• No results found

5. PERSONEEL EN GROEPSSAMENSTELLING

5.1 C ONTINUE SCREENING

Ten behoeve van een veilige kinderopvang moeten alle medewerkers die binnen Babbels werkzaam zijn, in het bezit zijn van een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG). Een VOG toont aan dat een persoon geen strafbare feiten op zijn naam heeft staan die een belemmering kunnen vormen voor het werken in de kinderopvang. Een VOG is een momentopname. Mensen kunnen zich na afgifte schuldig maken aan een strafbaar feit, wat dan mogelijk niet bekend is binnen Babbels. De overheid heeft om deze reden besloten dat alle medewerkers vanaf 1 maart 2013 continu gescreend worden op strafbare feiten of de verdenking hiervan. Per 1 Maart 2018 wordt de huidige screening uitgebreid. Iedereen die minimaal één keer in de drie maanden een half uur aanwezig is op de locatie waar kinderen worden opgevangen moet zich inschrijven.

5.2 VOG voor personen buiten de kinderopvang

Om de veiligheid van kinderen beter te waarborgen, is de wet per januari 2021 breder getrokken. Voorheen stond hierin dat personen die structureel werkzaam zijn binnen het kindercentrum dit moeten aanvragen maar nu geldt dus ook dat personen die structureel aanwezig zijn op een andere locatie waar activiteiten plaatsvinden een VOG moeten aanvragen. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om een sportleraar. Als wij naar externen op uitje gaan of een externe persoon komt bij ons op één van de locaties een activiteit doen vragen dan vragen wij altijd of ze in het bezit zijn van een VOG, daarnaast zorgen wij ervoor dat onze medewerkers altijd mee zijn en toezicht houden op de kinderen.

5.3 Beroepskracht-kind-ratio (BKR)

Kinderdagverblijf

Babbels heeft verschillende soorten groepssamenstellingen en dit verschilt per locatie.

(zie de locatie specifiek pedagogisch werkplan)

De groepssamenstelling wisselt per dag. Alle kinderen spelen met en bij elkaar. Op deze manier kunnen kinderen veel van elkaar leren. De kleinsten trekken zich op aan de oudsten en de oudere kinderen leren zorgzaam met de kleintjes om te gaan. Dit met een streven van maximaal 16 kinderen per stamgroep. Om te bepalen of er voldoende beroepskrachten worden ingezet op het feitelijke aantal aanwezige kinderen ( dit kan variëren door de verschillende leeftijden van de kinderen), wordt er gebruik gemaakt van het planprogramma IROSA (IROSA is een software programma wat speciaal ontwikkeld is voor onze Babbels)

Peuterspeelgroep

De BKR is voor de peuterspeelgroep 1 beroepskracht op 8 kinderen. De peuters in de peuterspeelgroep worden minimaal twee ochtenden in de week opgevangen in een groep van max 16 peuters, waar ze samen kunnen spelen en leren.

Buitenschoolse opvang

Er wordt altijd 1 pedagogisch medewerker per 11 aanwezig kinderen ingezet

(Zie voor meer informatie over wettelijke normen rondom de BKR en de groepsgrootte het locatie gericht werkplan)

5.3 Uitzondering BKR

Het is toegestaan om tijdelijk van de BKR af te wijken. Voor het kinderdagverblijf is dit maximaal 3 uur op de dag en voor de buitenschoolse opvang tijdens normale schoolweken maximaal een half uur.

Tijdens vakantie en studiedagen op de BSO is dit anders want ook dan geldt hier een dagopvang en kan ook maximaal drie uur worden afgeweken van het BKR.

(Op welke tijden er wordt afgeweken van de. BKR is opgenomen in het locatie specifiek pedagogisch werkplan)

5.4 Stabiliteit en vaste gezichten

De kinderen die op de opvang komen bieden wij op twee manieren stabiliteit. Ten eerste hebben de kinderen altijd een vaste stam/basisgroep. De kinderen komen steeds dezelfde kinderen tegen. Daarnaast staan er altijd vaste pedagogisch medewerkers op de groep.

Voor 0-jarige worden er maximaal twee vaste gezichten toegewezen. Dit is anders als de groepsgrootte om drie pedagogisch medewerkers vraagt. (voor een overzicht maximale groepsgrootte, zie het locatie

specifieke werkplan) Voor alle kinderen is een vertrouwde beroepskracht op de groep van belang, maar voor baby’s weegt dit belang extra zwaar. Uit onderzoek blijkt: hoe vertrouwder de volwassene, hoe beter de stressreductie.

