• No results found

Controle over niet gemakkelijk te repliceren infrastructuur

Aanbieders en afnemers ontbundelde toegang

5 Dominantieanalyse markt voor ODF-access (FttO)

5.5 Positie van KPN versus concurrenten

5.5.2 Controle over niet gemakkelijk te repliceren infrastructuur

329. Een partij heeft controle over een niet gemakkelijk te repliceren infrastructuur wanneer de partij een (omvangrijk) netwerk in eigendom heeft waarvan de aanleg voor een concurrent gepaard zou gaan met aanzienlijke investeringen en aanzienlijke tijd zou vergen. Het college beoordeelt of deze controle de eigenaar in staat stelt om zich onafhankelijk te gedragen.143

330. Bij het criterium repliceerbaarheid beoordeelt het college of de relevante infrastructuur (het relevante netwerk) binnen de termijn van de herziening van het onderhavige besluit economisch rendabel kan worden gerepliceerd door een netwerk met een vergelijkbare functionaliteit. Specifiek onderzoekt het college in welke mate de geografische reikwijdte van het netwerk (netwerkdekking) wordt (of kan worden) gerepliceerd. Een aanbieder met een grote netwerkdekking is in het voordeel ten opzichte van een aanbieder met een kleinere netwerkdekking. Dit voordeel doet zich voor indien de klantvraag niet lokaal is geconcentreerd maar meerdere – geografisch gespreide – locaties omvat (zogenaamde multi-site klantvraag). Het voordeel is ook aanwezig bij kleinere zakelijke afnemers waar een nieuwe glasaansluiting moet worden aangelegd. Bij een grotere netwerkdekking zijn de

graafkosten gemiddeld lager.

Feiten

331. Het college heeft op 4 juni 2012 een informatieverzoek aan marktpartijen uitgedaan, waarin onder andere informatie wordt gevraagd op het gebied van netwerkdekking (voor een update van de glaskaart ten opzichte van het ontwerpbesluit van februari 2012, zie hoofdstuk 4), investeringen in nieuwe glasaansluitingen en multi-site afnemers.

Huidige FttO netwerkdekking zakelijke locaties van verschillende aanbieders

332. In Tabel 11 is de netwerkdekking van de verschillende aanbieders op de markt voor ODF-access (FttO) tegen elkaar afgezet. De tabel bevat de dekking voor Q2 2012.

333. Het college analyseert de dekking van deze netwerken op vijf afstanden van de bedrijfslocaties, namelijk 150, 250, 400, 500 en 1.000 meter.144 Deze omvatten uiteraard ook reeds aangesloten

143

ERG (03) 09, randnummer 9.

144

Het college heeft voor de afstanden 150, 250 en 500 meter gekozen, omdat het college deze ook heeft opgenomen in het herstelbesluit ULL van april 2010. De afstanden 400 meter en 1.000 meter zijn toegevoegd.

locaties. De reden hiervoor is dat nog niet alle bedrijfslocaties op glasvezelnetwerken zijn aangesloten (ook wel ‘on-net’ genoemd). Indien bij een bedrijfslocatie nog geen fysieke aansluiting aanwezig is, zal het grootste deel van de aansluitkosten bestaan uit aanlegkosten. De hoogte van deze aanlegkosten zijn, vanwege de benodigde graafwerkzaamheden, grotendeels afhankelijk van de afstand van een bedrijfslocatie tot het netwerk van de aanbieder.

334. In Annex F wordt de methode waarop deze tabel is gebaseerd toegelicht: de netwerkdekking is berekend op basis van geulinformatie van partijen, en waar mogelijk op basis van aansluitnetwerken. Zoals beschreven in Annex F geeft de netwerkdekking op basis van aansluitnetten de werkelijke aansluitkracht van een aanbieder weer. Deze informatie is echter alleen voor KPN, Tele2 en Ziggo beschikbaar. Om die reden geeft de tabel in eerste instantie de netwerkdekking op basis van transmissienetwerken voor alle aanbieders. Voor KPN, Tele2 en Ziggo staat dan ook nog de netwerkdekking op basis van aansluitnet vermeld.

