• No results found

Culturele opvattingen op verbaal niveau

In document Kandidaten en Kijkers Getransformeerd (pagina 46-53)

4 Analyse

4.2 Fase 2: Realisatie van Nederlandse culturele opvattingen op verbaal, visueel en verbaal-visueel

4.2.1 Culturele opvattingen op verbaal niveau

Het onderdeel verbaal behelst verscheidene aspecten die besproken zijn in de methode. Uit de theorie is een lijst met categorieën van waarden en normen voortgekomen die besproken is in de methode; of en op welke manier deze waarden en normen voorkomen in ons corpus, wordt hier onderzocht. Per categorie wordt de analyse weergegeven op verbaal vlak. In de methode is uiteengezet hoe de waarden schoonheid, normaal zijn, perfectie, gender, consumptie, zelfverzekerdheid, vraag om hulp, status, persoonlijk en onafhankelijkheid gevonden kunnen worden. Ook wordt rekening gehouden met een open categorie, waarin aanvullende waarden toegevoegd kunnen worden. Er zullen op het eind tevens kort uitspraken gedaan worden over in welke waarden de utterers en de interpreters een rol spelen. Het resultaat is een fors aantal uitingen van verschillende utterers die waarden en normen over verscheidene thema’s bevatten. Omdat het nogal een ruim aantal uitingen omvat, is er per uitzending, per categorie een overzicht van al deze uitingen te vinden in Bijlag II (1-4).

4.2.1.1 Vooraf opgestelde waarden en normen

Schoonheid

Deze categorie bevat de meeste uitingen en ligt het meest voor de hand in het genre van de makeovertelevisie. In alle vier de programma’s komt deze categorie dan ook veel voor. Een voorbeeld zal genomen worden uit het programma dat het sterkst gaat over de makeover van het uiterlijk van de kandidaten:

Verbale uiting Functie

sequentie

[Esther van Maanen] Qua kleding, wat je nu aan hem ziet is dat ie zichzelf eigenlijk een beetje jong kleedt, te jong voor zijn leeftijd en ook wat te

gewoontjes, sweatshirt, jeans, dus ik wil heel graag hem eh goed kleden en wat meer naar zijn leeftijd toe.

Oplossing

Voorbeeld 17: Verbaal niveau schoonheid in 10 Jaar jonger in 10 dagen (Bijlage II: 4)

In dit voorbeeld komen er verschillende aspecten van uiterlijke schoonheid aan bod. Ten eerste is er de kwestie van het uiterlijk zelf. De expert geeft aan de kandidaat “goed te willen kleden”, wat impliceert dat er ook een ‘foute’ manier van kleden is, die de kandidaat dus hanteert. Aan het verschil tussen goed en slecht wordt verder uitleg gegeven in de context van deze uiting: men moet voldoen aan een bepaalde norm qua kleding. Het belangrijkste punt dat de expert hier maakt, is dat er aandacht besteed moet worden aan het uiterlijk en dat kleding daar een groot onderdeel van is. Er “te gewoontjes” uitzien voldoet dus niet aan de norm van er “goed uitzien”: een sweatshirt en jeans zijn te basic en niet goed genoeg. De insteek van het programma is, dat de kandidaten beoordeeld worden op hun uiterlijk door mensen op straat en dat zij hun leeftijd inschatten. Ook deze mensen (derden) geven aan dat de kandidaat niet voldoet aan de norm qua kleding en dat er verandering in moet komen. Hierop zal verder ingegaan worden in de aanvullende categorieën. Een ander aspect van het uiterlijk is leeftijdsgebondenheid. De kandidaat kleedt zich “te jong voor zijn leeftijd”. Het uiterlijk moet aansluiten op het innerlijk, hiertussen moeten geen discrepanties bestaan. Er bestaan bepaalde normen voor welke kleding geschikt is voor bepaalde leeftijdscategorieën en die moeten dus ook in gehanteerd worden. In de context wordt er ingegaan op wat deze normen globaal inhouden. Het uiterlijk beslaat hier niet alleen de kleding, maar het gehele voorkomen van de

40 kandidaat, waar bepaalde normen aan verbonden zijn. Ook wordt er aangekaart dat wanneer de kandidaat er goed uitziet, hij zich goed voelt en vice versa (zie tevens Bijlage II: 4, de onthullingssequenties).