Op de dagen dat het kind komt, is er altijd minimaal één van de twee pedagogisch medewerkers werkzaam.

Op deze manier wordt er een band opgebouwd en weten de pedagogisch medewerkers precies wat het kind wel of niet prettig vindt. Als ouder heb je ook altijd contact met dezelfde medewerker waardoor er een band opgebouwd wordt en dit ten goede komt aan het afstemmen van de zorg. Naast het vaste gezicht kunnen er wel andere pedagogisch medewerkers worden neergezet. Ook is er een uitzondering op de regel als het gaat om onvoorzienbare omstandigheden bijvoorbeeld bij ziekte of onverwacht verlof.

Uiteraard is het mogelijk om een extra dag aan te vragen of van dag te ruilen, indien er plek is op de eigen stam/basisgroep. Wanneer er geen plek is op de eigen stam/basisgroep, maar er is toch een extra/ruildag nodig of er is voor een bepaalde dag een wachtlijst voor een langere periode, dan kan er aangeboden worden om het kind tijdelijk op een andere groep dan de stam/basisgroep te plaatsen. Onze voorkeur gaat hier niet naar uit maar met schriftelijke toestemming (per mail) van de ouders kan hier tijdelijk toch voor gekozen worden. Als er sprake is van een wachtlijst, staan de afspraken over de periode en duur van de tijdelijke opvang in een andere stam-/basisgroep vastgelegd in het contract.

Het voordeel is wel, dat er op de locaties een nauwe samenwerking is tussen de verschillende stam/basisgroepen waardoor de pedagogisch medewerkers en de kinderen elkaar wel kennen.

5.5 Nieuwe medewerkers

De coördinator neemt de medewerker mee om langs alle locaties te gaan en verteld het één en ander over Babbels. Er zijn een aantal medewerkers aangewezen om de nieuwkomers in te werken aan de hand van de inwerklijst. Hierin komen alle praktische zaken en werkwijze aanbod maar ook de normen en waarden in omgang met elkaar en de kinderen. Dit wordt op deze manier gedaan zodat er een eenduidige manier is van het inwerken van personeel zodat er een goede start gemaakt kan worden.

5.6 Stagiaires

Regelmatig worden wij op de groep ondersteund door stagiaires. Binnen Babbels werken we met BOL stagiaires. BOL stagiaires doen een dagopleiding waarbij de ze hele week naar school gaan. 20 % van de BOL opleiding bestaat uit een stage. De stagiaires bieden ondersteuning bij de verzorging van kinderen, bij de uitvoering van activiteiten, maar hebben niet de eindverantwoording. Als de stagiaire in het laatste jaar van de opleiding, mits zit mag deze 33% formatief ingezet worden. Dit betekend bijvoorbeeld dat als er drie pedagogisch medewerkers nodig zijn, de stagiaire de derde persoon is die formatief mag worden ingezet. Babbels maakt hier alleen gebruik van bij ziek en zeer of als er bijvoorbeeld net voor een uur een derde pedagogisch medewerker nodig is.

( meer informatie rondom stagiaires is te vinden in het BPV-protocol)

6 Ouderbeleid

6.1 Inleiding

Uiteraard is het de taak om kwalitatief goede en verantwoorde kinderopvang te verzorgen.

In het pedagogisch beleid staan de visie op en uitgangspunten voor de omgang met de kinderen beschreven maar binnen de kinderopvang zijn ouders, net als de kinderen, een belangrijke doelgroep.

Het is van belang dat de ouders zich op hun gemak voelen, zodat het contact tussen de ouders en Babbels zonder moeite kan verlopen. Wij houden rekening met de wensen van ouders, met de werkbaarheid op de groep en met eisen uit de organisatie en de wetgeving. Wij wegen hierbij voortdurend af wat wel en niet werkbaar is in de dagelijkse praktijk binnen Babbels. Wij zijn een flexibele opvang en proberen mee te denken met de ouders. Zo proberen we de opvang ook zo goed mogelijk te laten aansluiten op de werktijden van de ouders.

6.2 Algemene visie

De gehanteerde normen, waarden en regels moeten zoveel mogelijk overeenstemmen om de kinderen een vertrouwde en leuke omgeving te bieden. Openheid, eerlijkheid en een goede communicatie tussen ouders en Babbels is van groot belang. Alle medewerkers zijn uit liefde voor het vak en hun professionaliteit, in staat om een goede band met de ouders op te bouwen. Respect voor elkaar is hierbij het uitgangspunt. Dit zal leiden tot wederzijds vertrouwen, wat de kwaliteit van de opvang ten goede komt.

