• No results found

Conservatief controleren

In document Rijksuniversiteit Groningen (pagina 67-71)

ed vague neglect

Hoofdstuk 8: Claimbetaling en maatschappelijk belang

8.3 Conservatief controleren

Een hoge aansprakelijkheid kan leiden volgens Chan e.a. leiden tot te conservatieve controles. Yu (2001) onderzoekt de invloed van aansprakelijkheid op investeringsbeslissingen van ondernemingen. Als een onderneming kapitaal wil aantrekken voor een investering stelt ze en jaarrekening op die wordt getoetst door de accountant. Afhankelijk van de hoogte van de aansprakelijkheid, Yu definieert aansprakelijkheid in gradaties: hoog, gemiddeld en laag, controleert de accountant in meer of mindere mate conservatief. De geldverstrekker baseert de vergoeding die hij eist op de gecontroleerde jaarrekening. De onderneming besluit om wel of niet te investeren. Als zij overgaat tot investeren wordt na enige tijd de werkelijke waarde van de investering bekend. Als deze lager is dan uit de jaarrekening blijkt kan de accountant worden aangeklaagd. De accountant zal het risico van aansprakelijkheid willen verlagen en daarom conservatiever controleren. Het risico om aangeklaagd te worden vanwege een te conservatieve controle is voor een accountant veel lager dan het risico van een te optimistische controle. Bij deze laatste controle wordt namelijk in de loop der tijd zichtbaar of de controle correct was, terwijl als er niet geïnvesteerd wordt dit niet het geval is. De strengere controles leiden tot een lagere inschatting van de waarde van de investering (al dan niet terecht). “(…) verifiers become more conservative and reject high disclosure more often

when liability costs increase.” Deze lagere inschatting zorgt ervoor dat de geldverstrekker een

hogere vergoeding eist waardoor het voor de onderneming niet rendabel is om de investering aan te gaan. Yu: “(…) the benefit of imposing high liability on the auditor (i.e., an

insignificant decrease in audit failure) may be more than offset by its cost (i.e. a significant decrease in new investments).” Investeringen stijgen significant als de aansprakelijkheid

verandert van laag naar gemiddeld en dalen significant als aansprakelijkheid verandert van gemiddeld naar hoog. Yu is van mening dat het risico van een te optimistische controle ondergeschikt is aan de nadelen van een te conservatieve controle en ziet daarom een gemiddeld aansprakelijkheidsvorm als het meest adequate systeem.

8.4 Invloed van de onderneming.

Dopuch e.a. vermeldden dat de ondernemer minder frequent onjuiste jaarrekeningen opstelt onder een proportionate regime dan onder een joint and several regime. In een onderzoek van Hillegeist (1999) wordt dit verder onderzocht. Hillegeist ziet niet alleen controle-inspanningen als een proxy voor kwaliteit, maar ook de afname van falende controles (audit

failures).

In de studie van Hillegeist worden drie systemen onderscheiden, joint and several, hybrid

proportionate en pure porportionate. Hybrid proportionate is een tussenvorm, waarbij de

accountant bij een groot aandeel in de ontstane schade hoofdelijk aansprakelijk is en bij een klein aandeel proportioneel. Het onderzoek gaat ervan uit dat een accountant in meer of mindere mate een risicoverzekering is voor de investeerder (dit wordt onderbouwd in 8.5.). Onder joint and several is de gehele schade voor de investeerder verzekerd, als de onderneming failliet is kan de schade worden verhaald op de andere gedaagden. Onder pure

proportionate is dit niet het geval en ligt het risico van het faillissement bij de investeerder.

Het verhaalsrecht wordt verwerkt in de prijs die aandeelhouders bereid zijn te betalen voor een onderneming. Hoe groter de mogelijkheid om op de onderneming of haar accountant de ontstane schade te verhalen, hoe lager het risico voor de investeerder en hoe hoger de prijs. Onder joint and several liability zal de prijs het hoogst zijn en onder pure proportionate het laagst.

De aansprakelijkheid van de accountant is groter onder joint and several liability dan onder

proportionate wat de accountant aanzet tot meer controle-inspanningen. Als de onderneming

de jaarrekening opstelt zonder rekening te houden met de aansprakelijkheid van de accountant, zal er een rechtstreeks verband zijn tussen hogere controle-inspanningen, lager audit falen en dus een hogere controlekwaliteit. Hillegeist concludeert: “When audit quality is

higher, the audit failure rate is strictly lower in misreporting equilibria because there are no changes in the owners reporting strategy that could produce an offsetting effect. Thus, the damage appointment rule that supplies the most owner insolvency insurance, leads tot the lowest audit failure rate in this setting.” Deze conclusie is gelijk aan Gramling e.a. en

Dopuch e.a..

