• No results found

Het culturele verweer en vrouwelijke genitale verminking Ook al gaat het bij vrouwelijke genitale verminking om een door cultuur

8.1 De Verenigde Staten

8.1.3 Het culturele verweer en vrouwelijke genitale verminking Ook al gaat het bij vrouwelijke genitale verminking om een door cultuur

en tradities gekleurd delict, in artikel 18 U.S.C.A. paragraaf 116, subpa- ragraaf c lijkt de federale wetgever het beroep op een ‘cultural defense’te hebben uitgesloten. Ook dit wijst erop dat de federale wetgever een ondubbelzinnig signaal wilde afgeven over de onwenselijkheid van deze praktijk.

In de Amerikaanse rechtspraak is een aantal voorbeelden te vinden waarin zo’n verweer wel succesvol is geweest bij andere culturele delicten. Omdat

het debat over het al dan niet accepteren van een cultureel verweer bij VGV in de literatuur zo uitgebreid is gevoerd en dit dilemma in elk geval op het niveau van de staten nog steeds kan spelen, wordt in dit hoofdstuk kort aandacht besteden aan het in de Verenigde Staten gevoerde debat.239

Het debat wordt overigens in een veel bredere context gevoerd. Het zal geen verrassing zijn dat men ook in de Verenigde Staten, van oudsher een immigratieland, nog steeds worstelt met de vraag in hoeverre er in de samenleving in het algemeen en in de rechtspleging in het bijzonder, ruimte is voor de acceptatie van andere dan de overheersende culturele waarden.

Een beroep op een zogenoemde‘cultural defense’ houdt in dat de ver- dachte stelt dat de strafwaardigheid van zijn gedraging ontbreekt dan wel dat er reden is om strafvermindering toe te passen, omdat de strafbare gedraging past binnen het eigen culturele patroon. Gelet op de eigen waarden en tradities is het gedrag met andere woorden acceptabel. Een dergelijk cultureel verweer wordt in de Verenigde Staten niet als zodanig erkend. Wel wordt er door sommige rechters bij de uitleg van de alge- meen geaccepteerde strafuitsluitingsgronden als ‘diminished capacity’ en ‘mistake of fact’ en bij de interpretatie van delictsbestanddelen als ‘schuld’, ‘opzet’ en ‘toestemming’ (bij verkrachting), rekening gehouden met de culturele achtergrond van de verdachte. Een verweer zou kunnen zijn dat de cultuur van de verdachte zo veel verschilt van de Amerikaanse dat de verdachte niet had kunnen vermoeden een strafbaar feit te begaan (‘mistake of fact’). Een andere vorm waarin het culturele verweer voor- komt, is dat de verdachte stelt dat hij niet het vereiste opzet of schuld had vanwege zijn culturele achtergrond. Het verweer van de verdachte luidt dan bijvoorbeeld dat het voor mishandeling vereiste opzet ontbreekt, omdat de gewraakte handeling naar zijn culturele maatstaven, juist in het belang van het kind is. Er zijn voorbeelden te vinden in de Amerikaanse jurisprudentie waarin een cultureel verweer is geaccepteerd, ook indien het ging om zware delicten als doodslag, mishandeling en verkrachting.240

Er bestaat weinig rechtspraak van hogere rechters over de vraag in hoe- verre de achtergrond en cultuur van de verdachte relevant zijn voor het beoordelen van de strafwaardigheid van zijn gedraging. Een interessante uitzondering vormt de uitspraak State of Maine v. Kargar uit 1996.241In

deze zaak noemt het Maine Supreme Judicial Courteen aantal factoren die van belang zijn bij de beoordeling van een dergelijk verweer. Deze zijn onder andere:

- wist de verdachte of behoorde hij te weten dat de gedraging strafbaar was;

- wist de verdachte wat de gevolgen waren van het overtreden van de wet;

- de omstandigheden waaronder het strafbare feit plaatsvond; - de schade die de gedraging heeft aangericht;

- de invloed die de gedraging heeft op de gemeenschap;

- mogelijk onbehoorlijke (‘improper’) motieven van de aangever of de openbare aanklager om op een veroordeling van de verdachte aan te sturen.