Normaal zijn

Dan de vraag wat normaal is en wat niet. In elke geanalyseerde uitzending komt dit concept naar voren, zoals te vinden in Bijlage II. De utterers refereren regelmatig aan het concept van normaliteit: normaal wordt als positief beschouwd, als een richtlijn waaraan de kandidaat zich moet meten. Afwijken van de massa wordt in mindere mate gewaardeerd. Dit wordt samengevat in de befaamde uitdrukking “Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg.” Door de problemen die de kandidaten hebben, zijn er aspecten van hun leven ‘niet normaal’ geworden en daar moet iets aan gedaan worden, om ze weer normaal te krijgen. Een voorbeeld:

Verbale uiting Functie sequentie

[Maxine] Ik wil ook een keer normaal gewoon leuke kleding aan en leuk met m’n vriendinnen over straat lopen, zonder dat ik me schaam. Ja, dat ik me gewoon een keer lekker in m’n vel voel.

Doel

Voorbeeld 18: Verbaal niveau normaliteit in Help, ons kind is te dik (Bijlage II: 3)

Het dragen van “leuke kleding” wordt hier aangekaart als normaal gedrag, waarin de kandidaat belemmert wordt door het obstakel van haar gewicht: ondergaat zij de makeover, dan kan ze eindelijk normaal zijn.

Perfectie

Een opvallend verschijnsel is de vooraf bepaalde categorie perfectie. In de Amerikaanse makeovers komt er één duidelijke kant van deze categorie naar voren, namelijk dat perfectie goed is en nagestreefd moet worden. ‘Perfect’ heeft een positieve lading en veel mensen willen het zijn, of proberen het te zijn. Hiervoor zijn voor zowel vrouwen als mannen duidelijke normen, zoals bijvoorbeeld voor beiden geldt: een slank of gespierd postuur, een gebruinde huid, rechte witte tanden, een verzorgd kapsel en nog veel meer. Een voorbeeld uit de Nederlandse makeoverprogramma’s waarin gerelateerd wordt aan het willen nastreven uiterlijke perfectie, is het volgende:

Verbale uiting Functie

sequentie

[Esther van Maanen] Hé we hebben wel iets voor je bedacht, je hebt gewoon prachtig mooi rood haar, heel natuurlijk, maar je bent nu wat pittiger geworden dus dat rood mag wel wat pittiger hadden we bedacht.

Oplossing

Voorbeeld 19: Verbaal niveau perfectie in 10 Jaar jonger in 10 dagen (Bijlage II: 4)

Hier is te zien dat, hoewel het haar van de kandidaat al “prachtig mooi rood en heel natuurlijk” is, er toch nog verbetering in aangebracht kan worden. De expert geeft in de eerste zin aan dat er eigenlijk niets significant verkeerd is aan het haar van de kandidaat, ze spreekt zich er zelfs zeer positief over uit. Nu doet zich echter het probleem voor, dat er veranderingen zijn geweest in het innerlijk van de kandidaat, door gesprekken en oefeningen met de andere expert, de psycholoog. Hierdoor heeft ze meer zelfvertrouwen en “pit” gekregen, wat niet meer strookt met haar uiterlijk. Het aspect van de perfectie komt als volgt naar voren in deze uiting: hoewel het haar eigenlijk al goed genoeg wordt

41 bevonden en dus voldoet aan de normen voor een mooi uiterlijk, wordt het toch nog aangepast om een nog hogere standaard te bereiken op de weg naar perfectie. Men moet dus geen genoegen nemen met gemiddeld, goed genoeg, maar een hoger niveau nastreven om zo het beste uit zichzelf te halen. Er zijn in de Nederlandse programma’s echter ook uitingen te vinden die juist het tegendeel van deze kwestie aankaarten, dit wordt besproken in de aanvullende categorie.

Gender

Het gender perspectief is het beste te zien in het programma ‘Help, mijn man is klusser!’. De titel geeft dit perspectief al weer, het geeft namelijk aan dat het de taak van de man is om te klussen en te verbouwen in huis en niet van de vrouw. In de uitingen wordt dit tevens duidelijk gemaakt, waarin de rolverdeling tussen man en vrouw in de Nederlandse cultuur helder is: vrouwen hebben geen verstand van klussen en verbouwen en mannen wel. Verder moeten vrouwen er qua uiterlijk vrouwelijk en verzorgd uitzien en niet slonzig (‘10 Jaar jonger in 10 dagen’ Bijlage II:4). Een voorbeeld:

Verbale uiting Functie sequentie

[Theo] Rein is toch de man die eh die rulet. Die ook zeg maar eh dat doen we zo en dat kan wel zo. En dat kan wel zo, met de verbouwing ook en daar gaat Bianca in mee zeg maar. Misschien omdat ze d’r geen eh ja geen verstand van heeft en ze denkt van laat maar.

