• No results found

De ontwikkeling van vijf pilaren van het integriteitssysteem

In document Integriteit in de Caraiben (pagina 34-39)

Hoofdstuk 4 Sint-Maarten

4.4 De ontwikkeling van vijf pilaren van het integriteitssysteem

Na een algemene bespreking van de belangrijkste ontwikkelingen op integriteitsgebied wordt in deze paragraaf dieper ingegaan op de ontwikkeling van vijf pilaren van het integriteitssysteem: De Ombudsman, de Algemene Rekenkamer, de Electorale Raad, de Publieke Sector en de op te richten integriteitskamer. In deze paragraaf ligt de nadruk op de ontwikkeling van de pilaren gedurende de loop van tien jaar.

Publieke sector

De pilaar 'publieke sector' is een pilaar die bestaat uit het gehele ambtenarenapparaat. Er kunnen voor de publieke sector slechts een beperkt aantal ontwikkelingen worden benoemd.

De eerste ontwikkeling betreffen de SBO en IVB programma's, deze werden al uitgebreid beschreven in de vorige paragraaf.

Een tweede ontwikkeling betreft de mogelijke oprichting van een Bureau Integriteit in 20112012. Het projectplan bestond uit een intern onderzoeksbureau, dat ambtelijke schendingen zou onderzoeken en zou mogen adviseren inzake ambtelijke integriteit. Het Bureau zou worden opgericht met hulp van het integriteitsbureau Amsterdam en zou tot doel hebben te komen tot een meer integer bestuur. De projectleider nam echter ontslag en in deze tijd kwam ook een bredere discussie op gang naar de Sint-Maartense integriteit. Er is toen besloten om het idee voor het bureau te parkeren en de bredere discussie af te wachten (interview GV).

De derde ontwikkeling betreft een ontwikkeling in samenwerking met de pilaar rechtshandhaving. Eén respondent schrijft: “er is enige versnelling in de aanpak door het Openbaar Ministerie van ambtsmisdrijven” (interview 2 ) . De respondent licht verder toe dat er tot voor kort een zwak opsporingsapparaat was om ambtsmisdrijven aan te pakken. De laatste twee jaar ziet de respondent een duidelijke verandering, waarbij justitie zich meer is gaan opstellen als “crime fighter” en zich onafhankelijker opstelt ten opzichte van het bestuur. Zaken worden nu sneller op zitting gebracht en dat begint zich volgens de respondent nu uit te betalen in veroordelingen van ambtenaren, zoals de veroordeling van dhr. Matser (interview 2; Openbaar Ministerie 2011) Het

35

rapport van Transparency International concludeert dat de pilaar ‘publieke sector’ relatief ‘zwak’ is (Transparency International 2015: 14). De belangrijkste bevindingen van het rapport zijn dat de publieke sector door bezuinigingen weinig middelen ter beschikking heeft (p.55). Tevens is er wel wetgeving aangaande verantwoording van ambtenaren, maar in de praktijk wordt deze niet toegepast. Tevens wordt de onafhankelijkheid van de ambtenaar zowel wettelijk als in de praktijk niet gewaarborgd. Er is daarnaast weinig transparantie. Veel administratie raakt kwijt, waardoor het soms niet mogelijk is om te achterhalen of er wel integer is gehandeld door ambtenaren (Interview 7, 52:00).

