• No results found

Claimbepaling en maatschappelijk belang

In document Rijksuniversiteit Groningen (pagina 53-60)

In het voorgaande hoofdstuk is de invloed van verschillende aansprakelijkheidscomponenten op het maatschappelijk belang behandeld. In dit hoofdstuk zal hiermee verder worden gegaan voor de laatste componenten claimbepaling en claimbetaling. Allereerst zal een relatie worden gelegd tussen aansprakelijkheid en controle-inspanningen, waarna de invloeden van een strict liability of neglect standard worden uitgewerkt. Er wordt afgesloten met een conclusie.

7.1 Controle-inspanningen

Gramling e.a. (1997) onderzoeken verschillende invloeden die uitgaan van aansprakelijkheid; cliënt acceptatie, controleprijzen en controle-inspanningen. Zij gebruiken een experimenteel marktmodel waarin de accountant onderhevig is aan een regime met een lage of hoge aansprakelijkheid. Gramling e.a. spreken over een proportionate regime als laag en een joint

and several regime als hoog, een inschatting die conform is met de benadering in 5.4.

Het onderzoek bestond uit een marktsimulatie waarin (menselijke) accountants een keuze maakte ten aanzien van de inspanningen die zij verrichten bij cliënten met een risico dat varieerde van laag, gemiddeld tot hoog. De accountants hadden de keuze om een lage inspanning of een hoge inspanning te leveren en er was een laag of een hoog aansprakelijkheidsregime.

De onderzoeksresultaten staan hiernaast weergegeven (figuur 7). Er blijkt inderdaad een verband te bestaan tussen de hoogte van de aansprakelijkheid en de controle-inspanningen. Bij een klant met een gemiddeld risico wordt door de accountants onder het lage aansprakelijkheidsregime gekozen

voor lage inspanningen, terwijl er onder een hoge aansprakelijkheid wordt gekozen voor een hoge inspanning.

Op een paar afwijkingen na, bestond er een sterk bewijs dat de inspanningen werden beïnvloed zoals voorspeld, hogere aansprakelijkheid leidt tot hogere controle-inspanningen.

Figuur 7: Inspanningen en aansprakelijkheid

De relatie tussen controle-inspanningen en aansprakelijkheid is aangetoond, maar in 1.3 is opgemerkt dat de relatie tussen controle-inspanningen en controlekwaliteit kritisch moet

worden bezien. Een steekproef van 200 facturen in plaats van 100 facturen verdubbelt de inspanningen, maar geeft niet twee keer zoveel zekerheid/kwaliteit. Ervan uitgaande dat een selectie wordt gemaakt van inspanningen die een toegevoegde kwaliteit leveren, moet de relatie tussen controle-inspanningen en controlekwaliteit worden gezien als een parabolisch verband.

Er is een relatie tussen aansprakelijkheid, controle-inspanningen en controlekwaliteit, maar houdt dit nu ook in dat het maatschappelijk belang het best gediend is als er een hoge aansprakelijkheid is? In hoofdstuk 6 is reeds geschetst dat een hoge aansprakelijkheid nadelige invloed kan hebben. Uit het onderzoek van Gramling e.a. bleek dat de risicovolle klanten niet altijd werden geaccepteerd door accountants onder een hoge aansprakelijkheid en dat een hoge aansprakelijkheid ook leidt tot hogere controlevergoedingen (audit fees). In de rest van dit hoofdstuk zal daarom verder worden gekeken dan inspanningen alleen en ook verder dan de accountant om de invloed op het maatschappelijk belang te bepalen.

7.2 Invloed van de onderneming

Nelson e.a. (1987) onderzoeken de invloed van de aansprakelijkheid onder strict liability van de accountant en de onderneming en de interacties die tussen beiden kunnen ontstaan. De auteurs hanteren als definitie voor controlekwaliteit de definitie van DeAngelo (1981): “audit

quality is the probability that an auditor detects and reports an actual breach in a client’s accounting system.”

Een accountant maakt een keuze voor een inspanningsniveau op basis van verwachte aansprakelijkheidskosten en controlekosten, de auteurs beschouwen dit inspanningsniveau als indicator voor controlekwaliteit. De accountant verricht zijn controlewerkzaamheden en geeft een goedkeurende of een verklaring met beperking. Na verloop van tijd wordt de werkelijke situatie van de onderneming waarneembaar en ontstaan er twee risico’s voor de accountant, aansprakelijkheid omdat er ten onrechte een verklaring met beperking was afgegeven of aansprakelijkheid omdat er ten onrecht een goedkeurende verklaring was afgegeven. Bij de verklaring met beperking volgen er claims van de onderneming, zij hebben te hoge financieringskosten betaald. Bij de ten onrechte goedkeurende verklaring volgen er claims van aandeelhouders omdat zij vertrouwd hebben op een onjuiste verklaring bij hun investeringsbeslissingen.