335. In de tabel is alleen de dekking van aanbieders op basis van hun eigen infrastructuur

opgenomen, niet de dekking die partijen op basis van ingekochte toegang tot infrastructuur hebben gerealiseerd. De beschreven netwerkdekking is de dekking in heel Nederland en betreft het

percentage bedrijfslocaties met meer dan vijf werknemers, dat binnen een bepaalde afstand van het netwerk van de aanbieder ligt. Het betreft dus niet het percentage van de oppervlakte van Nederland.

336. De glasvezelnetwerken van de kabelaanbieders worden thans voornamelijk ingezet als kernnetwerk voor het coaxaansluitnetwerk en niet als aansluitnetwerk voor de zakelijke markt. [vertrouwelijk: XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX.]145 [vertrouwelijk: XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX.] 145

Bedrijfslocaties met 5 of meer werknemers (158.102 bedrijven) <150 meter <250 meter <400 meter <500 meter <1000meter

KPN [80-85%] [70-75%] [85-90%] [75-80%] [90-95%] [80-85%] [90-95%] [85-90%] [95-100%] [90-95%] Eurofiber [30-35%] [40-45%] [50-55%] [55-60%] [65-70%] Tele2 [25-30%] [25-30%] [35-40%] [30-35%] [40-45%] [40-45%] [40-45%] [40-45%] [50-55%] [50-55%] BT [20-25%] [30-35%] [40-45%] [40-45%] [50-55%] Ziggo [40-45%] [10-15%] [50-55%] [15-20%] [55-60%] [20-25%] [60-65%] [25-30%] [70-75%] [35-40%] Gezamenlijke zakelijke aanbieders, behalve KPN [75-80%] [85-90%] [90-95%] [90-95%] [95-100%]

Tabel 11. Netwerkdekking ODF-access (FttO) als percentage van aansluitbare bedrijven in geheel Nederland op basis van eigen infrastructuur, 2012 [vertrouwelijk].146 Netwerkdekking op basis van geulinformatie [en waar mogelijk schuin tussen haken op basis van aansluitnetwerk]

337. Uit Tabel 11 blijkt dat de FttO netwerkdekking van KPN met afstand het grootst is. In 2012 bevindt 80-85 procent [vertrouwelijk: XXX procent] van de bedrijfslocaties met vijf of meer werknemers zich binnen 150 meter van KPN’s FttO transmissienetwerk en 70-75 procent

[vertrouwelijk: XXX procent] van KPN’s aansluitnetwerk. KPN wordt gevolgd door Eurofiber met 30-35 procent [vertrouwelijk: XXX procent].147 Ook voor bedrijfslocaties op minder dan 250, 400, 500 en 1.000 meter van een glasnetwerk heeft KPN de grootste netwerkdekking. KPN wordt hierin wederom gevolgd door Eurofiber. Het verschil in netwerkdekking tussen KPN enerzijds en Eurofiber, Tele2 en BT anderzijds is op langere afstanden minder groot dan op kortere afstanden. De gezamenlijke netwerkdekking van alternatieve aanbieders is ongeveer gelijk aan die van KPN.

Ontwikkelingen in FttO netwerkdekking

338. In onderstaande tabel wordt de groei van de netwerkdekking tussen 2010 en 2012 per aanbieder weergegeven. De groei wordt gegeven voor twee afstanden: tot 150 meter en tot 250 meter. Uit deze groeicijfers blijkt dat de netwerkdekking van KPN het meest is gegroeid: 5-10 procent [vertrouwelijk: XXX procent] meer dekking tot 150 meter en 0-5 procent [vertrouwelijk: XXX procent] meer dekking tot 250 meter. De groei in netwerkdekking van andere aanbieders is minder groot.

146

Bron: onderzoek OPTA op basis van netwerkgegevens van marktpartijen (vragen 1 en 2 van de geografische vragenlijst, december 2010) en een Cendris bedrijvenbestand uit 2008/2009; 2012 update aan de hand van vragenlijst van juni 2012.

