• No results found

Van: Aviation (kostenplaats 23100 SSE – SEC – Security Costs)

Aan: Aviation (kostenplaats 26305 - ASM-AC-Inside Terminal)

Schiphol Commercial Beschrijving doorbelasting

Als gevolg van EU-regelgeving dienen alle luchthavenbenodigdheden (LHB) te worden gecontroleerd op Schiphol alvorens te worden toegelaten tot de om beveiligingsredenen beperkt toegankelijke zones (SRA-(CP)).

Luchthavenbenodigdheden worden in de regelgeving gedefinieerd als alle voorwerpen die bestemd zijn om te worden verkocht, gebruikt of ter beschikking gesteld, voor doelen of activiteiten, in SRA-(CP). Er wordt hierin onderscheid gemaakt tussen voorzieningen en daarmee samenhangende activiteiten voor de filters in de terminal en voor de buitendoorlaatposten. De filters in de terminal (S-Passage - LHB-controle) dienen voor de controle van goederen bestemd voor concessionarissen, goederen bestemd voor het beheer van de terminal (schoonmaak, onderhoud etc.), alsmede voor andere doelen. De kosten die samenhangen met controle bij de filters in de terminal worden doorbelast aan Schiphol Commercial alsmede aan ASM/AC- Inside Terminal Overall. ASM belast deze kosten vervolgens weer door aan de uiteindelijke gebruikers van het Terminalcomplex op basis van D18 Terminal. De kosten die samenhangen met de controle bij de buitendoorlaatposten worden niet doorbelast omdat de goederen die gecontroleerd dienen te worden voor Aviation activiteiten zijn, welke op basis van integraliteit bij de PMC Security blijven.

Na doorbelasting D26a SSE, 100% goederencontrole, D26b SSE, gebruik van personeels(security)filter door Schiphol Commercial en OU Aviation, D17a SSE/Security/beveiligingskosten, niet SRA-gebied en D17c SSE/Security/beveiligingskosten, SRA-gebied wordt kostenplaats 23100 gealloceerd op basis van A3a (100% directe toewijzing aan PMC Security).

Reden van doorbelasting 4. Vereenvoudiging allocatie

Opbrengst- of kostensoort van de doorbelasting 4000100 Security agents

Bedrijfseconomische grondslag van doorbelasten

Leveranciers die het goederenfilter passeren zijn in twee categorieën in te delen:

‘known suppliers’

‘un-known suppliers’

Leveranciers kunnen zich kwalificeren als ‘known supplier’ indien voldaan wordt aan een aantal voorwaarden. Een ‘known supplier’ controleert vervolgens zelf zijn luchthavenbenodigdheden en kan hierdoor door middel van een labelcontrole het goederenfilter passeren. ‘Known suppliers’ zijn geregistreerd en gedocumenteerd bij de doorlaatposten. De labelcontrole is op zich minder omslachtig dan een 100% controle op Schiphol. Echter het aantal goederen per passage die een “known supplier’ gemiddeld met zich meeneemt is groter dan de hoeveelheid goederen van een ‘un-known supplier’. De ‘un-known supplier’ is een leverancier die op meer incidentele basis het goederenfilter passeert. Voor de ‘un-known supplier’ geldt dat elke passage onderhevig is aan een 100% goederencontrole.

De toerekening van de kosten aan Aviation en Schiphol Commercial vindt plaats op basis van gebruik, rekening houdend met de aard van de stromen en het aandeel ‘known supplier’ van deze stromen. De ‘known suppliers’ kunnen worden geïdentificeerd aan de hand van de separate registratie van deze leveranciers. Hiervoor zal de

Bijlage 3 – Doorbelastingen - Pagina 51 van 94 doorbelastingsytematiek toegepast worden die gelijk is aan de reeds in gebruik zijnde S-passage. Vanwege de variatie in stromen per locatie kan de doorbelastingssleutel per locatie variëren.

Een relatief groot deel van de passages betreft Schiphol Commercial. Daarnaast wordt doorbelast aan ASM/AC-Inside Terminal Overall. ASM/AC-ASM/AC-Inside Terminal Overall belast het vervolgens door naar de gebruikers van de Terminal. Echter de betreffende leveranciers zijn grotendeels ‘known supplier’ en ondergaan dus nauwelijks controle bij een goederenfilter. De meeste te controleren passages zijn ten behoeve van Aviation ondersteunende processen zoals schoonmaak en onderhoud.

Het doorbelasten van de kosten voor de controle luchtvaartbenodigdheden bevat kosten voor de inzet van apparatuur (security scans) bij de filters alsmede de inzet van security agents. Het tarief is gebaseerd op de werkelijke kosten van de inzet van apparatuur (inclusief afschrijvings- en vermogenskosten) en de bemanning van de filters plus een opslag voor overhead van de afdeling en van de BA.

