• No results found

De invloed van schoolklimaat op slachtofferschap

In document Over leven op school (pagina 94-99)

Ena Coenen, Eva Van Kelecom & Emma Hadermann

3. De invloed van schoolklimaat op slachtofferschap

Dit hoofdstuk gaat na of het schoolklimaat een invloed heeft op het voorkomen van slachtofferschap. Voor de analyse wordt gebruikgemaakt van de JOP-schoolmonitor 2 (2018), waarbij jongeren uit de tweede en derde graad van het secundair onder-wijs bevraagd werden (responsgraad Brussel 58%; Antwerpen 47,5%; Gent 41%;

Vlaamse controlesteekproef 65,4%). Na de controle en data cleaning, bleven er nog 8439 respondenten over (6039 grootstedelijke steekproef; 2400 Vlaamse controle steekproef).3

3.1 De prevalentie en context van slachtofferschap

Er wordt gefocust op zeven vormen van slachtofferschap die op school kunnen voor-komen en die bevraagd werden in de JOP-schoolmonitor 2 (2018). Zo wordt onder andere gevraagd naar afpersing (‘Werd je gedwongen om iets af te geven, bv. geld, gsm, uurwerk?’), geweld met verwondingen (‘Werd je geslagen zodat je verwondin-gen had?’) en vandalisme (‘Werd er met opzet iets van jou beschadigd?’). Geweld zonder verwondingen wordt buiten beschouwing gelaten, aangezien uit vorige analy-ses bleek dat dit item kan leiden tot een verkeerd beeld van de prevalentie (Coenen, 2019). Er werd namelijk gevonden dat jonge jongeren dat veel meer rapporteerden dan oudere. De reden zou een verschillende interpretatie kunnen zijn (de jongste groep die dit niet in zijn delinquente context rapporteert), waardoor de jongste groep, die ook nog meer speelt, een overrapportage van dat item vertoont. Daarnaast worden ook twee vormen van online slachtofferschap opgenomen, zijnde intimidatie online (‘Werd je lastiggevallen en bedreigd via e-mail, sms of sociale media?’) en ongewenste sexting (‘Werden er seksueel getinte foto’s of filmpjes van jou online verspreid zonder jouw toestemming?’), omdat er vermoed kan worden dat deze incidenten plaatsvin-den tussen peers. Tot slot wordt ook pesten opgenomen in de analyse (‘Werd je gepest op school?’ en ‘Werd je gepest via e-mail, sms of sociale media?’). Inhoudelijk sluit

3. Zie het technisch verslag voor meer details (https://www.jeugdonderzoeksplatform.be/files/Technischver-slag_JOP-schoolmonitor_2018.pdf)

‘pesten op school’ aan bij de sociale en emotionele veiligheid op school. Verder blijkt uit de literatuur dat dit pestgedrag zich na de schooluren online kan voortzetten (zie boven).

15,0% 12,6% 9,2% 17,0%

3,3% 11,9%

6,9%

0%

20%

40%

60%

80%

100%

Vandalism e

Afpersing Geweld

Intimidatie online

Ongewenste sextin g

Gepest op schoo l

Gepest online

Figuur 1. Prevalentie slachtofferschap in de afgelopen twaalf maanden, over alle contexten heen.

Bron: JOP-schoolmonitor 2 (2018)

Zoals weergegeven in figuur 1, worden jongeren het vaakst slachtoffer van intimidatie die zich online afspeelt (17%), gevolgd door vandalisme (15%) en afpersing (12,6%).

Verder is het opvallend dat 9,2% van de jongeren minstens één keer het slachtoffer werd van geweld waar hij/zij verwondingen aan overhield. Daarnaast geeft respectie-velijk 11,9 en 6,9% van de jongeren aan minstens één keer gepest te zijn op school en online. Tot slot werd van 3,3% van de jongeren minstens één keer een seksueel getinte foto of filmpje online verspreid zonder zijn/haar toestemming.

