich herhalend proces bij het ontwikkelen van kennis en het waarderen van deze kennis. (recursieve epistemolo-

gie) Een methodologische benadering van interacteren veronderstelt spelregels die re-

sultaten van het interacteren niet alleen kunnen ondersteunen, maar ook hervormen, bevestigen en veranderen.

Er is tijdens conflicten sprake van een destructieve situatie als verschillen verwij- derd of ontkend worden. Maar ook als we de gelijktijdigheid van verschillen, in de woorden van Van Dongen et al., ‘omarmen’ - en ‘simultaan gemeenschappelijkheid’ verbieden. (p. 256). Blokkade betekent dan dat er cognitief-structureel geen ruimte is voor heterogeniteit. En sociaal-structureel als de relationele continuïteit van de ander ontkend wordt – en de interactie stopt. Als beide componenten – sociaal-cognitief en structureel - samenvallen is interveniëren complexer, en vraagt het meestal een be- trekken van een derde omstandigheid.

Het introduceren van een derde (extra) omstandigheid bij blokkades tijdens conflic- terende of destructieve interacties, zoals voorgesteld door Van Dongen et al., betekent een zich openstellen voor nieuwe personen, maar ook voor nieuwe definities, patro- nen, spelregels, regelmatigheden, verhalen, context en waarderingen die kunnen hel- pen een vastgelopen interactie weer op gang te helpen. In de kern betekent dit dat bij een conflict of onderhandeling door de partijen - naast twee of meer partijen en hun standpunten - een extra derde omstandigheid wordt gezocht om de interactie weer op gang te krijgen. Dit proces wordt triadisering genoemd. De vraag verschuift naar de manier waarop ‘versteende’ verschillen tussen mensen – via een derde omstandigheid kunnen worden opengebroken, waardoor naast het conflict zicht wordt geboden op interactie. Daardoor kunnen andere mogelijkheden van interacteren, in de woorden van de auteurs, geïntegreerd worden.

Daarbij kan de vraag gesteld worden of de resultante van deze integratie gezocht moet worden in een op voorhand gedefiniëerde, of voorlopige aanpak. (Van Dongen et

al., 1996; Ash, 1952) Hier is sprake van twee richtingen die qua resultaat onbevredigend

aan kunnen voelen, en wel voor alle betrokken partijen. Van Dongen et al. pleiten voor een zoektocht ‘naast het conflict’; naar een door betrokken conflictpartijen geaccep- teerde procedure, overigens zonder dat daarmee ook tegelijkertijd het laatste woord

gezegd zou zijn. De resultante van de zoektocht is voorlopig en recursief (want afhan- kelijk van de interacties tussen betrokkenen), en zal voor betrokken partijen gelden als de best mogelijke van de nu beschikbare alternatieven. Zonder een dergelijke, sa- men gekozen procedure zal de uitkomst op termijn door de betrokken partijen eerder als onacceptabel of niet-nastrevenswaardig gekenschetst worden. Controle in dergelij- ke destructieve interacties geeft dan eerder voorrang aan het beheer van deze veelheid aan krachten en mogelijke constructies, dan aan beheersing.

Van Dongen et al. betwijfelen voorts of er überhaupt sprake kan zijn van absolute of universele waarden: er is altijd sprake van contextuele waarden. Dergelijke waarden zijn niet positief maar negatief geformuleerd, en uiten zich in interacties als blokke- ringen en fixaties. Zij worden aangeduid als unvalue – in het Nederlands te begrijpen als ‘wanwaarde’. (Maas, 2008) Dat wil zeggen dat bijvoorbeeld in een conflictsituatie onrechtvaardigheid en oneerlijkheid de basis vormen van conflicten in denken en pra- ten over rechtvaardigheid en eerlijkheid. Deze negatieve waarde kan zowel op inhoud als op betrekking (of beiden) slaan. Een interventie in een dergelijke situatie vindt plaats naast het conflict; dat wil zeggen: bij een inhoudelijk conflict interveniëert men op de betrekking; bij een ‘betrekkingsconflict’ op de inhoud; en bij een conflict waar- bij zowel betrekking als inhoud een rol spelen interveniëert men op de context. Het vraagt volgens genoemde auteurs de ruimte om er bij conflicten naast te gaan staan, om op zoek te gaan naar andere mogelijkheden. Zo kan een verbinding ontwikkeld of gemaakt worden tussen op het eerste gezicht tegenstrijdige of elkaar uitsluitende betrekkingen of standpunten. Bij het blokkeren van interactie tussen mensen is dan een houding vereist die zich kan en wil richten op interventies, opdat interactie weer mogelijk wordt.

