• No results found

Duur van de inschakelingsfase

-studerende populatie van 15 tot 29 jaar

4. D E INSCHAKELING VAN JONGEREN IN DE ARBEIDSMARKT

4.3. Duur van de inschakelingsfase

De nationale vragenlijsten van de enquêtes naar de arbeidskrachten verschillen op een aantal punten van de geharmoniseerde vragenlijsten, ofwel omdat het de nationale statistische instituten nuttig leek een aantal vragen toe te voegen om rekening te houden met de specifieke kenmerken van het land, ofwel om de weerslag te onderzoeken van een reeks maatregelen inzake het werkgelegenheidsbeleid.

Op Belgisch niveau is het aldus mogelijk om, voor de personen die, tijdens de referentieweek, aan het werk zijn en voor diegenen die niet werken maar tijdens de 8 jaar voorafgaand aan de enquête (op een bepaald moment) een bezoldigde baan hebben gehad, het jaar vast te stellen waarin de eerste significante baan werd verkregen (gedefinieerd als " een baan met een duur van minstens zes maanden ") en dat jaar te vergelijken met het jaar waarin het hoogste diploma werd behaald. Door die data te combineren met de geboortedatum van de respondent, kan men de leeftijd berekenen waarop het diploma werd behaald en waarop de eerste baan werd gevonden, en aldus de duur schatten van de overgang tussen de school en de eerste significante baan. Er zij opgemerkt dat de resultaten van die berekening niet geëxtrapoleerd kunnen worden naar de volledige populatie, aangezien de personen die niet hebben gewerkt gedurende de 8 jaar voorafgaand aan de enquête, uitgesloten zijn. Meer bepaald wordt geen rekening gehouden met de jongeren die nog geen eerste baan hebben gevonden, ofwel omdat hun persoonlijke kenmerken hun integratie op de arbeidsmarkt bijzonder bemoeilijken (de overgang tussen school en werk is dus bijzonder lang), ofwel omdat de tijd tussen het einde van hun studies en de enquête bijzonder kort was. Overigens maakt de periode van minstens zes maanden voor een eerste baan deze definitie vrij restrictief, maar een dergelijke arbeidsperiode biedt de mogelijkheid om een beroepservaring te verwerven die een daadwerkelijke integratie op de arbeidsmarkt in de hand werkt.

Aangezien de leerplicht in België tot 18 jaar loopt, ging de aandacht uit naar de populatie van 18 tot 29 jaar30 die reeds een eerste significante baan heeft uitgeoefend. Hierdoor werd de

beschouwde populatie beperkt. Om niet-significante gegevens te vermijden, werd gebruik gemaakt van de resultaten van enquêtes over zes opeenvolgende kwartalen (de laatste drie kwartalen van 2007 en de eerste drie van 2008). Deze populatie werd voorts onderverdeeld in cijfermatig significante categorieën volgens de leeftijd waarop het diploma en de eerste baan werden verworven.

Uit de analyse blijkt dat de inschakelingsfase langer duurt naarmate de personen hun hoogste diploma hebben behaald op jonge leeftijd. Zo had bijna de helft van de personen die hun hoogste diploma vóór de leeftijd van 15 jaar behaalden, 5 jaar of meer nodig om een eerste baan met een duur van minstens zes maanden te vinden. Dit resultaat geeft uiteraard aan, zoals we verder zullen zien, dat de leeftijd waarop het diploma wordt behaald en het niveau van dat diploma gecorreleerd zijn. Bij de jongeren die hun hoogste diploma op zeer jonge leeftijd hebben behaald, vindt men voornamelijk voortijdige schoolverlaters, zonder diploma van het hoger secundair onderwijs. Het aandeel van de jongeren die een bijzonder lange overgang doormaken, daalt sterk naarmate de leeftijd waarop het hoogste diploma wordt behaald, hoger is: het bedraagt nog slechts 30 pct. voor de gediplomeerden op 15 jaar, minder dan 20 pct. voor de gediplomeerden op 16 jaar, en wordt verwaarloosbaar boven 20 jaar. Anderzijds hebben alle jongeren die hun

30 In deze analyse was het niet mogelijk om de studenten te onderscheiden van de rest van de populatie. Toch wettigt het feit dat men aandacht heeft voor personen die reeds een baan met een duur van minstens 6 maanden hebben uitgeoefend, de veronderstelling dat het aantal studenten dat deel uitmaakt van onze analysepopulatie, zeer beperkt is, gelet op de geringe geneigdheid van de Belgische jongeren om studies en werk te combineren.

diploma hebben behaald na 28 daaropvolgende jaar. Boven 20

een eerste baan te vinden, een kleine minderheid. Toch duurt meer dan 15 pct. van de jongeren van 21 tot 24

de drempel van 10 pct.

Grafiek 35 – Duur van de inschakelings minstens zes maanden werd gevonden,

(procenten van het totaal, populatie die reeds een eerste significante baan heeft uitgeoefend)

Bron: ADSEI (EAK).

