• No results found

Controle over niet gemakkelijk te repliceren infrastructuur

(totaal) *1000 196 185 181 174 168 165 162 Aantal aansluitingen

5.3.3 Positie van de onderneming ten opzichte van concurrenten

5.3.3.1 Controle over niet gemakkelijk te repliceren infrastructuur

445. Een partij heeft controle over een niet gemakkelijk te repliceren infrastructuur wanneer de

partij een (omvangrijk) netwerk in eigendom heeft waarvan de aanleg voor een concurrent gepaard zou gaan met aanzienlijke investeringen en aanzienlijke tijd zou vergen. Het college beoordeelt of

deze controle de eigenaar in staat stelt om zich onafhankelijk te gedragen.181

446. Bij het criterium repliceerbaarheid beoordeelt het college of de relevante infrastructuur (het

relevante netwerk) binnen de termijn van de herziening van het onderhavige besluit economisch rendabel kan worden gerepliceerd door een netwerk met een vergelijkbare functionaliteit. Specifiek onderzoekt het college in welke mate de geografische reikwijdte van het netwerk (netwerkdekking) wordt (of kan worden) gerepliceerd. Een aanbieder met een grote netwerkdekking is in het voordeel ten opzichte van een aanbieder met een kleinere netwerkdekking, zeker indien de klantvraag niet lokaal is geconcentreerd maar meerdere – geografisch gespreide – locaties omvat.

181

Dominantieanalyse markt voor HKWBT/HL

Feiten

447. Het college gaat hierna eerst in op de netwerkdekking van glasvezel en vervolgens op de

netwerkdekking van koper.

448. De netwerkdekking van glasvezelnetwerken in de wholesalemarkt voor HKWBT/HL is

weergegeven in Tabel 14. De dekking van het glasvezelnetwerk van KPN wordt afgezet tegen die van de netwerken van KPN’s grootste concurrenten op de markt voor HKWBT/HL. De netwerkdekking is

uitgedrukt in termen van aansluitbaarheid van bedrijven met meer dan vijf werknemers182. Voor de

uitrol van glasvezelnetwerken is relevant hoeveel klanten rendabel kunnen worden aangesloten. Voor de glasvezelnetwerken is daarom de dekking bij verschillende afstanden tussen het netwerk en de klantlocatie berekend.

Bedrijfslocaties met 5 of meer werknemers (158.102 bedrijven)

<150 meter <250 meter <400 meter <500 meter <1000meter

KPN [80-85%] [70-75%] [85-90%] [75-80%] [90-95%] [80-85%] [90-95%] [85-90%] [95-100%] [90-95%] Eurofiber [30-35%] [40-45%] [50-55%] [55-60%] [65-70%] Tele2 30%] [25-30%] [35-40%] [30-35%] [40-45%] [40-45%] [40-45%] [40-45%] 55%] [50-55%] BT [20-25%] [30-35%] [40-45%] [40-45%] [50-55%] Ziggo [40-45%] [10-15%] [50-55%] [15-20%] [55-60%] [20-25%] [60-65%] [25-30%] [70-75%] [35-40%] Gezamenlijke zakelijke aanbieders, behalve KPN [75-80%] [85-90%] [90-95%] [90-95%] [95-100%]

Tabel 14. Netwerkdekking ODF-access (FttO) als percentage van aansluitbare bedrijven in geheel Nederland op basis van eigen infrastructuur, 2012.183 Netwerkdekking op basis van geul informatie [en waar mogelijk schuin tussen haken op basis van aansluitnetwerk] [vertrouwelijk] 449. Uit Tabel 14 blijkt dat de FttO netwerkdekking van KPN met afstand het grootst is. In 2012 bevindt 80-85 procent [vertrouwelijk: XXX procent] van de bedrijfslocaties met vijf of meer werknemers zich binnen 150 meter van KPN’s FttO transmissienetwerk en 70-75 procent

[vertrouwelijk: XXX procent] van KPN’s aansluitnetwerk. KPN wordt gevolgd door Eurofiber met 30-35 procent

182

Gebaseerd op het Cendris bedrijvenbestand 2008/2009.

