• No results found

Een aanvullend mechanisme

In document Vertrouwen en Burgerbetrokkenheid (pagina 63-65)

5. Operationaliseren en afbakening

6.13. Een aanvullend mechanisme

In de voorgaande paragrafen zijn alle mechanismen van Mosch en Verhoeven langsgelopen. Een ruime meerderheid van de mechanismen is herkend in de deelteksten. Bij de analyse van de deelteksten is gebruik gemaakt van een hermeneutische benadering. Kenmerkend van deze benadering is dat er continu gereflecteerd op het referentiekader (theoretisch kader) bij de analyse van deelteksten. Waar nodig wordt het referentiekader ook aangepast. Dit is een belangrijke stap in de hermeneutiek. Tijdens de analyse kwam naar voren dat de bewoners ook een argument aandroegen, die hen vertrouwen geeft, die niet past in de mechanismen van Mosch en Verhoeven. In deze paragraaf wordt het argument van de bewoners nader geanalyseerd en wordt een aanvulling gedaan op het huidige theoretische kader.

Het argument van de bewoners is dat de gemeente geen onbetrouwbaar gedrag zal vertonen, omdat de gemeente daar geen belang bij heeft. De bewoners noemen deze situatie ‘wederzijds belang’ of een ‘win-win situatie’. Dit blijkt onder andere uit de volgende deelteksten:

“Laten we het zo zeggen, ze zouden alleen maar in gaan zolang de politiek daar een belang bij heeft. Daar waar de gemeente met name op sociaal gebied kan scoren, zullen ze waarschijnlijk ook over de brug komen met gelden. Dat moet wel hand in hand lopen met elkaar” (Sonneveld, 2016, p. 74).

“Als het de gemeente dus geen geld kost erna of al bouwend, in het begin wel, maar in een aantal jaren wordt het een nul project. Zegt geen enkele gemeente: ik ga de stekker eruit halen. Dat zou dom zijn” (van Delden, 2016, p. 80).

“Je moet er altijd van uitgaan dat de partij, die tegenover je zit, niet uit altruïstische motieven ergen mee bezig is. Maar omdat het ook aan zijn doelstellingen bijdraagt. Ik vind dat ook een terechte wens van de gemeente. Dat geld ook aan onze kant. […] Ze hebben [de gemeente] er een groot belang bij” (Bongers, 2016, p. 92).

“Ik zie eigenlijk helemaal geen risico’s. Ik zie het als een kans voor de gemeente Zoetermeer. […] Omdat de gemeente; de burgemeester en wethouders; de gemeenteraad; toch hopelijk wel beseffen dat zij voor vraagstukken staan. En dat dit dezelfde vraagstukken zijn die wij in de kansenkaart aankaarten. En we dit, zonder financieel risico, tot een pilot kunnen verven en

Pagina 64 van 118

daar wat mee kunnen leren en dat we mogelijk in de oplossende sferen kunnen gaan denken, middels dit project, ook voor andere plekken binnen Zoetermeer. […] Het belang ligt natuurlijk ook bij de wijk, de bewoners en de burgers van Zoetermeer. Uiteindelijk zijn de burgemeester en wethouders daar wel vertegenwoordigers van. Er liggen gewoon gezamenlijke belangen” (Baptiste, 2016, p. 108).

“Het businessplan is nu in ontwikkeling en het idee is dat de boerderij op een gegeven moment budget neutraal moet draaien. Dat betekent dat er in de eerste instantie gekeken wordt naar eenmalige investeringen en dat is voor de gemeente natuurlijk uitermate aantrekkelijk. [Bewoners: dan wordt het dus een win-win situatie.] […] er is heel veel maatschappelijk belang te halen door de gemeente” (SAMBA-groep, 2016, p. 112).

In alle citaten komt naar voren dat de bewoners veronderstellen dat de gemeente een belang heeft bij het slagen van het project. De bewoners ontlenen hun vertrouwen dus aan het feit dat zij en de gemeente beide willen dat het project slaagt. Dit blijkt uit de volgende teksten: ‘de politiek daar een belang bij heeft’, ‘Als het de gemeente dus geen geld kost’, ‘omdat het ook aan zijn doelstellingen bijdraagt’, ‘een kans voor de gemeente’, ‘gezamenlijke belangen’, ‘voor de gemeente natuurlijk uitermate aantrekkelijk’, ‘win-win situatie’ en ‘te halen door de gemeente’. In alle gevallen wordt door de bewoners geredeneerd vanuit het belang van de gemeente. Het bestaan van vertrouwen kan worden verklaard doordat de vertrouwende partij verondersteld dat de te vertrouwen partij geen belang heeft bij het vertonen van onbetrouwbaar gedrag. Dit is een nieuw mechanisme in aanvulling op de mechanismen van Mosch en Verhoeven. De naam van dit nieuwe mechanisme zou kunnen zijn: ‘het belangenmechanisme’. Kenmerkend voor dit mechanisme is dus dat de vertrouwende partij een inschatting maakt van de belangen van de te vertrouwen partij. Met belangen wordt niet een goede reputatie bedoeld, want dit wordt al meegenomen in het reputatiemechanisme. De belangen hebben uitdrukkelijk betrekking op inhoudelijke argumenten.

Het belangenmechanisme lijkt op het prestatiemechanisme. Een groot verschil is echter dat men bij het prestatiemechanisme vertrouwen haalt uit het feit dat zij een tegenpartij iets kunnen geven of ontnemen. Bij het belangmechanisme is deze optie overbodig. De te vertrouwen partij zal immers geen onbetrouwbaar gedrag vertonen, omdat zij hier geen baat bij heeft. Het belangenmechanisme is ook onderdeel van het rationele keuze perspectief. Dat betekent dat het belangen mechanisme dus een formele vertrouwensgrondslag kent op het individuele vertrouwensniveau. In figuur 2 (zie paragraaf 2.2.5.) kan het mechanisme dan ook linksonder worden geplaatst, in het vlak van instrumentele invloeden. Dit omdat in hoofdstuk 2 al is toegelicht dat vanuit het rationele keuze perspectief een burger wordt gezien als een rationele economische actor die, vanuit het eigen belang, al calculerend afwegingen maakt. Deze actor staat in een omgeving met andere economische actoren. Alle actoren hebben belangen

Pagina 65 van 118

die kunnen overeenkomen en conflicteren. Vertrouwen ontstaat als gevolg van een zorgvuldige berekening van risico’s bij transacties. Een economische actor vertrouwt anderen alleen als hij of zij er direct economisch voordeel uit de transactie haalt. Dit geldt ook andersom: een actor is alleen betrouwbaar (te vertrouwen) als diegene er ook een economisch belang bij heeft omdat te doen. Dit laatste argument is de kern van het rationele keuze perspectief (instrumentele invloeden) en ligt ook ten grondslag aan het belangenmechanisme.

In document Vertrouwen en Burgerbetrokkenheid (pagina 63-65)