Electorale Raad

De Electorale Raad vormt samen met de Central Electoral Committee (vergelijkbaar met de Nederlandse Kiesraad) de electoral management bodies van Sint-Maarten (interview 3, 1.19 minuten). In December 2010 werd de Landsverordening Registratie en Financiën Politieke Partijen geldig (vanaf nu: Landsverordening). In deze Landsverordening wordt gesproken over een Electorale Raad (Artikel 3). De Electorale Raad heeft de taak om politieke partijen te registreren en de aanduiding van de partij goed te keuren (Artikelen 15 juncto 20 Landsverordening). Een geregistreerde politieke partij is verplicht om elk jaar een jaarrapport naar de Electorale Raad te sturen, met een financieel verslag (Artikelen 27 juncto 28 Landsverordening). In dit financiële jaarverslag is de politieke partij onder andere verplicht om inzicht te geven in de donateurs en de hoogte van de donaties aan de partij (Artikel 28 Landsverordening). Gedurende de verkiezingstijd moeten ook de kandidaten van de politieke partijen elk afzonderlijk verantwoording afleggen van de ontvangen donaties (Artikel 53 Landsverordening). De Landsverordening heeft maximale bedragen voor donaties vastgesteld die een partij mag ontvangen (Artikelen 41 juncto 42 Landsverordening). Als een politieke partij zich niet aan de regels houdt, kan de Electorale Raad dwangsommen opleggen (Artikel 44 lid 1 Landsverordening). De Electorale Raad is in 2014 in werking getreden. Eén respondent vertelt dat de politici niet goed op de hoogte waren van de inhoud van de Landsverordening. Ze vertelt dat dit de reden is voor het feit dat de Electorale Raad in 2014 pas werd opgericht. Voor de verkiezingen in 2014 werd de Raad snel opgericht, omdat één politicus had gesteld dat er eigenlijk geen verkiezingen plaats konden vinden zonder de implementatie van de Landsverordening. De respondent vertelt verder: So we (de Electorale Raad) had to set up, study the law, inform the people about the law, find an office and prepare for elections in a short period of time. It was a bit hectic” (Interview 3, 10.20).

Uit een persoverzicht blijkt dat in het eerste jaar één van de zes partijen voor de gestelde deadline het jaarrapport voorzien van een financieel verslag had ingeleverd bij de Electoral Council,

36

uiteindelijk hebben de partijen dit wel gedaan. De Raad heeft tevens een boete uitgegeven voor een partij die uiteindelijk te laat het rapport inleverde (Electoral Council). Tevens blijkt dat sommige partijen teveel donaties hadden ontvangen, welke ze moesten terugbetalen. De respondent vertelt dat het een uitdaging is om de partijen geheel aan de voorwaarden van de Landsverordening te laten voldoen (interview 3, 38.10). De nieuwe politieke partijen blijken overigens ijveriger te zijn om aan alle gestelde voorwaarden te voldoen dan de al bestaande partijen (Interview 3, 23.50).

De Electorale Raad heeft zich gedurende de korte tijd van het bestaan voornamelijk gericht op het informeren van de politieke partijen en het bredere publiek over het doel van de Electorale Raad en de verplichtingen die de Raad met zich meebrengt voor politieke partijen. Er is hard gewerkt om de organisatie in korte tijd op te bouwen. Verder is het doel geweest om de politieke partijen te laten gehoorzamen aan alle basics, zoals het op tijd inzenden van de jaarrapporten. De respondent licht verder toe dat: “Sometimes people tell us that parties/candidates received more money. We are allowed to inspect is, that is the power the law has given us. We have not yet done that, because we need to get the parties and the people to be accustomed to the basis first (Interview 3, 40.00)”. Het beeld dat in deze quote wordt geschetst, dat er partijen zijn die meer inkomsten ontvangen dan is terug te zien in de financiele jaarverslagen, wordt ondersteund door een respondent uit Anguilla, die vertelt:

“In the last elections, I was sitting next to a successfull Sint-Maarten politician. I asked her how she was able to win...She told that the new law was not a problem, you have only to ensure that the business community which is supporting you do not give any money to the politicians or to the political party. If the politician wants to buy a vote of the citizen, the politician must give the citizen a little piece of paper “please give this person a fridge.. or new windows..”. So the business community gives the political donation directly to the voter and there is no need for accounting for it in this way. They have many of these techniques” (Interview 8, 5.27-7.30).