147

Voor Ziggo geeft de dekking op basis van het aansluitnet [vertrouwelijk: XXX procent] voor minder dan 150

< 150 meter < 250 meter KPN +[5-10%] +[0-5%] Eurofiber +[0-5%] +[0-5%] Tele2 +[0-5%] +[0-5%] BT +[0-5%] +[0-5%] Ziggo +[0-5%] +[0-5%] Gezamenlijke zakelijke aanbieders, behalve KPN +[0-5%] +[0-5%]

Tabel 12. Ontwikkelingen in netwerkdekking ODF-access (FttO) tussen 2010 en 2012, bedrijfslocaties met 5 of meer werknemers [vertrouwelijk]

339. De sterke groei van de FttO netwerkdekking en van de marktpositie van KPN is ook zichtbaar als zakelijke glaskaarten in Q2 2008 en in Q4 2011 met elkaar worden vergeleken. In Figuur 10 worden de marktaandelen van KPN per (4 positie) postcodegebied weergegeven per Q2 2008. Er zijn veel grijze gebieden waar geen glasaansluitingen beschikbaar zijn. Ook zijn er veel gele/oranje gebieden waar KPN een relatief laag marktaandeel heeft. In figuur Figuur 11 wordt dezelfde kaart voor Q4 2011 weergegeven. Er zijn aanzienlijk minder grijze gebieden zonder zakelijk glas en de gebieden met glas kleuren meer oranje/rood, hetgeen relatief hoge marktaandelen van KPN aangeeft.

Figuur 11. Aandeel van KPN op zakelijke glasaansluitingen, per (4 positie) postcodegebied, Q4 2011

340. Door haar fijnmazigere netwerkdekking is KPN vaker dan concurrenten de enige aanbieder op een bepaalde afstand van een bedrijfslocatie. Uit berekeningen van Stratix, die in haar berekeningen uitgaat van een groter bestand van bedrijfslocaties dan het college, blijkt dat op 19 procent van de bedrijfslocaties met meer dan vijf werknemers KPN de enige aanbieder is op een afstand van minder dan 250 meter. Op 15 procent van de bedrijfslocaties is echter één concurrent de enige aanbieder op minder dan 250 meter. Op ongeveer 38 procent van deze locaties is zowel KPN als minimaal één concurrent aanwezig op minder dan 250 meter, terwijl op ongeveer 28 procent van deze locaties geen enkele aanbieder aanwezig is binnen 250 meter.148

341. Uit het onderzoek van Stratix149 blijkt evenals uit het onderzoek van het college dat de

netwerkdekking van elk van de alternatieve aanbieders aanzienlijk kleiner is dan die van KPN, maar dat de gezamenlijke netwerkdekking vergelijkbaar is. Het bedrijvenbestand dat Stratix daarbij hanteert is significant groter dan het bestand van het college (203.282 tegenover 158.000). Dit zou een

verklaring kunnen zijn voor de lagere dekkingspercentages die Stratix heeft berekend. Dit geldt echter voor alle partijen; ook het dekkingspercentage van KPN is in het onderzoek van Stratix lager dan in het onderzoek van het college.

OPTA analyse 2011 (2010 data)

158.102 bedrijven (Cendris) < 250 meter

Vertrouwelijk

Analyse Stratix / Speer IT 203.282 bedrijven (SIZO) < 250 meter KPN (ASN) KPN (ASN + INN) [70-75%] [80-85%] 57% Eurofiber [40-45%] [30-35]%

Ziggo (alle handholes) [30-35%] [20-25]%

Tele2 (incl. Bbned) [30-35%]

Tele2 (excl. Bbned) [15-20]%

BT [30-35%] [20-25]% Verizon Business [5-10]% UPC [5-10]% Colt [5-10]% Bbned [0-5]% Gezamenlijke dekking alternatieve aanbieders [75-80%] 53%

Tabel 13. Netwerkdekking (<250 meter afstand) als percentage van aansluitbare bedrijfslocaties met meer dan 5 werknemers in geheel Nederland op basis van eigen infrastructuur, 2011 [vertrouwelijk]

148

Stratix, Marktanalyse FttO in Nederland, Beschikbaarheid en bruikbaarheid alternatieven FttO aanbod. Presentatie voor OPTA 20 september 2011, slide 10.