Als het grootste voordeel van de acceptatie van een cultureel verweer wordt gezien dat hierdoor een op maat gesneden rechtspraak ontstaat. In de eerste plaats zijn immigranten lang niet altijd op de hoogte van de Amerikaanse wetten en regels, zeker als ze pas in de Verenigde Staten zijn. En ook al zijn ze hiervan wel op de hoogte, zij hebben andere normen en waarden geïnternaliseerd, waardoor het moeilijk is deze zonder meer los te laten. De rechter kan dan het belang van de naleving van de wet afzet- ten tegen de druk die de immigranten voelen om aan de eigen tradities vast te houden. In de tweede plaats zou een acceptatie van andere waar- den inhouden dat men de andere cultuur als gelijkwaardig beschouwt.242

Tegen de acceptatie van een cultureel verweer pleit dat hierdoor het sig- naal niet overkomt dat de wetgever dit gedrag als ongewenst beschouwd; de speciaal preventieve en generaal preventieve functie van de wet gaat met andere woorden verloren.243Gemeenschappen worden op deze wijze

niet aangemoedigd tot zelfreflectie en het in gang zetten van verande- ringsprocessen.244Een ander argument tegen het aannemen van een cultu-

reel verweer is dat dit het wettelijke systeem fragmenteert: niet alle regels zijn in gelijke mate van toepassing op alle burgers.

De meeste auteurs in de door ons geraadpleegde literatuur zijn voorstan- der van de strafbaarstelling van genitale verminking bij vrouwen en zijn gekant tegen de acceptatie van een cultureel verweer.245Dit geldt volgens

Breitung ook voor de meeste cultuurrelativisten die een dialoog bepleiten over de validiteit van westerse normen. Breitung wijst erop dat op theore- tisch niveau de controverse tussen de verschillende cultuurconcepten nau- welijks te overbruggen is. Hij noemt het ‘aangaan van een debat’ met de etnische gemeenschappen waarin deze traditie leeft dan ook enigszins hypocriet. Een betekenisvolle dialoog is nauwelijks mogelijk als de uit- komst van tevoren vaststaat en de partij die de macht heeft, bepaalt wat de sociale en culturele betekenis van VGV is. Hij kiest daarom voor de benadering van de Verenigde Naties die gewoon vaststelde dat vrouwe- lijke genitale verminking haar betekenis in de huidige tijd heeft verlo- ren.246

Vooronderstelling bij de door ons geraadpleegde auteurs is dat vrouwen door deze ingreep altijd ernstig letsel en/of psychische schade wordt toe- gebracht. Een onderscheid tussen de diverse vormen van genitale vermin- king wordt meestal niet gemaakt. Wel wordt verdedigd dat ouders en zeker moeders die zelf genitaal zijn verminkt, niet streng gestraft dienen te worden omdat zij zelf ook niet altijd in de positie zijn zich te weer te stellen tegen de familie of de rest van de gemeenschap.247In feite wordt

dan dus wel de culturele context (in brede zin) waarin personen handelen bij de strafmaat betrokken. Liu meent dat de fysieke en psychische schade die vrouwen bewust wordt toegebracht, te groot is om deze praktijk door middel van het accepteren van een ‘cultural defense’ te vergoelijken. Indien vrouwen ten gevolge van de ingreep sterven, geldt volgens haar bovendien dat dit wordt beschouwd als een voorzienbaar risico. Daarom kunnen de uitvoerders van de ingreep zich niet op een strafuitsluitings- grond of strafverminderingsgrond beroepen. Ook in het eerdergenoemde oordeel van het Hof in Maine kwam naar voren dat de ernst van de schade die of het letsel dat aan een ander is toegebracht, een belangrijke factor is bij het al dan niet accepteren van een cultureel verweer.

Een ander argument tegen het accepteren van een cultureel verweer is dat dit gebruik indruist tegen essentiële Amerikaanse waarden zoals die onder andere zijn neergelegd in de Equal Protection Clause van het veertiende Amendement op de Grondwet. Deze regel verbiedt discriminatie naar ras en gebiedt de overheid elke burger in gelijke mate te beschermen. Het argument luidt dat de acceptatie van een strafuitsluitingsgrond of strafver- minderingsgrond, vrouwen en meisjes uit een minderheidsgroepering minder bescherming biedt tegen een inbreuk op haar grondrechten (bij- voorbeeld het recht op fysieke integriteit) dan andere vrouwen. Door genitale verminking als een traditie te verdedigen, laat men bovendien een onderdrukkende situatie in stand die de meest kwetsbare groepering treft, te weten jonge meisjes van niet-Amerikaanse afkomst.248

8.1.4 Handhaving van het verbod op vrouwelijke genitale

GERELATEERDE DOCUMENTEN