Bij drie vormen van slachtofferschap –  namelijk vandalisme, afpersing en geweld  – werd specifiek bevraagd waar de jongere dit de laatste keer overkomen was. De ant-woordmogelijkheden daarbij zijn ‘Op school’, ‘Op een publieke plaats’ en ‘Ergens anders’. Bij geweld met verwondingen werd ‘Thuis’ nog als antwoordmogelijkheid op-genomen. Om een goede vergelijking tussen deze drie vormen van slachtofferschap te garanderen, werd ‘Thuis’ toegevoegd aan ‘Ergens anders’. In de literatuurstudie kwam de bespreking van deze vormen van slachtofferschap binnen de schoolcontext al aan bod. Hierna worden de resultaten vergeleken met de prevalentie van het slachtoffer-schap dat op een publieke plaats of ergens anders voorkwam.

42,0%

23,0%

35,0%

Vandalisme (n = 5683)

Op school Op een publieke plaats Ergens anders

45,6%

19,2%

35,1%

Afpersing (n = 5709)

Op school Op een publieke plaats Ergens anders

19,6%

30,1%

50,2%

Geweld (n = 5714)

Op school Op een publieke plaats Ergens anders

Figuur 2. Plaats waar men de laatste keer het slachtoffer werd van vandalisme, afpersing en geweld.

Bron: JOP-schoolmonitor 2 (2018)

Uit figuur 2 blijkt dat zowel afpersing als vandalisme het vaakst voorkomen op school (respectievelijk 45,6% en 42%). Geweld dat leidde tot verwondingen, komt daarente-gen vaker voor op een publieke plaats (30,1%) of nog erdaarente-gens anders (50,2%).

Om de verdere analyses uit te voeren, worden de vormen van slachtofferschap samen-gevoegd volgens delictstype. Zo komen we tot de types eigendomsdelicten (afpersing en vandalisme), persoonsdelicten (geweld), cyberdelicten (online bedreiging en onge-wenste sexting) en pesten (pesten op school en pesten online).

3.2 Drie dimensies binnen schoolklimaat

Om op basis van de JOP-data tot de variabele ‘Schoolklimaat’ te komen, wordt een factoranalyse uitgevoerd, waarin alle items opgenomen worden met betrekking tot de jongere als leerling, de visie van de jongere ten aanzien van zijn relatie met de leer-krachten en de school en hoe de jongere denkt over de bestraffing op school. Na uitvoe-ring van de factoranalyse worden de volgende drie dimensies verkregen: (1) veiligheid;

(2) sociale relaties; (3) academische prestaties. De factorladingen worden opgenomen als bijlage.

Tot de eerste dimensie ‘veiligheid’ behoren de volgende zeven items: ‘Op mijn school worden leerlingen enkel gestraft als ze het écht verdienen’; ‘Op mijn school zijn de regels eerlijk’; ‘Wanneer leerlingen op mijn school ervan beschuldigd worden dat ze iets fout hebben gedaan, dan krijgen ze de kans om dat uit te leggen’; ‘Ik ben tevreden

over de contacten met de leerkrachten’; ‘Ik kan openlijk mijn mening geven, ook als die verschilt van die van leerkrachten’; ‘Ik zou graag van school veranderen’; ‘Bij ons op school wordt iedereen eerlijk behandeld, ongeacht rijkdom, geloof of afkomst’. Deze items zijn intern betrouwbaar met α = 0,810.

De tweede dimensie ‘sociale relaties’ omvat vijf items, namelijk: ‘Ik heb op school wei-nig vrienden’; ‘Mijn klasgenoten gaan liever met andere klasgenoten om dan met mij’;

‘Ik maak veel plezier met mijn klasgenoten’; ‘Ik word gepest op school’; ‘Ik voel mij vaak ongelukkig als ik op school ben’. Deze items hebben een interne betrouwbaarheid van α = 0,773.

