• No results found

6. Leren leven met

6.3 De bankmedewerker 1 Inleiding

De vraag die bij dit interview centraal stond was wat naar de mening van de bankmedewerker de meest juiste weergave van vermogen en resultaat is en in hoeverre de nieuwe exposure draft voldoet aan de wensen van de bank. Doordat de bankmedewerker de gegevens van de diverse jaarrekeningen ingevoerd had in het systeem van de bank, kon aan de hand van de daaruit voortgekomen gegevens de positie van beide situaties besproken worden. Om die reden is enigszins afgeweken van de vooraf opgestelde structuur van het interview en zijn de diverse probleemgebieden tijdens het doornemen va n de diverse uitdraaien impliciet aan de orde geweest. In paragraaf 6.3.2 zal eerst de positie van de

geïnterviewde bankmedewerker wordt toegelicht, waarna in paragraaf 6.3.3 de resultaten van het interview weergegeven zullen worden. Aan de hand van deze resultaten zal in de laatste subparagraaf 6.3.4 vanuit deze resultaten een aantal conclusies per probleemgebied worden gegeven.

6.3.2 Positie van de bankmedewerker

De functie die de bankmedewerker ten opzichte van de agrariër vervult is die van relatiebeheerder. Belangrijkste werkzaamheden zijn het risico en kredietbeheer van de diverse ondernemingen. Hieruit vloeien de volgende deelgebieden voort:

- verzorgen van diverse financieringen; - (actieve) begeleiding van de klant; - algemeen aanspreekpunt.

Deze functie wordt op een vrij autonome wijze uitgevoerd.

6.3.3 Resultaten interview

Bij de kredietbeoordeling spelen de volgende aspecten een belangrijke rol: 1. ondernemer;

2. rentabiliteit (terugbetalingscapaciteit);

3. solvabiliteit (bancair aansprakelijk vermogen); 4. dekking (onderpand/zekerheden).

ad 1. Ondernemer

De beoordeling van het eerste aspect vindt plaats door het contact dat de bankmedewerker met de ondernemer heeft en krijgt om die reden een vrij subjectieve invulling. Voor de berekening va n de overige aspecten wordt gebruikgemaakt van de jaarrekening van de agrarische onderneming. In de praktijk blijkt wel dat de punten 1 en 2 een nauwe verwantschap vertonen. Een ondernemer die zijn vak goed 'in de vingers' heeft, is meestal ook in staat een goede rentabiliteit te realiseren.

De aspecten 2 tot en met 4 zijn in volgorde van belangrijkheid opgenomen, waarmee dus aangegeven wordt dat de terugbetalingscapaciteit voor de bank een belangrijke graadmeter is voor de kredietwaardigheid van een onderneming.

Bij de berekening van de punten 2 tot en met 4 wordt uitgegaan van de fiscale jaarrekening, voornamelijk als gevolg van het verplichte karakter, de redelijke standaardindeling en de conservatieve insteek van het verslag. Het bedrijfseconomische verslag is vaak niet aanwezig en wordt dan ook nauwelijks gebruikt; indien dit verslag wel aanwezig is, wordt dit als gemakkelijk ervaren.

De gegevens van dit fiscale verslag worden ingevoerd in het kredietbeoordelingsprogramma van de bank, waarbij met name de balans en de winst- en verliesrekening van belang zijn.

Vooraf wordt de onderneming ingedeeld in een bepaalde categorie (bedrijfstak) waar dan door het kredietbeoordelingsprogramma een aantal consequenties aan worden

verbonden, voornamelijk als gevo lg van de specifieke risico's van de bedrijfstak waarin de onderneming opereert.

ad 2. Rentabiliteit (terugbetalingscapaciteit)

De betalingsverplichtingen (met name rente en aflossing) moet de onderneming kunnen voldoen uit de kasstromen die uit de norma le bedrijfsexploitatie komen. Deze kasstromen worden vanuit de winst- en verliesrekening berekend. Omdat de kasstromen van een onderneming voor de bank van belang zijn, wordt er een omrekening gemaakt van het bedrijfsresultaat zoals deze uit de winst- en verliesrekening blijkt naar de terugbetalingscapaciteit.