Wij streven er dan ook naar om alle ervaringen, zowel positieve als negatieve, bespreekbaar te maken.

Door elkaar te wijzen op zaken die minder goed gaan, krijgt Babbels de gelegenheid om zich verder te ontwikkelen en de kwaliteit van de opvang te vergroten. Alle medewerkers en de leiding staan open voor suggesties en opmerkingen.Het is onze intentie om door middel van gesprekken met elkaar altijd de beste oplossing te vinden. Goed contact tussen ouders en de kinderopvang bevordert de sfeer, wat op haar beurt weer bijdraagt aan een uitstekend klimaat waarin de kinderen zich optimaal kunnen ontwikkelen.

In dit beleid geven we een overzicht van alle activiteiten die te maken hebben met de oudercontacten. Het doel hiervan is duidelijkheid te verschaffen voor onze medewerkers en voor de ouders, wanneer het gaat om afspraken en uitgangspunten van het ouderbeleid.

Het ouderbeleid, met bijbehorende procedures en werkafspraken, wordt eenmaal in de twee jaar (of eerder indien nodig) door het team geëvalueerd en zo nodig bijgesteld. Hierbij zal ook de oudercommissie om advies worden gevraagd.

6.3 Intake

Het eerste contact tussen ouders en de kinderopvang bestaat uit het intakegesprek en een rondleiding. Dit gaat vooraf aan de definitieve plaatsing van het kind. De ouders ontvangen tijdens het intakegesprek specifieke informatie over Babbels. Voor Babbels is het intakegesprek een eerste moment om iets van de sfeer, visie en deskundigheid aan ouders te laten zien. Aan de orde komen o.a. het pedagogisch beleid, de regels binnen Babbels. De volgende formulieren krijgen ouders na het intakegesprek mee: Speerpunten van Babbels, het Hoe & Wat, een Tarievenlijst, Betalingsregels, Algemene voorwaarden, de flyer van Babbels en het Aanmeldingsformulier. Verder besteden we aandacht aan de kinderopvangtoeslag en geven we een folder van de Belastingdienst mee. We verstrekken ook informatie over de verschillende instellingen waarmee Babbels samenwerkt. Wanneer het aanmeldingsformulier bij ons binnen is en er is plaats op de

gewenste dagen, sturen we een plaatsingsovereenkomst in tweevoud op. Als er dan één getekend exemplaar bij ons binnen is, is de plaatsing definitief.

6.4 Het wennen

Kinderdagverblijf:

Een goede wenprocedure is belangrijk voor een goede start. Dit geldt voor zowel de pedagogisch medewerkers en ouders als voor kinderen.

De mentor van het kind neemt contact op met de ouders om minimaal twee wendagen te plannen ( zie 5.8 mentorschap). Er is tijd om elkaar te leren kennen, om een vertrouwensband op te bouwen en er is tijd voor overleg en overdracht. Geleidelijk worden de zorg en de opvoeding met elkaar gedeeld. De ouders zien hoe het er aan toe gaat op de groep, hoe medewerkers handelen en hoe zij met de kinderen omgaan.

Tijdens het wennen vindt er een gesprek plaats tussen de mentor van het kind en de ouder(s) en wordt er een kindgegevensformulier ingevuld. In het gesprek wordt specifieker ingegaan op de groepsregels, het dagritme en de bijzonderheden van het kind. Ouders informeren de pedagogisch medewerker over hun aanpak in de thuissituatie, over hun verwachtingen en hun wensen. De eerste wendag is van 09:30-11:30 uur en de tweede wendag is van 11:00-15:00 uur.

Peuterspeelgroep

Voordat het kind start op de peuterspeelgroep, is er een kennismakingsgesprek met de

ouder(s) en kind. De pedagogisch medewerker vult het kindgegevensformulier in en geeft inhoudelijk uitleg over de peuterspeelgroep. Als het kind voor de eerste keer komt, mogen ouders er in het begin bij blijven, om het kind op zijn gemak te stellen. De ouders zien hoe het er aan toe gaat op de groep, hoe medewerkers handelen en hoe zij met de kinderen omgaan. Soms spreken we af dat het kind de eerste keer eerder wordt opgehaald. Elk kind is uniek en als het kind behoefte heeft om vaker te wennen dan is dat mogelijk.