De auteurs beïnvloeden de hoogte van de aansprakelijkheid in een strict liability systeem door het plaatsen van een begrenzing (cap) op derden aansprakelijkheid voor accountants (lagere

aansprakelijkheid accountants) of hoger verhaalsrecht van de cliënt op de accountant (lagere aansprakelijkheid onderneming)

Nelson e.a. onderzoeken eerst de invloed van aansprakelijkheid op het inspanningsniveau van de accountant, met de aanname dat het gedrag van ondernemer geen invloed heeft op de controlekwaliteit. “In the absence of a due-dilligence defense, increased exposure to third

party suits will force auditors to review all clients more thoroughly” en “to counteract the increase in liability implied by riskier clients, auditors choose relatively more accurate procedures.” Een hogere aansprakelijkheid zorgt ervoor dat het inspanningsniveau verhoogd

wordt en dat deze verhoging bij klanten met een hoger risico groter is.

Het onderzoek vervolgt door niet alleen de inspanningen van de accountant, maar ook die van de ondernemer mee te nemen. Controlekwaliteit hangt hierdoor af van de controle-inspanningen (uitgedrukt als investering) van de accountant en het internal control systeem van de cliënt. Uitgangspunt is dat betere internal control leidt tot accuratere tests van accountants en hierdoor een positieve invloed ontstaat op de controlekwaliteit. De investeringen van de twee partijen zijn substituten, de auteurs tonen aan dat een verhoging van de aansprakelijkheid van de accountant, leidt tot een verlaging van de investeringen van de cliënt en vice versa. Echter, de hogere investeringen van de ene partij compenseren meer dan voldoende de lagere investeringen van de andere partij.

De onderzoekers hebben als aanname dat er sprake is van een competitieve markt voor accountantscontroles. Dit houdt in dat de gevraagde controlevergoeding niet onbeperkt kan stijgen, de maximumprijs van een controle wordt daarom niet door de aangestelde accountant bepaald. Deze maximumprijs beperkt de eerdere conclusie dat de hogere investeringen van de accountant de lagere door de ondernemer goed kunnen maken. Dit kan slechts tot aan het niveau van de maximale controlevergoeding. Accountantscontroles zijn kostbaar en een toename in controle-inspanningen gaat gepaard met meer dan evenredige stijging in kosten. Als er geen maximum zou zitten op de prijs voor accountantscontroles of als dit maximum nog niet bereikt is, dan zullen er bij een onevenwichtige aansprakelijkheidsverdeling efficiency verliezen ontstaan.

7.3 Efficiency verliezen

Pae e.a. (2001) onderzoeken ook de interactie tussen een accountant en ondernemer. De auteurs definieren een interal control systeem als: “(…) hiring appropriate personnel,

installing a reliable treasury/accounting system, having competent audit committee members.” Zij spreken over investeringen, de investeringen van de accountant zijn de

controle-inspanningen en de investeringen van de ondernemer zijn die in het internal control systeem. Pae e.a. gaan uit van een competitieve markt voor controlevergoedingen. Een onjuiste allocatie van de investeringen leidt tot inefficiency. “The way in which resources are

misallocated depends on the size of the auditor’s legal liability. For example, when the auditors’ legal liability is sufficiently large, the owners has little incentive to choose a high-quality internal control system, but the auditor has a strong incentive tot avoid an audit failure by providing more effort. (…) On the other hand, when the auditors liability is sufficiently small, incentives are reversed so that the efficient loss arises from the owner’s overinvestment and the auditors under investment.” De bevindingen van Pae e.a. lopen niet

ver uiteen met die van Nelson e.a. , maar ze komen tot een andere conclusie. Gebrekkige investeringen van de ene partij kunnen gecompenseerd worden door investeringen van de andere partij, maar dit is niet kostenefficiënt is. De auteurs besluiten met de conclusie dat er geen aansprakelijkheidsverdeling is die volledig efficiënt is. Een middenweg, waarin beide partijen tot op een redelijke hoogte aansprakelijk zijn is het minst inefficiënt.

De onderzoeken door Nelson e.a. en Pae e.a. zijn verricht voordat Sarbanes-Oxley of de code Tabaksblatt zijn ingevoerd. Deze wet en code stelt eisen aan het internal control systeem van een onderneming waardoor deze niet in staat is de investeringen in het systeem onder een door de wet gesteld minimum te brengen.