149

Marktanalyse FttO, beschikbaarheid en bruikbaarheid van het FttO aanbod in Nederland, 16 november 2011. In opdracht van Tele2, Eurofiber, Vodafone, Ziggo, UPC, Easynet en EspritXB en met medewerking van BT, Colt, Verizon Business en Colt.

Investeringen in nieuwe FttO aansluitingen

342. Eurofiber heeft haar netwerkdekking de laatste jaren uitgebreid, en daartoe in de periode 2007-2010 [vertrouwelijk: XXXXX]150 geïnvesteerd. De uitbreidingen van KPN, en de investeringen die daarvoor zijn gedaan, zijn ruim [vertrouwelijk: XXXXX] zo hoog. KPN heeft in de periode 2008-2010 [vertrouwelijk: XXXXX]151 in haar glasvezelaansluitnetwerk geïnvesteerd.

343. Voor de meer recente periode heeft het college informatie gevraagd aan marktpartijen over nieuwe zakelijke glasaansluitingen en investeringen.152 De onderstaande tabel geeft per partij de nieuwe zakelijke glasaansluitingen met de betrokken investeringen voor twee perioden weer: voor 2011 en de eerste helft van 2012, en voor de tweede helft van 2012 en 2013. Uit dit overzicht blijkt dat KPN de grootste FttO glasinvesteringen doet en het grootste aantal nieuwe zakelijke

glasaansluitingen aanlegt. KPN heeft in 2011 en de eerste helft van 2012 [vertrouwelijk: XXXXX] geïnvesteerd en [vertrouwelijk: XXXXX] nieuwe aansluitingen gerealiseerd. Voor de tweede helft van 2012 en in 2013 verwacht KPN [vertrouwelijk: XXXXX] te investeren en [vertrouwelijk: XXXXX] nieuwe glasaansluitingen te realiseren. Na KPN volgt Eurofiber met ongeveer [vertrouwelijk: XXX] van de investeringen van KPN. Het aantal nieuwe glasaansluitingen dat wordt voorzien door Eurofiber neemt in de tweede helft van 2012 en 2013 af vergeleken met de voorgaande periode. Andere partijen investeren aanzienlijk minder dan KPN.

344. Uit Tabel 14 blijkt dat de investeringen per nieuwe glasaansluiting bij KPN en Eurofiber hoger liggen dan bij andere partijen. De reden hiervoor is dat KPN en Eurofiber als enige marktpartijen hun glasvezel aansluitnetwerk geografisch uitbreiden. In tegenstelling tot andere partijen zijn de

investeringen van KPN en Eurofiber niet alleen gericht op de klanten die zij op korte termijn

aansluiten. De investeringen van andere partijen dan KPN en Eurofiber hebben meer betrekking op het aansluiten van nieuwe locaties op bestaande FttO netwerken. Investeringen door KPN en Eurofiber worden meer gedaan in nieuwe geografische gebieden, in de verwachting dat op langere termijn meer klanten worden aangesloten. Uit de update van de glaskaart in hoofdstuk 4 blijkt dat de geografische netwerkuitbreidingen van KPN een landelijk karakter heeft en dat er overal nieuwe gebieden worden ontsloten op glas. De netwerkuitbreidingen van Eurofiber hebben over het algemeen een meer lokaal/regionaal karakter. In de gebieden waar Eurofiber al een netwerk heeft, wordt er een meer vertakt aansluitnetwerk neergelegd.

345. Verder worden de aansluitnetwerken van KPN en Eurofiber niet alleen gebruikt voor het aansluiten van zakelijke (retail)klanten, maar ook voor het aansluiten van andere ‘entiteiten’, zoals bijvoorbeeld masten (voor mobiele diensten, met LTE nog meer aantallen dan nu), straatkasten (voor FttC/SDF backhaul en FttO-bedrijventerreinen-backhaul), datacenters (wholesale en eigen gebruik) en lokale netwerklocaties (zoals bijvoorbeeld MDF-locaties/MDF backhaul).

150

Bron: e-mail van 8 april 2011 van Eurofiber aan OPTA.

151

Bron: e-mail van 15 april 2011 van KPN aan OPTA.

