• No results found

Afbakening van het studiegebied

Voor de discipline Water worden alle oppervlaktewateren bestudeerd die eventueel beïnvloed worden door de perimeter van het projectgebied, door eventuele lozingen van het bemalingswater of door het kruisen van de waterlopen.

Beschrijving van bestaande toestand Hydrografie

Het studiegebied bevindt zich in het Boven-Scheldebekken, en meer bepaald in het deelbekken Scheldeheuvels.

In het stroomgebiedbeheerplan 2016 - 2021 zijn geen acties gesitueerd in de nabijheid van de geplande kabels.

Het geplande kabeltracé kruist de geklasseerde waterlopen van tweede categorie Dorpbeek, Bosbeek en Sortbeek. De kruising gebeurt bij elke waterloop met een gestuurde boring.

De ondergrondse hoogspanningskabels doorkruisen geen Wateringen of Polders.

Figuur 4-9: Situering waterlopen

Structuurkwaliteit

Voor de bespreking van de structuurkwaliteit en de ecologische waarde van de waterlopen wordt enerzijds gebruik gemaakt van het "Onderzoek naar de verspreiding en de typologie van ecologisch waardevolle waterlopen in het Vlaamse Gewest" (Bervoets L. & Schneiders A., 1990-1995). ), evenals de orthofoto beschikbaar op Geopunt en streetview beschikbaar op Google Maps (zie onderstaande afbeeldingen).

De Bovenschelde ten noorden van het projectgebied heeft een zeer zwakke structuur. De structuurkwaliteit van de Dorpbeek kent een zwakke structuur tot aan de bedrijfsgebouwen bij de Post Ruien (zie Figuur 4-10).

Figuur 4-10: Structuurkwaliteit ter hoogte van de geplande leiding

Vanaf de bedrijfsgebouwen bij de Post Ruien komt de kaart met de structuurkwaliteit van de waterlopen niet meer overeen met de VHA-waterlopen. Vanaf deze locatie blijft de Dorpbeek langs het grasland een gracht met matig waardevolle structuur.

Figuur 4-11: Orthofoto ter hoogte van de Dorpbeek naast grasland en de weg Herpelgem volgens de VHA (Bron:

Geopunt)

Figuur 4-12: Afbeelding streetview ter hoogte van Dorpbeek naast grasland en de weg Herpelgem (Bron: Google streetview, opnamedatum afbeelding juni 2019)

De Bosbeek wordt eveneens niet afgebeeld op de kaart met structuurkwaliteit. Vanaf de Schelde tot aan de villa naast het Kasteel Herpelgem vormt de Bosbeek een gracht met matig waardevolle structuur. Nabij de Avelgemstraat wordt de Bosbeek ingekokerd/gebetonneerd en heeft het geen waardevolle structuur meer. Na kruising met de Avelgemstraat wordt de Bosbeek niet meer geklasseerd met een categorie.

Figuur 4-13: Orthofoto ter hoogte van de Bosbeek naast grasland en de villa naast het Kasteel Herpelgem (Bron:

Geopunt)

Tenslotte kruist het geplande kabeltracé ook de Sortbeek. Deze waterloop wordt niet afgebeeld op de kaart met structuurkwaliteit, maar kan in realiteit beschouwd worden als een gracht naast landbouwpercelen met een matig waardevolle structuur. Ter hoogte van de kruising met de Scheldestraat wordt de Sortbeek ingekokerd/gebetonneerd.

Figuur 4-14: Orthofoto ter hoogte van kruising Sortbeek met Scheldestraat (Bron: Geopunt)

Figuur 4-15: Afbeelding streetview ter hoogte van kruising Sortbeek met Scheldestraat (Bron: Google streetview, opnamedatum afbeelding juni 2019)

Overstromingsgebieden

Volgens de watertoetskaart overstromingsgevoeligheid (versie 2017) zijn binnen het projectgebied en zijn omgeving meerdere zones effectief en potentieel gevoelig voor overstromingen. Het gebied tussen de post Ruien en de weg Herpelgem is aangeduid als recent overstroomd gebied. De andere potentieel overstroombare gebieden worden aangeduid als van nature overstroombaar vanuit de Bovenschelde en door afspoelend exces hemelwater.

Figuur 4-16: Watertoetskaart – Overstromingsgevoelige gebieden 2017

Figuur 4-17: Recent overstroomde gebieden en van nature overstroombare gebieden

Effectbeschrijving en -beoordeling Oppervlaktewaterkwantiteit

De eventuele bemaling voor de aanleg van de ondergrondse kabels kan een invloed op de oppervlaktewaterkwantiteit hebben indien het opgepompte bemalingswater geloosd wordt in de dichtstbijzijnde beek of gracht, waardoor tijdelijk een significante verhoging van het debiet kan optreden.

Bij voorkeur wordt het bemalingswater terug afgevloeid in de omgeving, zodat het terug in de bodem kan infiltreren. Als dit niet mogelijk is, wordt de voorkeur gegeven aan het lozen van het bemalingswater in de aanwezige oppervlaktewateren.

Indien het lozingsdebiet van het bemalingswater de capaciteit van de ontvangende waterloop overtreft, kan dit voor plaatselijke wateroverlast zorgen. Ook kan de bergingscapaciteit van de waterloop tijdelijk beïnvloed worden. Zeker in de gebieden die recent overstroomd zijn of die in een risicozone voor overstroming liggen, is er een vergroot risico. Met de aanwezigheid van de waterloop Bovenschelde en Dorpbeek zijn dergelijke gebieden gelegen in de omgeving van het projectgebied (zie ook bespreking bestaande toestand, § 4.3.2.3). De lozing van bemalingswater dient steeds op een oordeelkundige manier te gebeuren om negatieve effecten te vermijden.