Buitenschoolse opvang

Twee weken voordat de opvang begint, wordt er door de mentor een kennismakingsafspraak gemaakt met de ouders. Tijdens deze afspraak stellen we de pedagogisch medewerkers aan het kind en ouders voor.

Samen met het kind maken we een rondje over de groep om alles te laten zien. Daarna vindt er een gesprek plaats waarbij het kindgegevensformulier wordt ingevuld. Het kind mag ondertussen lekker spelen op de groep. De pedagogisch medewerkers houden in de gaten hoe het wenproces verloopt en ondersteunen dit ook. Soms komt het voor dat ouders er voor kiezen om geen wenmoment te laten plaatsvinden. Als dat het geval is zullen ouders wel het kindgegevensformulier voor aanvang van de eerste opvang dag in moeten leveren op de groep.

6.5 Het dagritme

Wij houden globaal een dagritme aan, met dagelijks terugkerende activiteiten en rituelen. Dit biedt kinderen emotionele veiligheid: het ritme is voorspelbaar en daarmee ook vertrouwd. De kinderen weten wat er gaat gebeuren en kunnen hierop anticiperen. Het ritme van activiteiten is niet gebonden aan de klok. Dat wil zeggen dat de vaste activiteiten niet iedere dag op precies hetzelfde tijdstip hoeven plaats te vinden; wel is de volgorde altijd hetzelfde. Het gekozen moment is afhankelijk van de behoefte van het kind en van de groep. Zo kan een kind dat al eerder moe is eerder naar bed, een kind dat dorst heeft iets te drinken krijgen, en als de kinderen nog lekker met een activiteit bezig zijn stellen we de lunch wat uit.

(In het locatiegericht werkplan wordt het dagritme verder uitgewerkt)

6.6 Soorten overdracht en samenwerking

Dagelijkse overdracht

Mondelinge overdracht aan het begin en aan het einde van een dag is belangrijk voor een goede samenwerking tussen ouders en de kinderopvang. Het contact met de ouders is open en geeft ruimte aan het wederzijds uitwisselen van informatie. Van de ouders wordt verwacht dat zij aan het begin van de dag bijzonderheden over het kind (hoe heeft het geslapen, gegeten, e.d.) aangeven. Pedagogisch medewerkers zullen aan het eind van de dag vertellen hoe het met het kind is gegaan. Er wordt bijvoorbeeld besproken hoe het kind heeft gespeeld, of het kind zich prettig voelde en waaruit dat kon worden afgeleid. Tijdens deze momenten kan ook worden besproken hoe het kind zich thuis ontwikkelt. Het streven is om zoveel mogelijk met elkaar op één lijn te blijven betreft de opvoeding en verzorging. De mentor van het kind houdt de ontwikkeling van het kind bij ( zie kopje mentorschap) Het is belangrijk dat ouders en medewerkers de tijd nemen voor een gesprek. De duur van het gesprek is uiteraard afhankelijk van de situatie op de groep.

De ene keer zal er spreken we uitgebreider over de ontwikkeling van het kind dan de andere keer. Wanneer meerdere ouders tegelijkertijd hun kind komen ophalen, kan niet met alle ouders intensief gesproken worden. Wel dienen de pedagogisch medewerkers elke ouder kort te informeren over de belangrijkste gebeurtenissen op die dag. Wij streven er naar om de overdrachten zoveel mogelijk bij de deur te houden zodat de rust voor de kinderen op de groep bewaard blijft. Als het kind door iemand anders dan de ouders gehaald worden, vragen wij de ouders om bij ons door te geven wie er komt. Dit kan zowel via het kantoor als op de groep. Er wordt bij de deur om legitimatie gevraagd zodat wij zeker weten dat het kind met de goede persoon meegaat.

• Babbels- app

Ouders kunnen overal en altijd de updates van hun kind tijdens de opvang volgen doormiddel van de Babbels-app. De pedagogisch medewerkers vullen via de iPad ( aanwezig op alle groepen) in wat het kind heeft gegeten, gedronken en hoe het heeft geslapen. Er worden foto’s geüpload en er wordt elke dag, zowel een algemeen als een individueel verhaaltje geschreven over hoe de dag is verlopen en wat het kind heeft gedaan. Vanaf 2 jaar wordt er niet meer dagelijks een individueel verhaaltje geschreven, alleen als er leuke en bijzondere dingen op een dag zijn gebeurd. Ouder(s) kunnen waar en wanneer ze maar willen, aanvragen doen betreft de opvang en persoonlijke gegevens aanpassen.