Tot slot omvat de derde dimensie ‘academische prestaties’ de volgende vier items: ‘De hoeveelheid te verwerken leerstof is te groot voor mij’; ‘Ik heb vaak het gevoel dat ik tot het uiterste moet gaan om mijn studie aan te kunnen’; ‘Ik verwerk de leerstof meestal trager dan de anderen van mijn klas’; ‘Ik ben een van de betere leerlingen van mijn klas’. Deze items zijn intern betrouwbaar met α = 0,782.

Voor elk van deze dimensies wordt een schaal geconstrueerd, waarmee de verdere ana-lyses gedaan worden. Om de impact van de drie dimensies op de vier types van slacht-offerschap na te gaan, wordt een ANOVA-analyse uitgevoerd. Op die manier wordt de verklaarde variantie van de drie dimensies samen (Adjusted R square), alsook de afzonderlijke impact op het type slachtofferschap (Bèta) berekend.

Tabel 1. Impact van veiligheid, sociale relaties en academische prestaties op eigendomsdelicten, per-soonsdelicten, cyberdelicten en pesten.

Eigendomsdelicten Persoonsdelicten Cyberdelicten Pesten

Adj. R² Bèta Sign. Adj. R² Bèta Sign. Adj. R² Bèta Sign. Adj. R² Bèta Sign.

Veiligheid

0,025

-0,086 < 0,001***

0,025

-0,079 < 0,001***

0,033

-0,082 < 0,001***

0,116

0,011 0,411 Sociale relaties -0,096 < 0,001*** -0,101 < 0,001*** -0,133 < 0,001*** -0,342 < 0,001***

Academische

prestaties -0,050 < 0,001*** -0,048 0,001*** -0,040 0,005** -0,006 0,676

* p < 0,05; ** p 0 < 0,01; *** p 0 < 0,001 Bron: JOP-schoolmonitor 2 (2018)

Zoals weergegeven in tabel 1 verklaren de drie dimensies samen 2,5% van de variantie van eigendomsdelicten. Zowel veiligheid, sociale relaties als academische prestaties zijn negatieve en significante4 voorspellers, waarbij meer veiligheid, betere sociale re-laties en betere academische prestaties samenhangen met minder slachtofferschap van eigendomsdelicten. De dimensie sociale relaties heeft de grootste invloed en

academi-4. Een dimensie is een significante voorspeller, wanneer deze p-waarde kleiner is dan 0,05. Dit wil namelijk zeggen dat er minder dan 5% kans is dat deze resultaten verkregen worden op basis van toeval. M.a.w. de kans dat deze resultaten verkregen worden indien er geen verband zou zijn in de populatie, is lager dan 5%.

sche prestaties de kleinste. De impact is echter verwaarloosbaar klein voor alle dimen-sies (- 0,200 <  < 0,200).

Verder kan uit deze tabel afgeleid worden dat de drie dimensies persoonsdelicten voor 2,5% voorspellen en dat zowel veiligheid, sociale relaties als academische prestaties negatieve en significante voorspellers zijn. Dat wil zeggen dat meer veiligheid, betere sociale relaties en betere academische prestaties samenhangen met minder slachtoffer-schap van persoonsdelicten. Daarbij heeft opnieuw sociale relaties de sterkste samen-hang, terwijl academische prestaties de zwakste samenhang met slachtofferschap ver-toont. De samenhang is echter opnieuw verwaarloosbaar klein (- 0,200 <  < 0,200).

Daarnaast voorspellen de drie dimensies cyberdelicten voor 3,3%. Daarbij zijn de voor-spellers negatief en significant, waarbij meer veiligheid, betere sociale relaties en betere academische prestaties samenhangen met minder slachtofferschap van cyberdelicten.