Gedeelde wanwaarden verwijzen dan naar een zekere consensus inzake (een nega- tieve waardering van) gedrag van mensen in bepaalde betrekkingen en contexten. Het is een negatieve waardering die gebaseerd is op een sociaal-structurele conditie, be- trekking of verhouding. Een verhouding tussen mensen die vorm krijgt in interactie, en bevestigd of geblokkeerd wordt tijdens interactie. (Van Dongen et al., 1996)

Reflectie op Een Kwestie van Verschil

In Een Kwestie van Verschil wordt een interactief perspectief uitgewerkt rond het sociale verschijnsel ‘conflict en onderhandeling’ in organisatorische verbanden. De aandacht richt zich op blokkades en fixaties in configuraties en procedures, zoals uitgewerkt in termen van spel, spelers en spelregels naast het conflict, en die zich vervolgens in in- teractie verder ontwikkelen. Het gaat vervolgens om het procesresultaat (resultante) van deze interactie, waarbij wordt gezocht naar een minimale consensus met betrekking tot spelregels, spel en gedrag tussen spelers, vaak door tussenkomst van een derde par- tij (mediator). Natuurlijk treden er in die conflicthantering verschillen van mening

op. Deze spanning, ook wel samengevat in de combinatie game en play (Van Dongen et

al., 1996, p. 101-103), verwijst naar de vraag hoe men het spel speelt: binnen vaststaande

spelregels, of door over de spelregels te onderhandelen. Het staat voor een voortdu- rende ontwikkeling van deze zaken (kwesties) die simultaan plaatsvinden, en waar in geval van blokkade of fixatie de twee partijen bereid zijn een derde omstandigheid toe te laten en te accepteren, opdat deze mogelijke tegenstellingen tussen de partijen via een nieuwe, gedeelde procedure kan worden overbrugd. Het vraagt van de bij blokkades betrokkenen een zoeken naar nieuwe procedures, en/of het introduceren of aanpas- sen tijdens de interactie van reeds bestaande procedures.

Samenvattend worden de volgende punten meegenomen bij het ontwikkelen van een ethisch-moreel perspectief rond roddelen:

- Elke interactie is gebaseerd op spelregels. (procedures die worden geconstrueerd en aangepast door concrete mensen tijdens de interactie).

- In interactie waar conflict (roddelen) ontstaat, is er daaropvolgend meer aandacht nodig voor dat conflict (het roddelen) dan voor de interactie.

- In dat geval ligt het ‘naast de blokkade of fixatie zoeken’ naar een derde omstandig- heid - eventueel via een procedure - voor de hand.

- Vorming en hervorming van spelregels tijdens de interactie en conflict (roddelen) vraagt om continue aandacht.

Er is, volgens Van Dongen et al. (1996), sprake van ontwikkeling van morele en ethische standpunten tijdens de interactie, waarbij bestaande ideologische en religieuze uit- gangspunten kunnen blokkeren en aandacht verdienen. In de lijn van Van Dongen et

al. zijn deze laatsten positief geformuleerde waarden, terwijl ethiek voor de tijdens de

interactie ontstane en zich ontwikkelende, meestal negatief geformuleerde wanwaar- den staat.

Deze manier van kijken naar conflicten en onderhandelen wordt als basis gekozen om naar roddelen te kijken. Het vraagt op het gebied van moraliteit en ethiek rond roddelen en het metacommuniceren in en rond beroepen en organisaties een aantal oriëntatiepunten die tijdens de interactie uitgewisseld kunnen - en mogen - worden.

René ten Bos. Rationele Engelen - Moraliteit en management (2003)

In deze verkennende beschouwing van Ten Bos krijgt het morele en ethische hande- len van mensen vanuit een organisatie of beroep aandacht. (zie Vignet 6.1) De titel

Rationele Engelen verwijst naar drie vormen van professionalisering binnen en rond or-

ganisaties; respectievelijk de victoriaanse, bureaucratische, en postmoderne professi- onalisering, die zich allen door min of meer doel-rationele overwegingen laten leiden bij het uitvoeren van hun werkzaamheden in en rond organisaties.