183

Bron: onderzoek OPTA op basis van netwerkgegevens van marktpartijen (vragen 1 en 2 van de geografische vragenlijst, december 2010) en een Cendris bedrijvenbestand uit 2008/2009; 2012 update aan de hand van vragenlijst van juni 2012.

Dominantieanalyse markt voor HKWBT/HL

[vertrouwelijk: XXX procent].184 Ook voor bedrijfslocaties op minder dan 250, 400, 500 en 1.000 meter van een glasnetwerk heeft KPN de grootste netwerkdekking. KPN wordt hierin wederom gevolgd door Eurofiber. Het verschil in netwerkdekking tussen KPN enerzijds en Eurofiber, Tele2 en BT anderzijds is op langere afstanden minder groot dan op kortere afstanden.

450. De gezamenlijke netwerkdekking van alternatieve aanbieders is ongeveer gelijk aan die van KPN. Dit blijkt ook uit het onderzoek van Stratix. Volgens Stratix hebben de alternatieve aanbieders

gezamenlijk een dekking van 53 procent ten opzichte van 57 procent van KPN.185 Daarbij zijn er, zo

blijkt uit het onderzoek van Stratix, bedrijfslocaties met meer dan vijf werknemers, waar KPN de enige aanbieder is op minder dan 250 meter (19 procent). Op 15 procent van de bedrijfslocaties met meer dan vijf werknemers is (zijn) één of meer alternatieve glasaanbieder(s) op minder dan 250 meter, en is KPN niet aanwezig. Op ongeveer 38 procent van de locaties is naast KPN minimaal één alternatieve glasaanbieder aanwezig op minder dan 250 meter, terwijl op ongeveer 28 procent van deze locaties geen enkele aanbieder aanwezig is binnen 250 meter.

< 150 meter < 250 meter KPN +[5-10%] +[0-5%] Eurofiber +[0-5%] +[0-5%] Tele2 +[0-5%] +[0-5%] BT +[0-5%] +[0-5%] Ziggo +[0-5%] +[0-5%] Gezamenlijke zakelijke aanbieders, behalve KPN +[0-5%] +[0-5%]

Tabel 15. Ontwikkelingen in netwerkdekking ODF-access (FttO) tussen 2011 en 2012, bedrijfslocaties met 5 of meer werknemers

451. KPN beschikt daarnaast ook over een landelijk dekkend kopernetwerk. Tele2 heeft een deel van KPN’s kopernetwerk gerepliceerd. Tele2 (inclusief BBned) is op [vertrouwelijk: XXXXX] MDF-centrales van KPN gecoloceerd en heeft daarmee een potentieel bereik van 75-80 procent

[vertrouwelijk: XXX procent] van de bedrijven in Nederland.186

184

Voor Ziggo geeft de dekking op basis van het aansluitnet [vertrouwelijk: XXX procent] voor minder dan 150 meter een betrouwbaarder beeld – zie Annex F.

185

Bron: Stratix, Marktanalyse FttO, beschikbaarheid en bruikbaarheid van het FttO aanbod in Nederland, 16 november 2011, p.11.

186

Dat deze inschatting in de praktijk ook redelijk op gaat illustreert een berekening van Vodafone in haar antwoordbrief van 24 mei 2011. Vodafone heeft voor een drietal van haar business cases de koperdekking van Tele2 berekend en kwam tot dekkingspercentages van [vertrouwelijk: XXX, XXX en XXX procent] bij

Dominantieanalyse markt voor HKWBT/HL

452. Een groot deel van de VPN klantcontracten heeft één of meerdere aansluitingen in een gebied

waar alleen KPN HKWBT/HL diensten over koper levert (B-gebied). Bij KPN187 is dat [vertrouwelijk:

XXX procent], maar bij Bbeyond (onderdeel van Tele2)188 is dat [vertrouwelijk: XXX procent] van de

contracten. Bij Vodafone189 omvat [vertrouwelijk: XXX procent] van de VPN-contracten ten minste

één aansluiting in een B-gebied. Voor VPN-klantcontracten van Vodafone met meer dan vijf lijnen geldt dat [vertrouwelijk: XXX procent] van de klantcontracten ten minste één aansluiting in een B-gebied omvat.

