• No results found

Deel 3: Onderzoeksresultaten

2.2 Domein 2: Tijd voor zichzelf

2.2.1 Nood aan een moment voor zichzelf

Ondanks het feit dat brussen het belangrijk vinden om brus te zijn en graag samen met hun slechthorende of dove broer of zus spelletjes spelen of activiteiten ondernemen, uiten ze hun nood om soms voor een tijdje geen brus te hoeven zijn. Alle brussen ervaren wel eens dat het hen wat te veel wordt om steeds rekening te moeten houden met de beperking van broer of zus, om zich te moeten aanpassen aan diens beperking, om broer of zus te moeten helpen. Op die momenten willen ze het brus-zijn graag voor een tijdje ontvluchten. Zich even terugtrekken op een eigen plekje, een eigen hobby beoefenen of een activiteit doen waarbij broer of zus niet betrokken is, kan dan een opluchting zijn en hen even “verlossen” van het brus-zijn.

Omdat je echt zo - bij Sigrid valt dat wel mee, maar op sommige momenten denk ik wel “nu is het genoeg en ga ik iets voor mezelf doen”. (Ann-Sofie, 15 jaar)

Ook willen brussen graag eens de kans hebben om wat tijd door te brengen met één van hun ouders zonder de aanwezigheid van broer of zus.

54

En papa doet veel buiten en ik ga veel mee met hem. (Maurice, 12 jaar)

Sommige brussen geven aan dat ze geregeld nood hebben aan een individueel moment, maar wijzen erop dat de nood hieraan niet louter te maken heeft met de beperking van hun broer of zus. Ze willen op sommige momenten niet enkel het brus-zijn, maar ook gewoon het broer- of zus-zijn ontvluchten en even alleen zijn.

Bij mij gaat het er gewoon over om even zonder mijn twee zussen te zijn. Het heeft dan niet echt te maken met het doof-zijn van Sigrid. (Valerie, 15 jaar).

Ja, dat ik taekwondo kan, omdat ik dan alleen ben, zonder mijn twee zussen en mijn broer. Mijn broer heeft ook wel de kans gekregen, maar hij wou niet. Dus nu ben ik helemaal alleen in taekwondo. Alle anderen doen atletiek. Dus ben ik wel blij dat ik alleen ben. (Eline, 12 jaar)

2.2.2 Minder brus op school

Twee brussen in dit onderzoek gaan niet naar dezelfde school als hun slechthorende of dove broer of zus en voelen zich op de momenten waarop ze op school zijn dan ook helemaal geen brus. Eén van deze brussen geeft aan te genieten van het feit dat haar broer naar een andere school gaat – waar hij tijdens de week ook op internaat verblijft – en ze zo even met rust gelaten wordt door haar broertje dat vrij veel aandacht vraagt en in haar ogen vaak storend gedrag stelt.

Freeke: En is er nog iets waar je blij van wordt? Ine: Dat Stan naar school gaat.

Freeke: Daar ben je ook blij om? En waarom ben je dan blij? Ine: Anders doet hij mij altijd soms pijn. Zoals dat (doet voor).

Freeke: Hm hm. En vind je dat leuk dat Stan op een andere school zit dan jou? Ine: (Knikt ja). (Ine, 6 jaar)

Drie brussen gaan naar dezelfde school als hun slechthorende of dove broer of zus, maar zitten niet in dezelfde klas. Zij geven aan zich op school minder brus te voelen dan thuis, omdat ze op school minder tijd met elkaar doorbrengen.

Want het is ook zo… als we op school komen is het “fiets wegzetten, lampen eraf doen, kluisje open doen, boeken die we niet nodig hebben in ons kluisje steken, lampen erin steken, wanten erin steken. Naar de speelplaats, op het bankje zitten en wachten tot je vrienden er zijn.” Eigenlijk is het zo dat we op school komen en dat het ieder zijn weg is. (Tibo, 14 jaar)

55

Ondanks het feit dat deze brussen zich op school minder brus voelen dan thuis, zijn er toch nog momenten waarop ze ook op school ervaren dat ze brus zijn, al dan niet op een positieve manier.

Vooral op school. Dat ze (= Jente) een lange tijd via Facebook en MSN aan leerlingen van op school vroeg of ze hun MSN, hun Facebook, hun gsm-nummer mocht. Die bleven dan altijd neen zeggen. Dan komen die tegen mij zeggen dat ik tegen haar moet zeggen dat ze moet stoppen met dat te vragen. Ik begin op de duur gewoon te zeggen “ga ernaar toe en zeg het haar!” (Tibo, 14 jaar)

Een beetje in de middag… ik kijk dan toch altijd of ze dan aan tafel zit, bij Ann-Sofie of dat ze zit bij mensen… Eigenlijk gewoon, ervoor zorgen dat het goed is voor haar. (Valerie, 15 jaar)

Drie brussen in dit onderzoek zitten momenteel in dezelfde klas dan hun slechthorende of dove broer of zus. Twee van hen geven aan dat ze als drieling té vaak samen zijn – thuis, op school, tijdens vakanties – en dat het makkelijker zal zijn wanneer ze volgend schooljaar niet meer in dezelfde klas zullen zitten en wellicht ook niet meer naar dezelfde school zullen gaan. Niet enkel het continu samen zijn met de slechthorende zus zorgt voor ergernissen bij deze twee brussen. Het gaat hier meer om het voortdurend samen zijn als drieling dat tot enige frustraties leidt, ook al doen de meeste moeilijkheden zich toch voor in de relatie met hun slechthorende zus.

… ja, op school zitten we samen. Als we alleen naar huis moeten, zijn we samen. Thuis zijn we dan ook samen. We hebben hetzelfde huiswerk. We zitten altijd samen, behalve in de taekwondo. Het is daarom dat ik blij ga zijn als ik naar het middelbaar ga. (Eline, 12 jaar)

Euhm, ja in de klas, als er wat gebeurt of zo en dat ze dat komen vertellen. Dat is lastig. Als er bijvoorbeeld iets is gebeurd en ik ben er bij betrokken. En ze beginnen tegen mama te zeggen dat er wat gebeurd is en blablablablabla. En plots hoor je mijn naam er dan in voorkomen. (Maurice, 12 jaar)

De derde brus die samen met haar zus in de klas zit, geniet van het feit dat ze bij elkaar zitten en geeft aan dat ze zich in de klas soms meer vriendin dan brus voelt. Toch heeft ook zij al momenten ervaren waarop ze dacht dat het makkelijker zou zijn om niet bij haar dove zus in de klas te zitten en kijkt ze soms wel uit naar het moment waarop ze niet meer bij haar zus in de klas zal zitten.

Eerst dacht ik “oh neen, nu zit ik weer bij haar. Ik ben al gans de dag bij haar en nu zit ik weer bij haar.” Maar als je dan echt naast elkaar zit in de klas denk je van “dat is eigenlijk echt leuk”. Op de duur beschouw ik mijn zussen - maar vooral Sigrid omdat zij mijn tweelingzus is - als een vriendin. (Ann-Sofie, 15 jaar)

56