Verdieping probleemstelling

Voorbeeld 20: Verbaal niveau gender in Help, mijn man is klusser! (Bijlage II: 1) Consumptie

Consumptie komt minder voor dan bovenstaande categorieën. Dit wil zeggen dat er in de uitzendingen gerefereerd wordt aan bepaalde producten die gebruikt worden en in beeld komen. Dit hangt samen met de consumptiecultuur waarin we leven. Een voorbeeld:

Verbale uiting Functie sequentie

[Theo] Die doen we zeven minuten in de Actifry. Oplossing

Voorbeeld 21: Verbaal niveau consumptie in Help, ons kind is te dik (Bijlage II:3)

Van bodylotion tot keukenapparatuur tot klusbedrijven, alles is te koop in de hedendaagse maatschappij en omdat Nederland een relatief rijk land is, kunnen veel kijkers zich de producten veroorloven die getoond worden en het is dan ook belangrijk om veel en goede spullen te hebben, anders is men geen actief onderdeel van de consumptiecultuur.

Zelfverzekerdheid

Zelfverzekerdheid komt relatief weinig voor, maar wordt als positieve waarde gezien. Wanneer men niet zelfverzekerd is, is men ongelukkiger en trekt zich terug, terwijl men zich juist sociaal op moet stellen om een geslaagd leven te leiden:

Verbale uiting Functie sequentie

[VO] Tjits was 10 dagen geleden nog erg onzeker en wilde zichzelf het liefst onzichtbaar maken.

Onthulling

Voorbeeld 22: Verbaal niveau zelfverzekerdheid in 10 Jaar jonger in 10 dagen (Bijlage II: 4) Vraag om hulp en onafhankelijkheid

42 De kandidaten geven aan het moeilijk te hebben met het vragen om hulp, waaruit opgemaakt kan worden dat er een taboe op rust, omdat het laat zien dat men niet alles alleen kan en dus ook niet compleet onafhankelijk is: deze categorieën zijn dan ook samengetrokken in dit onderzoek.

Verbale uiting Functie sequentie

[Rein] Nou dat je ((lacht)) dat je niet meer de trots hebt en dat je om, om, om hulp te weigeren.

Verdieping probleemstelling

Voorbeeld 23: Verbaal niveau hulpvraag in Help, mijn man is klusser! (Bijlage II: 1)

Aan het eind van het programma geven de kandidaten aan dat het positief is geweest dat er wel hulp is gekomen. Hier ziet men dat er aangegeven wordt dat ik de hedendaagse maatschappij de commerciële televisie problemen sneller en beter op kan lossen dan de persoon zelf: de media worden als een soort supermacht neergezet, net als in Judge Judy (Ouellette, 2004).

Status

Status komt niet voor in de Nederlandse uitzendingen. Wel wordt er veel gerefereerd aan de waarde van hard werken en de prestatiedruk die dit met zich meebrengt, wat in de aanvullende categorie besproken zal worden.

Persoonlijk

De positie van het gezin is een thema dat tevens aan bod komt. Ouders zijn verantwoordelijk voor de kwaliteit van het leven van hun kind en moeten dit verantwoordelijkheidsgevoel ook uitdragen, er zijn uitingen te vinden als “Als vader/moeder zijnde” (‘Help, ons kind is te dik’ Bijlage II: 3). Een ander voorbeeld is het volgende:

Verbale uiting Functie sequentie

[Kas Stuyf] Wat je ziet is dat Rob zo gericht is op anderen, dat ie zichzelf helemaal vergeet.

Verdieping probleemstelling

Voorbeeld 24: Verbaal niveau persoonlijk in 10 Jaar jonger in 10 dagen (Bijlage II: 4)

De individuen in het gezin zijn ondergeschikt aan het geheel, tenzij de kandidaat zichzelf dermate ondergeschikt maakt, dat hij geen aandacht meer aan zichzelf besteedt en daardoor nooit iets voor zichzelf doet. Op dat moment wordt ‘aan jezelf denken’ weer belangrijk, een balans tussen het gezin en jezelf is dus belangrijk.