De Ombudsman

Het land de Nederlandse Antillen kende geen Ombudsman (interview 6, 7.30). Er was wel een conceptwetgeving opgezet voor een landelijke Ombudsman, die zich alleen bezig zou houden met klachten over de nationale overheid van de Nederlandse Antillen. Deze wetgeving is als een advies voorgelegd aan de regering van de Nederlandse Antillen, maar daar is het bij gebleven. Men zou daarnaast voorzichtig zijn geweest met het in het leven roepen van een Ombudsman die zich ook zou buigen over de lokale, eilandelijke bestuur, aangezien dit een aangelegenheid zou zijn van de eilanden binnen het land zelf (interview 6, 7.30). Er is dus wel wetgeving gemaakt voor een Ombudsman, maar dat is nooit verder gegaan dan een advies aan de regering.

37

De Ombudsman is ingesteld op basis van artikel 78 van de Staatsregeling (Staatsregeling SintMaarten). De Ombudsman heeft als taak om klachten van een ieder over gedragingen, hetzij doen of nalaten van bestuursorganen in ontvangst te nemen en te onderzoeken (Artikelen 15 juncto 16 Landsverordening Ombudsman, vanaf nu: “Landsverordening”). De Ombudsman oordeelt vervolgens over de behoorlijkheid van de gedraging en stelt hier een rapport over op (Artikelen 16 lid drie juncto 21 Landsverordening). Elk jaar zendt het orgaan een rapport naar de Staten (Artikel 22 lid één Landsverordening). Tevens mag de Ombudsman wetgeving ter toetsing voorleggen aan het Constitutionele hof (Artikel 78 Staatsregeling Sint-Maarten).

Het rapport van Transparency International (2015) stelt dat het orgaan van de Ombudsman genoeg middelen heeft om de taken uit te kunnen voeren en dat het in de wet als in de praktijk een onafhankelijk orgaan is (Transparency International 2015: 85-86). Het rapport stelt enkele aandachtspunten. Zo zou de transparantie van individuele onderzoeken vergroot kunnen worden (p.89). Daarnaast wordt het publiek nog te weinig betrokken in de activiteiten van de Ombudsman en is er niet gespecificeerd waaruit het jaarlijkse Statenverslag moet staan (p.88).

De Algemene Rekenkamer

In de periode tot 10-10-10 had Sint – Maarten geen eigen Algemene Rekenkamer en viel het eiland onder de Algemene Rekenkamer van de Nederlandse – Antillen. Met de overgang van 10-10-10 kreeg Sint-Maarten wetgeving om een eigen Algemene Rekenkamer op te richten. Via de rijkswet financieel toezicht houdt het College Financieel toezicht toezicht op de overheidsfinanciën van SintMaarten (Addink 2014: 121; Interview 5).

In 2012 is de Algemene Rekenkamer begonnen met de productie (Algemene Rekenkamer Sint- Maarten Jaarverslag 2012). De Algemene Rekenkamer heeft de taak om de rechtmatigheid en de doelmatigheid van de overheidsbegroting (zowel inkomsten als uitgaven) te controleren (Addink 2014: 122). De Algemene Rekenkamer maakt elk jaar een rapport en stuurt dit met de jaarrekening naar de Staten. Uit rapporten blijkt dat de Staten over het algemeen weinig aandacht besteden aan de rapporten van de Rekenkamer. Zo schrijft de Algemene Rekenkamer zelf het volgende:

“Het werk van de Algemene Rekenkamer is er vooral op gericht de Staten instrumenten in handen te

geven om de regering, de uitvoerende macht, te controleren... In 2013 heeft geen enkele keer een Statenlid de regering ‘bevraagd’ aan de hand van een van onze rapporten. In 2013 heeft geen enkele keer de Staten gedebatteerd met leden van de regering over een van onze rapporten. Dat is jammer, vooral omdat naar onze mening de Staten daarmee kansen hebben laten liggen om de regering te

38

dwingen de kwaliteit van haar handelen te vergoten.” (Commissie rapport Integer Openbaar Bestuur

2014: 12).