7.4 Aandeelhouders

Tot nu toe is er aangenomen dat een hogere controlekwaliteit leidt tot betere informatie aan investeerders waardoor deze betere investeringskeuzes maken. Omdat investeerders betere beslissingen nemen op grond van gecontroleerde jaarrekeningen, is de kans op onverwachte verliezen kleiner en dientengevolge de kans op schadeclaims gericht tegen de accountant kleiner. Schwartz (1997) toont aan dat niet het geval hoeft te zijn: “Liability payments that

motivate auditors to work harder are basically transfer payments from auditors to investors. If investors can affect the amount of these payments by altering their investment levels, then the legal regime may distort the efficiency of investment decisions.” Als de schadevergoeding

die een investeerder uitbetaalt krijgt gebaseerd wordt op de daadwerkelijke investering, ontstaat de neiging om risicovoller te gaan investeren.

Uitgangpunt is dat de state of good of bad is en een accountant de jaarrekening controleert en zo een mening geeft over toekomstige cashflows. Een accountant geeft niet direct zijn mening over de toekomstige cashflows, maar investeerders gebruiken de jaarrekening hier wel voor. In het geval van een good state zal de investeerder investeren, in een bad state niet. Als nu in werkelijkheid blijkt dat er sprake is van een bad state en de accountant had melding gemaakt

van een good state, dan zal er een aanklacht volgen van de investeerder. Het risico van een

bad state wordt hierdoor volledig verplaatst van de investeerder naar de accountant.

Schwartz toont aan dat deze neiging tot over-investment kan worden verminderd door de koppeling tussen de schadevergoeding en de investering weg te nemen. Haar

onderzoeksresultaten staan weergegeven in onderstaande figuur (8):

. De schade-uitkering is

anwege de

e

r wordt geen uitspraak gedaan in het onderzoek op welke niveau de schadevergoeding zich

7.5 Competitieve controlemarkt en kantoorgrootte.

erzoeken wordt genoemd is de

De markt is competitief en prijzen kunnen niet onbeperkt stijgen. Er is sprake van een strict liability systeem of een neglect standard

gelijk aan de investering of onafhankelijk van de investering. Een 1 is het best, een 4 is het slechtst. Strict liability waarbij de schadevergoeding gelijk is aan de investering levert de hoogste controle-inspanning op, maar is vanuit maatschappelijk belang het slechtst (v over-investment). Schwartz is daarom van mening dat een strict liability systeem waarbij uitbetaalde schade onafhankelijk is van de investering het beste functioneert. Met een vague

neglect standard kan hetzelfde optimum bereikt alleen de auteur voorziet aantal bijkomend

nadelen. “Setting the “correct” damage amount that would induce the socially optimal effort

under the vague negligence rule appears to impose much greater informational requirements on the courts than is needed under the strict liability rule”.

Figuur 8: Hoogte schade-uitkering en maatschappelijk belang

E

moet bevinden als deze niet gelijk is aan de investering. Het is een logische aanname dat deze onder het niveau van de investering moet liggen.

Een kenmerk van hogere aansprakelijkheid dat vaak in ond

hogere controlevergoeding die betaald moet worden. Dit wordt veroorzaakt door het leveren van meer controle-inspanningen, maar ook door het opnemen van een grotere risicodekking in de vergoeding. Deze hogere vergoeding wordt gebruikt om extra verzekeringsdekking te kopen of zelf een voorziening te vormen. Veel auteurs merken op dat er een competitieve markt is voor accountantscontroles waarop prijs een belangrijk argument is voor ondernemers. Ook in Nederlandse pers is er veel aandacht aanbesteed, o.a. in het Financieel Dagblad van 22 september 2005: “Klant van de accountant klaagt over de hoogte van de rekening” en van 6 oktober 2005: “Deloitte doet niet mee aan 'prijsdumping' bij overheid”.

Shu (2000) onderzoekt of er een verband staat tussen verhoogde aansprakelijkheid en het eëindigen van een controleovereenkomst. Uit het empirisch onderzoek blijkt er een

trolevergoeding kan ook voor de ondernemer reden zijn om een ander ccountantskantoor te benaderen. Jones e.a. (1998): “(…) the minimum audit price at which a

untant of dit doen uit ostenoverwegingen, ze betrekken diensten vaak van een kleiner accountantskantoor.

n leiner

Narayanan (1994) toont aan dat als aansprakelijkheid afhangt van een nalatigheidstandaard en de accountant niet aansprakelijk is, een neglect b

significant verband te bestaan tussen hogere aansprakelijkheid en het terugtrekken van een accountant bij risicovolle klanten. Shu plaatst daarbij de volgende opmerking: “the mere fact

that auditors resort to resignations suggests that full fee adjustments are not always feasible.” Prijzen op een competitieve markt kunnen niet onbeperkt stijgen en als een hoger

risico niet langer in de prijs verwerkt kan worden zal de accountant de klant afstoten. De afgestoten klanten, zo toont Shu aan, vinden vaak onderdak bij een kleiner accountantskantoor.