Wijze en frequentie van meten

Voorafgaand aan het jaar van doorbelasting, wordt het aantal passages inzake goederencontrole gemeten (o.b.v. pasaanbiedingen uit het toegangbeheerssysteem). Tevens wordt steekproefsgewijs fysiek de tijd van een passage van de goederenfilter gemeten van een ‘known supplier’ en een ‘un-known supplier’. Het aantal passages voor de bevoorrading aan concessionarissen ten opzichte van het totaal aantal passages wordt doorbelast aan de OU Schiphol Commercial. Het aantal passages bestemd voor ASM/AC-Inside Terminal Overall in relatie tot het beheer van de terminal, ten opzichte van het totaal aantal passages wordt doorbelast aan ASM/AC-Inside Terminal Overall. De restcategorie passages (bijvoorbeeld omdat de passage meerdere doelen dient) wordt op basis van passages voor Schiphol Commercial en ASM recht evenredig verdeeld.

Nb. In 2017 is de tijdsbesteding voor het passeren van het goederenfilter van een ‘known supplier’ gelijk aan de tijdsbesteding van een ‘un-known supplier’. Dit wordt veroorzaakt doordat ‘known suppliers’ met een grotere hoeveelheid goederen het goederenfilter passeren. De ‘un- known supplier’ wordt intensiever gecontroleerd. Hierdoor is er op dit moment geen onderscheid tussen de twee categorieën. In de toekomst kan er echter wel onderscheid ontstaan (op basis van metingen). In 2021 zal de tijdbesteding opnieuw gemeten worden. Op basis van de meting zal worden vastgesteld of deze voor de ‘known supplier’ gelijk is aan de ‘un-known supplier’

Consultatie

1. De kosten van de inzet van de security agents worden vastgesteld op basis van het aantal uren

vermenigvuldigd met de het uurtarief van het beveiligingsbedrijf inclusief een opslag voor overhead. De directe kosten voor jaar 1, 2 en 3 worden aangepast op basis van het uurtarief van het

beveiligingsbedrijf. Het uurtarief wordt jaarlijks per 1 januari verhoogd met 2,5% voor de duur van de Raamovereenkomst. In het geval de CPI (consumentenprijs index) in enig jaar een hogere indexering kent – dat wil zeggen: hoger dan 2,5% - wordt de CPI gehanteerd. Voor de CPI geldt een referteperiode van 1 oktober tot en met 30 september van het voorafgaande jaar. De kosten van het meest recent

gerealiseerde kalenderjaar (twee jaar13 voorafgaand aan het eerste jaar van de tariefperiode) van de

inzet van de apparatuur (inclusief afschrijvings- en vermogenskosten) wordt als basis gehanteerd. Deze basis (met uitzondering van afschrijvings- en vermogenskosten) worden voor de drie jaren van de tariefperiode aangepast met de jaarlijkse CPI zoals in het Centraal Economisch Plan opgenomen (gepubliceerd in het eerste kwartaal van het jaar voorafgaand aan de drie jaar tariefperiode). De afschrijvings- en vermogenskosten worden stabiel geacht voor de jaren in de tariefperiode, tenzij in het Aviation Development Plan (ADP) investeringen zijn opgenomen voor de security scans in de

goederenfilters. In dat geval worden de afschrijvings- en vermogenskosten conform het ADP hierop aangepast.

13

Bijlage 3 – Doorbelastingen - Pagina 52 van 94 2. De hoeveelheid inzet van security agents en apparatuur van het meest recent gerealiseerde kalenderjaar

(twee jaar voorafgaand aan het eerste jaar van de drie jaar tariefperiode) dient als basis. Deze basis wordt aangepast voor de gebruiker Schiphol Commercial met de driver volumeontwikkeling van de concessie-inkomsten (exclusief Plaza) in de drie jaren van de tariefperiode, zoals opgenomen in het Business Plan van de desbetreffende jaren van de Schiphol Commercial. Deze volumeontwikkeling heeft een direct verband met de inzet van het aantal security agents en apparatuur. De basis wordt voor de gebruiker ASM wordt gelijk gehouden voor de drie jaren van de tariefperiode, omdat er geen driver beschikbaar is waarop de ontwikkeling van het aantal goederenpassages gebaseerd kan worden. 3. Voorafgaand aan het eerste jaar van de tariefperiode, wordt het aantal passages inzake

goederencontrole gemeten (zie wijze en frequentie van meten). Deze meting dient als basis voor de verhouding tussen de 2 gebruikers. Deze verhouding wordt vervolgens toegepast op de doorbelasting. De verhouding tussen de 2 gebruikers wordt voor de jaren van de tariefperiode aangepast op basis van de procentuele aanpassing van de volumeontwikkeling, zoals in stap 2 berekend.

Financiële verantwoording

Op basis van de vooraf vastgestelde verhouding van de twee gebruikers worden de werkelijke kosten van de inzet van de security agens en inzet van security scans per jaar van de tariefperiode doorbelast.

Beheerder:

Bijlage 3 – Doorbelastingen - Pagina 53 van 94