453. Als gekeken wordt naar het aantal aansluitingen dat zich in een contract bevindt waarvan binnen dat contract minimaal één aansluiting in een B-gebied is, dan wordt dit effect nog groter. Zo is het totaal aantal betrokken aansluitingen in contracten met ten minste één aansluiting in een B-gebied bij KPN [vertrouwelijk: XXX procent] van de installed base, en bij Vodafone [vertrouwelijk: XXX procent] van het totale aantal aansluitingen. Dit betekent dat indien Vodafone deze contracten zou dreigen te verliezen, omdat zij niet langer toegang zou krijgen tot B-gebieden tegen voldoende concurrerende voorwaarden, en indien geen concurrerend glasaanbod van derden beschikbaar zou zijn, dit zou betekenen dat zij [vertrouwelijk: XXX procent] van de lijnen in haar installed base op het

spel zou zien staan.190

Analyse

454. Het belang van netwerkdekking is erin gelegen dat de onderliggende retailmarkt voor zakelijke netwerkdiensten wordt gekenmerkt door afnemers met meerdere vestigingen die ontsloten moeten worden (multi-site). Een aanbieder die een enkele locatie niet kan ontsluiten, loopt in veel gevallen het gehele contract mis. Uit gegevens van marktpartijen blijkt dat het gemiddelde aantal te ontsluiten locaties per contract acht is. Op basis van alleen ULL-toegang en/of ODF-access (FttO)-toegang kunnen concurrenten van KPN om die reden slechts beperkt actief zijn op de multi-site markt, omdat de kans dat er een locatie buiten het eigen dekkingsgebied valt groot is. Voor de kansberekening zie Tabel 16.

455. Bij de berekening en interpretatie van de netwerkdekking wordt ervan uitgegaan dat de

aanbieders zich richten op nationaal verspreide bedrijvenlocaties en dat de business case van partijen een aselecte steekproef is uit het bedrijvenbestand. De werkelijke (relevante) dekking kan verschillen als een aanbieder niet in elk deel van het land een even fijn vermaasd netwerk heeft, bijvoorbeeld als de aanbieder regionaal is uitgerold en zich richt op regionale klanten. De dekking kan dus per regio en per business case verschillen. Zo kan een aanbieder, die zich in zijn netwerkuitrol richt op

stedencentra, mogelijk makkelijker een winkelketen ontsluiten, terwijl een aanbieder die zich richt op

respectievelijk 109, 379 en 535 bedrijvenlocaties. Voor deze business cases is de relevante dekking van Tele2 op koper dus vergelijkbaar dan wel hoger dan het door het college berekende gemiddelde.

187

Antwoordbrief KPN, 27 mei 2011.

188

Antwoordenbrief Tele2, 26 mei 2011.

189

Antwoordbrief Vodafone, 24 mei 2011.

190

Informatie verschaft door Vodafone en Tele2 in reactie op de “aanvullende vragenlijst marktanalyse WBT/huurlijnen” van OPTA, gedateerd 19 mei 2011.

Dominantieanalyse markt voor HKWBT/HL

bedrijventerreinen een grotere relevante dekking heeft voor een business case in de industrie of bijvoorbeeld de automotive-branche.

Aantal locaties van één klant

Netwerkdekking* 2 5 8 10 50 10% 1% 0% 0% 0% 0% 20% 4% 0% 0% 0% 0% 30% 9% 0% 0% 0% 0% 40% 16% 1% 0% 0% 0% 50% 25% 3% 0% 0% 0% 60% 36% 8% 2% 1% 0% 70% 49% 17% 6% 3% 0% 80% 64% 33% 17% 11% 0% 90% 81% 59% 43% 35% 1% 100% 100% 100% 100% 100% 100%

Tabel 16. Aantal locaties dat kan worden ontsloten bij bepaalde netwerkdekking191

