• No results found

Domein 6: Oog voor welbevinden van broer of zus

Deel 3: Onderzoeksresultaten

2.6 Domein 6: Oog voor welbevinden van broer of zus

Brussen zijn erg bekommerd om het welbevinden van hun slechthorende of dove broer of zus en vinden het belangrijk dat hun broer of zus zich goed voelt. Brussen weten vaak hoe broer of zus denkt over bepaalde zaken en weten waarmee hij of zij het lastig heeft.

Ja, en vooral… het is ook echt vermoeiend, het doet pijn aan haar oren. Soms doet ze ze (=implantaten) liever uit, maar dan kan ze niets horen. En dat wil ze niet. Soms is het een beetje in strijd zijn met jezelf zeker. (Ann-Sofie, 15 jaar)

63

Wanneer broer of zus het moeilijk heeft, leven de brussen enorm met hen mee. Maar ook het omgekeerde geldt: brussen kunnen er enorm van genieten wanneer hun broer of zus een prettige tijd beleeft en zijn gelukkig wanneer ze merken dat hun broer of zus gelukkig is.

Echt van, ja amai, ze krijgt haar tweede implantaat. Bij mij was het dan wenen toen we haar gingen bezoeken en weg moesten. Ja, en het was dan juist die dag waarop je, als je in het zesde leerjaar zit naar de grote school mag gaan om daar eens zo les te volgen. En wij hebben voor Latijn gekozen en we hebben daar een ganse les afgeleid gezeten, omdat we aan onze zus moesten denken. (Valerie, 15 jaar)

Paprika’s snijden en paddenstoelen in twee snijden. Oooh! Dat vond Stan ook leuk hé! (Ine, 6 jaar)

Brussen maken zich wel eens zorgen over de toekomst van hun broer of zus en vinden het belangrijk dat broer of zus het ook in de toekomst goed zal hebben.

Waar ik me ook zorgen om maak – en dat is nu zo stom – maar bij Sigrid is dat zo “als de jongens me niet gaan leuk vinden, omdat ik doof ben. Als ik nu geen man ga hebben.” Dan denk je van “Sigrid, je zal een man hebben”. Van die dingen. (Valerie, 15 jaar)

Verder zouden brussen er vaak alles aan doen om het welbevinden van hun broer of zus te verhogen. Ze bieden hulp en steun waar mogelijk en tonen begrip voor de aanpassingen, ook al is dit niet altijd eenvoudig voor hen en zijn ze het wel eens beu om zich te moeten aanpassen aan de beperking van hun slechthorende of dove broer of zus.

Ik vind dat je je broer of zus heel veel moet steunen. Want op school moeten die heel hard hun best doen om op te letten, dat vraagt echt veel energie van hen. En als ze ‘s avonds thuiskomen, kunnen ze wat ambetant zijn, maar dat is eigenlijk voor het grootste deel normaal. (Tibo, 14 jaar)

Hierbij sluit ook aan dat brussen zichzelf geregeld naar de achtergrond schuiven en hun broer of zus voorrang geven op henzelf. Ze zijn op sommige momenten zodanig bezorgd om hun broer of zus en pogen hen in die mate te helpen dat ze zichzelf wel eens durven vergeten. Zo gaan brussen bijvoorbeeld niet vaak in op hun eigen wens om even een babbel te slaan met hun broer of zus over diens beperking, vanuit het idee dat dit een emotioneel zwaar beladen onderwerp is voor hun broer of zus. Ook gebeurt het wel eens dat brussen bepaalde activiteiten die moeilijk of onmogelijk zijn voor hun slechthorende of dove broer of zus – zoals het deelnemen aan taalcursussen of het bezoeken van een waterpretpark – ook zelf in mindere mate of zelfs niet doen uit medeleven of respect voor broer of zus.

64

Want ja, ik kan er wel een beetje over praten met Sigrid. Maar echt zoals nu gaat dat niet hé. Ten eerste zou ze al helemaal overhoop zijn met alle informatie die ze zou krijgen. Ze weet nog altijd niet hoe wij er volledig over denken hé. Wel, eigenlijk… Het is ook niet… Ik wil haar dat niet elke keer aandoen om daar weer bij stil te staan. Voor haar is het – ze zegt dat toch – gewoon normaal, om de dingen te laten passeren natuurlijk. Ze zegt dat ze nogal ongelukkig zou zijn mocht ze er elke dag bij stilstaan. (Ann-Sofie, 15 jaar)

Ook geven brussen aan dat de steun van de omgeving niet naar hen als brus, maar naar hun slechthorende of dove broer of zus moet gaan, dat er vanuit de omgeving wat meer aandacht zou mogen gegeven worden aan slechthorende en dove mensen en er meer initiatieven of organisaties zouden moeten bestaan voor hen.

Maar ja, voor mij heeft het een belangrijke rol. Het is altijd vóór mij. Eerst mijn zussen, en dan vooral eerst Sigridje. Zien dat zij het goed heeft. (Valerie, 15 jaar)

Euhm, ja. Dat er ook eens iets voor haar is. En ja… dat het niet altijd voor iemand anders is die wel goed hoort. (Eline, 12 jaar)

Brussen ervaren wel eens spijt of een schuldgevoel over de beperking van hun broer of zus. Ook al is het ook voor zichzelf als brus niet altijd even leuk, brussen voelen vooral spijt voor hun broer of zus. De meeste brussen willen de situatie niet zozeer veranderen voor zichzelf, maar voornamelijk voor hun broer of zus. Om broer of zus even te verlossen van de beperking zouden ze deze beperking ook wel voor een tijdje willen overnemen, indien dit mogelijk zou zijn.

Ze stelt soms ook van die vragen “waarom ik, waarom jij niet?” Ik zeg dan “als ik kon zou ik het van je overnemen”, maar ja dat gaat niet hé. (Ann-Sofie, 15 jaar)

Meestal eindigt dat gesprek door mezelf een schuldgevoel te geven. Door de manier waarop ik aan het vertellen ben, kom ik soms over alsof het mijn schuld is dat zij doof is. Maar op zich hebben Ann-Sofie en ik dat alle twee dat het onze schuld wat is. Ten eerste, we zijn al een drieling. Maar ook “waarom zij, waarom niet een van ons twee?” (Valerie, 15 jaar)