Hillegeist toont aan dat als de onderneming wel rekening houdt met de aansprakelijkheid van de accountant de voorgaande conclusie niet opgaat. De totale kosten van een onjuiste jaarrekening en accountantsverklaring zijn gelijk aan de investeringen die zijn gedaan door de aandeelhouders. Deze kosten worden verdeeld over de accountant en de onderneming, afhankelijk van de kans dat de accountant nalatig wordt bevonden en de ondernemer nog liquide is. Hieruit wordt de volgende conclusie getrokken: “(…) any price increases due to

more owner insolvency insurance will simutaneously increase the owners’ incentives to misreport since the net benefits would now be strictly positive. (….) these changes in incentives impact the audit failure rate in opposite directions and the change in the owner’s reporting strategy more than offsets the change in audit quality in terms of the reliability and accuracy of the financial statements.” De redenering is dat een gedeelte van het risico komt

bij de accountant te liggen terwijl de voordelen voor de ondernemer blijven. Naarmate de aandelenprijs die investeerders willen betalen stijgt zal, door de ontstane risk-shifting, de neiging om ten onrechte een gunstige jaarrekening op te stellen toenemen. De accountant zal op zijn vergrote aansprakelijkheid reageren door meer controle-inspanningen te verrichten, die het accountantscontrolerisico (ten onrechte een goedkeurende verklaring afgeven) wel verlaagt, maar te weinig om de stijging in onjuiste rapportages volledig teniet te doen. Hillegeist toont hiermee aan dat proportionate liability beter functioneert.

8.5 Verzekeringscomponent

De invloed van aansprakelijkheid, of de mogelijkheid hiertoe, op de aandelenprijs is empirisch aangetoond in Menon e.a. (1994). Zoals eerder verhaald in 6.1 ging Laventhol & Horwath (L&H) begin jaren negentig failliet. Door dit faillissement was de impliciete verzekering die L&H bood plotseling weggevallen waardoor de mogelijkheid om verliezen op het kantoor te verhalen significant lager werd. Menon e.a. tonen aan dat een gedeelte van de aandelenkoers een verzekeringscomponent is waarvan de hoogte varieert met de kans dat er een beroep op de verzekering zal worden gedaan. De aandelenkoers van controleklanten van L&H daalde na het faillissement en deze daling was sterker bij IPO’s (Initial Public

Offerings). Hillison e.a. (2004) tonen aan dat een soortgelijk effect optrad toen er begon jaren

negentig (aanhoudende) geruchten waren dat er voor Ernst & Young faillissement dreigde.

In 1995 is in de Verenigde Staten de Private Securities Litigation Reform Act (PSLRA) aangenomen, een wet die onder andere de het aansprakelijkheidsregime wijzigde van joint

and several naar een hybrid proportionate systeem. Ali en Kallapur (2001) onderzoeken of de

aanname van deze wet leidt tot negative abnormal returns bij risicovolle aandelen in de computerindustrie, elektronica industrie, farmaceutische/biotechnologische industrie en de handel. Door het samenvallen van een aantal gebeurtenissen is de invloed lastig vast te stellen, maar: “we interpret the entire body of evidence suggesting that, on average, investors

in these four high-litigation risk industries react negatively to the PSLRA’s restrictions on their ability to bring securities-related lawsuits.” Er is een verzekeringscompont opgenomen

Het is interessant om even terug te komen op de conclusie van Schwartz (zie 7.4) dat een hoge aansprakelijkheid, een groot verhaalsrecht op de accountant, leidt tot risicovol gedrag van investeerders. Zij beschouwde twee schade-uitkeringen, één gelijk aan de investering en één die losstaat van de investering en kwam tot de conclusie dat het loslaten van de koppeling tussen schadevergoeding en de investering te verkiezen was. Onder een joint and several

regime zal de investeerder altijd zijn volledige inleg terug kunnen vorderen, terwijl dit onder

een proportionate regime niet opgaat als de onderneming failliet is. Het is daarom aannemelijk dat een joint and several regime leidt tot over-investeren (risicovoller investeren is een onjuiste benaming aangezien het risico juist daalt) en dit onder een proportionate regime minder het geval zal zijn.

8.6 Conclusie

Een hoge aansprakelijkheid leidt tot meer controle-inspanningen, maar dit kent zijn prijs. Hogere aansprakelijkheid leidt tot conservatieve controles waardoor positieve investeringskansen niet benut worden. Daarnaast worden controles duurder waarbij de hogere lasten niet langer gepaard gaan met hogere baten. Hoge aansprakelijkheid van accountants stimuleert ondernemers om te positieve jaarrekeningen op te stellen en investeerders om teveel te investeren omdat er een volledige verhaalsmogelijkheid is op de accountant. Daarnaast worden er meer rechtzaken gevoerd onder een hoge aansprakelijkheidvorm.

De hogere aansprakelijkheid onder een joint and several regime kent dermate veel bijkomende beperkingen dat vanuit maatschappelijk belang een proportionate regime te verkiezen is.

Hoofdstuk 9: Reputatie

Voordat er overgegaan wordt tot het beantwoorden van de probleemstelling in het volgende hoofdstuk is er nog een onderwerp dat behandeld moet worden; de reputatie van een accountantskantoor.

Tot nog toe is gesproken over de hoogte van aansprakelijkheid en welke invloed dit uitoefent op de controle-inspanningen van een accountant en uiteindelijk op het maatschappelijk belang. Een onderneming die geloofwaardigheid wil geven aan haar financiële verslaggeving zal een accountant inhuren. Hoe hoger de kwaliteit (hoe meer controle-inspanningen) van een controle, hoe zekerder de belanghebbenden zijn dat er geen materiële fouten in de jaarrekening zitten. Kwaliteit is niet direct waarneembaar (het agency probleem), investeerders gaan daarom af op de goede naam, reputatie, van de accountant. Een accountant zal erbij gebaat zijn om kwaliteit te blijven leveren om zijn reputatie te bevestigen of te verbeteren. Hierdoor heeft reputatie een directe invloed op controle-inspanningen en daarmee indirect op aansprakelijkheid.

In document Rijksuniversiteit Groningen (pagina 67-71)