• No results found

5. EU-actieplan voor de circulaire economie

5.2 Afvalbeheer

5.2.3 De gelinkte maatregelen

Wat volgt is een korte beschrijving van de maatregelen die een link hebben met afvalbeheer maar die niet onder de hoofding afvalbeheer staan in het EU-actieplan.

Het is van belang hierbij te vermelden dat in een circulaire economie alles per definitie in verbinding staat met elkaar. Een ruime interpretatie van het begrip gelinkte maatregelen zou betekenen dat het volledige actieplan daaronder valt. Er wordt echter niet voor die interpretatie gekozen. Enkel de maatregelen met een directe link met afvalbeheer zullen besproken worden. Hieronder moet worden verstaan dat de hieronder besproken maatregelen een belangrijke en rechtstreekse invloed hebben op de verkleining van de afvalberg en/of op het nuttig gebruik van de afvalberg (bv. grondstoffen halen uit afval). Een ander onderscheidend criterium is dat onderstaande maatregelen niet plaatsvinden in de afvalfase van het product.

5.2.3.1 Ecodesign

Ecodesign of ecologisch ontwerp wordt in de Europese wetgeving gedefinieerd als “de integratie van milieuaspecten in het productontwerp met het doel de milieuprestaties van het product over zijn gehele levenscyclus te verbeteren”.154 Dit valt te vergelijken met cradle-to cradle-design, wat onder

2.2.1.5 werd besproken. Het is een belangrijk onderdeel van de circulaire economie en streeft er naar dat grondstoffen en materialen maximaal uit producten kunnen worden gehaald aan het einde van hun levensfase. Ecodesign zorgt dus voor een langduriger circuleren van grondstoffen en materialen en dus voor een verkleining van de afvalberg.

152 COM/2017/34 final, 26 januari 2017, “De rol van energiewinning uit afval in de circulaire economie”, 2. 153 COM/2017/34 final, 26 januari 2017, “De rol van energiewinning uit afval in de circulaire economie”, 3. 154 Art. 2.23, Richtl.EP.Raad nr. 2009/125/EG, 21 oktober 2009 betreffende de totstandbrenging van een kader voor het vaststellen van eisen inzake ecologisch ontwerp voor energiegerelateerde producten, Pb.L. 31 oktober 2009, afl. 285, 10. (verder: Ecodesign-Kaderrichtlijn)

34 Bovenstaande definitie komt uit de Ecodesign Kaderrichtlijn van 2009. Deze richtlijn tracht het ecologisch ontwerp van energiegerelateerde producten te bevorderen en de negatieve effecten van die producten op het milieu te verminderen.155

De eisen inzake ecodesign zijn tot op heden voornamelijk gericht op energie-efficiëntie, door de energie-etiketteringsregels. Het actieplan stelt dat de nadruk moet komen te liggen op “aspecten als repareerbaarheid, duurzaamheid, verbeterbaarheid, recycleerbaarheid of de identificatie van bepaalde materialen of stoffen”,156 typisch circulaire aspecten dus.

Om zowel de Ecodesign Kaderrichtlijn als andere al dan niet toekomstige productverordeningen in die zin aan te passen, werd een week na de uitvaardiging van het actieplan aan de Europese normalisatieorganisaties gevraagd om de “methodologische basis [te] verbeteren om te komen tot een meer systematische aanname van vereisten ten aanzien van materiaalefficiëntie”. “Dit verzoek heeft met name betrekking op de volgende aspecten:

• Verlengen van de levensduur van producten

• De mogelijkheid om onderdelen te hergebruiken of materialen van producten aan het einde van hun levensduur te recyclen

• Het gebruik van hergebruikte onderdelen en/of gerecyclede materialen in producten.”157

Het “Werkplan inzake ecologisch ontwerp 2016-2019” zet dit werk verder.158 Daarin wordt een lijst

met productgroepen voorgesteld die onder de Ecodesign Kaderrichtlijn zouden moeten vallen.159 Er

wordt ook een overzicht gegeven van de regelgeving inzake ecodesign die moet worden herzien.160