4.2.1.2 Aanvullende waarden en normen

Naast de vooraf opgestelde lijst aan waarden en normen, die hierboven bij langs is gelopen en waarvan een overzicht te zien is in Bijlage II, zijn er in ons corpus nog afwijkende waarden te vinden, die in deze paragraaf stuk voor stuk kort behandeld zullen worden; voor het overzicht hiervan wordt weer verwezen naar Bijlage II. Hier zal volstaan worden met verwijzingen naar de bijlage voor de voorbeelden van uitingen. De categorieën zijn: mening van derden, hard werken en prestatiedruk, toekomstgerichtheid, affectie en emotie, communicatie, dromen, doe waar je goed in bent, vertrouwen in experts, eerlijkheid, loyaliteit en gezondheid.

Mening van derden

De mening van derden komt het duidelijkst naar voren in het programma ’10 Jaar jonger in 10 dagen’. In dit programma worden de kandidaten beoordeeld op hun uiterlijk door onbekende

43 mensen straat. Een vrouw kaart bijvoorbeeld aan dat de kandidaat waarschijnlijk geen fan is van winkelen (Bijlage II: 4, onder Mening van derden): “Ja ik denk niet dat eh in een kledingwinkel gaan dat dat zijn hobby is, nee.” Hiermee geeft zij aan dat de man er niet uitziet alsof hij aandacht besteedt aan zijn kleding. Het komt erop neer dat men vaker naar een kledingwinkel zou moeten gaan, wil men voldoen aan de norm van er ‘goed uitzien’. De vrouw is één van de mensen op straat aan wie de mening gevraagd wordt over het uiterlijk van de twee kandidaten in dit programma. Dit geeft aan dat het belangrijk is wat onbekenden van je uiterlijk vinden. Vinden zij het niet goed genoeg, dan moet de kandidaat de noodzaak voor een makeover inzien. Dus ook al vinden de kandidaten het zelf niet zo belangrijk hoe zij eruit zien, ze zullen er toch aandacht aan moeten besteden, omdat derden een mooi uiterlijk wel belangrijk vinden en zij anders een negatief beeld kunnen vormen over de persoon.

Hard werken en prestatiedruk

De aanvullende categorie van de waarde van hard werken is geïdentificeerd, waarvan uitingen te vinden zijn in Bijlage II. Deze tegenstrijdigheid in de vooraf bepaalde categorie perfectie is opvallend en komt in meer van de programma’s naar voren. De twee benaderingen voor aspect van perfectie zijn dat dit juist nagestreefd moet worden wanneer het kan, of dat wanneer je maar je best doet en hard werkt, dat goed genoeg is, ongeacht of het resultaat perfect is of niet. De perfectie versus hard werken komt in één van de programma’s voor door de relatie met “de natuur” te leggen. In ’10 Jaar jonger in 10 dagen’ komt naar voren dat “natuurlijk” een positieve lading heeft, de expert gebruikt deze bewoordingen namelijk in combinatie met “mooi” en “prachtig” (Bijlage II: 4, onder Perfectie en hard werken en prestatiedruk). De context is dat de huid van de kandidate met de jaren verslapt is. De expert duidt dit aan als natuurlijk en geeft vervolgens aan dat hier dus niet veel aan te doen is. Er zijn echter wel degelijk maatregelen die uitkomst kunnen bieden, zoals plastische chirurgie. Dit wordt niet aangekaart, in plaats daarvan wordt er een oplossing gegeven die minder ‘extreem’ is, namelijk het gebruik van een bodylotion die het probleem voor een deel op zou kunnen lossen. De expert geeft hiermee aan dat de kandidaat niet naar perfectie hoeft te streven, omdat ze er wel “natuurlijk” uit moet blijven zien. Plastische chirurgie past niet in dit plaatje. Er is al eerder aangegeven dat er in de Amerikaanse shows wel veel gebruik gemaakt wordt van plastische chirurgie en in Nederlandse bijna niet. Een verschil in budget kan één van de oorzaken zijn, maar er moet tevens rekening gehouden met de onderliggende culturele waarden die hiermee samenhangen. Hieruit kan opgemaakt worden dat plastische chirurgie in Nederland nog minder geaccepteerd wordt dan in de VS en dat dit vaak nog als overdreven, onnatuurlijke maatregel wordt gezien.