De hoogte van de con a

large independent auditor is willing to accept a risk client could be much higher than that demanded by a small independent auditor, and could create sufficient incentives for the client to purchase audit services from a small auditor.” Ook hier zorgen hoge prijzen voor een

verschuiving van klanten van grote accountantskantoren naar kleinere. Een van de redenen dat grote accountantskantoren hogere prijzen vragen is omdat hun aansprakelijkheidsrisico groter is, zij hebben deeper pockets. Ook liggen de overheadkosten op een hoger niveau, bijvoorbeeld door het aanhouden van eigen vaktechniek afdelingen.

Of ondernemingen nu gedwongen opzoek gaan naar een nieuwe acco k

Kleinere accountantskantoren leveren controles met een lagere kwaliteit dan grotere kantore (Moore e.a. (1989) en Davidson e.a. (1993)). De verschuiving van een groot naar een k accountantskantoor, onder andere veroorzaakt door prijsafwegingen van de accountant of de ondernemer, leidt tot een toename van controles van lage kwaliteit.

7.6 Inspanningen en aansprakelijkheid

als het voldoen aan deze standaard inhoudt dat

regime beter in staat is de controle-inspanningen te beïnvloeden dan een strict regime. “The liability cost falls with audit effort because more effort means both less chance of a misstatement and a lower likelihood of being found negligent.” Er wordt hierbij ervan

uitgegaan dat de hogere accountantskosten gepaard gaan met een gelijke of grotere daling in de aansprakelijkheidskosten. Dit lijkt een reële aanname, uitbetaalde aansprakelijkheidsclaims liggen vaak ver boven de ontvangen controlevergoeding. Narayanan concludeert daarom dat

een verandering van strict liability naar neglect standard minimaal de controle-inspanningen op hetzelfde niveau houdt, maar het aannemelijk is dat deze onder een neglect standard hoger zullen liggen.

Narayanan neemt in zijn model de invloed van de aansprakelijkheid van de accountant op de pportages van de ondernemer niet mee. Als het gedrag van de ondernemer hierdoor wel

ende hoog ijd duidelijk is, een vague neglect standard, in het algemeen

beschikbaarheid van aansprakelijkheidsverzekeringen. arayanan doet hieromtrent geen uitspraken. Een (volledige) aansprakelijkheidsverzekering

die belicht moeten worden; allereerst an een neglect standard leiden vrijspraak in gevallen waar dit niet van terecht is en ten

staan, kan ook anders bekeken worden (zoals et glas halfvol en halfleeg kan), er kan ook sprake zijn van een onterechte veroordeling. Een ra

beïnvloed zou worden, dan zal de conclusie van Naraynan ook overeind blijven. De aansprakelijkheidsdaling van de accountant zal ook voor de ondernemer opgaan. Zo goed mogelijk rapporteren (en investeren in een internal control systeem) zal ook voor de onderneming de likelihood van een veroordeling in het geval van schade verlagen.

7.7 Vague negelect standard

Een van de aannames die Narayanan doet is dat de neglect standard op een voldo niveau ligt en hoewel deze niet alt

correct wordt toegepast. Balachandran e.a. (1987) komen tot een zelfde conclusie als Narayanan, een neglect standard (met aansprakelijkheidsverzekering) is te verkiezen boven

strict liability. Ze plaatsen een belangrijke kanttekening bij de vague negelect standard als

deze teveel openstaat voor interpretatie: “the clear implication is that if the due care standard

itself becomes unattainable, the legal system is no longer based on the concept of negligence but becomes one of strict liability.”

Balachandran e.a. gaan uit van de N

is in werkelijkheid niet altijd mogelijk zoals bleek uit 6.2. Deze beperking geldt niet alleen voor een neglect standard, maar zal ook opgaan voor strict liability. Het is aannemelijk dat de beschikbaarheid onder strict liability lager ligt dan onder een neglect standard daar de eerste met een hogere aansprakelijkheid wordt geassocieerd.

Er zijn een tweetal bezwaren tegen een neglect standard k

tweede tot een daling in het aantal rechtszaken.

De mening dat er onterechte vrijspraak kan ont h

empirische studie van Gwilliam (1988) concludeert: “(…) courts generally expect more to be

done than is currently stated or implied by professional standards.” De ex-ante neglect standard, de standaard zoals de rechtbank hanteert, ligt daarmee onder het ingeschatte ex-post

niveau. De interpretatieruimte kan in sterke mate de controle-inspanningen beïnvloeden, hierop wordt in 7.8 verder ingegaan.

Het tweede benoemde nadeel, de daling in het aantal rechtszaken wordt o.a. genoemd door wert e.a. (2000). Hun redenering is als volgt: een accountant zal zich altijd aan de standard

In document Rijksuniversiteit Groningen (pagina 53-60)