De terugbetalingscapaciteit (toekomstige marge) wordt als volgt berekend:

Bedrijfsresultaat

Plus Afschrijvingen en betaalde rente

Betalingscapaciteit (beschikbaar voor rente/aflossing/vervangingsinvestering) Toekomstige rente na financiering

Toekomstige aflossing na financiering

Min Toekomstige vervangingsinvestering (snellere afschrijving dan aflossing) Toekomstige marge

Uit de betalingscapaciteit moeten de toekomstige rente en aflossingen ge financierd worden. Door de reeds bekende toekomstige verplichtingen te verminderen op de betalingscapaciteit kan vastgesteld worden wat de toekomstige marge is voor het aantrekken van eventueel aanvullend krediet.

Indien deze toekomstige marge positief is, is er mogelijkheid voor aanvullende financiering. Dit bedrag geeft, populair gezegd, aan in welke mate de ondernemer in staat is eventuele klappen op te vangen.

De invloed van de verwerking van de verandering van de fair value komt vooral sterk naar vo ren bij de terugbetalingscapaciteit, aangezien de verandering van de fair value van de biologische activa in de winst- en verliesrekening wordt verwerkt. Indien er grote fluctuaties in de fair value van de biologische activa plaatsvinden, fluctueert de terugbetalingscapaciteit in even grote mate.

Hoewel de fair value misschien een reëler beeld geeft van de betalingscapaciteit van een onderneming, is toepassing van een (sterk fluctuerende) fair value voor een bank niet acceptabel. In dit geval kiest de bank medewerker liever voor een conservatievere gelijkmatige waardering dan een waardering die een reëler beeld pretendeert te geven met enorme fluctuaties tot gevolg. Naar de mening van de bankmedewerker benadert met betrekking tot de doorberekening van de rentabiliteit het fiscale rapport toch meer de realiteit.

De bovenstaande mening zou te maken kunnen hebben met het feit dat de terugbetalingscapaciteit is gebaseerd op (een benadering van) gerealiseerde en verwachte kasstromen. Een wijziging in de balanswaardering leidt in ieder geval niet tot een verandering in de gerealiseerde kasstroom. Het zou kunnen dat de banken veronderstellen dat de verandering ook geen invloed heeft op de (gemiddelde) verwachte toekomstige kasstromen. Dit is overigens niet door de bankmedewerker genoemd.

ad 3. Solvabiliteit (bancair aansprakelijk vermogen)

Voor de bepaling van de vermogenspositie wordt uitgegaan van een gecorrigeerd vermogen, wat na correctie, het bancair aansprakelijk vermogen wordt genoemd. Per bedrijfstak zijn normen vastgesteld ten aanzien van de (relatieve) hoogte van het bancair aansprakelijk vermogen.

Bij de totale activa worden de stille reserves die veelal in de materiële vaste activa aanwezig zijn, opgeteld. De aanwezige immateriële vaste activa worden uit het vermogen geëlimineerd, omdat zij voor de bank geen zekerheid kunnen bieden. Voor de kredietbeoordeling is de bank gericht op de kasstromen van een onderneming en worden immateriële vaste activa gezien als 'lucht'.

Het opvallende van deze correctie is dat bij vergelijking van de jaarrekening volgens de oude situatie met de jaarrekening volgens de nieuwe situatie er in beide gevallen een nagenoeg identiek bancair aansprakelijk vermogen ontstaat. Bij de jaarrekening volgens de oude situatie wordt er een correctie gemaakt voor de stille reserves die met name in de agrarische gronden aanwezig zijn, zodat de agrarische gronden in feite gewaardeerd worden tegen actuele waarde.

Doordat het melkquotum in beide situaties aanzienlijk van waarde verschilt, ontstaat er in de jaarrekeningen een groot verschil in het Eigen Vermogen, maar door de eliminatie van de immateriële vaste activa is dit verschil in het bancair aansprakelijk vermogen niet aanwezig.

Het verschil in bancair aansprakelijk vermogen dat nu nog aanwezig is, ontstaat als gevolg van een verschillende waardering van de biologische activa. Met name bij het fruitteeltbedrijf waarbij het verschil tussen de waardering volgens de oude en de nieuwe situatie aanzienlijk is, blijken de biologische activa toch enige invloed uit te oefenen op het bancair aansprakelijk vermogen.

ad 4. Dekking (onderpand/zekerheden)

Op basis van de aanwezige bankhypothe(e)k(en) kan de maximaal kredietcapaciteit bepaald worden. Voor de vraag of deze capaciteit benut zal worden, moet eerst vastgesteld worden of de onderneming aan zijn betalingsverplichtingen kan voldoen. Het onderpand is een extra zekerheid. Aangezien de biologische activa niet als onderpand dienen en de grond toch al wordt gecorrigeerd naar marktwaarde, heeft de invoering van de reële waarde geen invloed op de dekking.