Toekomstgerichtheid

Toekomstgericht leven is belangrijk, aan het verleden hoeft niet meer gedacht te worden. Dit komt vooral naar voren in ‘Help, ons kind is te dik’: “We hebben afgesproken dat we gewoon verder gaan met ons leven en gewoon het achter ons laten. Want het verleden is het verleden.” en ’10 jaar jonger in 10 dagen’ (Bijlage II: 3 en 4, onder Toekomstgerichtheid) waar aangekaart wordt dat het verkeerd is om je met problemen uit het verleden bezig te houden, men moet zich op positieve waarden in de toekomst richten. De samenleving is dus toekomstgericht; het verleden heeft niet veel waarde. Affectie en emotie

44 De affectie en emotie wordt positief benaderd. Kandidaten zijn terughoudend wat betreft het tonen van emoties en affectie: hier rust een taboe op. De experts en hosts moedigen de kandidaten echter aan om hun emoties de vrije loop te laten, waarin een verschuiving van waarden te zien is, bijvoorbeeld wanneer een kandidaat huilt: “Sorry hoor. Slaat helemaal nergens op. Ja sorry hoor” in ’10 Jaar jonger in 10 dagen’ (Bijlage II: 4 onder Affectie en emotie). De host geeft vervolgens aan dat het tonen van emotie juist heel begrijpelijk en goed is. Wat affectie betreft, wordt de indruk gewekt dat een relatie niet goed is, wanneer er geen affectie getoond wordt tussen de partners. Partners moeten elkaar aanraken en seksueel een goede omgang met elkaar hebben, anders is er iets verkeerd in de relatie.

Communicatie

Communicatie kan veel problemen oplossen en voorkomen. Communicatie moet vooral erg open en direct zijn, men moet niet bang zijn om zijn mening te geven en hier moet veel waarde aan worden gehecht, omdat één van de oorzaken van veel problemen een gebrek aan communicatie inhoudt. Er moet niets achter de rug om van mensen gezegd worden, ook al is het kwetsend. Een voorbeeld uit ‘Help, ons kind is te dik’: “Dat ik ging eten kwam, omdat ik dan verhalen hoor, bijvoorbeeld van mijn vader. En dan ga ik naar mijn moeder toe en dan vertelt zij precies het tegenovergestelde. En dan sta ik precies in het midden.” (Bijlage II: 3).

Dromen

Het hebben van dromen wordt als positieve waarde ervaren. Aan de hand van deze dromen stelt men doelen om deze dromen te verwezenlijken, wat duidt op de positieve waarde van ambitie. Een voorbeeld uit ‘Help, ons kind is te dik’ geeft aan dat dromen leiden tot doelen en ambitie om die doelen te halen: “Maxine heeft een grote droom. Straks als ze bruidsmeisje is op haar moeders huwelijk, wil ze deze prachtige jurk aan.” (Bijlage II: 3).

Doe waar je goed in bent en vertrouwen in experts

Ook moet men doen waar hij goed in is. Ambitie is goed, maar men moet zich niet gaan bezighouden met zaken waar men geen verstand van heeft, dit moet hij overlaten aan anderen: outsourcen waar nodig is juist een goede keus, men hoeft niet alles te kunnen, maar moet juist toegeven dat hij iets niet kan; dat wordt gewaardeerd. Hier sluit op aan dat men moet niet te veel moet willen kunnen, maar juist vertrouwen moet hebben in anderen die er wel verstand van hebben. Als experts ergens mee bezig zijn, moet dat niet in twijfel getrokken worden en moet men zich daar niet mee bemoeien: “Als jij het vertrouwt van deze mensen doen het goed, bedoelen het goed, dan had je deze, hadden we deze discussie helemaal niet gehad.” (‘Help, mijn man is klusser’ Bijlage II: 1).

Loyaliteit

Ook moet men zich aan zijn woord houden, oftewel loyaal zijn. Het één zeggen en het ander doen is een slechte eigenschap. Vrienden en familie zijn altijd loyaal aan elkaar, maar dan wel tot op zekere hoogte: te veel vragen van je vrienden, zoals geld, is een slechte zaak. Een voorbeeld uit ‘Herman den

45 Blijker: Herrie gezocht’: “De vrienden zijn niet ingegaan op mijn financiële plannetje, maar hebben wel beloofd ook na vandaag veel en vaak te komen eten.” (Bijlage II: 2).

In document Kandidaten en Kijkers Getransformeerd (pagina 46-53)