De geklasseerde waterlopen Dorpbeek, Bosbeek en Sortbeek monden uit in de Bovenschelde en dit op relatief korte afstand na een mogelijke lozing van het bemalingswater. Rekening houdend met het debiet van de Bovenschelde in vergelijking met wat potentieel geloosd zal worden aan bemalingswater, wordt het effect ten aanzien van de oppervlaktewaterkwantiteit verwaarloosbaar ingeschat (0).

Overstromingsgevoeligheid

Het project zorgt in de exploitatiefase niet voor een toename van de verharde oppervlakte. De aanleg van een ondergrondse hoogspanningsleiding heeft geen significante effecten op de overstromings-gevoeligheid van het gebied.

Oppervlaktewaterkwaliteit

Als het lozingswater van een eventuele bemaling op de aanwezige oppervlaktewateren geloosd wordt, kan de kwaliteit van het oppervlaktewater worden aangetast indien er grondwatervervuilingen in de omgeving van het projectgebied aangetrokken worden door bemaling. De risicozones hiervoor zijn de percelen binnen het projectgebied die zijn opgenomen in het grondeninformatieregister en waar een grondwaterverontreiniging is vastgesteld. Nabij het geplande tracé zijn verschillende bodemonderzoeken gekend, waarbij tevens percelen gekruist worden waar een bodemsanering wordt gesitueerd (dossiernummer 977). Op basis van beschikbare sonderingen (Bron: DOV/bodemverkenner) is het niet uitgesloten dat bemaald dient te worden in deze zones, waarbij mogelijk verontreinigingen aangezogen worden. Het project voorziet echter een monitoring van het bemalingswater alvorens lozing. Indien verontreinigingen vastgesteld worden, zullen de nodige stappen genomen worden.

Gezien de reeds getroffen maatregelen, wordt het effect verwaarloosbaar ingeschat (0).

Tijdens de exploitatiefase van de hoogspanningskabels zijn er geen significante effecten te verwachten op de kwaliteit van het oppervlaktewater (0).

Structuurkwaliteit

De waterlopen worden gekruist door middel van gestuurde boringen, waarbij er geen ingrepen zijn aan de waterloop. Permante effecten ten aanzien van de structuurkwaliteit worden bijgevolg niet verwacht (0).

Grensoverschrijdende effecten

Het project is enerzijds gelegen nabij Waals grondgebied en maakt anderzijds deel uit van een grotere kabelverbinding op Waals grondgebied. Bijgevolg worden specifiek voor dit project de grensoverschrijdende effecten nagegaan. De totale lengte van de ondergrondse hoogspanningsleiding tussen de bestaande post Elia Ruien en een nieuwe post in Wallonië te Thieulain bedraagt ongeveer 25 km.

De lozing van het bemalingswater zal echter geen impact hebben op de waterlopen op Waals grondgebied. Het projectgebied is namelijk stroomafwaarts van Waals grondgebied gelegen. Indien er geloosd zou worden in oppervlaktewater, dan zal dit oppervlaktewater niet richting Waals grondgebied stromen. Een mogelijke bemaling nabij Waals grondgebied kan ook een impact hebben op een mogelijk voorkomende (rest)verontreiniging in het grondwater op Waals grondgebied in de omgeving van het projectgebied. De effecten worden verwacht gelijkaardig van aard en grootteorde te zijn aan deze bekomen wanneer het projectvoornemen getoetst werd op Vlaams grondgebied zoals in §4.3.3. Er wordt verwacht dat de grensoverschrijdende effecten niet aanzienlijk zullen zijn voor wat betreft de discipline Oppervlaktewater.

Conclusie

De bemaling in de aanlegfase kan een invloed op de oppervlaktewaterkwantiteit hebben indien het opgepompte bemalingswater geloosd wordt in de dichtstbijzijnde beek of gracht, waardoor er tijdelijk een significante verhoging van het debiet kan optreden. Gezien deze waterlopen kort na een potentiële lozing van het bemalingswater in de Schelde uitmonden en het zeer grote debiet van de Schelde, wordt het effect van potentiële lozing van bemalingswater verwaarloosbaar ingeschat (0).

De aanleg van ondergrondse hoogspanningskabels heeft geen significante effecten op de overstromingsgevoeligheid van het gebied (0).

Als het lozingswater van een eventuele bemaling op de aanwezige oppervlaktewateren geloosd wordt, kan de kwaliteit van het oppervlaktewater worden aangetast indien er grondwatervervuilingen in de omgeving van het projectgebied aangetrokken worden door bemaling. Het project voorziet echter een monitoring van het bemalingswater alvorens lozing. Indien verontreinigingen vastgesteld worden, zullen de nodige stappen genomen worden. Gezien de reeds getroffen maatregelen, wordt het effect verwaarloosbaar ingeschat (0).

Het project voorziet geen permanente ingrepen aan waterlopen. Effecten ten aanzien van de structuurkwaliteit worden bijgevolg niet verwacht (0).

Tabel 4-7: Samenvatting discipline Oppervlaktewater

Aspect Beoordeling

Oppervlaktewaterkwantiteit 0 Overstromingsgevoeligheid 0 Oppervlaktewaterkwaliteit 0 Aantasting structuurkwaliteit 0

Voor de discipline Oppervlaktewater wordt geconcludeerd dat er geen aanzienlijk negatieve effecten te verwachten zijn en een MER-onderzoek geen bijkomende informatie met betrekking tot de effectenanalyse zal opleveren.