Slotopmerkingen

De door het IASC voorgestelde splitsing van de verandering van de fair value in een prijs component en een fysieke component wordt minder relevant geacht, aangezien het bij de kredietbeoordeling van een onderneming met name gaat om de terugbetalingscapaciteit zoals deze uit de winst- en verliesrekening naar voren komt.

In de vermogensbepaling van de onderneming speelt voorzichtigheid een belangrijke rol, waardoor de conservatieve waarderingsmethodiek van de fiscale jaarrekening goed aansluit bij de wensen van de bank. Het weergeven van de economische waarde van een onderneming, die samen kan gaan met aanzienlijke fluctuaties blijkt in dit verband dan niet acceptabel.

Terwijl in de nieuwe situatie de huidige waarde in de jaarrekening wordt weergegeven, wordt in de huidige situatie bij de bank geprobeerd deze actuele waarde vast te stellen om het fiscale verslag heen. Zo vinden er bedrijfsbezoeken plaats om de huidige staat van de diverse activa te bezien en wordt door de omrekening van het 'normale' vermogen naar het bancaire vermogen de stille reserves meegenomen bij de beoordeling van de vermogenspositie van een onderneming.

Het overzicht materiële vaste activa is alleen belangrijk om te zien waar de afschrijvingen betrekking op hebben en tevens om inzicht te krijgen in de activa die in het bedrijf aanwezig zijn.

Het eigen vermogen van een onderneming is voor de bankmedewerker alleen interessant om (in eerste instantie) te bezien of er geld verdiend is, met andere woorden of het vermogen is toegenomen. De winst- en verliesrekening dient dan om inzicht te geven op welke wijze die toe- of afname van het vermogen heeft plaatsgevonden.

De bankmedewerker geeft nadrukkelijk aan dat de aanwezigheid van vermogen voor veel agrariërs geen probleem vormt, maar dat met name de (terug)betalingscapaciteit belangrijk is bij de beoordeling van de kredietwaardigheid van agrarische ondernemingen.

6.3.4 Samenvatting

Een bank zal bij de beoordeling van een agrarische onderneming een tamelijk risico averse positie innemen. De bankmedewerker prefereert dan ook een jaarrekening die een aanzienlijke betrouwbare minimumpositie weergeeft boven een jaarrekening die gewaardeerd is tegen een (sterk fluctuerende) fair value. Voor de bank zijn de volgende twee indicatoren van wezenlijk belang bij de beoordeling van de kredietwaardigheid van een onderneming:

- terugbetalingscapaciteit;

- bancair aansprakelijk vermogen.

Hiernaast zijn de dekking (het onderpand) van de onderneming en de ondernemer zelf belangrijke ind icatoren bij de kredietverstrekking.

De terugbetalingscapaciteit wordt opgebouwd vanuit de winst- en verliesrekening en geeft de capaciteit van de onderneming weer om eventueel aanvullend krediet te kunnen terugbetalen. Doordat de verandering van de fair value van de biologische activa in de winst- en verliesrekening wordt verwerkt, fluctueert de terugbetalingscapaciteit in even grote mate. Dit blijkt niet acceptabel (onvoldoende betrouwbaar) voor de bank te zijn.

Het bancair aansprakelijk vermogen wordt berekend vanuit de balans. Bij gebruik van het fiscale verslag wordt hierop de immateriële vaste activa in mindering gebracht en de stille reserves bijgeteld. Door deze correcties bestaat het verschil in het bancair aansprakelijk vermogen tussen de oude en de nieuwe situatie alleen uit de verschillende waardering van de biologische activa. Hoewel dit verschil bij het melkveebedrijf beperkt is, blijkt dit verschil bij het fruitteeltbedrijf te groot te zijn.

De splitsing van de verandering van de fair value in een prijs component en fysieke component wordt door de bankmedewerker als niet relevant geacht.

Concluderend kan gesteld worden dat de waardering tegen fair value voor de bank niet betrouwbaar en minder relevant is. Hoewel het waarderen tegen fair value een goede

indicatie geeft van de werkelijke waarde van een onderneming, en aan zou kunnen sluiten bij wat de bank in het geval van grond doet, is de bank met name geconcentreerd op de minimale terugbetalingscapaciteit en gezien het risico van kredietverstrekking is voorzichtigheid hierbij de voornaamste hoofdregel.

6.4 DLV-adviseur