456. KPN heeft vanuit haar landelijke kopernetwerk en het grootste glasvezelnetwerk voordelen ten opzichte van concurrenten bij het aansluiten van multi-site bedrijven, omdat KPN alle bedrijvenlocaties kan aansluiten op koper en het grootste aantal bedrijvenlocaties op glasvezel. Bijvoorbeeld Tele2 (op basis van ULL en glas) en Eurofiber en BT (op basis van glas) hebben een (aanzienlijk) kleiner netwerk en zijn zonder regulering vaak niet in staat om meerdere vestigingen van eenzelfde

eindgebruiker op hun eigen netwerk aan te sluiten. Zo zou Tele2, met een netwerkdekking op koper van 75-80 procent, bij het gemiddelde contract waarbij acht locaties op koper moeten worden ontsloten slechts aan 17 procent van de vraag kunnen voldoen, terwijl KPN aan 100 procent van de vraag kan voldoen (zie Tabel 16). KPN heeft dus ten opzichte van deze partijen

netwerkdekkingsvoordelen die voortkomen uit de dekking van haar kopernetwerk.

457. De netwerkdekking van KPN op glasvezel is weliswaar beperkter dan de netwerkdekking die zij heeft op koper, maar KPN beschikt op glasvezel over een grotere netwerkdekking dan haar

concurrenten. Omdat KPN echter niet over een landelijk dekkend glasvezelnetwerk beschikt zijn er ook locaties waar KPN niet en concurrenten wel op een beperkte afstand (250 meter) met hun

netwerk liggen. Ondanks dat zijn de netwerkdekkingsvoordelen die KPN behaalt ten opzichte van haar concurrenten toch aanzienlijk. Deze voordelen komen bijvoorbeeld naar voren in haar betere

uitgangspositie bij het bedienen van de multi-site vraag en de kortere graafafstanden op glasvezel voor toekomstige netwerkuitbreidingen.

191

Berekening percentage klantdekking = [netwerkdekking] macht [aantal locaties]. Voorbeeld netwerkdekking 50 procent, aantal locaties 2; klantdekking = 0,5 x 0,5 = 0,25 = 25 procent.

Dominantieanalyse markt voor HKWBT/HL

458. Naast de voordelen ten aanzien van de huidige vraag naar multi-site oplossingen (zie randnummer 454) leidt de grotere netwerkdekking van KPN ook tot voordelen bij het ontsluiten van contracten met minder locaties en eventueel single-site contracten. De hogere netwerkdekking van KPN en de grotere dichtheid van haar netwerk, leiden ertoe dat zij doorgaans een kleinere afstand hoeft te overbruggen om een bedrijfslocatie aan te sluiten, waardoor zij in staat is een afnemer betere tarieven te bieden.

459. De Commissie heeft in haar serious doubts onderkend dat een groot deel van de vraag naar grote multi-site oplossingen (contracten met een groot aantal aansluitlocaties) inmiddels wordt bediend door de partijen in de markt. Vanwege de hoge kosten die gepaard gaan met het ontsluiten van bedrijfslocaties op glasvezel zijn eerst vooral de duurdere en meer omvangrijke projecten aangelegd. Immers, dit betreft bedrijven die financieel meer ruimte hebben om deze multi-site oplossingen te betalen.

460. De Commissie heeft in haar serious doubts vervolgens ook onderkend dat als gevolg van de vervulling van de grote multi-site contracten de minder omvangrijke contracten, dus met minder locaties, steeds belangrijker worden. Dit is een gevolg van de dalende tarieven voor

glasvezelaansluitingen die veroorzaakt worden door de hogere dichtheid van het glasvezelnetwerk, die de resultante is van reeds aangelegde infrastructuur ten behoeve van het ontsluiten van de grotere multi-site projecten. De hogere dichtheid van het FttO-netwerk resulteert immers in korte

graafafstanden naar klantlocaties, waardoor het voor partijen mogelijk wordt om lagere kosten per aansluiting te rekenen en waardoor het ook voor kleinere bedrijven aantrekkelijk wordt om multi-site oplossingen op basis van zakelijk glasvezel aan te schaffen.