Verschillende bronnen concluderen dat voor het aantal jaren dat Sint – Maarten nu een land is, de Algemene Rekenkamer goed functioneert. Het wordt door twee integriteitsonderzoekers een prestatie genoemd hoe de Rekenkamer zich in een korte tijd heeft kunnen opbouwen (Interview 7, 22.00; interview 4) De NIS stelt dat de Algemene Rekenkamer voldoende functioneert. De institutie is onafhankelijk en transparant. Wel stelt de NIS dat de Algemene Rekenkamer negatief beïnvloedt wordt door het feit dat de benodigde boekhouding vaak te laat of incompleet aan de Algemene Rekenk amer wordt overhandigt (Transparency 2015: 94).

(De op te richten) Integriteitskamer

Twee onderzoeksrapporten wijzen op het belang van een anti-corruptie instantie in de vorm van een integriteitskamer (Transparency 2015, Commissie raport Integer Openbaar Bestuur 2014).

De Sint-Maartense regering had alle aanbevelingen uit de rapporten overgenomen, zo ook deze aanbeveling (Interview 7, 52;00). Het Koninkrijk stelde een Algemene Maatregel van Rijksbestuur op, om op deze manier de implementatie van deze Kamer tot stand te brengen. Sint-Maarten protesteerde hier tegen. Uiteindelijk zijn de regering van Nederland en Sint-Maarten om de tafel gaan zitten en is er een protocol uit onderhandeld, dat ook is goedgekeurd door het parlement (Interview 7, 53;00; interview 1, interview 6, 51.25). Dit twee jaar durende protocol is in mei 2015 gestart en heeft tot doel om de rechtshandhaving en integriteit op Sint-Maarten te verbeteren (Interview 1 ; Tweede Kamer 2015). Momenteel ligt het besluit voor de oprichting van de integriteitskamer bij het Constitutioneel Hof. De Ombudsman heeft de zaak voor het Hof gebracht, aangezien het orgaan betwist of de rechtsbescherming van de integriteitskamer wel goed geregeld zou zijn (Interview 7, 50;00). De uitspraak zou gedurende de periode van onderzoek komen, echter is er tot op heden geen uitspraak geweest (juni 2016).

Als de kamer wordt opgericht, wordt het een onafhankelijk instituut. De kamer zal dan bestaan uit drie leden. De kamer krijgt twee belangrijke taken: het geven van bindende adviezen over integriteitsschendingen en het geven van advies over integriteitsbeleid (Artikelen 21 juncto 22 juncto 26 Ontwerp Landsverordening). De integriteitskamer kan (voor)onderzoek verrichten naar integriteitsschendingen en op basis daarvan overgaan tot het geven van een bindend advies over hoe de integriteitsschending kan worden hersteld of kan worden gesanctioneerd. (Artikelen 3 juncto 22 lid1b Ontwerp Landsverordening).

De tweede taak van de integriteitskamer is het doen van onderzoek en het adviseren over integriteitsbeleid (Artikel 26 lid 1 Ontwerp Landsverordening). De ministerraad moet hier schriftelijk

39

op reageren (Artikel 27 Ontwerp Landsverordening). De kamer heeft tevens de bevoegdheid een last onder dwangsom op te leggen (Artikel 30 Ontwerp Landsverordening). Daarnaast kan de kamer een gevangenisstraf van maximaal zes maanden of een geldboete geven aan een persoon die het integriteitsonderzoek bemoeilijkt (Artikel 32 Ontwerp Landsverordening).

Nadat in dit hoofdstuk Sint-Maarten is behandeld, komt in het volgende hoofdstuk de Turks- en Caicoseilanden aan bod.

In document Integriteit in de Caraiben (pagina 34-39)