152

Partij 2011 + 1e hj 2012 2e hj 2012 + 2013

BT Aantal nieuwe glasaansluitingen XXX XXX

Investeringen (in euro) XXX XXX

Per aansluiting € XXX € XXX

Delta Aantal nieuwe glasaansluitingen XXX XXX

Investeringen (in euro) XXX XXX

Per aansluiting € XXX € XXX

Eurofiber Aantal nieuwe glasaansluitingen XXX XXX

Investeringen (in euro) XXX XXX

Per aansluiting € XXX € XXX

KPN Aantal nieuwe glasaansluitingen XXX XXX

Investeringen (in euro) XXX XXX

Per aansluiting € XXX € XXX

Tele2 Aantal nieuwe glasaansluitingen XXX XXX

Investeringen (in euro) XXX XXX

Per aansluiting € XXX € XXX

UPC Aantal nieuwe glasaansluitingen XXX XXX

Investeringen (in euro) XXX XXX

Per aansluiting € XXX € XXX

Verizon Aantal nieuwe glasaansluitingen XXX XXX

Investeringen (in euro) XXX XXX

Per aansluiting € XXX € XXX

Ziggo Aantal nieuwe glasaansluitingen XXX XXX

Investeringen (in euro) XXX XXX

Per aansluiting € XXX € XXX

Tabel 14. Nieuwe zakelijke glasaansluitingen met de betrokken investeringen [vertrouwelijk]

Analyse

346. Het FttO netwerk van KPN is grotendeels gerepliceerd door de gezamenlijke FttO netwerken van alternatieve partijen. Dit neemt niet weg dat KPN op ten minste twee gebieden voordelen geniet ten opzichte van alternatieve partijen met een kleinere individuele netwerkdekking: (1) bij multi-site contracten; en (2) bij de groeiende groep van kleinere single-site afnemers. Deze voordelen, die bijdragen aan een AMM positie van KPN, worden hierna toegelicht.

Multi-site vraag

347. De netwerkdekking van KPN’s FttO netwerk is het grootst. De gezamenlijke netwerkdekking van alternatieve aanbieders is echter ongeveer gelijk aan die van KPN. Voor een bepaalde groep

afnemers geldt dus dat er in de meeste gevallen een alternatief is voor de glasaansluiting van KPN. Het KPN netwerk is immers grotendeels gerepliceerd.

348. Er zijn echter ook groepen afnemers waarvoor geldt dat alternatieve aanbieders geen of een onvoldoende alternatief vormen. De grotere netwerkdekking van KPN biedt voordelen op de onderliggende retailmarkt voor zakelijke netwerkdiensten vanwege het multi-site-karakter van de vraag. Bij multi-site afnemers kan bijvoorbeeld worden gedacht aan winkelketens met een hoofdkantoor of aan organisaties met meerdere vestigingen. Dit heeft ook consequenties voor de bovenliggende wholesalemarkten. Het leidt er namelijk toe dat een aantal partijen wholesale netwerktoegang moet inkopen bij hun directe concurrenten (KPN of alternatieve aanbieders) op de

retailmarkt. Voor multi-site afnemers geldt dat het voordelen biedt om alle glasaansluitingen bij één aanbieder af te nemen, zie ook paragraaf 5.5.1. Een vergelijkbare gezamenlijke netwerkdekking vormt dan onvoldoende alternatief voor de individuele netwerkdekking van KPN.

349. In onderstaande tabel is het aantal multi-site contracten per partij weergegeven (deze multi-site contracten omvatten glas- en koperaansluitingen). KPN heeft het grootste aantal contracten.

[vertrouwelijk: XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX.] Deze observaties bevestigen de relatief sterke positie van KPN in multi-site zakelijke afnemers. Een aantal aanbieders kan het aanbod van KPN evenwel redelijk matchen.

# contracten Totaal # aansluitingen Totaal # aansluitingen per contract # glasaansluitingen per contract Totaal XXX XXX XXX XXX KPN XXX XXX XXX XXX Tele2 XXX XXX XXX XXX Vodafone XXX XXX XXX XXX BT XXX XXX XXX XXX Eurofiber XXX XXX XXX XXX Overig XXX XXX XXX XXX

Tabel 15. Eigenschappen multi-site contracten per aanbieder, retailmarkt zakelijke netwerkdiensten. Bron: vragenlijst FttO van 4 juni 2012 [vertrouwelijk].