Als de duur van de inschakelings

diploma werd behaald, dan is dat vooral omdat deze varieert volgens het behaalde diploma. Gemiddeld genomen heeft 66

het jaar van het diploma. Dit

tegen 63 pct. voor de middengeschoolden en 83 behalen van het diploma heeft 15

vergelijkbaar is voor de drie

aantal betrokken jongeren, behalve voor de laaggeschoolden: 13

baan met een duur van minstens zes maanden slechts gevonden meer dan 5 van het hoogste diploma, tegen slechts 2

percentage van de hooggeschoolden.

diploma hebben behaald na 28 jaar, een significante eerste baan gevonden binnen het daaropvolgende jaar. Boven 20 jaar vormen de jongeren die meer dan 3 jaar nodig hebben om een eerste baan te vinden, een kleine minderheid. Toch duurt de overgang van 1 tot 3 jaar voor

pct. van de jongeren van 21 tot 24 jaar. Dit aandeel zakt slechts vanaf 26

inschakelingsfase in 2007-2008: jaar waarin de eerste baan met een duur van minstens zes maanden werd gevonden, volgens leeftijd waarop het hoogste diploma werd behaald (procenten van het totaal, populatie die reeds een eerste significante baan heeft uitgeoefend)

inschakelingsfase varieert naargelang van de leeftijd waarop het hoogste diploma werd behaald, dan is dat vooral omdat deze varieert volgens het behaalde diploma. pct. van de jongeren zijn eerste significante baan gevonden tijdens het jaar van het diploma. Dit aandeel bedraagt echter slechts 36 pct. voor de laaggeschoolden, pct. voor de middengeschoolden en 83 pct. voor de hooggeschoolden. Eén jaar na het behalen van het diploma heeft 15 pct. van de jongeren een eerste baan, een aandeel

vergelijkbaar is voor de drie scholingsniveaus. Hoe langer de inschakelingsfase, hoe lager het aantal betrokken jongeren, behalve voor de laaggeschoolden: 13 pct. van hen hebben hun eerste

een duur van minstens zes maanden slechts gevonden meer dan 5 jaar na het behalen diploma, tegen slechts 2 pct. van de middengeschoolden en een verwaarloosbaar percentage van de hooggeschoolden.

jaar, een significante eerste baan gevonden binnen het jaar vormen de jongeren die meer dan 3 jaar nodig hebben om

de overgang van 1 tot 3 jaar voor zakt slechts vanaf 26 jaar onder

: jaar waarin de eerste baan met een duur van leeftijd waarop het hoogste diploma werd behaald (procenten van het totaal, populatie die reeds een eerste significante baan heeft uitgeoefend)

fase varieert naargelang van de leeftijd waarop het hoogste diploma werd behaald, dan is dat vooral omdat deze varieert volgens het behaalde diploma. ificante baan gevonden tijdens pct. voor de laaggeschoolden, pct. voor de hooggeschoolden. Eén jaar na het aandeel dat relatief fase, hoe lager het pct. van hen hebben hun eerste jaar na het behalen pct. van de middengeschoolden en een verwaarloosbaar

Grafiek 36 - Duur van de inschakelings

(procenten van het totaal, populatie die reeds een eerste significante baan heeft

Bron: ADSEI (EAK).

Samenvatting

Hoe hoger het diploma, hoe sneller de

reeds een baan van minstens zes maanden hebben uitgeoefend deze baan binnen het jaar na het behalen van hun diploma

uiteen volgens het behaalde diploma: voor laaggeschoolden bedraagt het amper 36

van deze groep doet er zelfs meer dan vijf jaar over om een dergelijke job te vinden), terwijl het 83 pct. beloopt voor wie een diploma van het hoger secundair onderwijs bezit.

hakelingsfase in 2007-2008: opsplitsing volgens het hoogst behaalde diploma (procenten van het totaal, populatie die reeds een eerste significante baan heeft uitgeoefend

Hoe hoger het diploma, hoe sneller de toegang tot een stabiele baan. Van de 18

reeds een baan van minstens zes maanden hebben uitgeoefend, vond gemiddeld twee derde het jaar na het behalen van hun diploma. Dit percentage loopt

aalde diploma: voor laaggeschoolden bedraagt het amper 36

van deze groep doet er zelfs meer dan vijf jaar over om een dergelijke job te vinden), terwijl het pct. beloopt voor wie een diploma van het hoger secundair onderwijs bezit.

volgens het hoogst behaalde diploma uitgeoefend)

toegang tot een stabiele baan. Van de 18-29-jarigen die gemiddeld twee derde it percentage loopt echter sterk aalde diploma: voor laaggeschoolden bedraagt het amper 36 pct. (13 pct. van deze groep doet er zelfs meer dan vijf jaar over om een dergelijke job te vinden), terwijl het