Net zoals bij de vorige twee delictstypes vertoont de dimensie sociale relaties het sterk-ste effect, gevolgd door veiligheid en tot slot academische prestaties. Er wordt echter op-nieuw vastgesteld dat de samenhang tussen de verschillende dimensies en de kans om slachtoffer te worden in het algemeen verwaarloosbaar klein is (- 0,200 <  < 0,200).

Tot slot verklaren veiligheid, sociale relaties en academische prestaties voor 11,6% het slachtofferschap van pesten. Veiligheid en academische prestaties blijken geen signi-ficante voorspellers van pesten te zijn, in tegenstelling tot de andere delictstypes. De dimensie sociale relaties is daarentegen wel een negatieve en significante voorspeller, waarbij betere sociale relaties samenhangt met minder slachtofferschap van pesten.

Deze samenhang is zwak (- 0,400 <  < – 0,200).

3.3 Slachtofferschap binnen de schoolcontext

Uit het voorgaande blijkt dat de impact van veiligheid, sociale relaties en academische prestaties op de vier types van slachtofferschap verwaarloosbaar tot zwak is. Zoals eerder vermeld, werd voor drie vormen van slachtofferschap specifiek bevraagd waar dit de laatste keer plaatsgevonden heeft. Hierna volgt een beschrijving van de impact van veiligheid, sociale relaties en academische prestaties op eigendomsdelicten (afper-sing en vandalisme) en persoonsdelicten (geweld) waarvan de jongeren het laatst het slachtoffer werden op school. Daarbij zijn niet-slachtoffers de controlegroep.

Tabel 2 geeft vooreerst de impact van veiligheid, sociale relaties en academische pres-taties op slachtofferschap van eigendomsdelicten op school weer. Daaruit blijkt dat de drie dimensies dit type van slachtofferschap voor 1,4% verklaren. Dat ligt lager dan de analyses met slachtofferschap van eigendomsdelicten in het algemeen. Academische prestaties is daarbij geen significante voorspeller meer. De samenhang met veiligheid en sociale relaties is significant en negatief, wat wil zeggen dat meer veiligheid en be-tere sociale relaties samenhangen met minder slachtofferschap van eigendomsdelicten op school. De effecten zijn wat kleiner dan bij algemeen slachtofferschap van

eigen-domsdelicten. Daarnaast blijkt nu dat veiligheid een sterkere voorspeller is dan sociale relaties. De samenhang van beide dimensies met slachtofferschap op school is opnieuw verwaarloosbaar (- 0,200 <  < 0,200).

Tabel 2. Impact van veiligheid, sociale relaties en academische prestaties op slachtofferschap van eigendomsdelicten op school en slachtofferschap van persoonsdelicten op school.

Eigendomsdelicten op school Persoonsdelicten op school Adjusted

R Square Bèta Significantie Adjusted

R Square Bèta Significantie Veiligheid

0,014

–0,079 < 0,001***

0,008

–0,032 0,027*

Sociale relaties –0,065 < 0,001*** –0,073 < 0,001***

Academische prestaties –0,024 0,124 –0,017 0,262

* p < 0,05; ** p < 0,01; *** p < 0,001 Bron: JOP-schoolmonitor 2 (2018)

Daarnaast is uit deze tabel af te leiden dat de dimensies voor 0,8% het slachtoffer-schap van persoonsdelicten op school verklaren, opnieuw een kleiner percentage dan slachtofferschap in het algemeen. Hierbij zijn, in lijn met de resultaten van eigendoms-delicten op school, enkel veiligheid en sociale relaties significante voorspellers en is de samenhang negatief. Maar hier blijft sociale relaties de sterkste voorspeller, gevolgd door veiligheid. Met andere woorden, meer veiligheid en betere sociale relaties hangen samen met minder slachtofferschap van persoonsdelicten op school. De samenhang is echter opnieuw verwaarloosbaar (- 0,200 <  < 0,200).

4.

Een kritische blik op de relatie tussen schoolklimaat en slachtofferschap

In document Over leven op school (pagina 94-99)