6.7 Foto en video

Babbels dient rekening te houden met de wet op privacy en heeft voor foto en video opnames van de kinderen .Er wordt aan ouders middels de plaatsingsovereenkomst en het kindgegevensformulier,

toestemming gevraagd voor het maken van foto’s en video’s. Ouders kunnen hierbij expliciet aangeven of zij bezwaar maken tegen het maken van foto’s en video’s voor intern en extern gebruik.

Onder intern gebruik valt: er worden alleen foto’s van het kind naar de ouders verzonden. Het kind mag zichtbaar op de foto. Als er groepsfoto’s van activiteiten worden gemaakt zijn de andere kinderen onherkenbaar. Bij verjaardagfoto’s mogen ouders zelf geen foto’s maken maar doet de pedagogisch medewerker dit want de overige kinderen op de groep moeten onherkenbaar op foto staan.

Voor het afdrukken van foto’s wordt er geen toestemming aan ouders gevraagd. De foto’s worden op een plek opgehangen waar medewerkers toezicht hebben. Voor extern gebruik van foto’s controleert de medewerker het kindgegevensformulier of er door de ouder toestemming is gegeven om foto’s (bijvoorbeeld op de Babbels facebookpagina, Babbels Instagram of website) te plaatsen. Als er video- opname woorden gemaakt worden ouders hierover geïnformeerd. De video opnames worden uitsluitend en alleen gebruikt voor professionalisering van de pedagogisch medewerkers. De opnames worden dan intern en op teamniveau ingezet. Het videomateriaal wordt naderhand vernietigd. Voor het maken van TV

en filmopnames lichten we altijd vooraf de ouders in van de desbetreffende groepen (voor meer informatie, regels en afspraken verwijzen wij naar het Foto en Video protocol)

6.8 Ziek kind

Als kinderen ziek zijn wordt met de ouders overlegd of het kind thuis gehouden moet worden. Een ziek kind voelt zich thuis het prettigst; wij kunnen het zieke kind veelal niet de extra zorg en aandacht geven die het nodig heeft. Als een kind zich duidelijk niet lekker voelt of verhoging lijkt te hebben, nemen we contact op met de ouders om te overleggen. Wij vinden het belangrijk om te weten of en om welke besmettelijke ziekte het gaat. Dit omdat wij andere ouders kunnen inlichten, vooral voor zwangere is dit van belang maar ook vanwege ons meldingsplicht aan de GGD( wanneer er meerdere gevallen zijn)

Mocht een kind tijdens het verblijf bij Babbels ziek worden en zowel de ouders als diens huisarts zijn niet bereikbaar, dan wordt de huisartsenpost benaderd.

Als ouders er niet zeker van zijn of ze hun kind thuis moeten houden, dan kunnen zij dit altijd even overleggen met de pedagogisch medewerkers.

Als een te ziek kind toch wordt gebracht, is de leiding van het kinderdagverblijf bevoegd het zieke kind op het dagverblijf te weigeren.

(Voor meer informatie, regels en afspraken verwijzen wij naar het ziekte en geneesmiddelenprotocol)

6.9 Medicijnen

Ouders kunnen aan ons vragen om hun kind bepaalde geneesmiddelen toe te dienen. Dit kunnen geneesmiddelen zijn die door de huisarts of specialist zijn voorgeschreven. Daarnaast geld dit ook voor zelfzorgmiddelen, die niet 'op recept' verkregen zijn, bij apotheker en drogist. Wij kunnen alleen aan dit verzoek voldoen als het middel in de originele verpakking met originele (geen kopie) bijsluiter wordt aangeleverd óf als op het middel of op de verpakking staat aangegeven hoe het middel moet worden

Ouders kunnen aan ons vragen om hun kind bepaalde geneesmiddelen toe te dienen. Dit kunnen geneesmiddelen zijn die door de huisarts of specialist zijn voorgeschreven. Daarnaast geld dit ook voor zelfzorgmiddelen, die niet 'op recept' verkregen zijn, bij apotheker en drogist. Wij kunnen alleen aan dit verzoek voldoen als het middel in de originele verpakking met originele (geen kopie) bijsluiter wordt aangeleverd óf als op het middel of op de verpakking staat aangegeven hoe het middel moet worden