Qua ecologisch ontwerp, een belangrijke voorwaarde voor de circulaire economie, zijn de eerste stapjes dus al gezet, maar de EU heeft nog veel werk voor de boeg.161

5.2.3.2 Geplande veroudering

Het gevecht tegen geplande veroudering is een belangrijk onderdeel van het streven naar ecologisch ontwerp.162 Geplande veroudering is een breed gamma aan technieken die producenten gebruiken om

de levensduur van hun producten te verkorten, waardoor consumenten gestimuleerd worden om vaker nieuwe producten te kopen.163

155 Overw. 4, Ecodesign Kaderrichtlijn.

156 COM/2015/0614 final, 12 december 2015 “Maak de cirkel rond - Een EU-actieplan voor de circulaire economie”, 4.

157 COM/2016/773 final, 30 november 2016 “Werkplan inzake ecologisch ontwerp 2016-2019”, 10. 158 SWD/2019/90 final, 4 maart 2019 “on the implementation of the Circular Economy Action Plan”, 2. 159 COM/2016/773 final, 30 november 2016 “Werkplan inzake ecologisch ontwerp 2016-2019”, 8 – 9. 160 COM/2016/773 final, 30 november 2016 “Werkplan inzake ecologisch ontwerp 2016-2019”, 4 - 8. 161 J.P. HANNEQUART, “Circular Economy: The Political and Legal Ambition of the European Union”, La Louvière, Le Livre en Papier, 2018, 52.

162 J.P. HANNEQUART, “Circular Economy: The Political and Legal Ambition of the European Union”, La Louvière, Le Livre en Papier, 2018, 51.

163 J. VALANT, “Planned obsolescence: Exploring the issue”, Brussel, European Parliamentary Research Service, 2.

35 Hier staat de Commissie nog minder ver dan bij ecodesign. Zo werden maatregelen genomen of werd aangekondigd dat richtlijnen dienen ontworpen te worden om geplande veroudering op te sporen. Dit wordt ingepast in het consumentenrecht. Er wordt gekeken hoe de richtlijn oneerlijke handelspraktijken op geplande veroudering kan toegepast worden.164

Een Horizon 2020 project tracht factoren te identificeren die geplande veroudering doen ontstaan en onderzoekt hoe deze factoren moeten aangepakt worden. Dit project zou in 2023 klaar moeten zijn.165

5.2.3.3 Stimulering van de markt voor secundaire grondstoffen

In een circulaire economie is het de bedoeling dat zoveel mogelijk grondstoffen uit afval worden gehaald. Afvalbeheer is daarbij van cruciaal belang. Zo erkent ook de Commissie in zijn actieplan.166

“Een van de belemmeringen waarmee exploitanten die secundaire grondstoffen willen gebruiken, worden geconfronteerd, is de onzekerhid (sic) over de kwaliteit. Door het ontbreken van voor de hele EU geldende normen is het moeilijk onzuiverheidsgehalten te bepalen of te beoordelen of de secundaire grondstoffen geschikt zijn voor hoogwaardige recycling.”167

Om de normalisatiebehoeften vast te stellen, heeft de Commissie het Europees Comité voor Normalisatie verzocht de bestaande of lopende normalisatiewerkzaamheden met betrekking tot de behandeling van afvalstoffen en de kwaliteit van secundaire grondstoffen, met name voor kunststoffen, volledig in kaart te brengen. Dit omvat werkzaamheden van de industrie en andere organisaties op dit gebied op nationaal, Europees en internationaal niveau. Het verslag van het Europees Comité voor Normalisatie is in juni 2018 uitgebracht. Specifieke studies zijn momenteel gericht op de ontwikkeling van normen voor duurzame chemicaliën en voor secundaire grondstoffen.168