461. De toenemende vraag naar kleinere multi-site oplossingen kan vooral bediend worden door partijen met een fijnmaziger netwerk. Ook zorgt een fijnmaziger netwerk ervoor dat bestaande koperlocaties binnen een multi-site contract tegen lagere kosten kunnen worden verglaasd. Er zullen weliswaar meer partijen zijn die voldoende dekking hebben om de diverse locaties te ontsluiten, maar de fijnmazigheid van het netwerk is bepalend voor de kosten die gepaard gaan met de ontsluiting van locaties en daarmee ook voor het aanbod dat partijen kunnen doen.

462. Zowel de Commissie in haar serious doubts als BEREC in haar opinion wijzen er op dat bij de beoordeling van de voordelen die KPN behaalt als gevolg van haar grotere netwerkdekking vooral de individuele netwerkdekking van partijen moet worden betrokken en niet zozeer de gezamenlijke netwerkdekking. Gezamenlijke netwerkdekking biedt partijen weliswaar de mogelijkheid om een deel

van de aansluitingen in te kopen, maar het interconnecteren van diverse partijen is lastig en duur192,

waardoor er vaak een minder aantrekkelijk aanbod kan worden gedaan dan het aanbod dat KPN kan doen. De partijen met de grootste individuele netwerkdekking zijn KPN met een dekking van 80-85 [vertrouwelijk: XXX procent] <250m, Eurofiber met een dekking van 40-45 [vertrouwelijk: XXX procent] dekking <250m en Tele2 met een dekking van 35-40 [vertrouwelijk: XXX procent] op <250m.

192

Dominantieanalyse markt voor HKWBT/HL

463. Gegeven het bovenstaande acht het college het evident dat KPN, met haar voorsprong van ongeveer 40 procentpunt aan netwerkdekking op <250 meter, voordelen ontleent aan haar uitgebreide glasvezelnetwerk en de complementaire dekking daarvan boven op haar landelijk dekkend

kopernetwerk.

464. KPN daarentegen heeft er op gewezen dat concurrenten op glasvezel, waar ze gezamenlijk een vergelijkbare netwerkdekking hebben als KPN, individuele aansluitingen inkopen bij verschillende aanbieders op de markt voor HKWBT/HL om vervolgens een totaaloplossing te bieden aan intermediairs of eindgebruikers.

465. Uit informatie die het college van partijen ontvangen heeft blijkt inderdaad dat concurrenten in de praktijk interconnectieovereenkomsten met meerdere partijen hebben en dat ze ook daadwerkelijk

wholesale glasdiensten bij andere partijen afnemen.193 Hoewel dit relatief gemakkelijk klinkt,

ondervinden partijen dit veelal als omslachtig en duur.194 In de praktijk kiezen partijen er daarom in

toenemende mate voor om de extern ingekochte lijnen bij KPN in te kopen. De externe leveringen van KPN zijn sterk gegroeid vanaf 2011, zoals blijkt uit Tabel 17.

Q4 2008 Q4 2009 Q4 2010 Q4 2011 Q1 2012 Aantal aansluitlijnen Totaal KPN XXX XXX XXX XXX XXX - interne leveringen XXX XXX XXX XXX XXX - externe leveringen** XXX XXX XXX XXX XXX Groei % KPN Totaal - XXX% XXX% XXX% XXX%

- interne leveringen - XXX% XXX% XXX% XXX% (op

jaarbasis)

- externe leveringen** - XXX% XXX% XXX% XXX% (op

jaarbasis)

Tabel 17. KPN glasaansluitingen FttO, interne en externe leveringen, Q4 2008 – Q1 2012. Bron: Structurele marktmonitor. [vertrouwelijk]

**: externe leveringen zijn gedefinieerd als interne FttO leveringen die op de WBT/HL markt vervolgens extern worden geleverd

193

Bron: antwoorden marktpartijen, juni 2012.

194

Bron: Stratix, Marktanalyse FttO, beschikbaarheid en bruikbaarheid van het FttO aanbod in Nederland, 16 november 2011.