350. In onderstaande tabel is weergegeven welke bouwstenen verschillende aanbieders gebruiken voor de aansluitingen binnen de multi-site contracten. Hierbij is een onderscheid gemaakt tussen eigen infrastructuur, inkoop van ontbundelde local loop diensten (MDF voor koper en ODF-access (FttO) voor glas) en inkoop van WBT diensten (koper en glas).

Multi-site contracten (VPN)

aantal aansluitingen % eigen infra % o.b.v. ULL % inkoop WBT

KPN Totaal XXX XXX% XXX% XXX% Glas XXX XXX% XXX% XXX% Tele2 Totaal XXX XXX% XXX% XXX% Glas XXX XXX% XXX% XXX% waarvan KPN glas XXX% Vodafone Totaal XXX XXX% XXX% XXX% Glas XXX XXX% XXX% XXX% waarvan KPN glas XXX% BT Totaal XXX XXX% XXX% XXX% Glas XXX XXX% XXX% XXX% waarvan KPN glas XXX% Overig Totaal XXX XXX% XXX% XXX% Glas XXX XXX% XXX% XXX% waarvan KPN glas XXX%

*Overig bestaat uit: Colt, Verizon, Easynet, AT&T, Ziggo, UPC, Eurofiber en Delta

Tabel 16. Bouwstenen voor multi-site contracten per aanbieder, retailmarkt zakelijke netwerkdiensten. Bron: vragenlijst FttO van 4 juni 2012 [vertrouwelijk].

351. In alle gevallen kan KPN zelf aan de vraag van multi-site afnemers voldoen met interne leveringen. Dit geldt voor alle koper- en glasaansluitingen binnen multi-site contracten.

352. Alternatieve partijen hebben verschillende mogelijkheden om aan de multi-site vraag te voldoen. Partijen met een eigen FttO netwerk kunnen vanwege de kleinere netwerkdekking de multi-site vraag over het algemeen niet bedienen met alleen interne leveringen. Daarvoor moeten zij dus wholesale diensten (ODF-access (FttO) of HKWBT/HL diensten) inkopen bij verschillende alternatieve aanbieders of bij KPN.

353. Inkoop bij KPN betekent inkoop bij de grootste concurrent op retailniveau. Daarnaast kopen partijen bij de huidige marktomstandigheden alleen HKWBT diensten (meer precies: WEAS diensten) in bij KPN, en geen ODF-access (FttO) diensten. De verklaring hiervoor is dat de tarieven voor KPN’s WEAS diensten gunstiger zijn dan de tarieven voor KPN’s ODF-access (FttO) diensten (ook als rekening wordt gehouden met de grotere investeringen die afnemers zelf moeten doen bij de afname van ODF-access (FttO)). Het nadeel van WEAS diensten ten opzichte van ODF-access (FttO) diensten is dat afnemers meer ruimte hebben om een eigen retailaanbod te construeren en

afhankelijker zijn van keuzes van KPN. Daarbij komt dat KPN’s huidige aanbod van WEAS diensten vrijwillig is en dat KPN dit aanbod in principe elk moment kan stopzetten.

354. Inkoop van wholesalediensten bij andere aanbieders dan KPN heeft nadelen. Deze inkoop moet doorgaans plaatsvinden bij meerdere aanbieders vanwege de geringe netwerkdekking per aanbieder. Uit het eerder genoemde onderzoek van Stratix, dat zij in opdracht van een aantal

marktpartijen heeft verricht,153 blijkt dat de gezamenlijke dekking van alternatieve aanbieders een verregaande systeemintegratie tussen alternatieve aanbieders vereist. In de praktijk is er een aantal belemmeringen dat ertoe leidt dat het aanbod van KPN moeilijk kan worden gerepliceerd. Stratix wijst in dit verband op technische belemmeringen bij het koppelen van Ethernet platformen (bij Ethernet zijn veel aspecten niet gestandaardiseerd), op operationele belemmeringen (waaronder

kwaliteitsproblemen en dienstspecificatieproblemen) en op kosten van systeemintegratie (waaronder de kosten van het afsluiten en operationeel houden van inkoopcontracten). Bovendien kan zich ook hier de omstandigheid voordoen dat de alternatieve aanbieder bij wie wordt ingekocht op retailniveau een concurrent is.

