• No results found

Historische en economische achtergronden

1. Geschiedenis arbeidsrelaties en beleid

1.7 De jaren negentig: voortdurende conflicten

De verhoudingen tussen glastuinders en allochtone werknemers bleven gevoelig en beladen. Dit werd medio jaren negentig heel duidelijk toen er een hard conflict ontstond tussen de vakbonden en de werkgeversorganisaties over mogelijke discriminatie van Turkse en Marokkaanse werknemers in het Westland. Het conflict speelde zich af in een CAO-loze periode die anderhalf jaar duurde en waarin de verhoudingen van de sociale partners in de tuinbouw een ijzig karakter hadden. Het toenmalige conflict over de CAO zou er zelfs mede de oorzaak van zijn dat de vakbonden in 1995 besloten uit het Landbouwschap te stappen waarmee het belangrijkste orgaan van het naoorlogse overlegmodel voor de agrarische sector goeddeels ter ziele ging.

1.7.1 Discriminatie in het Westland?

In 1996 verschenen er tal van alarmerende berichten over de behandeling van allochtone werknemers in de glastuinbouw van het Westland.13 Werknemers van buitenlandse afkomst

zouden volgens de Voedingsbond FNV worden ontslagen, waarna ze werden vervangen door autochtonen die sinds begin negentig weer meer op de arbeidsmarkt beschikbaar waren of door ander goedkoper personeel zoals scholieren of losse inleenkrachten. De vakbond sprak zelfs over het ‘witten van personeel’ en meende dat dit systematisch gebeurde. Agrarische werkgeversorganisaties zoals de WLTO bestreden dit en stelden dat hooguit sprake was van betreurenswaardige incidenten. Hoewel op basis van de gegevens over ontslagen niet kon worden aangetoond dat allochtonen in het Westland systematisch werden gediscrimineerd, werd wel duidelijk dat de arbeidsverhoudingen in het Westland bijzonder problematisch waren en dat op de werkvloer sprake was van allerlei verborgen onvrede; op een aantal bedrijven leek zelfs sprake te zijn van een explosieve situatie die zich uitte in conflicten rond flexibiliteit en ziekteverzuim. (Havinga & De Bakker, 1998).

Net zoals in de jaren tachtig leken ook hier veranderde afhankelijkheidsrelaties een belangrijke oorzaak te zijn van de conflictueuze verhoudingen in de sector. Volgens Westlandse werk- gevers maakten allochtonen als ze gelegaliseerd waren of wanneer ze een vast dienstverband kregen, misbruik van bepaalde voorzieningen op het gebied van de sociale zekerheid. Vooral Marokkaanse werknemers, meenden enkelen, zouden zich onder valse voorwendselen lang- durig ziekmelden en daarmee de zaak op scherp zetten. Tuinders voelden zich genomen, vooral als ze het gevoel hadden dat ze in sociaal opzicht hun best hadden gedaan. Daartegenover stelden de vakbonden en allochtone werknemers dat veel tuinders in toe- nemende mate het overwerk uitbesteedden aan (goedkope) scholieren of aan uitzendbureaus en handmatige agrarische loonbedrijven, waardoor werknemers in vaste dienst allerlei extra verdiensten en vergoedingen misliepen. Dat een aanzienlijk aantal glastuinbouwbedrijven (in het bijzonder tomatentelers) het in de periode 1992-1995 economisch zwaar te verduren had, droeg ongetwijfeld bij aan het oplopen van de emoties bij een aantal conflicten. Tuinders waren ook zeer verbolgen over de naar hun mening tendentieuze berichten hierover in de media.

Het is moeilijk achteraf uit te maken in hoeverre een aantal allochtone werknemers toentertijd ziekte gesimuleerd heeft en in hoeverre slecht werkgeverschap (bij dezelfde tuinder of misschien wel een andere tuinder waar een werknemer eerst in dienst was) hierop van invloed was. Maar dat ziekmelden door een aantal is benut als een min of meer verborgen vorm van werkweigering, is geenszins irreëel.14Het onderzoek van Buijs (1988: 73 e.v.) lijkt dit te beves-

tigen. Ook ‘het omvallen van de Ziektewet’ in 1996 zal een belangrijke rol hebben gespeeld (zie hierna). Werkgevers waren hierdoor verplicht het loon van zieke werknemers door te betalen en ook dat zal ongetwijfeld hebben bijgedragen aan de escalatie van de arbeids- verhoudingen op een aantal tuinbouwbedrijven.

1.7.2 De moeilijkheid van een eindoordeel

Hierboven zijn het vooral de problemen in de arbeidsrelaties tussen tuinders en buitenlandse werknemers die centraal staan. Dit is in zekere zin misleidend. Tegenover de voorbeelden van negatieve beeldvorming over buitenlandse werknemers bij Westlandse glastuinders kunnen ook genoeg positieve voorbeelden worden gezet, waaruit blijkt dat werkgevers en allochtonen in de tuinbouw prima met elkaar kunnen werken. Dat zal ook blijken uit de presentatie van ons empirisch materiaal. Ook in het verleden zijn er voorbeelden van tuinders die zich sociaal

13 Enkele voorbeelden hiervan:de Volkskrant 23 mei 1996, ‘Tuinders treiteren Turken en Marokkanen weg’;

de Volkskrant 24 mei 1996, Boycot Westland?;Agrarisch Dagblad 21 juni 1996, Kapotte knieën, ruzie over

de bond en tenslotte ontslag.

14 Het is mogelijk dat werknemers, cynisch geworden door slechte ervaringen in een eerder dienstverband, bij een

nieuwe werkgever hun opgekropte frustraties alsnog de vrije teugel lieten en de werkgever confronteerden met strategisch en calculerend gedrag. Men kan zich voorstellen wat voor teleurstellingen dit dan weer teweeg kan brengen bij werkgevers die misschien juist wel de intentie hebben hun arbeidsrelaties fair en fatsoenlijk te regelen. De spiraal van wantrouwen die dan ontstaat, is moeilijk weer terug te draaien.

betrokken voelen bij de problemen van illegale arbeiders. Een mooie illustratie daarvan zijn de ruim 100 tuinders die zich in december 1998 solidair verklaarden met de hongerstakers in de St. Agneskerk in Den Haag.15 Het ging hier om een groep van circa 130 witte illegalen die

ondanks een werkverleden van langer dan zes jaar geen verblijfsvergunning kregen en op een gegeven moment wanhopig naar dit laatste middel grepen. Dat illegale arbeiders een belang- rijke rol op de bedrijven kunnen spelen waar zij werkzaam zijn, blijkt wel uit het volgende citaat (uit een krantenartikel) van een tuinder die zich met deze illegalen solidair verklaarde:

‘Al negen jaar heb ik een perfecte man in dienst ui Turkije. Hij heeft zich opgewerkt o bedrijfsleider. Als hij wordt terugges uurd moet hij in Turkije van nul af aan beginnen en kom ik ineens zonder bedrijfsleider te zitten. Moet ik iemand aannemen die nergens wat van weet.’

t

t t t

f t , t

16 Deze tuinder was er verder van overtuigd dat witte ille-