Dominantieanalyse markt voor HKWBT/HL

466. KPN wijst daarbij ook op de samenwerking tussen partijen op digitale marktplaatsen, die op

verschillende plekken in Nederland actief zijn.195 Op digitale marktplaatsen kunnen netwerkaanbieders

een klantaansluiting uitkoppelen en kunnen dienstenaanbieders over deze netwerken diensten aan eindgebruikers leveren. Omdat meerdere netwerkaanbieders hun netwerk op een marktplaats uitkoppelen, kunnen bedrijfslocaties met elkaar verbonden worden via een groter netwerk en kunnen dienstenaanbieders een grotere groep klanten bereiken via één aansluitpunt en aanspreekpunt. Ook hebben sommige marktplaatsen hun netwerken met elkaar verbonden via backbone netwerken, zodat

een bereik ontstaat van meerdere marktplaatsen tezamen.196

467. (Potentiële) afnemers van digitale marktplaatsen geven echter als nadeel aan dat afnemers alsnog in zee moeten gaan met diverse leveranciers. Daarnaast is het zo dat veel van deze diensten niet voldoen aan de eisen van zakelijke dienstverlening qua SLA’s en overboeking, waardoor digitale marktplaatsen zeker voor de hogere kwaliteit van dienstverlening en bijvoorbeeld IP-VPN’s geen

voldoende substituut vormen.197

468. Op basis van het bovenstaande stelt het college vast dat in afwezigheid van HKWBT/HL regulering concurrenten van KPN belangrijke nadelen ondervinden, omdat KPN beschikt over een veel groter glasvezelnetwerk, waardoor zij niet afhankelijk is van inkoop bij andere partijen. Conclusie

469. Het college concludeert dat KPN netwerkdekkingsvoordelen ten opzichte van haar concurrenten heeft doordat zij beschikt over zowel een landelijk dekkend kopernetwerk als het grootste glasvezelnetwerk. Ten aanzien van multi-site oplossingen heeft KPN een

netwerkdekkingsvoordeel doordat zij, in tegenstelling tot concurrenten, niet afhankelijk is van inkoop bij derden en er aan de inkoop bij derden nadelen kleven ten aanzien van kosten, kwaliteit en efficiëntie. Ten aanzien van kleinere contracten en single-site oplossingen heeft KPN voordelen die voortkomen uit een landelijk dekkend kopernetwerk en lagere aansluitkosten op haar

glasvezelnetwerk als gevolg van kleinere graafafstanden tot een groot deel van de bedrijfslocaties. 470. Op koper zijn er geen concurrenten die het landelijk netwerk van KPN hebben gedupliceerd. De gezamenlijke netwerkdekking van alternatieve partijen op glasvezel is geen factor die de

195

Bijvoorbeeld NDIX in het oosten van Nederland, EFX in Eindhoven, RIX in Rotterdam, FRIX in Friesland, GNIX in Groningen en HIX in Helmond. Uit de websites van deze marktplaatsen blijkt dat ook landelijke

aanbieders, zoals Vodafone, Tele2, KPN en Ziggo verbonden zijn aan deze marktplaatsen en bijvoorbeeld VPN’s aanbieden.

196

Het college heeft ook gesproken met twee regionale aanbieders (TReNT en Isilinx). Deze partijen werken samen met digitale marktplaatsen, die op verschillende plekken in Nederland actief zijn. Bijvoorbeeld FR-IX, GN-IX, NDIX en ZOD-IX. Bron:

<http://www.frix.nl/index.php?option=com_content&view=article&id=93:verbonden&catid=42:rokstories>.

197

Conclusie is geput uit antwoorden van partijen (AT&T, BT, Tele2, UPC, Verizon, Vodafone, Ziggo) op de vragenlijst van juni 2012. Andere partijen is dezelfde vraag gesteld, maar zij hebben daarop niet of summier geantwoord.

Dominantieanalyse markt voor HKWBT/HL

netwerkvoordelen van KPN volledig wegneemt. Juist de individuele netwerkdekking van partijen is belangrijk bij het beoordelen van de concurrentiedruk die een partij kan uitoefenen op KPN. Het college concludeert dat het criterium controle over niet gemakkelijk te repliceren infrastructuur bijdraagt aan een mogelijke AMM-positie van KPN op de HKWBT/HL markt.