355. Uit bovenstaande tabel blijkt dat bijvoorbeeld Tele2 slechts [vertrouwelijk: XXX procent] van alle aansluitingen in haar multi-site contracten intern levert. Van de glasaansluitingen kan Tele2 wel relatief veel intern leveren, namelijk [vertrouwelijk: XXX procent]. De overige [vertrouwelijk: XXX procent] van glasaansluitingen die door Tele2 moeten worden ingekocht, bestaan volledig uit WBT glasdiensten (WEAS), waarvan [vertrouwelijk: XXX procent] van KPN.

356. Het college heeft begin januari 2012 gesproken met de twee grootste regionale aanbieders (TReNT en Isilinx). Deze partijen werken samen met digitale marktplaatsen (Internet Exchanges), die op verschillende plekken in Nederland actief zijn.154 Op digitale marktplaatsen kunnen

netwerkaanbieders een klantaansluiting uitkoppelen en kunnen dienstenaanbieders over deze

netwerken diensten aan eindgebruikers leveren. Omdat meerdere netwerkaanbieders hun netwerk op een marktplaats uitkoppelen kunnen bedrijfslocaties met elkaar verbonden worden via een groter netwerk en kunnen dienstenaanbieders een grotere groep klanten bereiken via één aansluitpunt en aanspreekpunt. Ook hebben sommige marktplaatsen hun netwerken met elkaar verbonden via backbone netwerken, zodat een bereik van meerdere marktplaatsen samen ontstaat.155

357. Het college heeft de rol van Internet Exchanges, die in combinatie met lokale en regionale glasaanbieders wholesale glasdiensten aanbieden, nader onderzocht.156 Diverse partijen geven aan diensten van Internet Exchanges niet als alternatief te zien voor de wholesalediensten van KPN of andere wholesale aanbieders op glas.157 Als redenen hiervoor worden genoemd: vereiste SLA’s voor zakelijk gebruik ontbreken, onvoldoende kwaliteitsgaranties, geen private IP en te veel betrokken partijen.

153

Stratix, ‘Marktanalyse FttO, Beschikbaarheid en bruikbaarheid van het FttO aanbod in Nederland’, rapport uitgebracht aan OPTA in opdracht van Tele2, Eurofiber, Vodafone, Ziggo, UPC, Easynet en EspritXB, met medewerking van BT, Verizon Business en COLT.

154

Bijvoorbeeld NDIX in het oosten van Nederland, EFX in Eindhoven, RIX in Rotterdam, FRIX in Friesland, GNIX in Groningen en HIX in Helmond. Uit de websites van deze marktplaatsen blijkt dat ook landelijke

aanbieders, zoals Vodafone, Tele2, KPN en Ziggo verbonden zijn aan deze marktplaatsen en bijvoorbeeld VPN’s aanbieden.

155

Bijvoorbeeld FR-IX, GN-IX, NDIX en ZOD-IX. Bron:

<http://www.frix.nl/index.php?option=com_content&view=article&id=93:verbonden&catid=42:rokstories>.

156

OPTA vragenlijst FttO van 4 juni 2012.

157

Onder andere Verizon, UPC Business, Tele2 en Vodafone gaven dit aan in antwoord op vraag 11 van de op 4 juni 2012 uitgestuurde vragenlijst.

358. Bovenstaande factoren wijzen erop dat KPN als gevolg van de grotere FttO netwerkdekking een relatief sterke positie heeft op het gebied van multi-site afnemers en dat de concurrentiedruk die KPN hier van alternatieve aanbieders ondervindt minder groot is.

Groeiend belang glasaansluitingen op kleinere locaties

359. Ten tweede heeft KPN door de grotere netwerkdekking een betere uitgangspositie voor het